HIEUVE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. Zaterdag 22 Januari 1887. Zestiende Jaargang. VOOR abonnementsprijs: Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Het aanstaand Koningsfeest. Feuilleton. MANUELA. BINNENLAND. COURANT. Per 3 maanden 1.Franco per post door het gehcele Kijk. Afzonderlijke Nummers Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. ZPUIIMV BI! ADVERTENTIE Ni Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertenticn riern.aal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Het laat zich aanzien, dat de '19Je j Februari van het jaar 1887 in onze j geschiedenis een gewichtige plaats j zal innemen. Meer en meer openbaart zich de begeerte, om den zeventig-1 sten verjaardag van Z. M. den Koning tot een algemeenen feestdag te maken; bijna elke courant meldt: ons den naam eener gemeente, waar, hetzij op initiatief van het Iloofd des bestuurs, hetzij dooi' het optreden van één enkel persoon of van de eene of andere vereeniging, een feestcommissie wordt gevormd. Hoogst waarschijnlijk zal liet zijn in 1887 als in 1874; is de bewuste dag daar, dan zal het blijken dat geen enkele gemeente zich onbetuigd laat. Dat gaat ook niet bij zulke gedenkwaardige gelegenheden. Ja, in het eerst was men misschien een weinig huiverig; men meende te weten, dat openbaar vreugdebetoon minder overeenkomt met onzen volks aard; men sprak van den druk der tijden, van malaise, van allerlei moois, totdat op een gegeven oogenblik al die bedenkingen in het niet wegzinken, of weggesleept wor den in den wassenden stroom van de geestdrift, die zelfs ten langen leste de hooggelegen heidevelden van ons lieve Nederland bereikt. Alleen, het richtig organiseeren van een feest, dat eenige blijvende indrukken achterlaat, kost tijdwacht men er dus te lang mee, en dat wachten is toch vergeefs, want alle gemeenten moeten er aan, zelfs in het allerplatste platteland, op stralfe van gebrandmerkt te worden als de woonstede van lieden voor wie het «Wilhelmus van Nassauën en «De Koning leev'l" zinledige klanken zijn, wacht men te lang, dan kan men wel op zijn manier wat feest vieren, maar niet op de rechte wijze, na eenige flinke voorbereiding, en zoo dat het gezien en nog jaren naderhand herdacht kan worden. Maar 19 Februari, zeggen som migen die reeds brandgevaar duchten als zij in koud water den vinger moeten steken, 19 Februari, welk een datumÓp zoo'n dag lean het alles doen, hagelen, vriezen, regenen, te samen of afzonderlijk; hoe is het mogelijk voor dien dag feest- plannen te maken? Hoort eens, als iemand één dag in het jaar weet te noemen, waarop allerlei slechte kansen niet aanwezig zijn, dan zouden we dadelijk voor stellen dien tot nationalen feestdag te proclameeren. Voor het overige is de !9Je Februari niet slechter dan een zijner 364 broertjes; 't kan soms erg mooi weer zijn, zoo'n voor- loopertje van de lente, om ons latei- de Maartsche buien en Aprilsche grillen en Meische teleurstellingen recht levendig te doen gevoelen, 't Kan ook zijn, dat er een plasregen nederdaalt op uw vuurwerk, of dat een booze windvlaag al uw illumineer glaasjes uitblaastwat nood Maak dan slechts, dat ge in uw feestplan, behalve die twijfelachtige nummers, nog wat anders hebt bovendien, 't welk zekerder kansen van slagen aanbiedt; mislukt dan 't eene, het andere geeft daarvoor dubbel genot. En, lieve hernel, we moeten ook eens wat wagenWaar zou het heen moeten, als niemand ooit iets deed of hij moest vooruit verzekerd zijn dat het in alle bijzonderheden aan zijn wenschen zal beantwoorden? Doch, zoo redeneeren nog enkelen, 't is inderdaad een slechte tijd om feest te vierener wordt zooveel armoe geleden, en 't geld is erg kwaadkrijgs Willen we u eens een paar kleinig heden in herinnering brengen? 't Is iets eigenaardigs bij feestvieringen in Nederland, dat er altijd in de eerste plaats gedacht wordt aan twee soor ten van landgenootenprimo de kinderen, secundo de armen. Ziet honderd feestprogramma's of tien: EENE NOVELLE. Vrij gevolgd naar het Italiaansch. 7 Hoe het toen verder ging, met welke manoeuvres het gezelsc hap als toevallig door den tuin werd heen en weer ge schoven, totdat de toonkunstenaar einde lijk viel als offer zijner kunst, dat zou ik u allemaal niet meer kunnen vertellen. Ik weet alleen nog hoe het gloeide in mijn hart, ik weet dat mijn stormachtig verlangen om van al die menschen be vrijd te zijn en enkele kostbare oogen- blikken met Manueia alleen door te bren gen mij stelselmatig te werk deed gaan. En dan weet ik alleen nog in mijne herinnering een smal, schaduwrijk laantje, aan 't uiterste eind van hel park en op dat weegje een paar menschen, hand in hand, verre van het geraas en gebabbel van het gezelschap, samen alleen en met de gevaarlijke tooverkracht der natuur, die in zulke oogenblikken het menschelijk hart binnendringt en die alles in de schepping volgen mag behalve de mensch zelf, die Zich de kroon der schepping noemt. Wie ooit gedurende zijn leven op zulk een pad gewandeld heeft, kent de macht van zulk een uur. Zij is mij onvergetelijk in het hart gegrift, en wat er ook later volgde, de straffen, die niet veel minder waren dan helsche pijnen, toch zou ik niet in staat zijn geweest berouw te ge voelen over het oogenblik waarin de heerlijke vrouw den arm dien ik harts tochtelijk om haar had geslagen niet lan ger afweerde en alle uitgestane twijfel in een innigen kus verzonk. Hier hield Magnus eene lange pauze. >Dat zijn zaken", zeide hij toen, «waar van een ieder al gelezen heeftmaar om ze te vertellen is bijkans onmogelijk. Er zijn vrouwenlippen die zoo kussen kun nen, dat men het nooit vergeet. Zulke lippen had Manueia en met dien kus verdwenen verwijt en gewetensbezwaar. Ik ware tot alles in staat geweest alleen niet tot het verlaten van haar. Doch zij kwam spoedig tot bezinning en stiet mij met eene angstige beweging terug. Haar smeekende vraag om zoo iets nimmer meer te wagen, deed mij ontroeren en ik beloofde alles wat zij wilde. Over Gerard werd met geen woord gewaagd; maar toen ik uitriep: j>0 Manueia I wat moet er van dit alles wor den, ik kan niet meer leven zonder u!" I drukte zij mij met schrik de hand op een pretje voor de schooljeugd en een extra gave aan de behoeftigen zijn er gewoonlijk bij, zij liet ook onder afwisselende vormen. Welnu, kunnen we dan deze gele genheid niet aangrijpen, om ook weldadigheid uit te oefenen, en om, door het aanbieden van een vroolij- ken dag, bij onze kinderen het besef te wekken dat er ons toch wel iets aan gelegen is, den zeventigsten verjaardag van het geëerbiedigd Hoofd van den Staat niet als een gewonen dag te laten voorbijgaan Hoe frisch zullen op dien dag de volksliederen klinken, als uitdrukking van den band die Nederland en Oranje aan elkander hecht, als weer klank van het gevoel van rechtmatige fierheid, burgers te zijn van een vrijen en onafhankelijken staat, welk's instellingen volkomen zijn gewaar borgd door den constitutioneelen zin van den Koning? Hoe gaarne zullen onze kleinen dan luisteren naar het verhaal, waarin hun geleerd wordt welk een voorrecht het is, geregeerd te worden door een Vorst, die bij al zijn handelingen steeds het welzijn des volks het zwaarst doet wegen! Waalijk, als men die uiterst wel kome gelegenheid niet aangrijpt, om iets goeds te werken in het gemoed van ons volk en van het opkomend geslacht, dan maakt men zich aan een onherstelbaar en onverantwoor delijk verzuim schuldig. Maarzeggen sommigen alweer. het is zoo moeielijk, een begin te krijgen; dat moest eigenlijk van overheidswege Wat belieft u? Zijn we dan poppen, die steeds met touwtjes in beweging gebracht moeten worden? Ja, als hier of daar het Gemeente bestuur den eersten stap doet, om een feestcommissie te vormen, dan kunnen we daar volkomen vrede mee hebben. Doch een noodzakelijke voorwaarde is dat niet. Ieder burger is er eigenlijk even na toe. Elk onzer lezers, die door den aard zijner maatschappelijke positie met een I zeker aantal mede-ingezetenen in geregelde betrekking staat, kan in zijn kring een plan voorstellen en medewerking vragen tot de uitvoering. Wij kennen meer dan één gemeente waar het zoo gegaan is, en waar men vervolgens bij het gemeentebe- 1 stuur de meest gewenschte medewer king ontmoette. We zeggen dit, omdat we over tuigd zijn dat de ware geestdrift niet behoeft te wachten totdat het sein van hoogerhand wordt gegeven. De burgers moeten zelf toonen, dat zij iets goeds willen, dat zij zich daarvoor eenige geldelijke offers kunnen en durven getroosten. Nie- mand heeft, als er eens niets mocht worden gedaan, wat wij wel een hoogst treurig, een bijna onmogelijk 1 geval noemen, later het recht om te zeggen, dat men in zijn ge- I meente niet wakker genoeg is ge- weest. De slaper is hij, die anderen daarvan een verwijt durft maken. Wij achten het volmaakt overbodig, in een breede uiteenzetting te treden van de redenen, die tot feestviering nopen. Te zijner tijd zullen we daar van zeggen wat we op het hart hebben. Doch, als wij onzen lezers nog moeten wijzen op de weldaad, die Nederland geniet door zijn constitutioneele monarchie, waar borg van de volksvrijheden, vlucht- haven bij de stormen der partijge schillen, dan zouden zij met recht ons dezen twijfel aan hun nationaal gevoel kwalijk nemen. En wat spreken we van partij woelingen: zullen we niet gaarne ons straks vereenigen om den troon van den geliefden vorst, en hand in hand, als een volk van broeders, hem onze sympathie betuigen? Zullen we niet van heelerharte ons vereeni gen in de bede, dat het God moge behagen nog vele levensjaren aan Zijn, voor onze natie zoo onmisbaar bestaan toe te voegen? De commissie van enquête in de Tweede Kamer maakt bekend, dat de processen-verbaal der verhooren, door haar van 4 tot en met 15 Januari 1887 afgenomen, thans gedrukt zijn, Voor colleges, ambtenaren, vereenigin- gen en particulieren, die bouwstoffen tot dit deel der enquête hebben geleverd, zijn die processen-verbaal kosteloos ver krijgbaar, mits daartoe door hen vóór 1 Febr. a. s. aanvrage gedaan worde. Die aanvrage moet geschieden onder bet adres: «Tweede Kamer der Staten- Generaal, commissie van enquête, 's Gra- venliage" en een nauwkeurige opgave bevatten van het adres, waaraan men het verlangde exemplaar wenscht te heb ben gezonden. De Woensdag te Dresden bijeen gekomen internationale conferentie, tot vaststelling van den zomerdienst voor 1887 op de spoorwegen, werd bijgeweond door 80 gedelegeerden voor 72 spoorwegbe- sturen en 2 stoomvaart-maaiscliappijen, en gepresideerd door den voorzitter van de Saksische Staatsspoorwegen. Besloten werd, dat de zomerdienst algemeen den lsten Juli zal ingaan. (D,) Door de permanente commissie voor de algemeene zaken van liet Ned. Israël, kerkgenootschap zijn bij circulaire alle gemeenten in Nederland aandachtig ge maakt op bet heugelijk feest, dat op 19 Februari door Z. M. den Koning zal wor den gevierd. De commissie verzoekt, dat ter gelegenheid van dat feest in de Syna- goges een buiteugewone bidstond za worden gehouden. Men weet te vertellen, dat de pa rade, die den 19en Februari a. s. te 's-Hage zal worden gehtuden, door Z. M. den Koning zal geïnspecteerd worden. De gezamenlijke reederijen te Sche- veningen hebben besloten op den aan staanden verjaardag van den Koning aan de vloot een feestelijk aanzien te geven. Van alle schuiten, die dan aan wal zijn, zullen dan ook de kantoorvlaggen wap peren. den mond en zeide: «Stil, stil, om Gods wil zeg niets meer, ik kan het niet ver dragen O! wat is er nu van mij ge worden Zij wenschte naar huis te keeren en zeide gedurig: «Ik wil naar huis, naar mijn kind." Te vergeefsch trachtte ik haar tot bedaren te brengente ver geefsch verscheen, toen wij ons gereed maakten om heen te gaan, de virtuoos en riep, terwijl hij zijne lange baren achterwaarts wierp: »ObMadame, im possible! U wilt ons toch thans niet ver laten? Wees toch barmhartig. Men laat rnij niet los, ik zal moeten sptlen, quoi- que je dèteste cela; laat mij ten minste het bewustzijn, voor de schoonste ooren der wereld, voor eene sympathieke ziel...." Manueia bleef beweren, dat zij zware hoofdpijn had zij zag er bleek genoeg naar en voegde mij op vasten toon toe: U zult mij niet naar huis brengen!" Daarop wendde zij zich tot de gastvrouw om afscheid te nemen. «De zon gaat nog eens onder" zuchtte de groote man op pathetischeq toon, «Grand Dieu, quelle reine gracieuse par- mi ces bonnes bourgoises." Wat verder volgde, pianospel, bijvals betuigingen enz. enz., alles trok als een schaduwbeeld voor mij heen. Diep in mijn hart brandde de zalige herinnering j en ik sloot te midden van den feestglans en het menschelijk gewoel de oogen, om die herinnering te behouden. Toen ik den volgenden morgen, niet zeer opgeruimd en meteen berooid hoofd op het bureau kwam vraagde mij de hoofdredacteur plotseling: «Magnus wilt gij een paar maanden naar Parijs gaan?" Verbaasd zag ik hem aan; hij ging echter verder en legde mij uit dat de correspondent aldaar, een man van groote literarischen naam, gestorven was en zoo rnaar niet in eens voor vast een ander kon worden aangesteld, temeer daar zulk een keus in dien veelbewogen tijd geene makkelijke taak was, en of ik dien post dus voorloopig wilde overnemen. «Gij kent de stad, de politieke en literarische verhoudingen en zijt ons daar als be richtgever van meer nut dan hier op de redactie, waar wij gedurende die maan den uwen arbeid onder elkander zullen verdeelen. Denk er eens over na" be sloot hij, toen ik nog steeds niets ant woordde, en geef mij morgen antwoord." Ik schreef een Spaansch brietje aan Manueia: «Ik moet u heden spreken, zorg dat wij alleen zijn." Dit zond ik haar. Het was een zwoele en drukkende dag geweest, de atmosfeer was nog be nauwd toen ik met zonsondergang op weg ging naar Manueia. Nog nooit had ik zo* vurig naar haar verlangd. Ik voelde dat ons lot op de eene of andere wijze zou beslist wor den. Ik vond haar stil en alleen op hetzelfde terras gezeten, waar ik haar het eerst had gezien even als toen in een wit kleed. Zij was bleek en geen lachje trok over haar gelaat toen zij mij komen zag. Zij stond op en kwam rnij te gemoet. Gerard is op reis, zeide zij zoo kalm als gold het de meest [gewone zaak ter wereld. Hij zal een paar weken weg blijven voor zijn proces en hij heeft ook nog andere zaken in de residentie." Buiten rnij zelveri van blijde verrassing, wilde ik haar in mijne armen sluiten doch zij weerde mij op energieke wijze af en zeide »Wij moeten met elkaar spreken. Wilt gij mij bedaard aanhooren?" Wij traden het paulloen binnen en zij wees mij een stoel aan doch ik wierp mij voor haar neder, bedekte hare han den met kussen en zeide haar in harts tochtelijke bewooi dingen, voortgesleurd doordie machtige gewaarwording r'ie mij vervulde, wat ik voor haar gevoelde. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1887 | | pagina 1