NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. de geldkoffer. No. 103 Zaterdag 29 December 1888. Zeventiende Jaargang. abonnementsprijs: Overgang. VERSCHIJNT WOENSDAG M ZATERDAG. advertentien: BINNENLAND. Feuilleton. .Ti A AMERSFOORTSCHE COURANT. VOOR Per 3 ma-mden ƒ1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten iutezenden uiterlijk Einsdag en Vrijdag. In het jaar IS88 voor de laatste maal het woord tot onze lezers rich tende, wenschen wij op liet nagenoeg afgesloten tijdperk nog een vluchti- gen terugblik te werpen. Zij deze schets niet toereikend, om met nauw keurigheid de plaats te teekenen, die dat jaar in de wereldhistorie in neemt, zij moge althans het besef verlevendigen, dat het rijk is geweest aan gebeurtenissen, voor de naaste toekomst van het hoogste belang. Zeer natuurlijk is het, dat wij in de eerste plaats het oog vestigen op het vaderland hetwelk ons allen zoo na aan het harte ligt. Immers, al zijn we in menig opzicht niet een stemmig, al loopen onze meeningen, vrucht van ieders bijzondere levens beschouwing, wijd uiteen, ja, al dreigt zelfs dat verschil somtijds een bedenkelijk karakter aan te nemen en ons af te brengen van den weg der samenwerking, dien het toch zoo noodig is te blijven bewandelen, om vereenigd aan alle moeielijkheden het hoofd te kunnen bieden, zoodra er sprake is van het vaderlandden ken we niet meer aan onze krakeelen, schuiven we de politiek ter zijde, en herinneren we ons dadelijk, dat we broeders zijn, dat er per slot van rekening oneindig meer punten van overeenstemming dan van verschil bestaan. Hoezeer verheugt het ons te mogen zeggen, dat wij Nederlanders reden hebben, het scheidend jaar met dank baarheid na te blikken. Geen groote rampen hebben deze gewesten ge teisterd, geen besmettelijke ziekten van eenige omvang deden tal van of fers ten grave dalen. Er is een tijd geweest, dat allerwege klachten wer den aangeheven over de vooruitzich ten van den oogst, gevolg van een voortdurend ongunstige weergesteld heid, en ja, door velen is niet in gezameld in evenredigheid tot de zorgen en moeiten, aan den veldar- Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetteu naar plaatsruimte. beid besteed. Toch is het niet zoo erg geweest als gevreesd werd, en is er meer terechtgekomen dan men aanvankelijk durfde hopen. Herinnert ge u nog, hoe vele dagen achtereen bezorgde blikken werden gericht naar Het Loo, waar onze ge liefde Koning op het krankbed lag uitgestrekt, terwijl zijn hooge leeftijd het ergste deed vreezen? Goddank, de slag werd afgewend, en het leven dat wij zoo gaarne nog met eenige jaren verlengd zien, bleef gespaard. Met gerustheid mochten we dan ook het vijf-en-zeventigjarig herinnerings feest vieren van het herstel der na tionale onafhankelijkheid, en den Ko ning, zij het ook op een afstand, ge tuige doen zijn van onze toenemende gehechtheid aan het Huis van Oranje. Op sociaal gebied hadden eenige verschijnselen plaats, die tot voort durende waakzaamheid aansporen. De loonstrijd in de veenkoloniën, de werkstaking in Twente, ze leidden, dank zij met gematigdheid toegepaste voorzorgen, niet tot die ernstige ge volgen, die soortgelijke gebeurtenissen in het buitenland weieens na zich slepen, doch zijn voob hen die ons regeeren niettemin een vingerwijzing, dat in de eerste plaats de belangen der lagere volksklasse met ernst be- hooren te worden ter hand genomen, dat vervolgens het oog moet ge vestigd blijven op de volksmenners, die met boosaardig opzet ontevreden heid trachten aan te wakkeren en pogingen om de maatschappelijke klassen tot toenadering te brengen, door opruien zoeken te verijdelen. De feiten, nog voor weinig dagen in onze hoofdstad voorgevallen, en waar uit blijkt dat zelfs de laagste mid delen niet worden geschuwd om.het wraakgevoel te bevredigen, hebben opnieuw bewezen, dat waakzaamheid meer dan ooit plicht is. Is dit waar ten opzichte van het erf onzer vaderen, ook in het andere gedeelte van hetgeen zij ons als een kostbaar goed hebben nagelaten geldt die wenk. De rustverstoringen op Java hebben menig leven doen verloren gaan, jammerlijk gevolg van opruiin gen. De Indische Regeering is wel den opstand meester geworden, maar het gebeurde zal wel een krachtige aansporing zijn om toch vooral zich te vrijvaren voor zelfverwijt bij de beantwoording der vraag, of al het mogelijke gedaan wordt om ons be stuur werkelijk ten zegen der bevolking te doen strekken. Voor het Duitsche Rijk is het jaar 1888 onvergetelijk. Twee Keizers, die in ruime mate de liefde des volks, als welverdiende hulde, verworven hadden, zag het achtervolgens heen gaan den eersten, in ongemeen hoo- gen ouderdom, met de palmen der overwinning gekroond, den ande ren, in den bloei der jaren, door een ongeneeslijke ziekte getroifen, waar door de echocne verwachtingen, dio men met volle recht van hein mocht koesteren, niet verwezenlijkt konden worden. Heeft men van hun opvol ger de vrees uitgesproken, dat hij een man van het zwaard zou zijn, met wiens optreden de oorlogsfakkel over ons werelddeel zou gezwaaid worden, die beduchtheid is geweken sedert men hem onvermoeide, pogin gen in het werk zag stellen om door persoonlijke aanraking met verschil lende gekroonde hoofden de harmonie der volken op hechte grondslagen te vestigen, Laat ons echter niet al te gerust zijn. Het groote kwaad, de geesel van onzen tijd, is gelegen in de ontzag lijke wapeningen, waaraan steeds meerdere uitbreiding wordt gegeven. Zij zijn het, die niet slechts het oorlogsgevaar immer dreigend doen blijven, maar zij vernietigen de al- genreene welvaart, doen armoede toe nemen, en bereiden den akker voor I socialistische woelingen, die in meer- i dere of mindere mate overal zich 1 doen gevoelen. I Niemand zal durven ontkennen, dat de tijden ernstig zijn. De menschelijke geest ontworsteld zich aan de boeien, die voorheen de vrijheid van denken en spreken belemmerden. Dat is een lichtzijde, die evenwel ook haar scha duw medebrengt: er wordt veel wind van leering verspreid, veel als de hoogste wijsheid verkondigd, dat den toets der critiek niet kan doorstaan maar op weinig nadenkende lieden een heillooze werking uitoefend. Meer dan ooit is het noodig, de stem van het gezond verstand ingang te doen vinden, en een prijzenswaardigen hervormingsijver te temperen door een onbevangen blik op hetgeen in derdaad wenschelijk en uitvoerbaar is. Hervormen is geen omverwerpen, en het is noodig dit duidelijk aan het oordeel te brengen van allen, die zich niet door drogredenen tot dwaze gevolgtrekkingen hebben laten me devoeren. Gaan wij kalm en ruetïg, doch evenzeer waakzaam en werkzaam de toekomst te gemoet; dat elk in zijn kring toone, hoezeer het hem ernst is met de verzekering, dat het alge meen welzijn hem na aan het harte ligt. Zij 1889 voor onze lezers een gezegend jaar! Uit Apeldoorn schrijft men: Het is ons weder hoogst aangenaam, de loopende ongunstige berichten, om trent den minder gunstigen gezondheids toestand van Z. M. den Koning stellig te kunnen tegenspreken. Zr. Ms. toestand is en blijft steeds be vredigend. Z. M. houdt wel steeds de kamer, doch geenszins het bed, en vcort- durend behandelt Z. M. de regeerings- zaken en HD's bijzondere, met zijne be kende nauwgezetheid. Even als gewoonlijk, was ook thans weder een r.iet minder sierlijke kerstboom ten paleize opgericht voor de hofdignitarissen, heeren en dames aan wie mede kostbare geschenken wa ren toegedacht. De arbeiders in het park ontvingen, namens Z. M., bij gelegenheid van het kerstfeest een ham ten geschenke. H. M. de Koningin woonde op den morgen van den eersten Kerstdag de godsdienstoefening bij onder het gehoor van ds. Hattink. Nog eiken dag dezer week maakte H. M. begeleid door eene hofdame, een rijtoer, in open rijtuig. Ter vervanging van graaf von Mu- linen is tot gezant van Oostenrijk bij het Ned. hof benoemd baron von YVolters- kirchen chef van het departement van het huis des keizers aan het ministerie van het keizerlijk huis en van buitenl- zaken te Weenen. Het voorbeeld van de gemeente Stnilde vindt reeds navolging. In de ge meente Diessen was een" onderwijzer werkzaam op eene jaarwedde van f550. Die som was naar 'siaads meening te hooghij besloot daarom den onderwij zer eervol ontslag te verleenen en eene ooroeping te doen tegen eene jaarwedde van f 400. Toen de ondet wijzer hiervan de lucht kreeg, trachtte hij met den tuad een accootd te treilen. Hij bood nl. aan genoegen te zullen nemeri met eene vet- mindering van jaat wedde tot f 450. Dit accootd werd door den raad aangenomen, en daarmede de ondet wijzei in zijne be trekking behouden. De Arnerikaansche schaatsenrijders, die aan de races der Amsterdamsclie Sportclub zullen deelnemen, zijn reeds te Amsterdam aangekomen. Zij wachten op niets anders dan vorst. In de meeste gemeenten van Over- ijsel hebben zich commissies gevormd, om uit de opbrengst van collecten, hetzij op Oudejaarsavond, hetzij op Nieu wjaars- dag, uitdeelingen te doen aan de alge- rneene armen, ten einde het zoogenaamde Nieuwjaar-wenschen te voorkomen. Aan medewet king in deze ontbieekt het niet. De heer A. van Dorssen, te Rozen burg, heeft dit jaar de proef genomen met de teelt van een nieuw soort groen ten, Stnc/iisa/ïnis (Japansche aardappelen). Naar de aanvankelijke uilkomsten le oordeelen, schijnt voor deze vrucht hier te lande een goede toekomst weggelegd. Deze knolvruclit heeft veel overeenkomst Een ware geschiedenis uit ThüringeD, door ANÖKÉ HUGO. 34) ïVerena, Yerena! Ik geloof waarlijk dat ge reeds.... neen, neen, ik wil dat leelijke woord niet uitspreken. Hoor mg aan, mijne vriendin, ik zal u alles op biechten en u alles vertellen, op voor waarde dat ge eerst ophoudt uw voor hoofd te fronsen en mij veeleer met uwe lieve oogen weder zacht en vriendelijk aankijkt, en dat gij naderhand op do piano mijn lievelingslied zult zingen Ich grolle nicht van Sehuman. Neemt ge dat aan?" n Vertel maar, Clara ik beloof het u!" Het gloeiend oog van de tooneelspeel- ster nam eensklaps een peinzende, smar telijke uitdrukking aan. Om den scherp geteekenden mond werd een pijnlijke trek zichtbaar, maar slechts voor een oogen- blik; snel streek zij met de hand over haar gelaat en verdwenen was de inwendige aandoening. »0, dat ik toch niet meer aan die tijden behoefde te denken I" zuchtte zij, ze waren te schoon, te heerlijk, dan dat ik ze niet met vreugde rnaar tevens ook met smart weder in herinnering kan brengen, want nimmer, nimmer zullen die dagen van helderen zonneschijn terugkeeren. Zie, Verena, te Br.... is het innerlijk leven geheel aDders dan in de residentie. Ter wijl daar de smaak, het gevoel voor de schoone kunsten op den voorgrond treedt, heerscht hier die flauwe geest, die aan al het goede en schoone den doodsteek geeft. De jongelui van hier eenige uitge zonderd, komen mij al te dikwijls voor als een troep sukkels, opgeblazen leeg hoofden en vervelende hofmakers. Te Br.... was dat heel anders. Daar hadden onder anderen verscheiden jonge men- schen, kunstenaars, ambtenaren, docenten en vooral een aantal zonen van voor name lieden, eene kunstvereeniging ge vormd. Het doel daarvan was te beoefe nen meer dan als louter liefhebbers. Op een der leesavonden men las «Mina van Barnhelm" van Lessing had ook ik het genoegen te worden genoodigd, daarbij tegenwoordig le zijn. Hier leerde ik un mijnheer Falkening, of liever uw Aithur, kennen. Hij had namelijk den rol van Tellheim zoo meesterlijk voorgedra gen, dat ik niet nalaten kon, na het einde van het stuk, hem mijn innige bewonde- j ring te kennen te geven. Ik vond nu in den jongen man niet alleen een zeer ontwikkelden en door de natuur bij uitstek bevoorrechten geest, maar ook iemand van gevoel, zoodat ik wil het u heden wel bekennen de jonge man een blijvenden indruk op mij maakte. Ik noodigde vervolgens de aanwezigen uit op een soirée ten mijnen huize, die ik binnen kort dacht te geven. Op deze en verdere soirées zag en sprak ik nw Ar thur dikwijls. En nu moet ik ronduit verklaren, dat, toen hij eens door om standigheden verhinderd was iri ons midden te zijn, ik mij zelf bekennen moest dat niet enkel een voorbijgaande belang stelling, maar een dieper gevoel in mijn hart voor hem had wortel geschoten." Over Verena's gelaat zweefde een lichte schaduw van misnoegen. »Het werd nu rnijn ijverig streven," voer Clara Huth voort, »de gevoelens van mijn hartvriend te leeren kennen, en ik trachtte door verschillende midde len zijne meening over mij te weten te komen. Het gelukte mij, maar tot mijn schrik ontwaarde ik, dat ik mij vergist had, want de slotstem van mijn navor- schingen was dat in zijn borst geen die per gevoel voor mij sluimerde, maar dat zijne vriendschappelijke genegenheid het eenige was dat hij voor mij koesterde. Een korte poos later deed Arthur zijn eerste reis. Wel is waar keerde hij spoedig terug, zoodat het mij vergund werd nog eenmaal met hem te samen te zijn, maar dit duurde slechts kort, want den volgenden dag ontving ik door een briefje Tan hem bericht dat hij door zijn vader belast was een hoogst inge wikkelde zaak in orde te brengen, die hem zeker geruimen tijd uit Br... zou verwijderen. Of hij op nieuw naar Br.... is gekomen, weet ik niet, want spoedig daarna kreeg ik ongelukkig mijn ontslag van den directeur van den schouwburg aldaar zonder dat ik nu nog de reden daarvan weet, en ik verliet Br.... Sedert dien lijd heb ik Arthur Diet wedergezien. En ik dank het toeval dat de zaak zoo geloopen is, want nooit of nimmer zou zelfs, zoo Ar thur met mij eene liefdesbetrekking had aangeknoopt, zijn vader toestemming hebben gegeven tot zulk een mésalliance." ïGe kent dus den vader van Arthur?" »Hij is de grootste aristocraat van Br... Verena wilde juist een nieuwe vraag tot haar vriendin lichten, toen haar dienst bode binnentrad, die op den voet door Arthur werd gevolgd. sO, mijn lieve Arthui I" riep Verena tot den binnentredende, lei wijl haar wangen kleurden van vreugde toen zij tot hem snelde en bem als in triomf naar een zitplaats bracht. De wangen van Clara waren op dit oogenhik met een diep rood gekleurd, toen Arthur's blik den hare kruiste en zijn bleeke wangen eenigzins kleurden. «Mijne vriendin, Clara Huthl" Met deze woorden stelde Verena Arthur aan haar vriendin voor, niet zonder een scherpen blik op Arthur's gelaat. Deze kon wel is waar niet geheel en al zekere mate van verlegenheid verber gen, inaar slechts voor een oogenblik, want terstond daatop kreeg hij zijn be daardheid terug. »lk reken het mij een eer, juist op den dag van heden, waarop ik met verlof van den dokter mijn kamer voor de eerste maal mag verlaten, nevens mijne hartsvriendin ook een oude, lieve bekende weder te mogen begroeten." Clara's heldere oogen waren bijna ge heel door haat' wimpeis bedekt. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 1