NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
No. 60.
Zaterdag 28 Juli 1888.
Zeventiende Jaargang.
VOOR
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Vacantie.
BINNENLAND.
Feuilleton.
MARIE.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten iDtezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Dit is de wèl-aangenametijd, waarin
alles wat onderwijs geeft of ontvangt,
het schoolstof van zich afschudt en
zich verheugt in het genot eener
vrijheid, die er vooral heerlijk uitziet
als men er nog eenigen tijd van
verwijderd is maar toch reeds zekere
indrukken van haar nadering ont
vangt. Voor ons, toen we schooljon
gens waren, was ten minste de voor
smaak altijd nog prettiger dan de
werkelijkheid. We beraamden dan
plannen met een virtuositeit, als
hadden we iemand naar de oogen te
zien, en traden met even idcalistisch-
gestemde schoolmakkers in coalitiën,
als ware het uitsluitend bezit van de
goudmijnen van Peru ons ten deel
gevallen. Veel gewerkt werd er in
die laatste dagen niet, maar dat hin
derde ons minderhoofdzaak was,
dat het vacantie werd, en dat stond
zoo vast als de Koppelpoort.
Al wat leert zoowel in den
actieven als den passieven zin, ge
niet in elk geval een korter of langer
tijd van rust. Dat is, wat den eersten
betrelt, een niet te versmaden voor
recht, 't welk hun ongetwijfeld door
menigeen benijd wordt. Benijd, nu
juist niet in den slechten zin waarin
dat woord meestal voorkomt, zoo
veel als Nu ik het niet kan hebben,
moest jij er ook maar van verstoken
zijn. Wij gelooven dat, wie ooit
scholier is geweest, die booze ge
dachte, mocht zij eens bij hem op
komen, onmiddellijk zal onderdruk
ken, en zich herinneren dat het een
heel karwei is, met schooljongens
zoo om te springen, dat zij er zelf
pleiziér in hebben, en dat zij, die
zich met dien arbeid bezighouden,
waarlijk wel eens een poosje mogen
uitblazen.
Met dat a~l zou het voor vele ande
ren ook niet kwaad zijn, als zij eens
een korten tijd, al ware het slechts
een week, buiten schade voor zich
zelf en hun gezin, den arbeid geheel
en al konden laten varen, om hetzij
zich te verlustigen in de genietingen
van het nietsdoen, hetzij wanneer zij
daar behoefte aan hebben, eenig&
uitspanning te smaken. Want ziet
ge, werken is heel mooi en goed,
't is des menschen bestemming wie
niet werkt is zijn plaats op dit
wereldje niet waard, maar toch,
altijd voortgejaagd te worden door
de ijzeren noodzakelijkheid, is niet
alles. Doch we kunnen het nu een
maal niet krijgen zooals we 't graag
hebben willenweet iemand er raad
op, om op een fatsoenlijke manier
al zijn medemenschen, zij liet voor
eerst slechts al zijn landgenooten, aan
een jaarlijksche vacantie te helpen,
en wenscht hij ter bereiking van zijn
doel van onze medewerking gebruik
te maken, hij spreke slechts.
Over het feit, dat sommige lui
een wonderlijk gebruik van dien vrijen
tijd zouden maken, door bijvoorbeeld
zich meer te vergunnen dan strikt
noodzakelijk is, zullen we vooreerst
maar niet praten. Dat is een quaestie
van latere zorg.
Elke medaille heeft haar keerzijde,
zoo ook deze. De vacantie, een tijd
van ontspanning voor onderwijzen
den en van verrukkelijk lanterfanten
voor de jeugd, levert velen ouders
niet bepaald een onvermengd genot
op, en wij kunnen ons gemakkelijk
voorstellen dat dezen niet tot de be
wonderaars van genoemde instelling
behooren. Als vader van den vroegen
morgen tot den laten avond door
zijn beroepsplichten buitenshuis wordt
gehouden, en.moeder met de huis
houdelijke bezigheden en de verzor
ging van kleinere kindertjes de han
den vol heeft, dan is de aanwezig
heid van een paar drukke gasten, die
onder gewone omstandigheden een
zeker aantal uren van den dag aan
goede leiding worden toevertrouwd,
een vermeerdering van werkzaamheid,
die niet overal welkom is. Verstan
dige moeders weten daar echter ook
raad op. Eerst gezamenlijk werken,
dan gezamenlijk pleizier maken,
met dit stelsel komen zij alle zwarig
heden te boven. En wanneer dan de
namiddagen voor het laatste num
mer van dit programma worden be
stemd, en er, om het te beter tot
uitvoering te brengen, zekere samen
werking plaats heeft door familiebe
trekking of buurtschap, dan kan die
zelfde vacantie, in plaats van een
reeks van ergernissen te verwekken,
de prachtigste gelegenheid aanbieden
om werkzaam te zijn aan de huise
lijke opvoedig die, in den regel niet
op den eersten rang geplaatst waar
sprake is van de opleiding van het
geslacht dat na ons den beschavings
arbeid te verrichten heeft, toch
dien voorrang in alle opzichten ver
dient.
Is voor de kinderen uit den meer
gegoeden stand de vacantié een tijd
van aangename rust niet alleen, maar
bovenal van uitspanningreisjes en
uitstapjes, uit logeeren gaan of logés
ontvangen, en al wat verder bedacht
kan worden om dit schoone deel der
kinderjaren het onderwerp te doen
zijn van altoos blijde herinneringen,
dat alles wordt gewoonlijk gemist
op de lagere trappen van maatschap
pelijke welvaart. En daarom hebben
we weieens gedachtZou het niet
mogelijk zijn, de een of andere orga
nisatie tot stand te brengen, waar
door kinderen van minvermogenden
althans iets van de genietingen
smaakten, die de vacantie de meer
bevoorrechtte jeugd aanbiedt? Zoo
iets in den geest van de bekende
vacantie-koloniën, maar met geheel
ander doel ingericht. Deze zijn be
stemd om een zeker aantal ziekelijke
kinderen door het genot van bosch
of zeelucht gedurende eenigen tijd,
op den weg van herstel te brengen;
maar het staat vast dat gezonde jon
gens en meisjes ook weieens zulk
een uitstapje, al duurde het maar
een paar dagen, zouden willen doen.
Kan daar niet eens over gedacht
worden
Men heeft in onderscheiden ge
meenten commissiën of vereenigingen
tot bevordering van geregeld school
bezoek, die schoolfeestjes op touw
zetten of wel prijsuitdeelingen houden.
De gelden, voor dit doel beschik
baar, kunnen worden aangewend
voor een reisje, maar dan niet, zooals
thans dikwijls plaats heeft, gedurende
de gewone schooldagen, maar in de
vacantie. De ouders der kinderen,
van hun kant, kunnen er ook wel
iets bij doen, door bijv. den school-
leerlingen wekelijks iets te doen
sparenzoo leert de jeugd tegelijk
de groote waarheid dat men, door
zich geregeld eenige kleine opofferin
gen te troosten, de gelegenheid opent
om een groot genoegen te smaken. Als
de fondsen, vermeerderd werden met
hetgeen kindervrienden voor dat doel
wilden afstaan, konden de luitjes,
aan kleine groepen uitstapjes onder
nemen die, wanneer er zuinig huis
gehouden wordt, licht over een drie-
of viertal dagen konden worden uit
gestrekt, zoolang als een retourbiljet
over de spoorwegen reikt. Natuurlijk
kan men dat niet doen met zulke
groote karavanen als we thans dik
wijls schooltochtjes zien genieten,
die dan ook de grenzen van één dag
nooit overschrijden. Aan vrienden,
die zich belangeloos voor het geleide
van een klein getal jongens ot meisjes
beschikbaar wilden stellen, zou het
waarschijnlijk niet ontbreken.
De vacantie is voor de jeugd
een heerlijke tijd, dat is waar
maar voor vele kinderen levert
hij ook dagen van verveling op, en
dat is jammer. We zouden dat zoo
gaarne eenigszins verholpen zien,
vandaar ons voorstel.
Op last van den minister van jus
titie worden door de commissarissen
des konings de volgende vragen aan de
gemeentebesturen gedaan:
I. Worden in uwe gemeenten aan
werklieden toekomende loonen somtijds
geheel of gedeeltelijk op andere wijze in
Nederlandsche geldspecie of munt- of
bankpapier uitbetaald?
II. Ten aanzien van welke bedrijven
en sedert wanneer is dit het geval, en
waarin bestaat die uitkeering van het
loon?
III Wordt in uwe gemeente door
werkgevers een rechtstreeksche of zijde-
lingsche dwang uitgeoefend op hunne
werklieden, om zich in bepaald aangewe
zen winkels hunne benoodigdheden aan
te schallen?
IV. Ten aanzien van welke bedrijven
en sedert wanneer is dit het geval, waar
in bestaat die dwang, en worden die be
noodigdheden aan de werklieden ook op
crediet verstrekt?
V. In hoever worden de waren in
die aangewezen winkels en de waren of
de genietingen, waarin het loon wordt
uitbetaald, den werklieden tegen hooge-
re prijzen berekend dan in den regel el
ders in uwe gemeente daartoe besteed
worden?
VI. Komen in uwe gemeente nog an
dere dergeli|ke misbruiken als de hierbo
ven onder III, IV en V genoemde voor
en, zoo ja, welke en ten aanzien van
welke bedrijven?
De Minister van Binnenlandsche
Zaken brengt ter kennis van hen, die
het examen ter verkrijging van het di-
ploma van gëexamineerd en beëedigd
landmeter wenschen af te leggen, dat zij
zich daartoe vóór 15 Augustus e.k.
j schriftelijk bij bet Departement van Bin
nenlandsche Zaken moeten aanmelden.
Door de Nederl. Gereformeerde
Zendingsvereeniging is aan de Maat
schappij tot Exploitatie van Staatsspoor
wegen het verzoek gericht, om op de
perrons der verschillende stations bussen
voor de inzameling van vrijwillige giften
te mogen plaatsen.
Mr. J. Heemskerk Az. zal Maandag
30 Juli zijn 70. verjaardag vieren.
(EENE NOVELLE)
9) Den volgenden Zondag bezocht Marie
dankbaar het bedehuis, en Karei Mast
boom, die op een buitenverblijf in de
nabijheid van de stad logeerde, was ook
in de stad ter kerk gekomen, met het
voornemen, om daarna aan Ewoud een
afscheidsbezoek te brengen. Hij had in
de kerk spoedig de familie Kolfman met
hare logee in het oog gekregen. Het deed
hem vooral genoegen, dat hij Marie ge
heel hersteld zag, want hij had eenige
belangstelling voor haar opgevat. Marie
had hem ook spoedig opgemerkt, en eene
ligte huivering ontwaarde zij bij den eer
sten aanblik, maar deze was weldra voor
bij, en het werd haar onuitsprekelijk wèl
om het hart, als zij hem zag, om den
Schepper te danken' was zij gekomen
van het schepsel wendde zij nauwelijks
den blik. Bij het uitgaan der kerk was
het eerste wat zij tegen Anne zeide:
rik heb hem weder gezien de ge:
lijkenis is volkomen,o, dat ik hem nu
eens spreken kon."
am
»Nu, dit zal spoedig zijn, ik geloof,
dat hij ons straks een bezoek zal bren
gen."
Zoo was Marie geheel voorbereid op
de ontmoeting die zij zoo vurig had ge-
wenscht. Zij zonderde zich echter nog
een oogenblik af, om geheel bedaard te
zijn en van bare zijde niets te doen blij
ken, wat zij voor dien jongeling gevoelde.
-Toen zij in de kamer kwam, waar men
baar met de kolïij wachtte, zat Karei
Mastboom reeds daar. Beiden bloosden,
even als ware er, ik weet niet welke ge
heime verstandhouding tusschen hen. Na
de gewone plichtplegingen werd echter
het discours algemeen. Marie sprak wei
nig maar luisterde des te scherper. Karei
was in volle kracht en zoo levendig en
geestig, dat Ewoud al dacht»zoo druk
en jolig heb ik Karei nog nooit ontmoet."
Het had wel den schijn of hij het hart
van een der dames wilden verovereu.
Toen de heer Mastboom vertrokken
was, gingen Marie en Anne den tuin
eens door wandelen, en toen niemand
hen hooren kon, zeide Anne op vrolijken
loon, en haar schalkachtig aanziende
rik feliciteer u, hoor, nu hebt gij hem
'gezien en gesproken, en wenscht gij
zeker niets meer?"
ïNiets, Anne! als, dat ik de gelegen
heid had hem van tijd tot tijd te zien,
hij roept mij mijn Gustaaf weder zoo
duidelijk voor den geest."
»Wie weet hoe spoedig die gelegen
heid komen zal."
»Ach neen! maar al komt deze niet,
ik zal het mij weten te getroosten. Ik
ben nu verzekerd, dat het onlangs het spel
mijner verbeelding niet is geweest, en ook
al zie ik hem niet, Gustaaf's beeld staat
tocb onuitwisbaar in mijn hart gegrift.
Ik dank God, dat hij dien zwaren last
heeft weggenomen, die mijn hart zoo lang
heeft gedrukt en die dreigde, dat arme
ha t geheel te verbrijzelen. Ik beween
nog eiken dag zijn verlies, maar ik heb
nu toch vrede gevonden, ik twist niet
meer met den Beschikker mijns lots, mijne
ziel buigt zich nog wel neder, maar t'is
toch niet meer zoo onrustig in mij, het
is alsof ik eene hemelstem heb gehoord,
die mij toeriep: vnDochter, wees wel
gemoed, uw misstap is u en hem verge
ven" nu ontluikt wedor de hoop in
mijn hart, nu zal ik mijn kruis opnemen
en het den Heer achterna dragen en
zijne voetslappen drukken. Christus moet
leven in mijn hart, dan is daar voor
droefheid en onrust geene plaats. O, Anne I
het is een stikdonkere nacht voor mij
geweest, maar de zon is weder boven
mijn hoofd opgegaan, ik zal van nu voor
taan weder mijn weg met b'ijdschap be
wandelen, en gij zult aan mijne zijde
gaan, gij mij den weg wijzen, als ik soms
afdwale, als voorheen;"
«Marie, gij zijt mij door uwe 2iekte
nog dierbaarder dan te voren, het is als
of ik n voor de tweede maal als van
God tot vriendin heb ontvangen. Laat
ons de toekomst hoopvol tegengaan, maar
nooit vergeten, hoeveel bitters één mis
stap met zich voert."
Dergelijke gesprekken hielden de vrien
dinnen van toen af dikwijls met elkan
der, en hare taal was de taal des harten.
Het waren iets meer dan schoon klinken
de woorden en hartstochtelijke betuigin
gen.
Er had inderdaad bij Marie eene ge
heele omkeering ten goede plaats gegre
pen. Zij was verzoend geworden met
haar lot. Zij had haren Gustaaf niet ver
geten, bovendien was zij toch van wispel
turigheid niet te beschuldigenneen, hij
leefde nog altijd in haar hart, al was hij
ook gestorven, maar haar geloof had haar
behouden. Zij had leeren inzien, dat het
den Christen onwaardig is om met ge
bogen hoofd en een somberen geest zijn
pad te bewandelen, dat hem berusting
past ook dan als God het dierbaarste
van hem neemt, en dat een blijmoedige
zin zijn sieraad is. Zij had leeren beseffen,
dat neerslachtigheid haar ongeschikt zou
de maken om aan hare roeping en plich
ten te beantwoorden, omdat zij het leven,
dat haar nog gelaten was, niet tot eer
van haren Schepper en tot vreugde der
haren zou besteden indien zij voortging
dus te treurenzij had daarom gebeden,
bij herhaling en vurig gebeden om een
anderen en beteren geest, om kracht in
hare zwakheid en troost in hare droef
heid, en die gebeden waren niet onver
hoord gebleven, zij bad verademing en
vrede gevonden.
En Anne? Ook wat zij sprak was
waarheid, zij had nu hare vriendin dub
bel lief gekregen, zij was in hare achting
nog hooger geklommen, nu zoo duidelijk
de heiligende kracht des Christelijken ge-
loofs zich in haar openbaarde.
Op den bepaalden dag vertrokken de
vriendinnen naar Marie's ouders. Groot
was de ontroering en de droefheid bij
het verlaten eener woning, waar zij zulke
onvergetelijke dagen hadden doorgebracht
en bij het scheiden van Anne's ouders,
bij wie zij moer dan vriendschap gevon-
den had.
De heer Kolfman en zijne vrouw spraken
naderhand nog dikwijls te zamen met de
innigste belangstelling, en het werd ook in
hen bewaarheid, dat niets de menschen
I meer aan elkander hecht, dan de hoog ern-
stige voorvallen des levens. Slol volgl.)