NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. No. 55. Woensdag II Juli 1888. Zeventiende Jaargang. VOOR abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: BINNENLAND. BUITENLAND. Feuilleton. MARIE. ■v AMÉRSFRORTSCRE COURANT. Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten iutezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Onder de wetsontwerpen, die des daags, nadat de Tweede Kamer bijeen komt, in de afdeelingen zullen worden onderzocht, behoort dat van den lieer Domela Nieuwenbuis over gedwongen winkelneiing. {Stand.) Naar het Vad. verneemt, heeft Z. M. de Koning de betrokken ministers ge machtigd, om de overeenkomst met de Nedei la ndsehe Rijnspoorweg-maatschappij gesloten tot wijziging der concessie, in overeenstemming met de directie dier maatschappij te verbreken. Het is heden 11 Juli, 25 jaren ge leden, dat Zr. Ms. stoomkorvet Medusa onder het moorddadig vuur van zeven batterijen en twee schepen geheel alleen en aanhoudend vurende, den gevaarvol len doortocht door de Straat van Simo- noseki in Japan beweikstelligde. Ter her innering aan dit roemrijk wapenfeit werd gisteren door den gepensioneerden vice- adm. jhr. F. De Casembroot, die'destijds de Medusa commandeerde, aan de nog in leven zijnde leden van den toenmali- gen etat-major en aan enkele andere genoodigden te zijnen huize een gast maal aangeboden. Van genoemd etat-major zijn nog aan wezig de luit. ter zee 2. kl. D. G. E. Woltei heek Muller, thans gep. kapt. ter zee te 's Hage de officier van administra tie 2. kl. J. A. Waldeck, thans gep. insp. van adm. te Amsterdam de adelb. J. T. F. Bruijn, thans gep. inspect, der kustverl. in O.-I. te Deutichem de adelb. D. J. Hoos, thans gep.. luit. t. z. 1. kl., dir. der zeevaartschool te Rotterdam de adelb. J. C. A, Wissel, thans eerv. ontsl. luit. t. z. 2. kl., wonende te Sneek de adelb. W. C. A. Ziegenhirt van Rosenthal, thans gep. kapt -luit. t. z. te Overveen de adelb, H. de Jongh, thans eerv. ontsl. luit. t. z. 1. kl,, Majoor der schutterij te Rotterdam en de scheepsklerk L, C. Dühne, thans off. van adm. 1. kl. aan boord van het wachtschip te Hellevoet sluis. Overleden zijn: de luit. t- z. 1 kl. 1. off. J. J. de Hart; de luils. t. z. 2. kl. A. J. Thurkow en P. Wittop Koning, benevens de off. v. gez. 2. kl. C. T. Hommel. Z, M. de Keizer van Duitsehland heeft aan Z. Exc. den luitenant-generaal Jhr. Verspeyck een gouden doos met edelge steenten en van zijn portret voorzien ten geschenke gegeven. De ordonnans-officier R. baron van Heeckeren van Molecaten is door Z. M. den Keizer van Duitsehland benoemd tot ridder der orde van den Rooden Adelaar. De nieuwbenoemde gouverneur- generaal, mr. C. Pijnacker Hoidijk, heeft den heer H. M. Nepveu, kapitein der infanterie van het Nederl.-Ind. leger, thans gedetacheerd hij het leger hier te lande en ingedeeld bij het 1ste bataljon van het 8ste regiment infanterie, te Doesburg in garnizoen, benoemd tot zijn adjudant. Gelria De Minister van Buitenlandsche Zaken en de Britsche gezant hij ons hof hebben eene conferentie gehad met den tijdelijk in de residentie vertoevenden baron De Worms, voorzitter van de intei nationale suikerconferentie te Londen. Er worden pogingen aangewend om naast de vereeniging van directeuren van levensverzekering-maatschappijen eene vereeniging op te richten van de des kundigen der verschillende leiensverze- keringmaatschappijeneene vereeniging, die zich ten doel stelt verband te brengen tusschen praktijk, en zoodoende deze te zuiveren van misbruiken en verkeerde beschouwingen te verhelderen. Verz.-B In een door mevrouw de baronnesse Sn. v. S. bewoond, doch tijdelijk verlaten perceel aan de Van den Boschstraat te 's Gravenhage, zijn Zaterdagnacht vier ruiten uitgesneden. Of er inbraak gepleegd is, valt nog niet met zekerheid te zeggen, want van het Zondagochtend door de politie inge stelde plaatselijk onderzoek is de uitslag tot dusver niet hekend. Naar wij vernemen, zal ons land, in de eerste plaats Rotterdam, binnen kort bezocht worden door een beroemd Fransch paardenspel, waaraan tevens een looneel is verbonden. De groote aantrek kelijkheid van dit spel zal zijn, dat veel werk gemaakt wordt van de opvoering van tooneelstukken, waarin de paarden- dressuur op het gunstigst uitkomt. Tot verbetering van het bericht, als zouden op de boterfabriek der firma Joh. Jurgens te Osch wegens ïverminde- ring van werk" en «belangrijke loonsver laging" al de kuipers het werk hebben gestaakt, meldt dé Prov. Nb. Ct. Zooals gewoonlijk liggen 's zomers de fabrieken gemiddeld 1 a 2 dagen per week stil. Werken de fabrieken niet, dan hebben ook de kistjesmakeis en kuipers niets te doen, en zeker niet als er reeds vaatwerk genoeg in voorraad is. Dit ge beurt zoo hij eiken fabrikant. Woensdag II. nu zouden de kuipers weer stil liggen. Door den patroon werd aan de lui voorgesteld, tegen 10 cent per uur het oude vaatwerk in orde te bren gen. Na 12 uur werkens hadden ze dan een fatsoenlijk daggeld en behoefden ze niet leeg te loopen. Men moet weten, dat ze voor nieuw vaatwerk per stuk werken, en hier moest dus wel een prijs per uur gesteld worden. Toen er op dit voorstel eenig gemopper ontstond ender de lui, ziju ze door den patroon allen naar huis gezonden, om over twee dagen te komen hooien, of er werk voor hen was. Er is dus hier van werkstaking geen sprake. Nog kan hieraan worden toegevoegd, dat Vrijdagmorgen de kuipers weer heb ben mogen beginnen, na vriendelijk ver zocht te hebben om weik. Verscheiden lui in Osch zijn te blij, dat ze een gulden per dag verdienen kunnen, dan dat zij zouden weigeren te arbeiden. Wij hebben, schrijft men uit Rotter dam, in ons midden eene 103-jarige vrouw, de weduwe Snelli, waarschijnlijk de oudste van de geheele Nedei landsche bevolking. Toen de oude vrouw hare 100. verjaardag vierde, ontving zij van vele stadgenooten blijken van belangstelling. Zij woonde destijds met eene dochter, die ook reeds oud en hulpbehoevend was. Sedert is de dochter overleden, en de 100-jarige heeft thans niemand meer op de wereld. Of schoon enkelen zich tot haar hieven aan trekken en zij ook van de hervormde diaconie ondersteuning genoot, heeft de oude stakkerd niet genoeg om van te leven en lijdt zij gebrek. Thans hebben een paar dames en een drietal heeren ten haren behoeve een beroep gedaan op de openbare liefdadig heid. Het zou al heel erg zijn, wanneer de gansche bevolking eener groote stad niet in staat ware, deze oude vrouw on bezorgd haar levenseindje te doen halen I Bij de bespreking van liet wetsont werpDomela Nieuwenbuis, zegt de N. R. Ct. aan het einde van haar slotartikel «Doch genoeg woorden aan deze proeve van wetgeving verspild. Wat wij reeds schreven, herhalen wij: »De kamer ont lede het voorstel en stelle den ontwerper scherp, onmeedoogend voor de honderde vragen en bedenkingen welke de over weging van het voorstel en van zijne toelichting wekt. De, Zaterdag-avond verschenen, Staats Courant deelt het volgende mede: »Bij Koninkl. besluit van 6 Juli 1888, no. 19, is Z. Exc. de minister van Staat, mr. J. Heemskerk Azn., benoemd tot lid van den Raad van State. In den nacht van Zaterdag op Zondag is nabij de Loosduinsche brug te 's-Gravenhage een schip, beladen met eenige duizende bloemkolen, komende uit Westland en bestemd voor Amsterdam, gezonken. De nachtpolitie ontdekte dat het vaar tuig zinkende was en wekte een varens gezel, die onbewust van het gevaar waarin hij vei keerde, rustig in het voor-onder sliep. Onder den eersten indruk vergat deze twee kinderen, die mede in de kleine voorruimte van de schuit sliepen wakker te maken, doch zich bijtijds bezinnende, slaagde hij er met behulp van den nacht agent in, de kinderen aan een zekeren dood te ontrukken. Gedurende den geheelen ochtend was men bezig de lading te bergen. Aanstaande vrijdag zal K., de da der van de aanranding op den heer Hui dekoper, voor de rechtbank te Arnhem terechtstaan, beschuldigd van poging tot doodslag, althans van toegebracht zwaar lichamelijk letsel. Zooals men weet, be dreigt artikel 287 in verband met art. 45 van het wetboek van strafrecht, de poging tot doodslag met gevangenisstraf van hoogstens 10 jaren, en het toebren gen van zwaar lichamelijk letsel met ge vangenisstraf van ten hoogste 4 jaren. De heeren Mr. A. Sassen, te Breda en C. P. Freijlinck, te Amersfoort, heb ben aan Gedeputeerde Staten van Noord- Braband vernietiging gevraagd der be sluiten van ingelanden van den binnen- polder van Hedikhuizen, waarbij deze, in strijd met den wet, de rekening en verantwoording over '1887 hebben vast gesteld, en daarmede goedgekeurd be schikkingen ten eigen bate over gelden, toehehoorende aan de ingelanden van Hedikhuizen. De nieuwe Duitsche Keizer houdt van praal en liet optreden in de Russische hoofdstad zal daarom geschieden met den meest mogelijken luister. Dat kan geschieden omdat Wilhelm weet, dat uiterlijk vertoon op het algemeen een diepen indruk maakt en er psychologisch geen beter middel is om het Keizerschap den vasten bodem in het Duitsche volk te doen behouden maar het kan ook zijn, dat deze opvatting eenvoudig het gevolg is van de jeugd des Keizers als men jong is, ziet men door het klater goud en het vernis niet heen en laat er zich zelf door bekoren. Op zeer geheimzinnige wijze deelt de Kreuzzeiting mede dat er voorloopig geen verdere politieke onthullingen te ver wachten zijn betreffende de regeering van keizer Frederik, omdat er eenige dagen geleden een kroonraad gehouden is, in, welken het geheele slaatsministe- rie een vrij langdurig onderhoud heeft gehad met de keizerin-weduwe Victoria. Te Marseille zou Zondag eene Boulan- gistische vergadering gehouden worden, „eene nationale bijeenkomst", gelijk zij weidsch betiteld werd. Maar er is niets van terecht gekomen. Een duizendtal personen, verdeeld in twee partijen, de eene vóór, de andere tegen het Boulan- gisme, waren in de zaal verschenen. Natuurlijk werden de partijen handge meen. Stoelen, tafeltjes, kandelahres, kortom alles wat men meester kon wor den vloog door de zaal en menigeen kreeg een bebloeden kop. De politie deed ten slotte de zaal ontruimen. Zondagavond had te Manchester een botsing plaats, tusschen de Protestanten en Katholieke Ieren aldaar. De Ieren (EENE NOVELLE) 4) Ik zou hem in bijzijn der mijnen, om zekere gedichten vragen, hij zou mij die be loven en dan zou hij mij van tijd tot tijd die zenden, met eenige weinige letteren ten geleide, die ik dan veilig aan mijne ouders kon laten lezen, en te gelijk met deze kon dan ongemerkt een brief van eenige bladzijden aan mij, als zijne geliefde, binnen sluipen, terwijl ik den koninklijken weg der posterijen moest kiezen en daartoe slechts mij de moeite moest getroosten, om zelf een brief op het postkantoor te bezorgen. Zoo zoekt de liefde list, en als de liefde die zoekt, vindt zij die altijd. Wij kwamen getrouw onze afspraak na, en niemand heeft ooit iets van het ver bond onzer liefde geweten, tot op den huidigen dag, dan gij. Slechts weinige dagen nog vertoefde hij in onze woning en verliet ons orn de laatste dagen zijner vacantie bij zijne mama te slijten. Nog eenmaal, den avond vóór zijn vertrek, waren wij alleen. Wij vernieuwden toen onze geloften, en namen een hartelijk afscheid. Goede God waar om voor altoos. Ik wendde voor hoofd pijn te hebben, begaf mij dus vroeg naar mijne slaapkamer en vertoonde mij den volgenden morgen niet voor dat ik zeker was dat hij reeds vertrokken was. Dit was onze afspraak, opdat het afscheid nemen dat zoo moeielijke oogenblik voor hen die elkander zoo hartelijk lief hebben, ons niet verraden zou. Er volgden toen gelukkige dagen voor mij want zijn beeld zweefde mij gedurig voor den geest en mijne gedachten waren bijna onafgebroken aan hem gewijd. Ik zag in hem alles wat goed, schoon, edel en lieflijk was vereenigd. Onvergetelijk zal mij de weelde blijven, die ik genoot, als ik mij onledig hield met het lezen zijner brieven of met zelf aan hem te schrijven. Het werd mij hoe langer zoo duidelijker, dat ik mij gelukkig mocht rekenen in het bezit van zulk een jongeling. Er was eene éénheid van denken en wil len tusschen ons, die inderdaad opmer kelijk was. Zijne idéën van de zaken van het dagelijksche leven, zijn smaak, zijne vóórliefde voor het een en ander, zijne achting vóór en beoefening van de schoone kunsten; maar ook zijne denk beelden van de dingen die hoven zijn, zijn innerlijk leven en streven, zijn chris telijk geloof, het was mij alles als uit het hart gegrepen. Ik besefte echter al I spoedig dat ik verre hij hem achterstond in wetenschappelijke kennis en ontwik keling. Zijne heldere denkbeelden van God en Christus, zijne liefde en ijver voor de zaak des Christendoms, zijne gezonde opvatting van de Heilige Schrift, deden niet alleen mijne liefde maar ook mijne achting voor hem klimmen. Welk eene verontwaardiging, maar verontwaardiging met Christelijke liefde gepaard, straalde in zijnetaal door, als hij van het drijven en woelen der rechtzinnigen, en het huldigen eener mode-orthodoxie sprak. Hoe kwam het dan uit, dat zijn geest naar vooruit gang en vrijheid, Christelijken vooruit gang en Christelijke vrijheid streefde, en dat hij den bijbel wilde begrijpen, zooals zijne uitlegkunde, zijn onderzoek en stu die, en zijn geweten hem dien deden begrijpen, en niet zijn eigen oordeel wilde prijs geven aan hetgeen men twee eeuwen vroeger had begrepen de leer des bijbels te zijn, noch om gunst bij menschen, of om tijdelijk voordeel zich bij zekere partij wilde aansluiten. Neen hij sprak hetgeen en omdat hij geloofde. Verlicht van geest, oprecht van hart, edel van beginselen, was hij ook mijn ideaal van den Christusprediker en zag ik ook als zoodanig voor hem en mij een schoon verschiet. Meermalen vroeg hij mij af, of ik wel vrede had met de beloften die wij elkan der hadden gedaan. Hij beleed mij, dat het hem soins was, alsof zijn geweten hem beschuldigde van ontrouw aan het geen hij zijne tante eens had beloofd, en dat de Alwetende misschien niet met goedkeuring op onze geheime liefde zou nederzien. Hij meende, dat er iels on eerlijks, iets schuldigs was in zijne ver klaring en bede, die hij voor mij had geuit, al had hij ook daarbij eene uit drukkelijke voorwaarde gesteld. Hoor, hoe hij eens daarover schreef; «Ik ben steeds een gezworen vijand geweest van al wat naar leugen en be drog zweemde; van den man dieslinksche wegen bewandelde, had ik een hevigen afschuw en van alles, wat het licht schuwde een' onoverwinnelijken afkeer. Oprecht heid, waarheidszin, openbaarheid, ziedaar, wat ik immer zoo lief heb gehad, en nu, laat ik het niet verheelen en nu heb ik mij schuldig gemaakt aan onoprechtheid, bedrog en bewandel ik geheime wegen. Of Marie! beoordeel ik mijzelven en u te hard ik zeg ook u, want als ik hier schuldig ben, zijt gij het ook, maar ik toch het meest. Is het wel goed, dat wij ons verbond hebben aangegaan? Er is een strijd in mij, als ik hierover nadenkwant mijne liefde voor u is oprecht, dat weet de hemel; toen ik u voor de eerste maal zag, was het, alsof een stem mij influisterde: Zij zal de uwe zijn als zij de uwe niet wordt, zijt gij ongelukkig; het is geen toeval dat u bijeenbrengt. Ik gevoelde rnij sinds ik u zag een geheel ander mensch. Mijne liefde voor u was machti ger dan mijne belofte aan mijne tante, liet was als zag ik eene vingerwijzing Gods daarin, dat ik u op mijn pad mocht ontmoeten. En toch ik vergat rnijne belofte nietzij woog ook toen nog zwaar bij mij en het heeft mij meer strijd gekost, dan gij weet of ooit znlt weten, eer ik een besluit genomen had. Daarom verbond ik mij slechts voor waardelijk. Laat ons bidden, Marie! dat, indien er sorns nog iets schuldigs is in onze liefde, de hoogste en volrnaakste Liefde het ons vergeve. Laat ons er uit leeren, dat beloften spoedig zijn gedaan, maar soms hoogst moeielijk, zoo niet ondoenlijk zijn, om na te komen; en voor alle dingen bid ik u, laat ons het geheim heilig bewaren!" «Nu, vijf maanden geleden, het was juist Goede Vrijdag en ik had de avond godsdienstoefening bijgewoond, waar ik eene treffende leerrede had gehoord over den dood van Christus en Ziirie nalaten schap, ontvingen rnijne ouders een brief van Willem die zeer ernstig moest zijn,

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 1