Mil U WE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. DE SAGENTIJD DE GELDKOFFER. No. 78. Zaterdag 29 September 1888. Zeventiende Jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Aan onze Abonné's. Oude Volken, twee gulden vijftig eent. Landbouwbelangen. Feuilleton. BINNENLAND. iMElSFDl C1UHÜÜ VOOR abonnementsprijs: Per S maaDden ƒ1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Ditmaal is het geen roman die wij onze lezers aanbieden, maar een werk, dat men om zijn inhoud niet slechts eenmaal leest, maar telkens weder ter hand zal nemen der naar HELD, O. VON CORVIN en DIEF- FENBACH voor Nederland bewerkt door P. H. WITKAMP, verscheen in 10 afle veringen a 50 cent. Zoolang onze voorraad reikt, bieden wij dit werk van 460 pagina's met 176 gravuren aan voor de helft van den oor- spronkelijken prijs, dus voor slechts Nog slechts weinige exemplaren zijn over waarom wij onzen lezers aanraden, achterstaande bon ten spoedigste aan ons bureau in te zenden. De Redactie. In de openingsrede van 18 Sep tember wordt op twee plaatsen van den landbouw gesproken, eerst van het tegenwoordige, later van de toekomst. ïDe min gunstige weersgesteld heid deed haren nadeeligen invloed op den oogst gevoelen de toestand van den veestapel is zeer voldoende." Zoo heet het in den aanvang, en niemand zal die schets onjuist noe men. Wat de beloften en toezeggingen aangaat, die men zoo gaarne aan stipt in de redevoering, waarmede de parlementaire nieuwjaarsdag zich aankondigt, met betrekking tot ons onderwerp zijn zij deze »Een ontwerp van wet op den verkoop van natuur- en kunstboter is in bewerkingde gelden, benoo- digd voor landbouwproefstations, zul- Een ware geschiedenis uit Thüringen, door 1SDRÉ HUGO. 9) Arthur en zijn leidsman plaatsten zich in de opening die de aanwezigen voor beiden hadden gemaakt en luisterden, nadat zij het bier van den waard ontvangen en daarvan gedronken hadden, naar de vertelling van den ouden man, die na, zijn keel te hebben Jgeschraapt, aldus voortging »Zie je, tot dusver ging de zaak goed mijn meester had wel de#kas gered, maar daarom was die nog lang niet in zeker heid. Wy waren ongeveer vier uren van Blidah verwijderd, en hadden nog geen oogenblik gerust. Daar kwamen wij aan een bosch. De overste Reinpart zocht ons, wanneer wij over [de onverdragelijke hitte klaagden, steeds tej troosten met het vooruitzicht dat er in dat bosch wel water zou te vinden zijn.'Toen kwam hy op den ongelukkigen inval.ons te verdeelen om water te zoeken. Twee gingen rechts, twee nou, hoe heeten ze nu weèr len bij u worden aangevraagd." 't Moge niet veel zijn, 't is toch een begin van uitvoering, gegeven aan de wenschen der landbouwcom- missie. De meeningen kunnen ver schillen over de vraag, ot men wel met hel voornaamste en noodigste een aanvang maakt, maar dat zal wel altijd zoo zijn. Ongetwijfeld zullen de Limburger vrienden tot de teleurgestelden be- hooreude adressen, door hen tot de Regeering gericht, spreken van heel iets anders. Zoo men het nog niet wist, kan men er zich nu van overtuigd houden, dat van de Groene Tafel geen voorstellen zullen komen tot verhooging van graanrechten, die, onder welken vorm men dien wensch ook kenbaar maakt, net middenpunt vormt van hetgeen de protectionisten begeeren ja, wij durven zelfs ver wachten, dat een voorstel, in dien geest door een of meer leden der Tweede Kamer gedaan, men weet dat daarvan ernstig spiake is, bij de Regeering bestrijding zou vinden. En men behoeft waarlijk maar even over de grenzen te kijken, om te zien wat het gevolg is van invoer rechten op granen. Nu slechts één jaar de vooruitzichten voor den oogst in Midden-Europa ongunstig zijn, doet zich reeds de vrees ge voelen. dat in Frankrijk en in Duitsch- land het brood zeer duur, dat z.elfs het gevaar van hongersnood alles behalve denkbeeldig zal worden. Ter wijl Rusland en Amerika overvloed hebben, en dien natuurlijk gaarne beschikbaar stellen, zou een onver standige économische politiek de groote massa des volks aan gebrek prijs geven, alleen omdat de boeren gaarne de kleine hoeveelheid, door hen geteeld, duur van de hand zou den zetten In de genoemde landen zijn het eenvoudig de eischen der schatkist, die hierbij op den voor grond staan bij ons is men gewoon over de dingen eenigszins ernstiger na te denken. In het advies der landboüwcom- missie wordt een ruime plaats inge nomen door wenschen betreffende het onderwijs op zijn verschillende trappen de Regeering schijnt haar plannen dienaangaande nog niet rijp te achten, ten minste, er wordt met geen enkel woord van landbouw- onderricht gesproken. Ook de proef stations vormen een onderdeel van hetgeen men tot verbetering wenscht. Laat ons even zien wat zij zijn en waartoe zij dienen. Eigenlijk gezegd zou men ze een leerschool voor volwassenen kunnen noemen. De verbeteringen, door de théorie aanbevolen, zullen er aan de practijk worden getoetst. Elk proef station zal onder de leiding moeten staan van een man, flink op de hoogte van die onderdeelen van het landbouwbedrijf, voor welke zij dienen zullen het zal de noodige gronden moeten insluiten, tot liet nemen van proeven op niet al te bekrompen schaal, zoodat de resultaten eenigs zins betrouwbaar ziju te achten. Om maar iets te noemen als men zoekt naar het antwoord op de vraag, welke meststoffen voor bepaalde ge wassen op de gronden, voor welke het station is bestemd, het meest dienstig zijn, dan heeft men aan de uitgestrektheid van een vel postpapier niet genoeg om vergelijkingen te makendan dienen er akkers te zijn aangelegd, die min of meer de voorwaarden aanbieden onder welke de proef in liet groot de eerste waarnemingen moet bevestigen. Het is ook nog geenszins voor alle streken van ons vaderland uitgemaakt, welke soort van cultuur daar de gunstigste uitkomsten belooft. Van vele dingen is men niet op de hoogte, omdat men er nooit opmerkzaam op gemaakt werd. Een voorbeeld uit vele Zou ons land, dat zoo geschikt is voor ooftbouw en voor de teelt van fijne groenten, niet meer produc tief zijn te maken als men zich op het bewaren of verduurzamen van beide toelei, dan thans met den bouw van granen? Voorzeker, elk voor zich zou kunnen beproeven, op die vraag een antwoord te gevenis het be vestigend, dan kan men zich bij anderen aansluiten om gezamenlijk fabrieken of inrichtingen tot stand te brengen, waar die producten voor den wereldhandel geschikt worden gemaakt. Doch men doet dat nu eenmaal niet. Is echter het proef station daar, en laat het aan ieder, die oogen heeft, zien wat met een zorgvolle bearbeiding van den grond te krijgen is, dan zal zulks menigeen tot navolging prikkelen, en verhoogde welvaart zal er uit voortvloeien. Of het in het voornemen der Regeering ligt, ook de zuivelbereiding te trekken binnen den kring van werkzaamheden, over welke de proef stations het noodige licht moeten doen opgaan, zouden we niet durven zeggen. Wel leent deze tak van landbouw er zich uitmuntend toe, en wel moet hij beschouwd worden als een hoofdbron van ons bestaan, maar het schijnt ons toe, daterniet geringe kosten aan verbonden zijn, om volledige inrichtingen te krijgen die als het ware tot model moeten dienen voor de productie. Van de model-scholen voor boter- en kaas bereiding, gelijk er nu eerlang zullen opgericht worden, verwachten we voldoende resultaten, die de Regeering kan vermeerderen, door niet karig te zijn met het verleenen van onder sleuning. Aan deze een proefveld te verbinden voor de teelt van voeder gewassen, benevens een gelegenheid tot opkweeking van eenige stuks vee, zou zeker aanbeveling verdienen. In de N. Rott. Ct. leest men het volgende ingezonden stuk Mijnheer de Redacteur Heden heb ik bij den officier van jus titie te 's Gravenhage de volgende twee klachten ingediend Aan den Officier van Justitie te 'sGra- venliage Op den 13den September had ik de eer, u bij schriftelijke klacht mede te deelen, dat de heer Verslege, gepensi oneerd luitenant kolonel O.-I. leger, rid der der Militaire Willemsorde eene door hem geschreven en door zijn toedoen gedrukte brochure, waarmede ik op de meest verregaande wijze word beleedigd en belasterd, heimelijk, dat is: buiten mij om, beeft doen uitdeelen aan de le den van de staatscommissie, waarvan ik lid en secretaris ben. Ook deelde ik u mede, dat de heer Verstege die brochure heimelijk, dat is: buiten mij o<n, gebracht had onder de oogen van den minister van koloniën. Nog deelde ik u mede, dat de minister van koloniën een en ander te mijner kennis had gebracht. Voorts deelde ik u mede, dat ik dagen daarna, in den avond van 12 September, meester raakte van eenige losse bladen dier brochure, mij toegezonden door den voorzitter der staatscommissie, die ze, op zijne uitnoodiging, van den heer Verstege ontving. Eindelijk deelde ik u nog mede, dat de poging van den heer Verstege, om mij alzoo heimelijk over te leveren aan de verachting mijner medeleden van de staatscommissie, reeds vrij wel gelukt was, hetgeen mij getoond werd door den majoor Staal, lid der staatscommissie. Sedert zijn de omstandigheden niet weinig veranderd. De heer Verstege heeft nu aan die brochure de meest mogelijke openbaar heid gegeven, want ik zelf kocht van de Gebroeders Langenhuijzen, uitgevers al- bier, een exemplaar van de biochure, die ik ti hierbij aanbied, en waarvan, blijkens het titelblad, reeds een tweede druk het licht heeft gezien. Daarenboven is die brochure openlijk, dat is: door middel van dagbladen en door het plaat sen voor de ramen der winkels van boek handelaren, te koop aangeboden. De poging van den heer Verstege om mij daarmede over te leveren aan de verachting van mijne medeleden der staatscommissie, van mijne mede-ridders, van mijne mede-officieren en van mijne medeburgers, hebben voor mij de ernstig ste gevolgen opgeleverd. Negen leden der staatscommissie hebben ik kan die drommelsche Fransche namen niet onthouden." De oude man dacht een oogenblik na. «Laat ze heeten zooals ze willen I" riep een der toehoorders uit den kring. «Ge hebt gelijkOm Kort te gaan, naar iederen kant gingen er twee en de overste rechtuit, en ik moest met mijn kameraad bij de kas blijven. Het is altijd een verduiveld ding te weten, dat naast je zoo iets van honderdduizend thaler in blank goud liggen, en men moet zich goed houden, om de stem des duivels niet te hooren, die je in je oor blaast: »Sla je kameraad dood en ga met de kas op den loop!" Maar, ik bleef trouw en eerlijk en dacht zoo wat over rnijne zaken na, totdat ik door vermoeienis en die vreese- lijke hitte uitgeput, het voorbeeld van mijn kameraad, die al eene geruime poos snorkte, navolgde. Hoe lang ik geslapen heb, weet ik niet, want als je bij je ontwaken met de blanke sabel over je schedel gehouwen wordt, dan denk je aan geen tijd. Ik had echter nog zooveel bezinning de beide spitsboeven, die ik hoop dat de duivel nog eenmaal in de hel zal smoren, die linksaf gingen, te herkennen, toen ze de kisten met goud van den wagen hieven en ze trachten te openen. Daarop verloor ik het bewustzijn. Toen ik weer bijkwam was de wagen met het paard verdwenen, mijn kameraad lag dood aan mijne zijde en van den overste en de beide andere lieden was geen spoor meer te zien I" De oude soldaat dronk uit de naast hem staande kruik om zijne keel wat op te frisschen, zooals hij zeide. «In plaats van soldaten grijnsden mij echter ernstige Afrikaansche vrouwenge zichten aan toen zij zagen dat er nog leven in mij was, voerden zij een dollen dans voor mij uit, verbonden mijn hoofd en droegen mij op een snel vervaardigde baar naar hare hutten. Wat ik daar be leefd heb zal ik u een anderen keer ver tellen. Kortom, na een of twee jaar, dat weet ik zoo precies niet meer want toen ik naar Frankrijk terugkeerde, wa ren de gemoederen nog in gisting ver nam ik, toen ik naar den overste Rein part informeerde, dat deze beschuldigd was geworden geld te hebben verduis terd, dat zijne goederen waren in beslag genomen, en dat hij naar Duitschland was gegaan, om daar de beide schui ken die zi|n goeden naam en zijn vermogen gestolen hadden, uit te vinden. Ik kan me nu nog niet begrijpen hoe dat in zijn werk is gegaan De boer trok nu Arthur aan denar m en fluisterde hem stil toe: «Mijnheer, wij moeten weggaan Arthur trad met zijn leidsman uit den kring. Toen hij wegging, bemerkte hij, dat gelijktijdig met hem nog verschillende andere lieden opstonden en elkander heimelijk iets in 't voorbijgaan in 't oor fluisterden. »Er schijnt iets gaande te zijn vroeg Arthur aan zijn leidsman, toen zij den weg naar het boscli insloegen. «Hoe dat, mijnheer?" «Omdat verscheidene personen uit den kring plotseling de hoofden samenstaken «Gewis Mijnheer. Ongeveer een uur geleden is er een detachement grenadier s uitgegaan om smokkelaars te vangen. Ik denk echter dat zij er niet veel zullen beet krijgen?" »Hoe meent ge dat?" »Wel, de smokkelaars zijn veel te moe dige en geslepen lui, dan dat zij zich door zulke kinkels als die soldaten zijn, zouden laten vangen Eenige minuten gingen beiden zwygend naast elkander. «Ulmhosen schijnt, te oordeelen naar zijn bouwtrant er. inrichting, voor zoover ik het gedurende mijn kort verblijf kon opmerken, een tamelijk welvarend dorp te zijnzeide Arthur tot zijn geleider om hel gesprek weder te doen vlotten. «Behalve de bewoners van het jacht huis zijn al de overigen kleine grondeige naren in Ulmhosen antwoorde zijn med- gezel. «Dat's mooi." «O, ja, mijnheer, als er maar iets niet bij was!" «En dat is?" «Ulmhosen staat in kwaden reuk «Zoo, waarom?" «Ja, dat is orn een bijzondere reden Gij weet zeker dat een half uurtje van hier de tolgrens is!" «Die moet hier dicht bij zijn, maar wat heeft dat met de bewoners van Ulmhosen te maken?" «Ja, dat is juist de zaakantwoordde de boer. «Men zegt namelijk dat de be woners zicli toeleggen op den smokkel handel I" «Is dat zoo voordeelig?" As je blieft, mijnheer!" «En spreekt dat gerucht dus waarheid «Ik geloof het wel I" Dat moet toch een gevaarlijk hand werk zijn? «Zeker, mijnheer. Wanneer een smok kelaar uitgaat, heeft hij altijd zijn doods hemd aan «Hoe dat?" «Omdat de grenssoldaten als ze er een beet krijgen, dadelijk vuur geven (Wordt Vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 1