NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. OP VÜLKANISCHEN BOMI No. 46. Zaterdag 9 Juni 1888. Zeventiende Jaargang. verschijnt woensdag en zaterdag. Bericht aan onze pachte Ahonné's! „DOKTER JANIN." VOOR abonnementsprijs: Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Ew. Aug. König. Sport. Feuilleton. AMEHSFOORTSCIE COURANT. Per 3 maanden 1.Franco per post door het gebecle Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Van 1 6 regels 0,+0 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Bij den aanvang van het DERDE KWARTAAI. van 1888, zijn wij ditmaal in de gelegenheid onzen a'oonné's de prachtigste PKEHIF, aan le bieden, die wij tot heden hebben gegeven, de beste pennevrucht van den beroemdsten romanschrijver onzer dagen, en wel: De geheiuieu van een Krank zinnige n gesticht. roman van Dit boek wordt, evenals vorige premie- werken, uitsluitend voor geabonneerden op onze Courant gedrukt en verkrijgbaar gesteld voor den spotprijs van VEERTIG CENTEN. In dit nummer is een advertentie met BON geplaatst. Elk onzer ahonné's, of zij die met 1 Juli abonné wenschen te worden, heeft bet recht die te teekenen en aan ons Bureau met bijvoeging van 40 Centen in te zenden. Ahonné's bui ten de stad tegen inzending van een jjostiuissel groot 50 Centen. Het boek wordt 15 Juli aan alle inteekenaren franco afgeleverd. Bij tie overdrijving, waarmede som migen dit artikel opvijzelen, en anderen zich er tegen verklaren, komt het ons niet ongewenscht voor, de zaak eens onpartijdig te bespre ken, althans een poging aan te wenden, om tot billijke beoordeeling te geraken. Sport, zegt men, is eenvoudig een hedendaagseh mode-artikel geworden. Misschien, doch te ontkennen is liet niet, dat hij beantwoordt aan een wezenlijke behoefte. Indien we niet intijds waren teruggekomen van den verkeerden weg, dan zou Neer- lands jeugd het slachtolfer zijn ge worden van de eenzijdige horsenont wikkeling, waarin men jarenlang alle heil heeft gezocht. De overtuiging, dat het dwaasheid is, de vorming van den geest te willen bevorderen ten koste van die des lichaams, heeft zich krachtig geopenbaard, en het aanzijn geschonken aan die tallooze vereenigingen tot beoefening van gymnastiek, van zwemmen, van roeien, van wielrijden, van cricket- of foot- ballspel. En nu is het een zeer gewoon verschijnsel, dat men, eenmaal in een andere richting zich bewegende, daarin weieens wat ver gaat. Niet in rechte lijnen wordt het punt [bereikt waar men wezen wilde weg van den vooruitgang loopt, evenals die naar steile bergtoppen, zigzagsge- wijze. Een voorbeeld, dat inderdaad ook in dit opzicht «overmaat schaadt." vinden we in Engeland, het eigenlijk vaderland van den sport. Daar wordt zeer geklaagd over de ruwheid van de jongelingschap uit gegoede stan den, over de ongegeneerde manieren, die een aantal jongelui zich eigen maken, over de minachting, die zij aan den dag leggen ten opzichte van verstandelijke en aesthetisehe ont wikkeling. Wij kunnen natuurlijk niet uitmaken, in hoeverre die klacht gegrond is doch als wij lezen, dat nog zeer onlangs de Prins van Wales een beroemd bokser persoonlijk met betuigingen van hoogschatting over laadde, ofschoon het houden van bokspartijen bij de wet is verboden en door de politie streng wordt tegengegaan ook, hoe de dood van een nog beroemder pikeur, Joseph Archer, ongeveer beschouwd werd als een nationale ramp, dan mogen wij wel gelooven, dat er iets van aan kan zijn. Dit nu moeten onze jeudige sports men trachten te voorkomen, maar niet overschattende, zich niet laten verblinden door de toejuigingen eener menigte, die zich gemakkelijk door den schijn laat beheerschen. Eigenlijk gezegd wordt het groote publiek al te zeer bij de zaak betrokken, en dan wordt het doel uit het oog ver loren. De oefeningen worden gehou den met het uitzicht op voorstellin gen, wedstrijden, races, of hoe zij verder heeten mogen, en een ver- eeniging, die kan bogen op het bezit van een of twee kampioenen, tegen wie niemand op kan, staat hooger aangeschreven dan een andere, welker leden zich gelijkmatig hebben ge oefend en dit deden zonder in over drijvingen te vervallen. De vraag is dus, of niet de wed strijden een noodlottigen invloed uit werken op den sport. Men moet maar eens hooi en, wat er onder Training, dat is zelfoefening, tegenwoordig wordt verstaan hoeveel overmatige krachtsinspanning, vele uren daags, daaraan wordt besteed, en hoeveel insgelijks hooge belangen daaraan worden opgeofferd, om de instelling van champions-meda i lies onvoorwaar delijk te kunnen goedkeuren. Om in bijzonderheden de vraag te beantwoorden, wat in den sport toejuiching, en wat bestrijding ver dient, zouden we elk onderdeel af zonderlijk moeten nagaan. We bepalen ons tot het voornaamste. Scherpschutterswedslrijden staan in ons oog bovenaan, omdat zij, of liever de voorbereiding daartoe, de weerbaarheid van ons volk in niet geringe mate veilioogen. De roem van een corps moet echter niet steu nen op een paar permanente prijs- schutters, die overal de bekroningen weghalen dat corps staat het hoogst, waarvan al de leden toonen, flink met het geweer te kunnen omgaan. Wie zijn natuurlijken aanleg, een scherp oog, een vaste hand, een rus tige houding, heeft ontwikkeld door alle dagen een zekere hoeveelheid lood te verschieten, staat als weer baar man niet zoo ver boven schut ters van gewone kracht, dat zulks den tijd en de moeite vergoedt, aan gewend om het zoover te brengen. Harddraverijen, thans onder aller lei barbaarsche benamingen aan de orde van den dag, slaan in Neder land hoog aangeschreven, en men heeft ze weieens gekenschetst als middelen ter veredeling van het paar denras. Wie dat het eerst heeft ge zegd, moet er wel om geglimlacht hebben, want wel beschouwd is het, met de toenemende snelheden, een soort van dierenmishandeling. De Shah van Perzië wilde er te Parijs niet naar gaan zien dat het eene paard harder kan loopen dan het andere, wist hij reeds, zei hij. De prikkel, om grootere afstanden te doorvliegen of in minder seconden aan den eindpaal te zijn, wordt ze'er versterkt door de ongelukkige wed denschappen, die dezen sport tot een vruchtbaar terrein van dobbelpartijen hebben gemaakt, zoo zelfs, dat de bookmakers van lieverlede de hoofd personen zijn geworden. Het komt ons voor dat men daarmee niet op den goeden weg is, hoezeer we ook overtuigd zijn, dat een flinke rid te paard een recht mannelijk vermaak is. Tegen wedstrijden van anderen aard, roeien en wielrijden inzonder heid, hebben we het bezwaar, dat het winnen van den piijs nummer één isde oefening, die doel moest blijven, is middel geworden, en dit heeft bij sommigen tot overdrijving geleid. Menig jong student verwaar loosde zijn arbeid, om toch maar alle dagen op liet water of op liet wiel te zitten het is, alsof z.ij onze académies beschouwen als inrichtin gen, speciaal tot stand gebracht om liefhebbers van sport tot vereenigings- puuten te dienen. Menigeen heeft ook zijn gezondheid ernstig benadeeld door te sterke of te aanhoudende inspanning, die geen gelijkmatige, harmonische lichaamsontwik keling be oogde, maar alleen ten doel had, aan zekere spiergroepen meerdere capa citeit te geven, hetgeen dikwijls ge schiedde ten koste van andere orga nen, die daardoor in lijdenden toe stand geraakten. De glorie, op de wielrijdersbaan verkregen, is dikwijls te duur gekocht. Het gaat er mee als met schaatsenrijdendie edele uitspanning is tot een soort van am bacht verlaagd, door beroemdheden, wien het na veel arbeids gelukt is een gegeven afstand in een paar seconden minder te doorvliegen dan hun mededingers, en die daardoor het voorrecht hebben verworven, hun naam in de dagbladen vermeld te zien als wereldkampioenen." De ijverigste voorstanders van sport gaan uit van de onderstelling dat zij, die zich met minder geestdrift over hun liefhebberij uitlaten, de zaak zelve ongenegen zijn, en zouden wil len terugkceren, tot vroegeren toe stand, toen lichaamsoefening onnoo- dig werd geacht, dat is onjuist. Men kan een zaak waardeeren, en toch waarschuwen tegen overdrijving. Niet de sport zelf verdient bestrijding, integendeel, we scharen ons aan de zijde van hen, die zijn beoefening, in verschillende vormen, allernoodzake lijkst achten voor het opkomend ge slacht. Doch wij kunnen ons moeielijk vereenigen met de hand over hand toenemende hartstocht voor wedstrij den, die naar onze bescheiden meening voert tot een overdrijving, waarvan men stellig nadeelige gevolgen zal ondervinden. Dat onze jeugd zwem me, wielrijde, roeie, paardrijde naar hartelust, dat verhoogt den levensmoed en staat den levensernst geenszins in den weg. Maar dat zij straks, als de geest zijn aandeel vraagt in het be schikbaar voedsel, zich evenmin on betuigd late. En bovenal, niet de lauweren van het kampioenschap moeten de rnate der inspanning be palen, maar alleen de begeerte, oin een gezond lichaam te maken tot een waardigen tempel van een ge zonden geest. NOVELLE, door ROSENTHAL—BONIN. 1) Er 2ijn in Napels straten waaiin bijkans nooit een vreemdeling komt, want deze doorgangen zijn zoo smal, zoo donker, zien er zoo schrikwekkend uit en zijn met zulk een afgrijselijke lucht bezwangerd, dat de reiziger ijlings om keert, wanneer hij slechts een vluchtigen blik in een dezer straten geworpen heeft. Zulk eene straat is Vicolo San Gero- nimo IV dicht hij de prachtige Santa Lucia gelegen. Van den veel bezongen en beroemden Italiaanschen hemel is hier geen stipje te zien. De grond is er tamelfjk glibberig, de hooge sombere, zwart berookte stee- nen huizen, met de spaarzaam aange brachte vensters, schijnen elkander van boven met hunne daken aanteraken en uit de kleine, onregelmatige lucht- en lichtopeningen in den vooi gevel dezer huizen hangen aan stokken kleederen, die verondersteld worden gewassen te zijn, tusschen versche maccaronie te drogen. In deze straat schijnt de bitterste ar moede te heersclien, hoewel dit geens zins liet geval is degenen die hier wonen, bezitten nog wel iets, want de armen in Napels hebben in 't geheel geen woning en tot de armsten belmoren zij, die zelfs geen bezem of mand, geen stuk grauw linnen voor een broek, geen lap katoen of geen omslagdoek hun eigen kunnen noemen. Deze armen dolen buiten de stad in holen en gaten rond en dur ven alleen 's nachts hunne schuilhoeken te verlaten. Tot de klasse dezer „bezittenden" in San Geronimo IV behoorde ook Eippo Falcone. Hij bezat eene dochter en een kistje met lederen draagbanden en alle henoodigdheden om laarzen te poetsen, een groote kist met twee wollen dekens als mobilair in zijne woning en behalve een compleet maar zeer versleten pak kleeren, nog drie bonte zakdoeken, waarmeè hij pronkte, door er iedeien dag nieuwe mutsen van te maken. Eiken morgen stapte Fippo met zijn houten kistje naar Santa Lucia, en zette zich daar neder naast de zwavelwater-verkoo- pers, want daar krioelde het altijd van menschen, die hij het drinken in het gedrang hunne laarsen bestortten en buitendien was daar van alles le zien. Zeppa, Fippo's dochter veegde lederen morgen, zoodra haar vader was uitge gaan, hunne woning, die echter slechts bestond uit een akelig, kaal vertrek mei steenen vloer, dat veeleer op een hol dan op een kamer geleek, wierp het vuil uit het raam op straat, ging daarna voor het huis zitten totdat zij honger kreeg, nam daarna haar bezem op, liep naai' de haven waar schepen werden ontladen, en veegde daar ongeveer een uur lang verstrooide graankorrels bij elkander, waarvoor zij zeven centesimi ontving dan ontheet Zeppa, en bleef daarna in stil gepeins of onder luidruchtig gelach met speelkameraadjes voor de kapel van San Severino, totdat de honger haar op nieuw tot den arbeid dreef. Zeppa was eene in 't oog vallende verschijning zij telde nog geen vijftien jaar, was tamelijk lang, buigzaam, wel wat al te slank, maar bijzonder fijn en welgevormd. Zij had rood kroeshaar, groote zwarte oogen met lange wimpers, terwijl haar ovaal gezicht een geelhleeke, wasachtige tint had, en haar kleine mond een paar roode, maar saamge- klemde lippen vertoonde. Een wonderlijk contiast met het roode haar en liet bleeke gelaat vormden dichte zwarte wenkbrauwen, die eene bijzondere neiging schenen te hebben om boven den neus saamtegroeien, en onder deze keek Zeppa met haar vurigen, en daarbij toch zoo kalmen blik, Onder haar kennissen, zoowel manne lijke als vrouwelijke, stond Zeppa bekend als leelijk en slecht gehumeurd, en van daar dat zij dan ook geen beminde had. Italianen uit den hoogeren stand en vieemdelingen hieven echter dikwijls getroffen staan om hel meisje aan- testaren, dat eene zeer zeldzame nationale schoonheid was. Zeppa liet zich zooveel men wilde aan kijken op vragen gaf zij geen antwoord en als iemand te vertrouwelijk werd, stond zij eensklaps op en staarde den indringer met tene uitdrukking aan, waaruit zulk een duivelsche woestheid straalde, dat hij zich wel wachtte dit meisje voor de tweede maal lastig te vallen. Zeppa had op de op haar gevestigde, gloeiende blikken, zelfs van de voor naamste heeren, nooit achtgeslagen, ze nooit beantwoord, maar stokstijf met neèrgeslagen oogen deze monstering ver duurd. Was het dus toeval of was er eene geheimzinnige macht in het spel, die het lot der stervelingen bestiert eens viel de schaduw van eene groote rnannengestalle, die voor haar staan bleef, op de trappen van San Severino, waar Zeppa het grootste gedeelte van den dag doorbracht. Zeppa wist dat men haar hekeek en sloeg de oogen op. Voor haar stond een lange, breedge schouderde man, met lichtblond kort ge schoren haar, lichtblauwe oogen en fris- schen blos. Zeppa sloeg de oogen diep neder en sloeg ze toen weer langzaam op zij be speurde nu dat de vreemdeling wel is waar een breed gezicht, maar een lieven mond en een fiaaie ronde kin had. Zeppa zag gaarne een mooien mond en zag daarom naar den vreemdeling op daarbij ontmoeten hunne blikken elkan der. Zeppa voelde zich onaangenaam aangedaan en sprong als naar gewoonte driftig op maar toen zij nu van aan gezicht tot aangezicht voor den vreem deling stond, bedaarde haar toorn eenigs- zins, zij voelde zich voor de eerste maal verlegen tegenover een man zij wist voor 't eerst niet wat zij wilde. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 1