nieuwe Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. DE GELDKOFFER. fio. 92. Zaterdag 17 November 1888. Zeventiende Jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. In eere hersteld. BINNENLAND. Feuilleton. CODR VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per po9t door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien vier» aal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Wanneer wij de zichtbare oorzaken nagaan, die het heden herdachte feit, de herstelling der Nederlandsche onafhankelijkheid ten gevolge hadden, dan wenden zich onze blikken in verschillende richtingen. Het juk des vreemden overheer- schers werd niet met dien weerzin getorscht, dien men verwachten zou bij een volk dat zich levendig zijn schoon verleden herinnerde en ware het niet, dat de telkens verzwaarde contingenten van lotelingen tallooze gezinnen in rouw gedompeld hadden, men zou zich misschien nog gemak kelijker in het verlies der nationale zelfstandigheid hebben geschikt. Het politiek leven, al te opgewekt in de jaren die de omwenteling van 1795 voorafgingen en onmiddellijk daarop volgden, had zich te ruste gelegd en de vurigste republikeinen van voorheen hadden zich, van trap tot trap, eerst het eenhoofdig bewind van Schimmelpenninck, daarna het koningschap van Lodewijk Napoleon, eindelijk de onderwerping aan den wil van den Keizer laten welgevallen. De loop der omstandigheden had het zoo meegebracht, 't was als vanzelf gekomen, wat zou men er tegen doen Ja, de gevolgen der inlijving bij het Keizerrijk, die gevoelde men wèlhier werd getreurd over het verloop van den handel, daar in 't geheim gemord over het rente verlies van de staatsschuld, maar indien eens diezelfde gevolgen waren uitgebleven, zouden dan de meesten zich niet nog met veel meer bereid willigheid dan zij thans betoonden, gebogen hebben voor den Caesar, wiens glorie de gansche wereld ver blinde Men gevoelt toch, dat het iets anders was, de stoffelijke, de financièele resultaten te bejammeren van hetgeen geschied was, dan gloeiend van ergernis over de ver nedering, die het vaderland had on dergaan, het vaste voornemen op te vatten, het juk af te werpen, het kostte wat het wilde Doch daaraan dachten slechts weinigeneen klein getal dichters en schrijvers wierpen in hun studeer vertrek de vonkelende woorden op het papier, aan hun ziel ontweid en die, zoodra de wind op zou steken, bestemd waren om dien tot een storm aan te blazenslechts een gering getal mannen van aanzien bereidden zich voor, om de eerste gelegenheid die hun streven boven het peil eener onverantwoordelijke roekeloosheid zou verheffen, te baat te nemen ten einde het land, welks toekomst de eerste plaats innam in hun hart, aan de vreemde tyrannie te onttrekken. Aan deze mannen in de eerste plaats onze dankbare herinneringen. Van Hogendorp, Van Limburg Stirum, Van der Duyn van Maasdam, Falck, Kemper, om slechts de voornaam- sten te noemen die op het staats- tooneel handelend zijn opgetreden, zij zijn het hoofdzakelijk, die Neder lands wedergeboorte tot stand hebben gebracht. Van meer dan één Restauratie maakt de geschiedenis melding, die gevolgd werd door tooneelen van bloedige wraaknemingde Stuarts in Engeland, de Bourbons in Frankrijk hadden nauw den troon hunner vaderen weer bestegen, ol zij stelden een scherpe vervolging in tegen allen, die een rol vervuld hadden in de omwenteling waardoor zij tijdelijk van de regeering verwijderd waren gebleven. Het herstel van Oranje is geweest een daad van vrede, van verzoening de oude strijd der par tijen werd niet opgerakeld, om de thans bovendrijvende vergoeding te schenken voor de vroegere nederlaag. Zonder twijfel hebben wij dit te danken aan de edele gezindheid van Neerlands eersten Koning maar niet minder ook aan de omstandigheid, dat de Graaf van Hogendorp een brug sloeg tusschen het verleden en de toekomst, dat hij de vruchten van de omwenteling van 1795 voor verwaarloozing bewaarde, door ze, overeenkomstig de eischen eener gezonde staatkunde, een plaats te doen verkrijgen in de staatsregeling, die hechter band zou worden tus schen vorst en volk dan de versleten vormen van het staatsrecht onder stadhouderlijk bestuur. Laat ons echter niet onbillijk zijn. Toen de volksgeest eenmaal ont waakt was, deed zij zich vrij krach tig gelden, en de juichtoon, die het land doortrilde toen de mare werd vernomen, dat de Prins van Oranje den vaderlandschen bodem weder drukte, dien hij lang geleden als een weinig bekend twee-en-twintigjarig jongeling verliet, die juichtoon was niet geveinsd, gelijk waarschijn lijk menige kreet die voor weinige jaren Napoleons zegevierenden intocht vergezeld had. Men kan zelfs zeggen, dat de eerste stoot tot het werk der bevrijding door de lagere volksklasse is gegeven, ofschoon niet op een wijze die de kans van welslagen verzekerde. Het verzet tegen de op roeping der Nationale Garde ter ver sterking van de Keizerlijke gelederen, en later, toen de Fransche autoriteiten op het bericht van do door Frankrijk geleden nederlaag de hoofdstad ont weken hadden, het in brand steken der douanenhuisjes en het geroep van «Oranje bovenhet vertoonen van de zoo lang verborgen gehouden kleuren, bewijzen dat de doodslaap, waarin de natie scheen weggezonken, nog niet volkomen was maar weder om, moeten we het niet betreuren, dat toen kort daarna de met zooveel blijdschap teruggeroepen Vorst zijn onderdanen te wapen riep om met hem den Franschman van ons grond gebied te verdrijven, slechts weinigen de herkregen vrijheid met hun leven wilden verdedigen, zoodat de Vorst wel genoodzaakt was het zoo gehate stelsel der conscriptie te bestendigen Nog andere oorzaken werkten mede tot het welslagen van het bevrijdings- werk. Het was inzonderheid de invloed van Engeland op de beslissingen der Mogendheden, waardoor ons afzon derlijk volksbestaan voor de toekomst werd gewaaiborgd; Engeland, dat van dat herstel goede gevolgen wachtte voor het behoud van liet staatkundig evenwicht, en zich in die verwachting niet bedrogen heeft gezien, toen een jonge Oranjevorst aan het hoofd der Nederlandsche troepen de zegepraal bij Waterloo hielp bevechten. En thans, nu vijl-en-zeventig jaren ons scheiden van de reeks van merk waardige dagen, gedurende welke het Koninkrijk der Nederlanden werd gevestigd, hetzij men die viere met feestelijk vertoon, op den ge denkdag van het optreden van het beroemde Driemanschap in de residen tie, of op de datums die meer van plaatselijke beteekenis zijn wegens de herdenking van het vertrek der Fransche troepen nu uit deze, dan uit gene veste, hetzij men zich bepale tot een eenvoudige herinne ring in woord of geschrift, één gedachte behoort van dat alles de grondtoon te zijn, namelijk het besef dat het volk van Nederland zich het toen verkregen voorrecht bij toene ming moet waardig maken. Het vaderland trad voor het eerst in een geheel nieuwen toestand, dien van een innige, door Grondwettelijke be palingen omschreven samenwerking tusschen Vorst en volk, waarmede de verantwoordelijkheid voor de toe komst niet slechts op de regeerders, maar ook op de geregeerden rustte. Door in den vollen zin des woords vaderlanders, Staatsburgers te zijn, maken wij den band tusschen Neder land en Oranje steeds hechterdoor ten allen tijde bereid te zijn, per soonlijke belangen achter te stellen bij 's lands welzijn, handhaven wij de bescheiden, doch waardige plaats, die wij sedert drie-vierden eener eeuw in de rij der volken innemen. Moge deze gedachte ons steeds voor den geest staan, ons aan sporen alle krachten te wijden aan den bloei, de welvaart, den vooruit gang van het gemeenschappelijk vaderland Voor het eerst sedert geruimen tijd heeft Z. M. de Koning Donderdag op Het Loo weder gezamenlijk den maaltijd ge bruikt met de Koningin en de prinses. Keucheniiis-scliool. Men verzoekt ons de vrienden der Zen ding nogmaals te wijzen op de pogingen, welke worden aangewend door definan- cieele commissie der Nederl. Geref. Zen- dingsvereeniging ter verkrijging van de gelden, noodig voor den bouw van de te stichten Keuchenius-sehool en tevens, te herinneren aan den datum, zijnde 15 Nov. a. s. door de commissie vastgesteld, ter inning van de gecollecteerde gelden. 't Best zal zijn dat de vrienden zelf de busjes openen en den inhoud (voor hen die buiten Amsterdam wonen per post wissel) overmaken aan den penning meester, den heer J. H. Stoové, Amster dam, Vijzelstraat No. 89. In de Indépendance Beige vonden wij het volgende telegram uit Berlijn i>Een artikel in de Börsen Courtier heeft hier nog al de aandacht getrokken. In dit artikel wordt de Nederlandsche Regee ring aangevallen, wegens een proces van ridder Barnekow. tegen een groot In dustrieel uit Amsterdam, den heer Heine- ken. De Börsen Courrier zegt, dat in Nederland geen rechtbanken voor vreem- dehngen zijn en het blad constateert, dat zelfs de minister van justitie, de heer Bellinchave, de fouten onzer rechtsple ging heeft erkend. De Duitsche Regee ring zou reeds meermalen genoodzaakt geweest zijn op regeling van dit punt bij de Nederlandsche Regeering aan te dringen. Ten slotte dreigt de Börsen Courrier met represaille maatregelen, om de Nederlandsche Regeering te dwingen verandering in de rechtspleging aan te brengen." Het lust ons niet dit dwaze bericht in Een ware geschiedenis uit Thüringen, DOOR ANDBÉ HUGO. 23) De oude Falkening knabbelde zoo hard op de veeren pen dat deze tusscben zijne tanden kraakte; zijn blik vloog eenige malen over het groote, open groot boek, toen ging hij op de kantoorkruk zitten, stak de pen tusschen zijne weinige grijze haren achter het oor, drukte zijne handen vast te samen, boog het boven lichaam naar boven en keek, al spreken de, naar den grond. «De laatste erge beschuldiging tegen het meisje daargelaten, die geheel en al uit de lucht is gegrepen, moet ik je ant woorden, dat, wat graaf Hohenberg je gezegd heeft, louter en alleen een middel is geweest om zich op het meisje te wreken dat zijn hand heeft afgeslagen. Wat kan mijn alwetende zoon daartegen inbrengen 1" «Dat uwe voorstelling der zaak niet de ware isl" «Dus houdt ge uw vader voor een leu genaar?" «Volstrekt niet «Dat doet ge toch zoo ge mijne woor den in twijfel trekt!" «Omdat mijn gevoelen door bewijzen gestaald wordt." «Het mijne ook. Klauman zelf heeft mij wat ik u daar zeg, gisteren nog na de vergadering verklaard, en Klauman is een man van eer verstaat gij mij?" «Het is mogelijk, vader. Zoo hij echter zegt dat Christine of hij mijn vriend Ho henberg een blauwtje heeft laten loopen, dan spreekt hij onwaarheid." Falkening bleef op zijn stuk staan. «Dus wilt ge Christine niet huwen. «Neen «Waarom niet?" «Gedeeltelijk op grond van hetgeen ik daar even zeide, anderdeels omdat ik minder koel verstand dan gevoel heb en daarom voor Christine geen passende partij ben." «Is dat je laatste woord?" «Ja «Dan weet ik hoe te handelen!" «Wat wilt ge dan doen vader?" vroeg Arthur terwijl diens voorhoofd zich voor een oogenblik fronsde. «Gij hebt je laatste woord gesproken. ik zal het ook doenVoor heden genoeg, de rest zult gij later vernemen! Basta! En ga nu maar heen! Ga naar je kamer of naar het gezelschap van je vrienden, die menschen van ge voel! Voor vandaag heb ik je niets meer te zeggen!" Toen de oude man deze woorden op gebiedenden toon had geuit, rees hij uit zijn gebukte houding op, zag zijn zoon van ter zijde aan en ging toen bedaard voor het grootboek zitten, alsof er niets gebeurd ware. Maar toen Arthur vertrok, knikte hij zonder te spreken met het hoofd; daarop zag hij door de groene horren naar buiten totdat de zon hern zoodanig verblindde, dat hij zijn plaats verliet en met groote schreden de kamer doorstapte. «Hm, hm, dat zijn de vruchten van dit zoogenaamde moderne onderwijs Men schen van gevoelAllemaal gekheid Wat geeft ons dat gevoel! Niets niets altegaar niets! Had ik indertijd, toen Ar thur gedoopt werd, mijn zin gedaan, dan zag het nu geheel anders met hem uit. Onze Arthur is nu eenmaal niet voor koopman geboren zeide mijn zalige vrouw altijd, als ik er van sprak Arthur in de zaak van een mijner vrienden op te lei den. Nu, ik deed haar zin en liet hern het gymnasium doorloopen, totdat hij in de eerste klasse was gekomen. Toen stierf mijn goede Doortje. Ik stond alleen, ver laten in de wereld: mijn zaak bloeide zoo schoon als 't koumijne firma was, zooals nog heden, een der meest geaciiten. En zal dit huis met mijn dood uitsterven Zal de firma «Maurits Falkening" ver dwijnen? Neen, neen! Had ik in dertijd toen de jongen achttien jaar was, hem eenvoudig van school genomen en hem bij mij of bij een handelsvriend in de zaak gebracht, dan zou er misschien nog een koopman uit hem geworden zijn. Maar neen, nog liet ik hem twee jaar de handelschool bezoeken en wat is er van hem geworden? Een man van gevoel! Ik kan daf soort menschen niet lijden! Een waar koopman moet een man van verstand zijn! Vindt ge dat ook niet, Va lerian Met deze woorden brak Falkening zijn gesprek af en wendde zich tot den boek houder. Deze streek met de linkerhand de ha ren van zijn pruik over het oor, schraapte vrij luide zijn keel en schudde zijn pen uit. «Ge hebt volkomen gelijk, Maurits!" «Niet waar «Zeker «En wat zijn de meeste van onze tegen woordige koopmans- of winkelbedienden? Modegekken, modepoppen, die alleen weten te spreken van scheerdoozer. en knevels, en beter weten omtegaan met reukfleschjes en spiegel, dan met de pen en met de tafel van vermenigvuldigingVroeger wa ren de tijden toch anders, Valerian «Zeker, zeker, Maurits! Mijn hemel, als ik nog denk aan den tijd toen wij de zaak begonnen dat zag er toen geheel anders nit!" «Weet ge nog, Valerian, wij hadden toen maar vier bedienden dat waren kerels! Zij zaten achter de boeken en werkten met verstand Zij dachten niet den ganschen dag aan kwasterijen en dwaasheid «Zij zijn ook allen ferme mannen ge worden «En ga nu onze bedienden eens na! Ze zijn zes maal zooveel in getal, rnaar ge zult er geen drie vinden als die wij toen hadden. Opgesnorkt en opgestreken zitten zij tegenwoordig het hoofd vol van bals, vrijerijen; in plaats van, zooals vroeger het geval was, na afloop van liet werk de boeken doortezien, grijpen ze nu naar pomadedoosjes en reukfleschjes Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 1