NIEÜWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. No. 16. Zaterdag 23 Februari 1889. Achttiende Jaargang. abonnementsprijs: Landbouwbelangen. advertentien: BINNENLAND. AMERSFOORTSCHE COURANT. VOOR Per 3 maanden ƒ1.Franco por post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Het zal weldra drie jaren geleden zijn dat door de Regeering een Com missie werd ingesteld, met de op dracht: »het instellen van een onder zoek naar den toestand van den land bouw hier te lande, het indienen van voorstellen betredende de middelen, waardoor van Regeeringswege de ont wikkeling van den landbouw in Ne derland zou kunnen worden bevor derd, alsmede het geven van advies, zoo dikwijls de Regeering dit van haar mocht verlangen. Deze Commissie heeft niet stilge zeten. Af en toe deed zij aan de Regeering rapport van het resultaat harer bevindingen, niet in den vorm van een allegaartje, waarin het moeie- lijk is een leidende gedachte te vin den, maar met nauwkeurige afbake ning van het terrein, waarop zij haar gegevens zocht en aan deze haar conclusie ontleende. Zoo heeft zij opnieuw helder doen uitkomen, dat een onmisbare voor waarde om onze landbouw-nijverheid tot een hoogeren trap van volkomen heid op te voeren, en aan haar al de voordeelen te ontleenen die zij haar ijverigen beoefenaars kan ver- schafïen, bestaat in het verstrekken, op ruimer schaal, van vak-onderwijs. Nu zijn er wel lieden die beweren, dat men aan den invloed van verbe terd onderwijs, op welk gebied ook, te hooge waarde toekent. Het spreekt vanzelf wat men niet kent waardeert men niet. Zoo ook zou het niet moeielijk vallen, aanhangers te ont moeten van de meening, dat zuivere lucht en zindelijkheid best gemist kunnen worden, om te blijven leven, welke „overtuiging" zij staven door te wijzen op de honderden, die voor deze beide zaken de meeste zorg dragen en niettemin jong sterven. De landbouwcommissie is terecht van oordeel, dat het niet mogelijk zou zijn het door haar verlangde on derwijs in zijn ganschen omvang al dadelijk te regelen. Het moet zich geleidelijk, voor langzame ontwikke ling uit een vaste kern vormen. Dan kan het zich ook beter voegen naar de van lieverlede zich openbarende behoeften, die men nu slechts ge deeltelijk kent, en waarvan men beter op de hoogte zal geraken, indien men nauwkeurig den invloed waar neemt, telkens door het reeds tot stand gebrachLe uitgeoefend. Volledige organisatiën baren weieens teleur stelling, zoodat zij telkens gewijzigd moeten worden. De Landbouwcommissie heeft daar om, rekening houdende met hetgeen in de eerste plaats noodig is, het Hooger onderwijs buiten haar plan van uitbreiding laten blijven, en zich voor het Middelbaar onderwijs bepaald tot het uitspreken van den wensch, dat in andere deelen des lands nog eenige landbouwscholen worden op gericht naar het model van Afdeeling A. der Wageningsche. Uitvoeriger en veelzijdiger zijn haar voorstellen betreffende het lager land bouwonderwijs. De Com missie wenscht het te doen geven in vak-scholen, in wintercursussen voor jongelieden en Van 1 6 regels 0,40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. volwassenen, en op de gewone herha lingsscholen. De eerste kunnen natuurlijk geheel ingericht worden naar plaatselijke behoeften de praktijk van den land bouw zou er, zoo eenvoudig mogelijk worden onderwezen. In de eene streek zouden bijv. de zuivelbereiding en veeverzorging, in andere een belang rijk onderdeel van den eigenlijk ge zegden landbouw het meest op den voorgrond treden. De wintercursussen zouden hoofdzakelijk dienen om, door rondgaande leeraars, reeksen van eenvoudige, door proeven toegelichte voordrachten te doen houden, over landbouw-onderwerpen, in min of meer cursorisch verband. Bij het gewone herhalingsonderwijs eindelijk zouden, meer en beter dan tot dusver geschiedt, de voor eenige landbouwkcnnis onmisbare beginselen van de kennis der natuur, een plaats moeten innemen, en behandeld moe ten worden in verband met de be hoeften van den landbouw zeiven. Zietdaar een programma, dat voor uitvoering vatbaar is; doch niet bin nen een paar jaren. Ook dit onder wijs moet, nadat de wetgevende macht aan de daartoe noodige maat regelen haar bekrachtiging verleend heeft, gloeien, zich vormen en ont wikkelen. "Misschien zal, indien de eerste wordingsperiode achter den rug is, de ervaring in andere landen ver kregen ons opsvekken, om dien groei een weinig te bespoedigen, doch voor men daaraan denken kan, zijn er nog heel wat bezwaren uit den weg te ruimen, waarbij we die van politieken aard maar niet eens mee zullen tellen. De Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, dr. W. J. B. Van Ej'k, heeft in een onlangs verschenen Opstel (zie Mr. Hubrecht's Jaarboek voor het Onderwijs voor 1889) gewezen op de moeielijkheid, het vereischt getal geschikte landbouwleeraars te bekomen. Dit bezwaar is lang niet denkbeeldig, en zou ook geleidelijk moeten overwonnen worden. Als eer ste proeve zouden wij in overweging willen geven, een twintigtal jongelui, bezitters van de onderwijzers-acte als waarborg van eenige verstandelijke ontwikkeling, onder genot eener Rijksbeurs voor levensonderhoud in een klasse vereenigd te plaatsen op de Rijks-landbouwschool teWagenin- gen; wellicht zou een tweejarigen cur sus voldoende kunnen zijn om hen in staat te stellen lager landbouw onderwijs te geven in den geest als in het rapport der landbouw-commis- sie wordt bedoeld. Alleen zouden we nog, aan dien tweejarige cursus, een practischen willen toevoegen voor de bijzondere onderdeelen van het be drijf, gedurende welken de adspirant- leeraars gelegenheid bekwamen om op boerderijen en in zuivelfabrieken te leeren wat zij straks aan anderen te onderwijzen zullen hebben. Er zal evenwel, meenen we, nog een andere, sterkere hinderpaal te verwijderen zijn, en dat kan eerst op den langen duur gebeuren. Waar zal men de leerlingen van daan halen Meent men, dat de boeren genoeg zaam doordrongen zijn van de nood zakelijkheid, of zelf van de wenscbe- lijkheid van goed onderwijs, en hunkerend staan te wachten op het openen van gelegenheden om het te bekomen? Doch ook dat moet groeien. Aan de eerste voorwaarde om dien groei te verzekeren, kan reeds dadelijk door de Regeering worden voldaan. Om iets te waardeeren, moet men het gemis daarvan voelen. Om ken nis op prijs te stellen, behoort men eenige kennis te bezitten. Dat is geen paradox. De ondervin ding leert het ons alle dagen. Indien nu werkelijk de Regeering de over tuiging deelde van de Landbouw commissie, dat meer landbouwkennis den bloei der landbouw-industrie be vorderlijk moet zijn, zou zij dan niet moeten aanvangen mot het begin, zijnde „Verbod van veldarbeid beneden den leeftijd van twaalf jaren?" Het verband tusschen deze dingen is gemakkelijk aan te toonen. Als de kinderen niet op het veld mogen werken, worden zij naar de school gestuurdthuis kan men ze onmoge lijk houden. In de school doen zij de elementaire kennis op, die onmisbaar is, niet alleen om het later te ver krijgen landbouwonderwijs op prijs te stellen, maar ook om er gebruik van te kunnen maken. Zonder die eerste beginselen, die de lagere school alleen kan geven bij geregeld bezoek gedurende minstens een zestal jaren, behoeft men aan eenig ander onder wijs, dat toch zek6i' niet zal be doelen het aanbrengen van zekere bedrevenheid in halfbewuste hand grepen, gelijk men bijv. iemand kan leeren goochelen, in het geheel niet te denken. Zooals men weet is de Regeering, blijkens het aanhangige arbeidswets- ontwerp, niet voornemens verandering te brengen in den tegenwoordigen toestand, die maakt dat op de Oos telijke grenzen de kinderen onzer landlieden tot die der Duitsche boeren in dezelfde verhouding staan als de jonge Kafïertjes tot de Transvalers. Wij, vrije, fiere Nederlanders, zoo als wij ons zeiven weieens noemen, wij dulden den smaad, dat onze kin deren den vreemdeling dienen als veehoeders, terwijl hij de zijne naar de school moet sturen. Heeft de Landbouw-commissie er niet aan gedacht, dat van de ten uit- voerbrenging van haar denkbeelden weinig zal komen, als niet de lagere school ten platten lande, als gevolg van een verstandig arbeidsverbod, beter wordt bevolkt? De Regeering had haar, alvorens het bovenbedoelde wetsontwerp in te dienen, wel kunnen vragen hoe zij over zoodanig verbod dacht. „Het geven van advies, zoo dikwijls de Regeering dit van haar mocht ver langen," behoort ook tot haar man daat. In elk geval, er is een noodzakelijk overleg achterwege gebleven. In het belang van den Nederlandschen land bouw betreuren we dat zeer. Uit Apeldoorn meldt men aan de Arnh. Ct «In 's Ivonings naaste omgeving wordt Zijn toestand, hoewel zorgwekkend, niet van dien aard beschouwd, dat er oogen- blikkelijk gevaar bestaat, 't Kan integen deel zelfs nog maanden zoo blijven. De minder gunstige berichten der laatste dagen gronden zich dan ook hoofdzake lijk op eene krachtige herhaling van den staat van opgewondenheid, waarin de hooge lijder ook onlangs verkeerde. Noch officieel, noch officieus werden wenken gegeven, om de voorgenomen feestelijk heden op Z- M. geboortedag te staken en dit zegt al veel." Vooral in verband met de bewe ging, die door een deel van een der partijen op touw is gezet tegen den per soonlijken dienstplicht, trekt het zeer de aandacht, dat van den aibeid der mili taire staatscommissie nog altijd niets is bekend geworden. Zijn wij wel onderricht, dan is het rap port der commissie sinds lang gedrukt. Tot hiertoe was het gebruikelijk met de openbaarmaking van dergelijke rapporten niet te talmen, en er is geen enkele reden te vinden, waarom dit thans zou moeten geschieden. Integendeel zou juist wegens die bewe ging eene spoedige openbaarmaking dub bel gewenscht zijn, omdat de argumenten, in het rapport aangevoerd ten gunste van den persoonlijken dienstplicht, een veel vermogend tegenwicht zouden kun nen aanbrengen, en alzoo eenzijdige be werking der publieke opinie zou worden tegengegaan. Avondpost Naar aanleiding van de motie door den Noord- en Zuid-Hollandschen Bond van katholieke kiesvereenigingen, de vorige week alhier aangenomen, schrijft een ka tholiek kiezer uit Scheveningen, de lieer Leopold Bongarts,ook namens verscheidene kiezers aan de katholieke bladen bet volgende «Hoe moeten wij kiezers deze beweging der Kiesvereenigingen beschouwen, «pre ken deze heeren (bestuurders en leden) voor zich zeiven en hun zonen, of matigen zij zich aan (zonder de kiezers gehoord te hebben) ook voor hen te spreken Zoo dit laatste het geval is, protesteer ik (ook namens verscheidene kiezers mij bekend) nadrukkelijk. Ik protesteer, en zij met mij, omdat wij niet gerekend willen worden te behooren tot hen, die heden een votum voor of tegen diensplicht uit brengen, daar wij die beweging niet slechts ontijdig achten, maar ook omdat ons vertrouwen in de rechterzijde en in het ministerie daaruit voortgekomen, niet geschokt is. Nog meer omdat wij eerbie digen willen de besluiten, die dit ministerie en deze meerderheid nemen zullen en het een daad van revolutie achten, als gewone burgers (hetzij dat zij bestuurders zijn van kiesvereenigingen of eenvoudig kiezer) do Regeering iri den weg willen treden, en door hen verwerkt, het regeeren on mogelijk maken. Wij protesteeren tegen deze daad van revolutie, te meer daar zij ons zou veroordeelen tot liet bespottelijk werk van weder af te breken, wat wij met zooveel moeite en beleid eenige maan den geleden tot stand hebben gebracht." Nopens liet eerlang bij de Staten- Generaal in te dienen wetsontwerp op het lager onderwijs, vernemen wij dat het volkomen gelijkstelling wil van open baar en bijzonder onderwijs, wat betreft den geldelijken steun uit 's rijks kas. De uitkeering van 30 percent aan de ge meenten zou vervallen en daarvoor in de plaats komen eene bijdrage van rijks wege aan alle scholen, zoo bijzondere als openbare, naar den maatstaf van het ge tal der in dienst zijnde onderwijzers in verband met het aantal schoolgaande kinderen. (iV. R. Ct.) Naar de correspondent van de N. R. Ct. te Londen meldt, is aldaar een afzonderlijk blauwboek verschenen, behelzende de tractaten tusschen de Brit- sche regeering en de Noord-Borneo Com pagnie, Sarawak en Broeneï, in zake het protectoraat van Engeland over Noord- Borneo. - De koninklijke pakketvaart-maat schappij heeft den bouw van twee stalen schroefstoomschepen opgedragen aan het etablissement der Nederlandsclie stoom bootmaatschappij te Feijenoord. Door de heeren J. Stoffel, fabrikant te Deventer, D. R. Mansholt, landbouwer te Westpolder (Groningen), D. de Clercq, fa brikant te Haarlem, dr J. C. Scliönfeld, arts te Ulrum (Groningen), Th. Sanders, archi tect te Amsterdam, is een circulaire rond gezonden tot het stichten van een «Neder landschen Bond voor Land Nationalisatie." «Allen, die de oorzaak van het Sociale Vraagstuk zoeken in de onbillijke, ja dik wijls averechtsche verdeeling van het ar beidsproduct, en die, een vreedzame op lossing wenschend, daartoe in de eerste plaats noodig achten toepassing van het Beginsel van Land-Nationalisatie op den grond of op de grondrente, worden uitge- noodigd tot het stichten van dezen bond, ten einde vereenigd hetstrevennaarditdoel door verspreiding van lektuur, het houden van voordrachten en het richten van ver- toogen, krachtig te kunnen bevorderen, al dus zegt de circulaire. «Hebben zich na eene maand 25 personen aangemeld, dan zal er eene vergadering worden belegd ten einde den Bond te constitueeren.' In de vergadering van dijkgraaf, heemraden en hoofdingelanden van den Ilaarlemmermeerpolder is tot secretaris benoemd, de heer Mr. Everwijn Lange te Amsterdam. De Nederlandsche bond voor den nationalen arbeid heeft aan de fabrikan ten de volgende vraagpunten ter beant woording gezonden. I. Acht gij het wenschelijk, dat de inkomende rechten op uw fabrikaat ge heven worden volgens de waarde, dan wel volgens liet gewicht en om welke redenen II. Op welk bedrag, en in welke ver houding, acht gij de bepaling der inko mende rechten wenschelijk voor de bui- tenlandsche fabrikaten, die op uwe nij verheid betrekking hebben? III. Wanneer van de door u te bezigen grondstoffen of half-fabrikaten minder rechten dan van geheel fabrikaat gelie ven werden, welke zijn dan de invoer rechten, welke gij voor die rubrieken zourit wenschen bepaald te zien? IV. Acht gij het, ten einde in het buitenland te kunnen concureeren, nood zakelijk, dat bij uitvoer uit ons land aan u gerestitueerd worden de door u be taalde rechten op grondstoffen en half fabrikaten? V. Is het naar uw gevoelen, en casu quo met het oog op de belangen uwer nijverheid, verkieslijk, dat de Nederland sclie fabrikanten vrijgesteld worden van alle inkomend recht in Nederl.-Ind'ë, dan wel dat het bestaande recht op bui- tenlandsche fabrikaten aldaar evenredig worde verhoogd? VI. Zijn er nog andere punten of be palingen, wtlke, bij eene herziening der thans bestaande lariefwetgeving, voor

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 1