nieuwe
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
DE GELDKOFFER.
No. 93.
Woensdag 21 November 1888.
Zeventiende Jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Feuilleton.
1MEBSF00BT
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
aovertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advcrtentieu viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend,
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Men schrijft uit Apeldoorn aan
het V. D.:
«Het is thans vast bepaald, dat Z. M.
de Koning met gezin dezen winter op
het paleis het Loo zal blijven vertoeven.
De gezondheidstoestand van Z. M. blijft
gelukkig voortdurend zeer bevredigend.
H. K. H. de Groothertogin van
Saksen, Prinses der Nederlanden, heeft
eene bijdrage geschonken aan de Ver-
eeniging Nederlandsch Meltray te Rijs-
selt bij Zutfen, de Vereeniging tot het
verstrekken van warm voedsel aan arme
schoolkinderen te 's-Hage, en de verlo
ting ten behoeve van de Amalia-bewaar-
school te 's-Hertogenbosch.
De nieuwbenoemde gouverneur van
Suriname, jhr. mr. M. A. de Savornin
Lohman, zal met de boot van den Kon.
W.-I. maildienst 12 December uit Am
sterdam de reis naar de kolonie aanvaar
den.
De feesten te Rotterdam, 's-Gra-
ver.hage, Alkmaar en elders gevierd ter
herdenking van 't vijf-en-zeventigjarig be
staan van Neèrlandsch onafhankelijkheid,
zijn met groote opgewektheid en in goede
orde gevierd.
Een particulier telegram uit Brus
sel aan de Berlijnsche Kreuzzeitung
meldt, dat de graaf van Parijs zijne ge
trouwen ten tweeden male te Dordrecht
om zich verzamelen zal. Tot dusver is
volgens de Dord. Ct. hieromtrent niets
bekend.
Uit Samarang wordt omtrent de
onlusten in Soerakarta het volgende aan de
Javabode geschreven
Verwondering behoeft het niet te baren,
dat ergens in Solo de bom zal barsten.
Wanneer men van menschen, die jaren
lang in het Soerakartasche gewoond heb
ben, hoort, hoe in de werkelijkheid de
Javanen in die residentie worden uitge
zogen door hun eigen hoofden, hoe ieder
ondergeschikt hoofd op de door hem te
innen lasten een of ander willekeurig
percentage zet, bij wijze van commissie,
en het dus te innen bedrag volgens de
termen van eene meetkundige reeks op
klimt, tot de laatste term eindelijk in den
vorm van een bijna niet betaalbaren eisch
bij den ongelukkigen dessa-man arriveert,
dan kan het moeielijk anders of zelfs de
»ja en amen" zeggende Javaan moet einde
lijk uit wanhoop tot verzet te krijgen
zijn. Ik zeg te «krijgen zijn," omdat hij
zoo zeker als iets ook in deze zaak wel
niets meer dan machine zal zijn, gedreven
door eenige belanghebbenden, die iets uit
het troebele water denken te kunnen op-
visschen. Het Solosche en Djokjasche volk
is tengevolge der voortdurende knoeierijen
en de daaruit voortkomende onveiligheid
zoo gedemoraliseerd, dat ze onder de
andere Javanen van Midden-Java als van
een minder soort worden beschouwd. Ik
heb dit zelf dikwijls door Javanen in de
binnenlanden gehoord, wanneer er bijv.
een diefstal of een andere misdaad ge
pleegd was: «o ja" maar dat is ook een
«orang" uit Solo." Trouwens het veel
minder gunstige uiterlijk spreekt reeds
voor zich.
Ik overdrijf niet, wanneer ik zeg dat
de toestannden in de Vorstenlanden in
één woord afschuwelijk zijn, ondragelijk
voor den «kleinen man" en treurig door
de verhouding van het inlandsch bestuur.
Het is werkelijk een bewijs van kleinheid
en halfheid dat we al niet reeds lang
den geheelen rommel nu zal ik mijn
mond maar houden, het mocht eens aan
stoot geven
De zaak betreffende het geval van
kwade administratie bij eene der com
pagnieën van het regiment grenadiers en
jagers schijnt nog grootere afmetingen
te zullen aannemen, daar een onderoffi
cier, die belast was met het toezicht en
onderhoud op het magazijn van gedepo
neerde kleeding der milicien-verlofgan
gers der oudere lichtingen, zich in een
der localen van de kazerne door een ge
weerschot van het leven heeft beroofd.
(IV. R. Ct.)
Te Heerenveen is eene afdeeling
opgericht van de Nederl. Heidemaatschap
pij. Tot bestuursleden zijn gekozen de
heeren mr. D. Brants Oosting en D.
Woltman.
Aan de Maatschappij de Maas te
Rotterdam is door de Koninklijke Neder-
landsche Stoomboot-maatschappjj de bouw
van een stoomschip opgedragen.
Als een bewijs, hoe vlug de suiker
fabriek Holland te Halfweg thans werkt,
nu den laatsten tijd vele veranderingen
en nieuwe machineriën zijn aangebracht,
moge dienen, dat dezer dagen in 24 uur
20,000 KG. suiker werd gefabriceerd,
terwijl dit gemiddeld nooit minder is dan
19,000 K.G.
Omstreeks Kerstmis zal de campagne
afgeloopen zijn.
De aanleg van een stoomtram van
Breda naar Antwerpen is thans verze
kerd. Het Belgische consortium is reeds
tot nabij de Nederlandsche grens gevor
derd, en tot biertoe wachtte men slechts
op de uitvoering der concessie op Neder
landsch grondgebied, om tot eene aan
sluiting van Breda met Antwerpen te
geraken.
Nadat door den concessionaris, de heer
mr. A. Kuijtenbrouwer te Ginneken, te
vergeefs beproefd was de gewenschte
aansluiting tot stand te brengen, is het
thans den heer Gieben te Breda gelukt,
deze te verzekeren.
Te Kesteren- zijn de mazeleü in
een zoo erge mate uitgebroken dat de
scholen daar gesloten zijn.
De sloep, behoorende bij den
loodsschoener no. 6, waarover men zich
reeds eenige dagen ongerust maakte,
blijkt thans werkelijk met man en muis
te zijn vergaan. Vier flinke mannen
verloren daarbij het leven.
In een paar druk bezochte verga
deringen is door de werkbazen te Alme-
loo bet plan besproken tot oprichting
vau een fonds tot ondersteuning van
ambachtslieden en werd door het toezeg
gen van flinke bijdragen aan dit voor
nemen reeds een begin van uitvoering
gegeven. De vereeniging is nog niet ge
vormd, maar men hoopt in eene volgen
de bijeenkomst de statuten vast te stel
len en een bestuur te verkiezen. (T.C.)
Men meldt uit Utrecht 't volgende
«In een der sociëteiten alhier wilden zich
dezer dagen de dienstboden ter ruste be
geven, maar wie beschrijft hun schrik en
ontsteltenis, toen zij in hun bed een veld
artillerist zagen liggen. Zij vlogen ijlings
naar beneden en riepen den kastelein en
een paar bedienden, die juist nog bij de
hand waren, te hulp. Onmiddelijk ver
scheen, de door hen met de geschiedenis
in kennis gestelde patrouille, door wie
deze onwelkome en ver boven zijn thee
water zijnde onverwachte logé werd wak
ker geschud en medegenomen. Hoe onze
vriend er toe kwam om de sociëteit, in
plaats van de kazerne tot nachtverblijf te
kiezen, blijft een raadsel, te meer nog daar
de bewuste kamer niet was te bereiken
dan na drie trappen te beklimmen."
Een onder de gemeente Ermelo, bij
't Uddelermeer en de buurtschap Uddel
gelegen dennenboschje werd voor eenigen
tijd gekapt, om tot hout in de Belgische
kolenmijnen te dienen. De eigenaar laat
nu den grond omspitten, en de arbeiders
die het werk verrichten kwamen eenige
dagen geleden tot de voor oudheidminnaars
aangename ontdekking dat ze een klassie
ken grond onder de voeten hadden. Zoo
nu en dan delven ze gedeelten en scherven
van urnen, die op een Germaansche af
komst wijzen. De voorwerpen zitten
meestal zeer hoog in den grond; een urn
werd in ongewonen stand, met den bodem
naar boven, gevonden. Jammer dat de
zelfstandigheid door den tand des lijds zoo
zeer heeft geleden dat de overblijfselen,
met de grootste voorzichtigheid boven den
grond gebracht, onmiddelijk in elkander
vallen. Maar toch getuigen de scherven
van een zeer hooge oudheid en van een
niet van kunstzin misdeeld voorgeslacht.
Onder de paarden van het remontede
pot te Milligen hebben zich eenige ge
vallen van influenza voorgedaan, waarvan
een met doodelijken afloop.
De belangstelling in den te Breda
wonenden pretendent der Fransche kroon,
de heer Charles Louis de Bourbon, begint
weder levendig te worden. Deze week
werd hem weder een bezoek gebracht
door eenige Fransche heeren, vergezeld
van twee geestelijken, die met den heer
de Bourbon een onderhoud hebben gehad.
De groote internationale hardrijde
rij op schaatsen, uitgeschreven door den
Nederlandschen Schaatsenrijdersbond, zal
dezen winter te Heerenveen gehouden
worden.
De wedstrijd zal zijn een om het
meesterschap van Nederland, op een baan
van circa 1609 meter, waarvoor vier
prijzen uitgeloofd zijn, nl. van f 600 met
diploma en gouden medaile, f 300, f 60
en f 30, met diploma.
Voor den wedstrijd om het meesterschap
van Nederland voor heeren liefhebbers,
op een baan van gelijken afstand, worden
uitgeloofd een gouden, een zilveren en
twee bronzen medailles.
Tot leden van het hoofdbestuur van
het Ned. Onderwijzersgenootschap zijn
benoemd de heeren G. Kappenburg en
A. Heinsius, beiden te Amsterdam.
Verscheiden burgemeesters in het
Duitsche rijk zijn uithun humeur. Waar
om, vragen ze, draagt een officier een
sabel, ja, een politieagent zelfs, en zijn
ze in een schitterende uniform gestoken
En waarmee mag een Duitsch burgemees
ter zich tooien? Met een gouden ketting,
die hem veel doet gelijken op een deur
waarder aan kantongerechten of arrondis-
sements-rechtbanken. Welk eene be-
leediging voor een achtbaren burgervader,
vergeleken te worden bij een deurwaar
der! Zij leggen dan ook in een adres
aan den minister van binnenlandsche
zaken hunne grieven bloot en vragen
zeer onderdanig, of 't Zijne Excellentie
moge behagen, hen te behangen met
galons en een sabel. Hoe zullen ze anders
hun prestige bewaren op kermissen, vra
gen ze den minister, op publieke plaat
sen, bij feestelijkheden?
Koning Christiaan van Denemarken
viert zijn 25-jarig jubilé, keizer Franz
Jozef van Oostenrijk zal zijn 40-jarig
jubilé vieren, maar boven al die jubilé's
spant dat van liet huis von Wettin de
kroon, 't welk eerstdaags zijn 800-jarig
bestaan feestelijk wenscht te herdenken.
Ilit huis omvat de takken Ernestine
de oudste en Albertine de jongste,
't Huis Ernestine telt onder zijn leden
de regeerende families van Weimar,
Meiningeo, Altenburg en Coburg Gotha.
De tak der Albertines is vertegenwoor-
S digd door het koninklijk Saksische huis.
De keizer en de keizerin hebben be-
loofd, de feestelijkheden, welke te Dres
den zullen worden gehouden, rnet hunne
tegenwoordigheid te vereeren.
De Fransche minister Goblet heeft in
de Kamer van Afgevaardigden eenige op-
Een ware geschiedenis uit Thüringen,
DOOR
AXDRÉ HUGO.
24) «Ik dacht nog dat Arthur
«Arthur is net zoo'n modegek als de
anderen. Dat is den eisch van den tijd
antwoordt hij mij, als ik 't hem aan zijn
verstand breng I"
«Of
»Of wat? Wat wilt gij zeggen,
Valerian
«Ja, ik zou niet gaarne te veel vertel
len ik zou niet gaarne iets zeggen
wat ik niet kan verantwoorden I"
«Nu, zeg het maar I"
«Maar het is alleen een vermoeden."
«'t Doet er niet toevertel maar op I"
Ot de liefde!"
«Liefde IZou Arthur
«Zooals ik zeide, Maurits, ik zou niet
gaarne te veel zeggen, maar ik meen dat
het waar is 1"
Valerian sloeg zijn blik voor zijn chef
neder.
«Ge weet er meer van, Valerian, maar
ge wilt het mij niet zeggen. Ge doet zeer
verkeerd I"
De boekhouder zweeg.
«Uw zwijgen is mij genoeg," zeide Fal-
kening. «Er is hier iets duisters, dat gij
mij opzettelijk verbergen wilt, niet waar?
Antwoord vrij IWilt ge? Ja of neen
«Nu, als het moetja!"
«Spreek dan op I"
«Ik sta echter niet voor de waarheid in."
«Dat behoeft niet 1"
«Luister dan! Ge weet ik woon en
garfon bij een oude dame in de Wall-
straat. Onbekend rnet het leven der te
genwoordige wereld, slijt ik het grootste
deel van mijn vrijen tijd meer in huis
dan daarbuiten, zoodat ik gelegenheid
genoeg heb met het verdeer in de straat
bekend te zijn. Over mij woont namelijk
Clara Huth
«Clara Huth?" vroeg Falkening na
denkend.
«Clare Huth, de gevierde tooneelspeel-
sterl"
«Hm, ga verder!"
«In mijne woning hoor ik dikwijls rneer
dan mij lief is, daar zij een vrij talrijk
gezelschap eenige keeren in de week bij
zich noodigt om met hen muziek te ma
ken, te zingen en zoo meer."
«Heeren of dames?"
«Gewoonlijk heeren. Onder deze heeren
nu bijna allen tot de eerste handels
firma's in de stad behoorende moet
zich, zooals mijne hospita mij [meermalen
verzekerd heeft, uw zoon bevinden, die
bij Clara Huth, niettegenstaande zij in
't geheim met een student in de medicij
nen is verloofd, zeer moet gezien zijn
Verder weet ik niets!"
Falkening sprong van zijn stoel op.
«Dat ontbrak er nog maar aan!" riep
hij ziedende van toorn, terwijl hij met
groote schreden door het vertrek stapte.
«De opvolger van de firma Maurits Fal
kening en eene tooneelspeelster
Valerian, geef mij raad, help mij
«Misschien zijn het ook wel praatjes!"
antwoordde de boekhouder.
«Praatjes! wat praatjes? «Gij
weet dat Arthur daar verkeert?"
«Ik zelf heb het niet gezien; mijne
hospita heeft het mij verteld
«Hm hm! Hier moet krachtig
gehandeld worden er moet geweld
worden gebruikt!
Falkening liep op nieuw de kamer door.
In zijn hoofd warrelden een zee van ge
dachten, die hem zoo opwonden, dat het
hem te benauwd werd in het kleine ver
trek. Hij begaf zich naar den tuin achter
zijn huis. Terwijl hij daar zoo hard over
het kiezelpad liep, dat zand en kiezel
in de hoogte sprongen, verwarden zich
zijne gedachten al meer en meertelkens
stond hem het beeld van zijn zoon voor
oogen, zooals dit sedert lange jaren niet
het geval was geweest, daar zijne vader
liefde geheel op den achtergrond ge
schoven was door zijne liefde voor de
zaken. Toch was het heden niet het va
derlijk gevoel, de vaderlijke liefde voor
zijn zoon die hem pijnigden en smartten
en hem het angstzweet deden uitbreken,
neen alleen het bewustzijn dat zijn geld-
aristocratische trots door de handeling
van zijn zoon gekrenkt was.
Het is reeds dikwijls opgemerkt en
ieder, die van nabij met menschen bekend
is, die het geld aanbidden zal de gegrond
heid dezer opmerking moeten toestemmen,
dat dergelijke lieden door niets van hunne
veroordeelen zijn aftebrengen, en zich
verbeelden dat er alleen in hun stand of
althans in den kring hunner vrienden
bekwame personen zijn te vinden, ter
wijl zij de talenten en goede eigenschap
pen van ieder ander miskennen.
Ons raadslid Falkening nu behoorde
lot die geldaristocraten, die ieder mensch
verachten zoo hij zijn recht van bestaan
niet bewijzen kan met de geldbeurs in de
hand, maar leven moet door handenarbeid
of de voortbrengselen van zijn geest. Hij
achtte het eene beleediging, eene ontwij
ding van zijn stand, als hij dacht aan de
mogelijkheid dat twee menschen, waarvan
een zelfs zijn naam droeg, en wier ver
inogen niet gelijk was, door de banden
der liefde tot elkander konden worden ge
bracht. Zoo hij tijding had bekomen dat
zijn halve vermogen door eene gewaagde
speculatie was verloren gegaan, 't had
hem niet dieper kunnen treffen dan de
mededeeling van den boekhouder. Dat
zijn zoon door een meisje zonder vermo
gen, zonder rang, noch eenige aanspraken
van dien aard zou zijn geketend, scheen
hem toe nog meer dan eene mésalliance
te zijn, en de gedachte was vreeselijk
voor hem dat hij wellicht de schoonvader
zou worden van eene tooneelspeelster.
Hij werd uit zijn gepeins gewekt door
een bediende die hem een telegram over
handigde.
Falkening ging op een bank zitten en
opende liet couvert. De toorn van zijn
gelaat maakte plaats voor een blijden
sluwen glimlach, toen hij het telegram
had gelezen.
«Heerlijk, heerlijk! riep hij uit
met een van vieugde stralend gezicht.
«Zoo ik thans een van die gevoelmenschen
zoo ik thans een dichter ware zekei
ik zou een juhelzang aanheffen om
Folignano en Comp. te bezingen! God
dank! hier heb ik een uitweg gevonden