NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. Voor Bregenz. N. 73. Zaterdag 10 September 1887. Zestiende Jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentien! LIEFDE OF PLICHT? Dagelijksch voedsel. Feuilleton. BINNENLAND. AMEBSFOORTSCIE COURANT. VOOR Per S maanden ƒ1.Praneo per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 16 regels 0,40 iedere regel meer B Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Daar velen uwer hunne tevreden heid hebben betuigd met ons plan, om voor enkele stuivers eenige der nieuwste en degclijkste Romans in eigendom te krijgen, zullen wij met 1 October a. s. weder laten ver schijnen door IDA BOY-Ed. Het boek is uitsluitend verkrijgbaar voor abonné'sop onze courant, ook voor ben die zich tegen 1 October abon- neeren, voor den prijs van veertig cents. In den gewonen boekhandel is het niet verkrijgbaar, noch vroeger tegen hoogeren prijs verschenen. Dit interessante werk ziet voor het eerst in Nederland het licht. In dit nummer is een advertentie met BON geplaatst. Elk onzer abonné's binnen de stad heeft het recht die te teekenen en aan ons bureau met bijvoeging van 40 centen in te zenden. Buiten de stad tegen inzending van een postwissel groot 50 centen. Het boek wordt 1 October aan alle inteekenaren franco afge leverd. Steenen geven voor brood heeft ten allen tijde voor een grove on billijkheid gegolden. Is het misschien daarom, dat de «wetenschap" zich er op toelegt het zóó te doen, dat de patiënt er niets van bemerkt? Misschien is het ook niets meer geweest dan een toeval, toen men in sommige niet voor iedereen toe gankelijke afdeelingen en lokaliteiten van buitenlandsche meelfabrieken zakken bij zakken vol van een witte, fijne stof vond, die bij onderzoek niets anders bleek te zijn dan gips. Wie beweert, dat de lui dat in het Een verhaal uit den Dertigjarigen Oorlog. NAAR HERMANN LINGG. meel roerden? 't Zal daar enkel voor de aardigheid hebben gestaan, of om den graad van witheid te bepalen, die door het meel bereikt moest worden, zou het goed zijn. Er is ook weieens gepraat van aluin in het brood. Hoort eens, de menschen worden verschrikkelijk zanikerig tegenwoordig. Een struis vogel eet wel groote stukken keisteen en bevindt er zich goed bij. Waarom zouden wij ook niet een beetje van onze voedingsmiddelen aan het delf- stoffenrijk ontleenen. Men beweert verder, dat wie meel bestelt ook meel moet hebben. In het afgetrok- kene is dat misschien waar; doch men behoort ook te kunnen concur- reeren. Het graan is erg goedkoop de laatste jaren, en de broodetende gemeente schept zich overdreven voorstellingen van de prijzen, tegen welke het voedsel geleverd zou moe ten worden. Enfin, wij leveranciers van meel, we zullen ons daar niet tegen verzettenmaar, daar we toch ook moeten leven niet alleen, doch in deze stoom-eeuw wat gauwer rijk wenschen te worden dan zulks in den ouderwetschen tijd geschiedde, moet er weieens een handje van het een of ander bij. Schadelijk voor de gezondheid is het niet; het consu- meeren van ons mengsel kan men veeleer beschouwen als een heilzame maag-gymnastiek. Wij kunnen ons evenwel niet altijd op het standpunt des meelverknoeiers plaatsen; zijn argumenten houden geen steek tegenover de rechtmatige eischen van het publiek. We vragen daarom kadetjes zonder gips. Daar zijn lieden die den invoer van buitenlandsch graan met alle pleizier verboden zouden zien. Geen wonder, dan konden zij het door hen verbouwde wat duurder ter markt brengen. We hebben alle reden om ons te verheugen, dat onze Regeering dien weg niet op wildie zoogenaamde «beschermende rechten" brengen weinig goeds te weeg, be- voordeelen enkelen, doch ten koste van vele duizenden voor wie goed koop brood een levensquaestie is. Wel hebben we bij ons soms de gedachte voelen rijzen, dat de invoer van meel aan eenige belemmeringen onderworpen werd, of onder zoo scherpe contróle geplaatst, dat men het niet licht zou wagen iets anders dan onvervalschte waar binnen onze grenzen te brengen. Het is verschrikkelijk onaangenaam, dat we tegenover de vervalschers zoo weerloos zijn. Er wordt veel ge roepen om tusschenkomst van de politie, van de rechterlijke (nacht, van den staat, maar dat gaat immers niet? Heeft men in elke gemeente een scheikundig laborato rium ter onderzoek van levensmid delen? En al ware dat zoo, wie zou de kosten dragen? We zullen bij het brood blijven, hetwelk, naar ons begrip, geen andere j bestanddeelen mag bevatten dan i meel, melk en gist. Al het overige, i dat men er zou willen bijvoegen orn de kleur te verbeteren of de fijnheid te verboogen, natuurlijk met1 geen andere bedoelingen is uit den booze. Hebt gij nu in uw buurt een bakker, dien gij kent als een eerlijk man, blijf dan bij hemloop niet weg als soms een ander op zich neemt een half centje per kilo lager te leveren, want hoezeer het ook is aan te raden, op de kleintjes te passen, ge moet iemand niet het vel over de ooren zoeken te halen. Maar eisch dan ook van hem, dat hij persoonlijk nauwlettend toeziet op zijn grondstoffendat hij zijn meelfabrikant op de vingers kijkt, en bij den geringsten twijfel terstond een rnoiister van het ver dachte product doe onderzoeken. De broodfabrieken kunnen dat nog veel gemakkelijker doen; door hun inkoo- pen in het groot is het den onder nemers mogelijk, zonder belangrijke verhooging van kosten, geregeld de hand te houden aan de scheikundige contróle. Eigenlijk zou het verkiese lijk zijn, dat elke groote industriëele inrichting van dien aard zelve het graan tot meel verwerkte, dan zou zij het publiek gemakkelijk tegen bedrog kunnen vrijwaren. Voorts is er nog een middel, waardoor men zich zonder veel kos ten kan wapenen tegen vervalsching van eetwaren, ook zonder ,het staatsgezag den onmogelijk te ver vullen eisch te stellen, alles wat over de grenzen komt aan een bijzonder onderzoek te onderwerpen. Het is eenvoudig gelegen in ver- eeniging. Men sluit zooveel bonden in onze dagen, die hun vertakkingen over het heele land uitbreidenkan men niet in elke gemeente van eenige beteekenis een vereeniging vormen tot bescherming van de inge zetenen tegen bedrog in den aard der koopwaren? 't Is wel waar, ieder rnoet zijn eigen oogen leeren gebrui ken; maar al doet men dit, het helpt niet altijd, omdat men opziet tegen de kosten van een onderzoek en tegen den omhaal eener gerech telijke vervolging. Maar als een paar honderd menschen door betaling eener jaarlijksche contributie een fondsje vormen om de kosten te dekken en een bestuur kiezen om den strijd voor eerlijkheid en goede trouw te leiden, wel, dan is men klaar. Ge wantrouwt zekeren bakker? Best, haal een brood bij hem, zorg dragende voor twee getuigen die kunnen bevestigen dat het brood inderdaad van hem afkomstig is. Loop er mee naar het bestuur uwer vereeniging, en er zal gezorgd wor den voor onderzoekvalt dat ten nadeele van den bakker uit, dan kunt gij een vervolging instellen, of het bestuur kan een advertentie in de courant doen plaatsen, vermel dende dat een brood, gekocht bij bakker X., wegende zóóveel, bevon den is vervalscht te zijn met zóóveel grammen aluin, gips, of wat dan ook. Als de zaak op die manier wordt aangepakt, krijgt ge hetzelfde resul taat, als wat te Amsterdam en te Rotterdam bereikt wordt door een nauwlettend toezicht van het gemeen tebestuur, waar, gelijk ons is mede gedeeld, opzettelijke vervalsching van levensmiddelen tot de groote zeld zaamheden behoort. De liberale kiesvereeniging te Leiden heeft met 44 tegen 11 stemmen besloten, bij de herstemming voor de Tweede Kamer de anti-revolutionaire candidaten. baron Van Wassenaar Cat- wijck en ds. J. A. Donner, te steunen. D. v. Z.-H. Op de Koninklijke Tapijtfabriek te Deventer is de opdracht ontvangen, en wordt reeds uitgevoerd, om een Sinirna tapijt te vervaardigen, hetwelk aan Z. H. den Paus zal worden aangeboden en zal dienen voor de particuliere kapel van Z. H. Vervaardigd naar de teekeningen van den heer Margrij, te Rotterdam, belooft de bekende fabriek een prachtstuk te zullen leveren. Tijd. In het jaar 1886 zijn uit de pro vincie Groningen vertrokken 235 land verhuizers naar Amerika en 2 naar Afrika. Van de 237 landverhuizers ver lieten er 15 het vaderland om bij familie te gaan inwonen, 2 om eene betrekking te aanvaarden en 220 om hunne positie te verbeteren I 31 gemeenten leverden haar contingent tot die verhuizingen. Te Roermond ontplofte in de goe derenloods der Staatsspoorwegen een vat gist, met zulk een hevigheid dat daar door belangrijke npateriëele schade ver oorzaakt werd. Toevallig zijn geen per soonlijke ongelukken te betreuren. Vrijdag 16 dezer wordt Z, M. de Koning in de residentie terug verwacht. Zaterdag 17 dezer zullen te 1 ure des namiddags de nieuw benoemde leden der beide Kameis den eed in handen des Konings, in de groote zaal ten paleize in het Noordeinde, afleggen terwijl de 7) Daarbinnen klonk de muziek. Door een venster zag Heltmann dat Falken- burg in zwaarmoedig gepeins verzonken tegen een pilaar stond geleund. Zijn lokken hingen verward over het bleeke gelaat, hij hield een geledigden bokaal in de hand. Heltmann zuchtte. «O nagedachtenis uwer moeder!" mompelde hij. «En al verloochent gij mij ook met uw woorden, toch zijt ge mijn zoonOngekend ga ik langs je heen, niets verraad je wie zoo nabij is. Blijf maar edelman en krijgs man; ik zal je niet doen ontwaken uit je trotsche droomen; ik wil je niet doen neerzinken in mijne nederigheid. Marfisa wachtte intusschen in haar vertrek den generaal af. Zij was vroeg van tafel gegaan zeer verstoord en met bange voorgevoelens vervuld. Geen blik van den geliefden man had de hare ontmoet, geen woord had hij met haar gewisseldgeen zijner gebaren had haar doen zien, dat hij haar opmerkte. Zij zag naar buiten. De maan kwam uit de wolken te voorschijn, en door de ontbladerde boomen kon men het meer zien schitteren en daar achter de met sneeuwbedekte toppen van het Appen- zeller gebergte duidelijk onderscheiden. «Morgen" zeide zij tot zichzelve, en voor de eerste maal dacht zij met vrees er aan, dat die morgen met een gevecht beginnen zou. Zij, die reeds zoo dikwijls in het strijdgewoel zich had gewaagd en zelfs in den laatsten strijd eigenhan dig eenige schoten had gelost, zij beefde thans; want hem kon thans de dood nabij zijn; en het scheen haar zelfs meer dan waarschijnlijk, dat zijn leven door het grootste gevaar werd bedreigd. Zij wist, dat het slot van Bregenz voor onneembaar gold, dat de eerste aanval stellig zou worden afgeslagenzij wist hoe dapper de jonge Wrangel was, die daarenboven vermoedde dat de gravin Montfort zich in de vesting bevond en dat met de verovering van deze laatste ook de schoone tegenpartij als buit zoude winnen. Waarom Wrangel hem juist, zijn zoon, dit gevaarlijke commando bad gegeven? Waarom niet aan een ander officier? Waarom niet aan Falkenburg, die toch stellig koelbloediger te werk zou gaan? Daarboven was de jonge Wrangel immers tot het uiterste gedreven, door de verdenking die Wrangel aan zijn moed had uitgesproken. Haar blik had de zamenspraak in den hoek der zaal met angstige opmerkzaamheid gevolgd; zij raadde wat tusschen vader en zoon was voorgevallen. Onstuimig woelden in hare hart ver schillende gevoelens dooreen, en toen Wrangel binnen trad, kostte het haar moeite eene rust en kalmte te toonen. die zij niet bezat. Zou het haar gelukken, den generaal tot hare meening over te halen, van hem te verkrijgen, dat hij het commando aan Falkenburg over droeg «Falkenburg?" en als een dolksteek ging het door haar hart Ja hij Zij begon haar gesprek met eene dankbetuiging voor de vrijlating der dames Montfort; het speet haar alleen, dat zijn zoon, daarover op haar verstoord was; hij zou de dames liever als zijne gevangenen behouden hebben Wrangel keek verwonderd op. Nog meer speet het haar, dat hare aankomst op het slot zód laat plaats had, dat zij niet kon verhinderen, dat de jonge Wrangel de schoone Katholieke dame zag. Daar door gebeurde dan ook het wonder waarvan hij zichzelf had kunnen overtui gen. Nu kwam zij op het eigenlijke onderwerp van haar gesprek. Zij ver zocht dat hij niet aan zijn zoon de I veelbeteekenende bestorming van het Bregenzerslot zou opdragen, want deze zou zich aan het grootste gevaar bloot stellen. Zijn gekrenkte trots, zijne liefde zouden hem een zekeren ondergang te gemoet voeren, en Wrangel lachte. «Ge stuurt uwen zoon in den dood I" riep zij uit. «Zijn leven staat in Gods hand, en moet het zoo zijn dan valt hij als een held" antwoordde Wrangel niet zonder aandoening. Zij bemerkte dit en ging voort: «Harde in den strijd vergrijsde man, gij moogt zoo spreken, maar er zijn nog harten, die bezorgder zijn over het hoofd van den jongen man. Ik smeek, ik be zweer u, bedenk hoeveel levens deze J bestorming kosten zal! Zijne onstuimig- beid sleept hem mede; bij stelt zich aan de spits, hij wordt verwond, hij valt I «Hij heeft evenveel beleid als moed" viel Wi angel in de rede. «De beste schutlers hebben met elkaar gezworen den aanvoerder neer te schie ten," ging zij voort." Wrangel knikte: «Als elke kogel raak was «Ook moet de kommandant van het kasteel gezworen hebben, dat als de Zweden binnen dringen, hij de vesting dadelijk in de lucht zal laten vliegen." Wiangel leunde achterover in zijn stoel streek zich den baard en zeide: «Wat weet ge toch alles I Maar ik verzeker u, dat hij het niet zal doen." Marfisa kwam naast hem staan en voegde hem zacht toe: «Excellentie ge begaat niet alleen een onrecht tegen u zelf tegen ons allen maar meer nog ge begaat ook een fout. «Hoedat «Nu dan," antwoordde Marfisa «morgen komt uw zoon u te gemoet, aan de eene hand met eene paapsche bruid in de andere een vredesverdrag, dat, laten we 't maar ronduit zeggen, u uw paspoort geeft I" «Ge zijt zeer verstandig in uwe pro- fetiën, Marfisa von Zarden I" «En naar ik denk, ook waar" ant woordde zij. I Wordt vcrtolq

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1887 | | pagina 1