Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
van inconsequentie, want terwijl het aan
Europa verzekert, dat het de onafhan
kelijkheid en de vrijheid van Bulgarije
wenscht, zendt het te gelijkertijd aan
Bulgarije eene nota, waarin het zich met
de binnenlandsche aangelegenheden in
laat. Het blad vraagt, of de Czaar de
verkiezingen wil uitstellen, om het land
door de verlenging van den onzekeren
toestand in het ongeluk te storten. Het
noodigt hem uit zijne liefde voor de vrij
heid te bewijzen door de ballingen in
Siberië vrij te laten. «Bulgarije," zegt
het, «zal de schuldigen aan het complot
tegen vorst Alexander niet in vrijheid
stellenworden zij desniettemin in vrij
heid gesteld, dan zal het Bulgaarsche
volk op straat hen steenigen." Het arti
kel eindigt met bedreigingen tegen het
gouvernement, als het aan de eischen
van Rusland toegeeft.
Engeland heeft zich in de laatste dagen,
daartoe uitgelokt door eene betooging in
de Hongaarsche Vertegenwoordiging, we
der ten gunste van Bulgarije uitgelaten en
wel in tamelijke krassche bewoordigen.
De Beiersche Prins-Regent is van zijne
reis door het Koninkrijk behouden te
Mirnchen teruggekeerd' Zondag woonde
hij op de Therèse-weide bij Miichen het
groote, aan den landbouw gewijde jaar-
lijksche October-feest bij. De uit vele
duizenden bestaande en van wijd en zijd
toegestroomde menigte verheugd door het
zeldzaam schouwspel haren regeerder
in haar midden te zien, 'begroette den
Prins op het hartelijkst.
In de Staats-Courant heeft hij daar
voor zijn dank betuigd.
Het gemeentebestuur van Brussel beeft
met de Société générale, de Banque de
Paris et des Banques de Bruxelles en de
bankiershuizen Phillippson Harmits en
Brugman fils, eene overeenkomst ge-
teekend, betreffende de conversie en
samensmelting van alle vroegere leenin
gen der stad Brussel, onder vervroegde
aflossing door middel van de opbrengst
der nieuwe leening, welke ten bedrage
van 289 millioen franc in premie-obligaties
zal worden uitgegeven.
De overeenkomst is Maandag bij den
gemeenteraad ingediend.
Te Madrid heeft Zondag, bij gelegen
heid van eene stierengevecht, een «be-
tooging" ten gunste der veroordeelde
militairen plaats gehad, waarbij plakkaten
werden rondgedragen met het opschrift
„Leve Koning Alfonsus XIIILeve het
leger Genade voor de veroordeelden 1"
Onze stadgenoot de heer J. J. Borst
dirigeerend officier van gezondheid 2e
kl. bij de zeemacht, is aangewezen om
met 1 November de heer H. L. Reeder,
van gelijken rang, te vervangen aan het
hospitaal der marine te Willemsoord.
Onze voormalige stadgenoot de heer
S. K. D. M. van Lier, heeft j. 1. Zaterdag
aan de Universiteit te Utrecht met goed
gevolg het candidaatsexamen in de Rech
ten afgelegd.
Voor het toelatings-examen op de
Burgeravondschool te Amersfoort, dat
op den lsten en 4den October werd af
genomen, waren ingeschreven 20 nieuwe
leerlingen. Twee hunner zijn niet opge
komen en toegelaten werden
A. Beneden, H. Bijtelaar, H. Fijnen-
berg, P. van 't Hof, C. J. de Lange, P.
Meerburg, J. Pot, IC. van Ree, P. van
Sermondt, G. Smit en G. van Goor.
De cursus neemt 5 October een aan
vang met 17 leerlingen in de lste klasse,
7 leerlingen in de 2e klasse en 13 leer
lingen in de klasse voor voortgezet Tee-
ken-onderwijs.
In laatstgenoemde klasse zullen twee
lesuren meer dan voorheen aan Recht
lijnig Teekenen worden besteed, tenge
volge van het Besluit van den Amers-
foortschen Gemeenteraad van 19 Octo
ber 1885.
maken.
Kermissen waren er op het tooneel al
tot vervelens toe vertoond. Maar in
Rataplan hadden de heeren dichters voor
een effect gezorgd, dat zelfs de zenuwen
der meest geblaseerde beursspeculanten
moest kittelen. De mooie Thea zou op
het tooneel op de koord dansen I
Zij had in het paardenspel les geno
men en waagde ter eere van haar leer
meester, bij de laatste algemeene repetitie
haar hals.
En haar moeder en haar broeder
waren toeschouwers I Wel sloot Wal-
demar de oogen en sidderde de oude
juffrouw Freiberg toen haar Thea twaalf
voet boven den grond over het touw
heen weèr ging en werd het haar koud
om 't hart toen het roekelooze meisje
met neergeslagen blikken en met den
balanceerstok stijf tegen het lijf gedrukt
haar zwevenden pas begon te maken.
Doch ten slotte sprong xOceana" met
gezonde ledematen op den grond en
weder op het tooneel en werd de kort
stondige waaghalzerij uit orkest en
directeursloge met zulk een storm van,
toejuichingen beloond, dat mama Freiberg
haar buurvrouw van vreugde dronken in
den arm kneep en haar toevoegde dat
het publiek op het zien van dit kunst
stuk van haar Thea dol zou worden
Met groote ingenomenheid werd
hier ter stede vernomen, dat het Z. M.
onzen geëerbiedigden Koning behaagd
heeft, het ridderkruis van den Neder-
landschen Leeuw toe te kennen aan Jhr.
Mr. T. A. J. van Asch van Wijck, Bur
gemeestervan Amersfoort. Inden korten
tijd, dat hij hier werkzaam is, heeft
onze Burgemeester zich met even groo-
ten ijver en werkzaamheid als tact en
bekwaamheid aan de belangen der ge
meente gewijd. Het zij hem ter eere ge
zegd, en zijn eigenliefde mag er zich
terecht mede ingenomen gevoelen,
in dien korten tijd heeft Z. E. verbazend
veel tot stand gebracht. Enkele zaken,
en daaronder aangelegenheden, die rijp
beraad, overleg en een zéér practischen
geest vorderden, willen wij in herinne
ring brengen. Daartoe behoort het slui
ten van een nieuw contract met den
leveranciers van het gaslicht; een zaak
die tot veel moeilijkheden aanleiding had
kunnen geven.
De gemeente-reiniging, evenzeer
een zaak van teederen, en omdat daar
mede belangen van zoovelen verbonden
zijn, van ingrijpenden aard; die daarom
nog dagelijks alle zorg vereischt; het
vernieuwen van bruggen en straten
het verbeteren van den weg naar en het
plein voor het station de vereeniging
tot werkverschaffing in den wintertijd,
door welke menig huisvader in de gele
genheid kwam een stuk brood te verdie
nen, terwijl ten bate der gemeente zéér
nuttige werken werden uitgevoerd
de restauratie van de Koppelpoort;
een nieuwe inrichting en reglement van
de brandweer, enz. enz. Vergeten wij
niet hier bij te voegen de onvermoeide
pogingen, door hem in het werk gesteld,
om de rivier de Eem in beteren, bevaar
baren toestand te brengen, welke zaak
terecht door hem als een levenskwestie
voor Amersfoort beschouwd wordt, en
waaraan hij, naar wij hopen, zijn beste
krachten zal blijven wijden. Als wij
bedenken dat dit alles binnen zeer kor
ten tijd tot stand is gekomen, schoon
zich dikwijls een zéér krachtige, helaas,
niet altijd verstandige oppositie deed
gelden, dan is men wel gedwongen te
erkennen, dat onze gemeente zich ver
blijden mag in het bezit van een zéér
ijverigen, bekwamen en werkzamen bur
gemeester, en het aan hem zeker niet
zal zijn te wijten, als onze gemeente zich
niet spoedig in grooteren bloei verblijdt.
Van ganscher harte wenschen wij hem
geluk met de eervolle onderscheiding,
hem op nog betrekkelijk jeugdigen
leeftijd te beurt gevallen. Ons zeiven en
onze mede-stadgenooten wenschen wij
toe, dat onze Burgemeester jaren en
jaren onze gemeente met dezelfde energie
en hetzelfde beleid, dezelfde verdraag
zaamheid en onpartijdigheid, en denzelf
den goeden uitslag op zijn ondernemingen
blijve besturen.
Toen de generaal-majoor, bevelheb
ber in de 2e militaire afdeeling, Maandag
morgen bezig was, het kazernegebouw
alhier te inspecteeren, klonk opeens, en
op het aller onverwachtst, het branda
larm. Het was evenwel een loos alarm,
dat alleen ten doel had om eens te zien
hoe men, bij een werkelijken brand, op
zijn qui vive zou zijn. De generaal zal
zeer zeker tevreden zijn geweest over de
handigheid en den spoed, waarmede men
de bluschmiddelen bij de hand had en in
werking bracht. In een oogwenk nl. was
het daarvoor bestemde personeel met de
spuiten aanwezig, en in minder dan geen
tijd, zig men een waterstraal op het dak
der kazerne neerkomen, terwijl men allei-
wege goed beraamde plannen tot redding
en berging van goederen maakte.
Tusschen eenige ingezetenen dezer
gemeente en enkele boeren, uit Wouden
berg herkomstig, is Zondagavond een
vechtpartij ontstaan, waarbij V. N. en
V. V. aan hals en hoofd met messen ver
wond werden. Door den heer Morren
werd heelkundige hulp verleend. De da
ders zijn in handen der politie.
Waldemar wischte zich het zweet van
het voorhoofd en mompelde iets van on
waardige menschenplagerij. Maar hij sprak
het veto even zoo min uit als zijn moe
der.
«Uithoofde te maken toebereidselen,"
bleef de schouwburg den avond vóór de
voorstelling gesloten, en dat vond het
luchthartige volkje eigenlijk nog het
beste van alles. Terwijl de opgewonden
directeur zich zeiven en al wie in zijn
nabijheid kwam het leven zuur maakte,
genoten zijn zangers en zangeressen van
den heerlijken dag en van ,die hun zoo
zelden ten deel vallende vrijheid, De een
reed naar buiten, de andere bleef thuis
en doodde in slaaprok en pantoffels den
tijd, alleen de heeren van het bureau
hadden eerst des namiddags vrij-af.
Ik moet toch eens gaan zien hoe
mama en Thea het maken," dacht Wal
demar nadat hij zijn twee vaste schotels
had geledigd en al de tooneelberichten
van al de aanwezige dagbladen gelezen
had. 't Gebeurde zoo zelden, dat hy den
avond bij zijn moeder doorbracht. Sinds
den laatsten keer dat zulks was gebeurd,
was meer dan een jaar verloopen.
Maar ook dien middag zou het niet
gebeuren. Van de dienstmeid, die met
verwarde haren en slaperige oogen de
deur opendeed, vernam Waldemar, dat
In het Pharm. Weekblad van den
2en dezer lezen wij onderstaand schrij
ven van onzen stadgenoot den heer
P. Hondius Tz. Wij achtten het daarin
behandelde, voor onze lezers van genoeg
belang onf het in zijn geheel in onze
kolommen op te nemen. Red.
Aan mijne Collega's en belangstellenden.
Eindelijk ontslagen van de vele be
moeiingen, verbonden aan het in detail
verkoopen eener zaak, en daarbij komende
verhuizing, wensch ik nu de mij meer
malen gedane vraag, waarom ik mijne
goede zaak heb opgeheven, te beant
woorden.
Op 3 Juni 1885 werd mijne Apotheek
en Drogistwinkel door de Heeren Dr.
Kapteijn en Apotheker Fontein geïnspec
teerd, en werd er geen lijstje, zooals de
gewoonte is, indien er op of aanmerkin
gen zijn, aan mij zijn ter hand gesteld.
Ik meende dus dat alles in orde was.
Doch 15 Juli ontving ik een schrijven van
den Inspecteur voor het Geneeskundig
Staatstoezicht voor Gelderland en Utrecht,
den heer II. L. Verspeijck van den vol
genden inhoud
«Uit het verslag der Commissie van
den Geneeskundigen raad van Gelderland
en Utrecht, welke op 3 Juni j. 1. uwe
Apotheek inspecteerde, is mij gebleken
dat het Extr. Myrrhae ondeugdzaam was,
en de Spiritus Ammoniae Anisatus te
weinig ammoniak bevatte, twee aanmer
kingen, die ook in 1883 en 1884 en wat
het Exti. Myrrhae betreft ook in 1882
werden gemaakt. Aangezien de Wet voor
schrijft dat ondeugdelijke geneesmiddelen,
die voorhanden zijn, door deugdelijke
moeten worden vervangen, heb ik de eer
u te berichten, dat na 1 Augustus aan
staande, eene Commissie een nader on
derzoek in uwe Apotheek zal komen in
stellen, en dat indien een dier beide ge
neesmiddelen niet voldoet aan het voor
schrift met andere woorden niet deugde
lijk is, de commissie zal opmaken proces
verbaal, dat zonder eenige verschooning,
door mij zal worden opgezonden aan het
Openbaar Ministerie, ten einde te voor
komen verdere nalatigheid of onwil van
uwe zijde."
Hadden nu de visiteerende heeren da
delijk proces-verbaal tegen mij opge
maakt en was ik dientengevolge volgens
ait. 23 der wet voor ieder artikel met
f3,00 beboet geworden, dan was het
hiermede afgeloopen; maar eerst op 10
September verschenen dezelfde heeren,
en heeft dus het zwaard van Damocles
mij al dien tijd boven het hoofd gehan
gen. Ik vroeg die heeren naar hun man
daat, en kreeg ten antwoord dat ik dit
wel uit den brief van den Inspecteur zou
weten, waarop ik antwoordde, dat voor
herinspectie volgens art. 13, drie leden
of plaatsvervangende leden aanwezig
moesten zijn. Hierop werd verklaard dat
het geen herinspectie was, maar men
zich alleen van die twee opgenoemde
artikelen kwam overtuigen. Ik vertelde
toen, dat uit dit feit bleek, dat mijne
vroegere verklaring, dat ik geene andere
Extr. Myrrhae kon verkrijgen, en de
Spirit. Ammoniae anisatus letterlijk naar
het voorschrift bereid was, niet was ge
loofd, en ik daarom nu een anderen weg
was ingeslagen, die ik hoopte dat hunne
goedkeuring zou wegdragen. Ik had na
melijk, behoorlijk verzegeld, van drie ge
accrediteerde firma's van ieder 30 gram
extract laten komen, die nu in hunne
tegenwoordigheid ontzegeld en onderzocht
werden. Het bleek dat één monster het
meest nabij kwam, in lactesceerende eigen
schap, met die door den heer Fontein
vertoond. Ik vertelde, dat ik verscheidene
malen extr. myrrhae bereid doch ze nim
mer zoo fraai als die van den heer Fon
tein gezien had, hetgeen ik vertrouwde,
dat ook door de meeste Artsenijbereiders
in ons land zou bevestigd worden. Dat
ik zonder hulp zijnde te danken aan
de wet van 1865, waardoor geene assis
tenten voor gecombineerde zaken worden
opgeleid dergelijke praeparaten niet
meer kon bereiden, en dus ze van eene
de dames een uur te voren waren uit
gereden.
«Waarheen
«Ja, dat kon ze menheer niet zeggen.
Als menheer de vaandrig mocht komen,
moest zij zeggen, dat baron Brandt de
dames te dineeren had gevraagd."
«Komt de jonge Halinenkamm dan
zoo dikwijls hier aan huis?"
«Ja, meer dan ons lief is. Als de
juffrouw zijn stem voor hoort, dan rent
zij langs de achtertrap naar beneden en
de deur uit."
«Is de baron dan meer gezien?" ver
volgde Waldemar.
liet meisje keek Freiberg met een
wantrouwenden blik aan. «Dat moet u
maar aan de juffrouw zelf vragen,"
luidde het antwoord; «ik hoor de dames
niet uit."
Waldemar wilde in het salon een
tijdlang op de dames wachten. De vesti
bule doorgaande, keek hij door de open
staande deur in Thea's slaapkamer. De
kussens van het met een hemel voorzien
ledikant waren ingedrukt en het donzen
dekbed lag op den grond. Blijkbaar had
de meid op het bed van haar meesteres
haar middagdutje gedaan.
In het salon, waar Waldemar zich in
een schommelstoel van verguld riet liet
vallen, was de lucht bedompt en zwoel
geaccrediteerde firma had ontboden.
Voorts dat ik zooals uit een brief van
den heer d'Aillg dato 21 December 1881
bleek, reeds over dat lactesceeren gehan
deld had, en dus reeds vóór het tijdstip
door den Inspecteur aangegeven. Volgens
de Handleiding van Dr. Coster en Op-
wijrda is de kleur, zooals de mijne die
ook had, van het extract onzer Phar-
macopoea, donkerbruin, en het wordt bij
de bereiding van Vinum amarum (een
troebel mengsel) doch in de receptuur
hoogst zelden gebezigd. Dat ik wilde
aannemen dat de Inspecteur een gewich-
tigen rang in de Maatschappij bekleedt,
maar dat ik vermeen ook een rang in
de Maatschappij erlangd te hebben, door
het verkrijgen van een zeer voldoend
diploma. Dat wanneer de Inspecteur ge
handeld had ingevolge de slotalinea van
VIII') behelzende: «Dit alles en nog meer
is in de taak van den Inspecteur opge
sloten, en daarbij wordt van hem ge-
eischt, dat hij steeds den weg van redelijke
overtuiging, van gemeenschappelijk be
spreken en samenwerken, van rechtvaar
dige toepassing en behoedzame beoor
deeling, van humaniteit en bezadigdheid
bewandelt, terwijl hem bij eene misvat
ting «eene terechtwijzing van den Mi
nister wacht, en wat wellicht meer zegt,
een scherp oordeel van de zijde van het
publiek of der Geneeskundigen", ik aan
ZijnEd. geschreven zou hebben, maar
niet op een brief, waarin mij verdere
nalatigheid of onwil wordt ten laste ge
legd, en die mij daarom hoogst onaan
genaam geweest is, en dat wanneer het
zoo voortging wij kans hebben jaarlijks
hervisitatie te krijgen en dat er geene
Apotheek is of men kan er aan- of op
merkingen maken. Dit laatste werd ook
door de heeren toegestemd.
En nu de Spiritus Ammoniae Anisatus.
Ik stelde voor, dat men het soortelijk
gewicht, van de Ammonia en den Alco
hol, waarvan ter bereiding genomen was,
zou onderzoeken, doch hierin had men
geen lust, terwijl de heer Fontein be
weerde, dat, al hield de Ammonia de
graden, er wel te weinig Ammonia iii
voorhanden zijn kan. Die beweering ver
klaarde ik niet te begrijpen. Vervolgens
reageerde ZijnEd. met, naar ik meen,
infusum ligni campechiani (een reagens
niet door de Pharmacopoea voorgeschre
ven). Wel is het soortelijk [gewicht voor
geschreven, doch dit is vroeger en ook
nu met onderzocht. De Solutio werd nu
voor goed verklaard. Verder vroeg ik of
het ZijnEd. ook bekend was, dat, wan
neer de Solutio eenigen tijd geleden, be
reid was, de Ammonia ook op de oleum
anisi kan inwerken, hetgeen ik niet, en
ZijnEd. ook niet wist. Ik verzocht de
heeren mijn ongenoegen over den brief
aan den Inspecteur te belichten en vooral
niet te vergeten, dat ik reeds in 1881
over het lactesceeren van het Extract
gecorrespondeerd had.
Sedert 1842 gepatenteerd, had ik mij
voorgenomen, indien ik daartoe in staat
gebleven was zooals tot hiertoe, mijn vak
tot 1892 uit te oefenen. Men noeme dat
eene chimère of eene illusie, het plan
bestond, maar door het bovenvermelde,
en andere bijkomende omstandigheden,
heb ik dat plan laten varen, en mij niet
willende blootstellen aan verder dergelijk
bezoek, of het ontvangen van onaange
name brieven, heb ik mijne zaak opge
heven, daar ik niet geslaagd ben haar
te verkoopen.
Ik had gewenscht van de over ons ge
stelde machten een ander afscheid te
kunnen nemen.
P. Hondius Tz'.,
gewezen lid der opgeheven Plaatse
lijke Geneeskundige Commissie, en
oud-lid van den Geneeskundigen
Raad voor Gelderland en Utrecht.
Ameusfoort, September 1886.
De Geneeskundige wetten tot stand
gebracht door Mr. Thorbecke, verklaard
etc. door dr. L. H. Verweij. Rotterdam
H. Nijgh, 1866.
en rook die misselijk zoet naar Turkschen
tabak. Waldemar stond op om frissche
lucht te laten binnen stroomen. Daarop
wierp hij een tafeltje met visitekaartjes
om. Terwijl hij de over het tapijt ver
strooide blaadjes papier opraapte, las hij
onwillekeurig de namen, 't Waren allen
namen van mannen van rang, stand en
geboorte. En toch zou de naam van een
enkele eenvoudige burgerdame of van
een klein ambtenaartje te midden van
al die luitenants, ritmeesters, attache's
enz., hem troost hebben geschonken!
«Maar dat behoort bij 't vak," zuchtte
hij. «Of ze zich in zulk gezelschap bijzon
der gelukkig zou gevoelen?"
Opnieuw begon die lucht van sigaret-
tes hem te hinderen. Om het venster in
zijn nabijheid te kunnen openzetten,
moest hij een porceleinen schotel met
kunstbloemen op zijde zetten, een stof
wolk vloog er van op.
Ook in het huis daar tegenover stond
een venster open waarvoor een oudach
tige vrouw zat te breieB. Haar muts zat
vol gele en zwarte smalle zijden lussen,
zoodat het er wel wat van had alsof zij
een egel op haar hoofd had gezet.
Bij het leven, dat Waldemar maakte,
stond zij dadelijk op, tuurde eens scherp
naar de overzijde en verdween achter
in de kamer om weldra met een tooneel-
Gisterenavond had in de Groote
of St. Joriskerk alhier eene kerkelijke
feestviering plaats ter gelegenheid der
jaarvergadering van de Nederlandsche
Gustaaf-Adolfvereeniging.
Weinige plaatsen in het groote gebouw
bleven onbezet en allen, hetzij nieuws
gierigen of belangstellenden zijn zeer zeker
na afloop bevredigd naar huis terugge
keerd. Door Ds. Graswinckel werd de sa
menkomst met gebed geopend, terwijl
ook de tweede spreekbeurt, die wegens
ziekte door Dr. von Baumhauer uit Zutfen
niet kon worden waargenomen mede door
hem werd vervuld.
Het door hem en de andere redenaars
gesprokene in details weer te geven laat
de ruimte in onze kolommen niet toe, en
achtten wij trouwens in een blad dat
door verschillende gezindten wordt gele
zen ook minder op zijn plaats. Het zij
dus genoeg, waDneer wij vermelden, dat
niet alleen het doel en de strekking der
werkzaamheden van de Gustaaf-Adolf
vereeniging duidelijk werden aangetoond,
waardoor zeer zeker velen, door de bezielde
taaldersprekers daartoe gedrongen zich als
lid dezer nuttige, en in deze dagen zoo
noodige vereeniging zullen laten inschrij
ven.
Het Koor, dat de tusschenpoozen met
eenige geestelijke liederen aanvulde, was
onzes inziens wel wat zwak voor eene
zoo groote ruimte. Daar het evenwel ge
heel belangeloos zijne krachten ten beste
gaf willen wij het niet verder critiseeren.
Plechtig klonken de zangen der ge-
heele gemeente door de gewelven en
onder den indruk van het zoo heerlijk
schoone gezang "96, waarvan het tweede
gedeelte staande werd gezongen, verlie
ten allen het bedehuis, om in de binnen
kamer het zooeven gehoorde nog eens te
overdenken.
Lijst van brieven geadresseerd aan
onbekenden, verzonden van het postkan
toor te Amersfoort, over de le Helft der
maand Aug. 86.
1. Gebr. Wijsmulder Amsterdam.
2. Mevr. Cruise
3. H. Brandon
4. W. v. d. Heiden Anker.
5. E. van Manen Berchem.
6. Diena Seynegen Veenhuizen.
7. G. Oosterven
Briefkaart.
1. Mej. M. Geilings Gouda.
322ste STAATS-IOTERIJ.
VIJFDE KLASSE, Derde week.
Trekking van 5 Oct.
(975 loten.)
Ten Kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen
Prijzen van f70.
475, 599, 2218, 3059, 3160, 3173, 3195,
3198, 4651, 4736, 5306, 5956 en 11857.
Te zamen 13 prijzen.
Zonder prijs zijn uitgetrokken
471, 489, 524, 598, 2230, 2246, 3034,
3036, 3044, 3133, 3164, 4649, 4721,
4723, 4763, 4764, 4785, 5235, 5247,
5259, 5266, 5831, 5898 5902, 5930,
5084, 11838 en 17302.
De volgende trekkingen geschieden:
68 en 1216 Oct.
Utrecht. Aan de Universiteit alhier
hebben zich tot heden 73 nieuwe stu
denten laten inschrijven te wetenin de
Medicijnen 28, in de rechten 15, in de
Theologie 13, in de Pharmacie 12, in de
Wis- en Natuurkunde 3 en in de Lette
ren 2.
In den avond van den 2 dezer
werd onder de Gemeente «de Meeren"
ten nadeele van den landbouwer van
B. aldaar uit de weide een paard gesto
len, hetgeen toevallig kort daarna werd
ontdekt, zoodat men den dader dadelijk
kijker gewapend weder te voorschijn te
komen.
«Loer datje zwart wordt, oude draak,"
vloekte Freiberg; en wederom had hij
medelijden met zijn zuster. De nieuws
gierige tang legde den kijker met een
uitdrukking van teleurstelling op haar
gelaat weder weg.
«Ja, ja, stel je maar gerust; 't is de
broer maar," zei Waldemar toornig.
Tevens ging hij in de kamer terug,
liet zijn blikken verstrooid over de ver
schillende voorwerpen gaan, zette hier
een stoel recht en raapte ginds een
stiik van den grond op. Van een kastje,
een prachtig meuble de Boule was de
lade half dichtgeschoven. Waldemar zag
waaiers, handschoenen, kanten zakdoe
ken bont door elkander geworpen en
daar tusschen in bespeurde hij een
breeden, met juweelen bezetten armband.
Hij nam het kleinood op en deed de
steenen in het zonlicht fonkelen.
«Welke gek zou haar dat ding wel
hebben gegeven?" dacht hij.
(Wordf vervolgd.)