NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
Voor Bregenz.
N. 83.
Zaterdag 15 October 1887.
Zestiende Jaargang.
binnenland.
VOOR
abonnementsprijs:
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Levensverzekering.
Feuilleton.
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Bijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezendon uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
im irnrv
bil Li
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote. letters en vignetten naar plaatsruimte.
In vroeger jaren heerschte bij
vele onzer landgenooten de meening
dat, wie zijn testament maakte,
gauw dood zou gaan. Het gevolg
laat zich radenmen stelde die
handeling steeds uit, en niet zelden
werd iemand, die ten aanzien van
zijn dierbaarste betrekkingen zekere
schikkingen in het hoofd had, door
den dood verrast vóór hij zijn plan
ten uitvoer had gebracht. Over 't
algemeen zijn, vertrouwen we, de
menschen thans iets wijzer geworden.
Zou een soortgelijk vooroordeel of
bijgeloof ook de oorzaak kunnen zijn,
dat hier te lande de verzekering op
het leven minder uitbreiding heeft
verkregen dan elders het geval is?
Ten deele misschiende voor
naamste oorzaak moeten wij echter
zoeken in zorgeloosheid. Wanneer
wij diegenen uitzonderen, en hun
getal is, helaaszeer aanzienlijk,
wien het met den besten wil van
de wereld niet mogelijk zou zijn iets
af te zonderen, ten einde de hunnen
te vrijwaren van den ondergang, die
van het sterven van het hoofd des
gezins onafscheidelijk is, zijn er
nog legio anderen, binnen wier
macht het ligt en wien als het ware
de zedelijke verplichting daartoe is
opgelegd, en die er toch niet toe
overgaan.
Zorgeloosheid, niet waar? Alweer
zeggen we: ten deele. Er komt ook
onkunde in het spel. Een aantal
menschen weten niet, dat er een
vaste verhouding bestaat tusschen
iemands naar vaststaande gegevens
berekenden gemiddelden levensduur,
en het jaarlijksch bedrag dat hij
betalen moet orn in geval van over
lijden, op welken tijd ook, zijn
rechtverkrijgenden een bepaald be
drag te verzekereuzij beschouwen
nog altijd de levensverzekering als
een soort van speculatie op de
lichtgeloovigheid van bange lieden,
als een der vele middelen, waarvan
de zwendel zich bedient om geld te
brengen in altoos dorstige beurzen.
Zoolang de laatste twijfel dienaan
gaande niet is weggenomen, zullen
we nog altijd waarnemen dat men
zicli ook op dezen grond terughoudt.
De vraag is thansKan men zich
op dat punt voldoende zekerheid
verschaffen
Tot ons leedwezen moeten wij
daarop een ontkennend antwoord
geven. Er zijn reeds onderscheiden
binnen-en buitenlandscbe verzekering-
maatschappijen, die haar functiën
uitoefenen, premies innen, verzeke
ringscontracten sluiten, divident uit-
keeren, enz., zonder dat men iets
weet van haar toestand, van het al
of niet aanwezig zijn van de voor
waarden, waaraan zij moeten vol
doen om steeds haar verplichtingen
te kunnen nakomen. Nu en dan
verrijzen er nieuwe, met aankondi
gingen als: Oprichtingskapitaal zoo
veel, commissarissen de heeren die
en die, maar het is volkomen onze
ker of dat fonds werkelijk bestaat,
terwijl, wat het toezicht van com
missarissen aangaat, de opgedane
ervaringen niet geheel en al gerust
stellend zijn. Daar zijn ook maat
schappijen, welker directeuren jaar
lijks een balans openbaar maken:
doch hoevelen van ons zouden in
staat zijn, op die cijfers een eenigs-
zins gegrond oordeel te bouwen?
Het is dat gemis aan zekerheid,
dat naar we meenen als de hoofd
oorzaak moet worden aangemerkt
van de betrekkelijk geringe toeneming
der levensverzekering. Van hoe groote
waarde vastheid is, leert ons de
geschiedenis der rijkspostspaarbank,
bij welke, in weerwil van het lage
rentcijfer, aanzienlijke sommen zijn
belegd. Dat de val eener enkele
levensverzekeringmaatschappij jaren
lang een afschrikkende werking uit
oefent, heeft een algemeen bekend
voorbeeld van vele jaren lier, duide
lijk doen zien.
Wat zou men dus wenschen, om
de zekerheid te erlangen, die voor
den bloei der assurantie op het
leven onmisbaar is?
Ware het ons mogelijk, haar te
verwachten van de vereeniging der
particuliere krachten, gewis zouden
we niet verder zoeken. Konden we
hebben een syndicaat van verzeke
raars, aan welks bestuur bij de Wet
de verplichting werd opgelegd, advies
uit te brengen omtrent de oprichting
van nieuwe, een jaarlijksch onder
zoek in te stellen naar den toestand
van bestaande maatschappijen, dan
zouden we geneigd zijn, dit een vol
doenden waarborg te noemen. De
zeer begrijpelijke onderlinge concur
rentie is, vreezen we, een hinder
paal voor de verwezenlijking van dit
denkbeeld; bovendien is de onpar
tijdigheid van rechtstreeks belang
hebbenden niet hoven twijfel verhe
ven.
Er is weieens gesproken van de
wenschelijkheid, om de verzekering
op liet leven aan particuliere zorg
te onttrekken, en te doen overgaan
tot de onderwerpen van staatsbe
moeiing; of, zoo men het eerste
niet wil, dan toch het laatste tot
stand te brengen. Inderdaad zien
wij niet in, waarom een Rijks-levens
verzekering- en pensioenfonds niet
evenveel recht van bestaan zou
hebben als een Rijksspaarbank het
zou nevens de particuliere inrichtin
gen werken, met deze een heilzame
concurrentie voeren, wellicht op haar
zelfs zekere controle uitoefenen
kunnen.
Het is mogelijk, dat in de toekomst
de Staat werkelijk deze oplossing
aan de quaestie zal geven. Voor het
oogenblik behoeft echter niet zoo
ver gegaan te worden om een ver
betering te verkrijgen, aan de bil-
lijkste wenschen beantwoordende.
Dat middel bestaat eenvoudig in
de instelling van Rijks-adviseurs voor
de levensverzekering; een openbare
dus van belangen, die
bescherming
niemand voor zich op voldoende
wijze kan beveiligen.
Aan deze commissie worde opge
dragen, wat wij hierboven zeiden
van het bestuur eens syndicaats;
namelijk, de Regeering voor te lich
ten omtrent liet al of niet goedkeu
ren van de statuten en tarieven van
elke maatschappij van dien aard,
voor welke zulks wordt aangevraagd,
buiten die goedkeuring is de oprich
ting niet geoorloofd, en het zorg
vuldig nagaan van de jaarlijksche
rekeningen van elke maatschappij.
De kosten zouden moeten gedragen
worden door de belanghebbenden
zei ven, in evenredigheid van liet bij
elke maatschappij verzekerd bedrag.
Voor dit geringe offer zal men zich
gaarne zekerheid willen veischalfen.
Een bezwaar leveren dan misschien
de buitenlandsche maatschappijen,
die hiér te lande door middel van
haar agenten een aantal verzekerin
gen sluiten. De wet zou voor deze
de bepaling moeten inhouden, dat
zij met Nederlandsche inrichtingen j
van dien aard gelijkgesteld worden,
voor zooverre zij zich bereid verkla- j
ren gegevens te verstrekken die den i
Rijks-adviseurs voldoende toeschijnen
de niet-erkenning door het openhaar
gezag zou dan reeds een waarschu
wing zijn om zich met haar niet
in te laten. Wil iemand des ondanks
zijn geld aan buitenlandsche kassen
toevertrouwen, dan moet hij dat zelf
maar weten. De Rijks-bescherming
wordt aan niemand opgedrongen,
doch daar verleend waar men haar
wenscht ten einde zich tegen mis
leiding te waarborgen.
Te 's-Gravenhage vormt zich een
comité, dat zich ten doel stelt het be
teugelen der bedelarij, door werk te
verschaffen aan hem die werken kan.
Men schrijft omtrent dit plan
Waar een groot gedeelte van bebouw
bare beide woest ligt, en in Indië riog
ruimte is voor millioenen, zouden wij bet
totstandkomen eener dergelijke vereeniging
zeer toejuichen. Wij vertrouwen dan ook,
dat zij zich weldra zal verheugen in den
steun van alle weidenkenden. Er is be
hoefte aan een nieuw arbeidsveld voor
Nederland. De honderden van sollicitan
ten naar de kleinste baantjes pleiten
daarvoor duidelijker dan het helderste
beloog.
Naar wij vernemen, zal de minister
van koloniën een wetsontwerp indienen,
tot scheiding van de Nederlandsche en
Indische financien. Fad.
De afdeeling Leeuwarden van het
Nederlaudseh Werklieden- Verbond, heeft
Zaterdag j.l. in een druk bezochte ver
gadering met algemeene stemmen be
sloten, zich te wenden tot Z. M. den
koning orn, volgens art. 153 der gemeen
tewet, vernietiging te vragen van het
besluit der gemeente Apeldoorn, waarbij
aan den leeraar der h. b. s., Dr, Smit,
eervol ontslag is verleend.
Tevens werd het besluit genomen af
schriften van het verzoekschrift te zenden
aan de tweede Kamer der Staten-Gene-
raal en aan liet centraal bestuur van het
Werkliedenverbond tot dit laatste met
uitnoodiging om de andere afdeelingen
op te wekken, dergelijke verzoekschr iften
in te dienen.
Op het stations-emplacement van
den Staatspoorweg te Utrecht zijn eenige
manschappen van het corps genietroepen
bezig met het leggen en verleggen van
sporen en wissels. Deze werkzaamheden
worden door hen uitstekend verricht en
zijn voor hen van veel nut.
Te rekenen van de loopende maand,
zal er mede gelegenheid bestaan tot ver
zending van brieven en andere stukken
naar Curagao, met de Duitsche pakket
booten, Welke den 15den en den 29sten
van elke maand van Havre naar Curasao
vertrekken.
De verzending uit Nederland in aan
sluiting op het vertrek der voormelde
booten zal plaats vinden den 13den en
27sten van elke maand met den trein
van 11.50 m. van Amsterdam naar Ant
werpen.
Een verhaal uit den Dertigjarigen
Oorlog.
NAAR
HERMANN LINGG.
17) «Neen, dat zal niet gebeuren!"
Vlucht dan rnet mij naar onze land
genooten. Zij liggen dicht bij in eene
hinderlaag. Wij sluipen stil naar omlaag
en laten de Zweden gaan waar zij willen
gedurende den nacht moeten zij dan
maar in het woud rondzwerven. Morgen
vroeg brengt een parlementair den wa
penstilstand en wij hebben gewonnen
spel. Waarom bezint gij u nog? Ik wil
mijne wraak laten varen als gij met mij
gaat 1"
„Moet ik dan een overlooper worden?"
«Denk aan uwe moeder, denk aan het
land uwer geboorte, dat ge kunt redden.
Kom, eer het te laat is; elk oogenblik
kan Wrangel hier zijn en dan is alles
uit."
«Hij zal mij op mijn post vinden. Ik
blijf mijn plicht en Zweden's banier-
getrouw. De wil van Hem die alles
regeert geschiede!"
Niettegenstaande dit vastberaden ant
woord, herhaalde de oude zijn verzoek.
Hij greep zijn zoon bij den arm en bij
de hand, die den degen vasthield als
wilde hij dien afnemen. Toen gebeurde
wat hij tevoren had gezegd. Wrangel
trad binnen. De trekken van Heltmann
werden somber; hij trad achteruit en
leunde tegen den muur.
«Welnu Falkenburg," zeide Wrangel,
uzijt ge bereid?"
«Ja generaal!"
«Er zal buit genoeg zijn. Onze jongens
zullen ook een feestdag hebben. Slotvoogd
welke edelen uit het land, zijn naar
Bregenz gevlucht?"
De Königsegg's, de graven van Trauch-
burg en de Vorst-Bisschop van Kenysfen."
«Zullen ze nog al wat hij zich hebben?"
»Ik geloof dat zij meer goudstukken
dan kruit, in vaten hebben meegenomen."
«En uit de steden kwamen er ook
veel?"
«Zeker. De rijke kooplieden uit Zwaben
hebben het beste wat zij bezaten, onge
veer twee mrllioen aan geld en goud te
Bregenz in veiligheid gebracht."
»Zoo, in veiligheid 1" zeide Wrangel
lachend. Dat sommetje is wat bloed
waard. Voorwaarts dan maar!"
«Geen stap verder," klonk het somber
uit den mond van Heltmann, ik waag
het niet, u verder te geleiden."
«Ha, ik begrijp je?" riep Wrangel,
«nu goed ik verdubbel je loon.
«Het is onmogelijk," verzekerde Helt
mann, tof. ge moet mij alleen vooruit
laten gaan."
i «Gij wilt wegloopen" riep Wrangel.
»Dat merk ik al. Als ge mijne belooning
versmaadt, dan zult ge mijne straf voe
len. Welnu," zeide hij tot Falken
burg, tgij zwijgt. Gij staat daar stok
stijf moeten we hier wachten, tot
de vrede is uitgevaardigd en wij voor
de boeren het veld moeten ruimen?"
tik ben bereid," antwoordde Falken
burg.
»Met u zal ik kort zijn," zeide de
generaal op dreigenden toon, tol den
gids. >Met pieken zal ik je weg laten
jagen, verrader!"
Falkenburg trad op den generaal toe
en zeide
tVertrouw liet lot van dezen dag aan
mij toe. Ik herinner mij, dat ik
deze streek varr vroeger ken. Het zal
mij mogelijk zijn, van hier af, ook zonder
hem den weg te vinden. Straf hem niet,
tot ik terug ben. Ik zal alles ophelderen.
Intusschen sta ik met mijn leven voor
hem borg."
Wrangel zag hem verbaasd aan.
«Het zij zoo, Falkenburg, ik vertrouw
op uw woord."
Deze ging naar de deur en fluisterde,
terwijl hij Heltmann voorbij ging, dezen
toe
tUw zegen bescherme mij?"
Heltmann wilde hem nasnellen, hem
tegenhoudenmaar de soldaten traden
hem in den weg en Wrangel riep hem
toe
«Hier zult ge uw lot afwachten, je
bent reeds verdacht genoeg."
«Alles is verloren" zeide Heltmann,
«als hij alleen gaat. Laat mij met hein
gaan 1"
«Je hebt reeds te veel gelogen" zeide
Wrangel. «Weet echter dat. als het
met hem slecht afloopt, de schuld op u
valt en gij met duizend martelingen
zult sterven."
«Ach" zuchtte Heltmann, «zij
kunnen niet heviger zijn, dan die ik
thans uitsta?"
Wrangel luisterde niet naar hem. Hij
besteeg zijn paard en liet den man ge
bonden weg brengen.
Op den weg kwam hem een ruiter
tegemoet met de nrededeeling dat de
jonge Wrangel reeds een voorwerk der
vesting, stormenderhand had ingenomen.
Wrangel besloot nu ook daar, door
zijne tegenwoordigheid den moed der
troepen aan te wakkeren. Hij gaf bevel
Heltmann naar het slot terug te brengen
en in verzekerde bewaring te houden.
Intusschen steeg Falkenburg met zijne
krijgslieden, door het bosch en den
bergpas, den berg op. Soms maakte
men halt en luisterde. Reeds hoorde
men uit het dal het gebulder der
kanonnen. Soms scheen men den weg
kwijt te zijn; maar spoedig vond men
weer een goed spoor. jEensklaps scheen
de weg zich te splitsen. Links kwam
men in een open vlakte, waarachter
rotsen en een dicht bosch zich verhieven.
Rechts ging een smaller pad naar de
muren van eene ruïne. Falkenburg stond
besluiteloos; maar rechts te gaan oor
deelde hij verstandiger omdat het de
richting naar de vesting was. Het
scheen echter dat de weg veel verder
liep, als tot de ruine en rnen van daar
af den weg zeil zou moeten hanen.
Terwijl hij daarover beraadslaagde, viel
uit het wond aan gene zijde der vlakte
een schot, en sloeg de kogel in een
boom naast hem.
Wordt vervolgd).