Gemengd Nieuws. Officieele Publicatie. BUITENLAND. Plaatselijke bericüten. uwe industrie zouden dienen in het oog te worden gehouden? Uit liet jongste verslag aan den Koning, betrekkelijk de Rijkspostspaar bank, blijkt o.a. dat de maand Januari altijd voor baar eene buitengewoon gun stige is geweest. Naar alle waarschijnlijkheid is dit het gevolg van de omstandigheid, dat gedu rende die maand aan een deel der bur gerij (en juist aan dat deel, ten bphoeve waarvan bovengenoemde instelling hoofd zakelijk door den wetgever werd in het leven geroepen) buitengewone voordeden en inkomsten, o.a. door de nieuwjaars fooien, toevloeien. Daarom juist, is de som bij de post- spaaibank ingelegd gedurende de maand Januari, zoo uitnemend geschikt om op overtuigende wijze aan te toonen, in welke mate dat instituut allpngs wortel schoot in het volksleven. Bedoelde som beliep: Over Januari 1882 f 195.552.05' 1883 -283.446 015 y> 1884 -384.594.54 7> 1885 - 452.968.22 1 9 1886 - 588.023.44i •1887 -755.849 74s D 1888 -880.347.97- De som die in Januari 1889 werd in- gelegd, bediaagt ongeveer f 1.123.000. In laatstgemelde maand werden 6200 nieuwe boekjes uitgereikt. In de Staats-Ct. wordt rnedpgedeeld, dat bij het departement van builenland- sche zaken bet volgende beiicht van den consul te Buenos-Ayres ontvangen is over de landverhuizing naar Argentinië. «Het is den ondergeleekende gebleken, dat een groot deel der in den laatsten tijd alhier aangekomen Nederlandsche emigranten de reis hadden aanvaard met overdreven gunstige verwachtingen omtrent de Argentijnsche toestanden. Ik vind daarin aanleiding, in de eerste plaats eenige der mededeelingen te herhalen, welke omtrent landverhuizing naar Argen tinië reeds gedaan werden bij het dezer- zijdsch rapport, dat is opgenomen op blz. 1248—1250, aflevering XIX van den jaargang 1888 der verzameling van con sulaire en andere verslagen en berichten. Daar werd onder andere gezegd «Uit mijne vroegere rapporten en ook uit het tegenwoordig bericht blijkt, dat Argentinië een land van vooruitgang is, en dat het naar menschelijkc berekening binnen een niet ver verwijderden lijd een staat van beteekenis zal worden dat de verdiensten er luimei zijn dan in de oude wereld, en zich ook in andere op zichten hier meer gelegenheid dan daar hiedt tot het scheppen eener zelfstandige positie; dat het klimaat gezond is, en dat al geldt bet hier een nieuw land, de Enropeesche beschaving er vasten zetel heeft genomen. Maar al deze, de land verhuizing begunstigende omstandigheden mogen niet tot overdreven illusiën leiden deze republiek is geen land van wonde ren, die menschelijke deugden overbodig maken. Tegenover groote inkomsten staan bier hooge uitgaven voor levensonder houd. Hij, die zich naar Argentinië wendt, inoet dit derhalve doen met de weten schap, dat ook in dit land moet ge werkt worden en men zonder wel over legden arbeid evenmin hier als elders resultaten verkrijgt. Hij rnoet zich voort- bewust zijn, dat in den eersten tijd van zijn verblijl in deze nieuwe wereld hem soms onaangenaamheden, zoo al niet tegenspoeden wachten als een gevolg zijner onbekendheid met land, taal en volk, eene onbekendheid in het bijzonder van gewicht voor den niet tot een Latijnschen stam behoorenden landver huizer." Deze moeilijkheden, welke dus ook onze emigranten na aankomst alhier wachten, mogen vooral niet te licht ge acht worden, en wel diene men te be denken, dat het doen der zeereis alleen niet voldoende is om uit benarde toe standen in de oude wereld te geraken in een goede positie alhier. Eerst wanneer men den Argentijnschen bodem betreden heeft, begint de strijd ter verbetering van het bestaan. Want men komt hier aan in eene nieuwe wereld, waar veel anders is dan in het vaderland. Er wordt hier eene voor ons vreemde taal gespro ken, het Spaansch, en Nederlandsche emigranten treffen hier slechts weinigen aan, met wie zij zich meer of minder verstaanbaar kunnen maken, enkele land- genooten, eenige Belgen en een aantal Duilschers. Dit bezwaar is natuurlijk voor hen het grootst, die geheel en al zich zelf een weg moeten banen zij, die over eenige middelen beschikken, kunnen eenige dagen op werk wachten, maar de anderen moeten zoo spoedig mogelijk een onderkomen vinden. En men houde wel in het oog, dat wanneer de Argen tijnsche regeering ook passagebiljetten voor de zeereis voorschiet en aan land verhuizers gedurende 5 dagen huisvesting en voeding verstrekt in het emigranten huis, zij niet de verplichting heeft verder voor de aanget omenen te zorgen, eene taak welke bij de duizenden landverhui zers, die in dit land emigreeren, ook niet wel te volvoeren zou zijn. Nu is het waar, dat het immigranten-bestuur den emigranten bij het vinden eener plaatsing behulpzaam is, want liet voldoet jaarlijks aan duizende aanvragen om werkkrachten. Ook de Vereeniging tot bescherming van Gei maansche emigranten staat de onzen met raad en daad bij. Maar dit neemt niet weg, dat het Engelsche ge zegde «help yourself" zoo weinig moge lijk uit het oog mag worden verloren. Dit is vooral van toepassing, wanneer de geëmigreerde landbouwers op hunne bestemming in het binnenland zijn aan gekomen. Zij treffen aldaar niet aan schoone landbouwhoeven met akkers en flinke huizen en schuren. Maar meestal zijn het slechts gedeeltelijk in cultuur gebrachte streken, waar zij zich hebben te vestigen. Hun huis moet daar veelal nog gebouwd worden, wanneer ook eene voorloopige, alhoewel zeer ooripronkelijke gelegenheid tot onderkomen niet ontbreekt en het zachte klimaat in het noorden des lands eene goede woning minder noodzakelijk maakt. Het voedsel bestaal er hoofdzakelijk uit vleeschspijzen. Melk, kaas en boter ontbreken veelal. Door deze mededeelingen wil ik echter landbouwers niet afradeD hierheen te koinen, want deze republiek biedt hun in 't bijzonder eene goede toekomst. Maar zijn zij geheel onvermogend, dsn be- hooren zij vooral er op voorbereid te zijn, dat de eerste lijd van hun vprblijf alhier een harde tijd is. Hebben zij eenige jaren flink gewerkt, dan zullpn de ver kregen resultaten zeker tegen de ont beringen van vroeger opwegen. Behalve voor landbouwers is ook voor hatidwei kslieden in deze republiek goede gelegenheid om vooruit te komen, want er wordt wellicht in geen stad ter wereld zooveel gebouwd als te Bueno-Ayres, en ook op het platteland en in belangrijke binnenlandsche steden als La Plata, Rosaiio, Cordova, Santa Fé, Parana, enz is de buuwlust zeer opgewekt. Maar alleen naar knappe handwerkslieden bestaat veel vraag. Zij, die hun vak slechts half verslaan, vinden ook bier niet zoo ge makkelijk voordeelige plaatsing. De loonen voor handwerkslieden zijn in deze hoofdstad, in Nederlandsch geld uitgerekend, ongeveer als volgt Loon per dag voor een gewoon goed werkman. werkman. Metselaar f 4,30 ƒ5,20 Opperman of sjouwerman bij 't werk 2 80 3.00 Timmerman 5,00 5,60 Kapwerker 5,60 7,00 Smid 4,80 5,40 Gevel-cement- werker 6,00 8.00 Stukadoor 5,20 6,00 Draaier 6.00 8,00 Glazenmaker. 5 20 6,00 Lood- of zink- werker 5,20 6,40 Tegenover deze loonen staan echte hooge kosten voor levensonderhoud, want woningen zijn in deze hoofdstad zeer duur. Voor ééne eenvoudige kamer in de buitenwijken wordt f20 per maand buur betaald, welke hooge huur uit den aard der zaak vooral hem treft, die met een groot huisgezin hierheen is gekomen en niet spoedig plaatsing heeft gevonden. Is zoo iemand van alle middelen ont bloot, dan komt hij soms in groote on gelegenheid. Ik raad dan ook geen hand werksman aan met een gezin, waartoe kleine kinderen belmoren, hierheen te komen zonder over minstens f200 te be schikken. Kan het zijn, dat het gezin in Nederland voorloopig verblijft dan is dit steeds het beste. Later wanneer iemand hier eenige maanden heeft vertoeft en eene goede positie verkregen, kan hij de zijnen gemakkelijk laten nakomen, waar- door de hooge onkosten van het eerste verblijf vermeden woiden. Ook geef ik aan den handwerksman den raad zich naar eene binnenlandsche stad te bege ven, wanneer hij te Buenos-Ayros niet onmiddellijk na aankomst mocht slagen. Een langer vei blijf alhier verooi zaakl dikwijls slechts verlies van tijd en geld, en beneemt de gelegenheid op staatskos ten naar het binnenland te reizen. Ook neme men in aanmerking, dat deze hoofd stad liet punt van aankomst var, alle emigranten is, en dus ook de stad waar de meeste werkkrachten zich aanbieden. Hebben hier knappe handwerkslieden en landbouwers op den duur eene goede toekomst, minder is dit in den laatsten tijd het geval met werklieden, die geen bijzonder vak verstaan. Zij kunnen hier wel hun biood verdienen, maar ook niet veel meer, want zij vooral hebben te kampen met hun gebrek aan kennis der Spaanschc taal en in 't bijzonder met de groote mededinging der Italiaansche arbeiders, die hier bij duizenden aan komen en veel goedkooper kunnen wei- ken dan de onzen, omdat zij geringer behoeften hebben. Bovenstaande mededeelingen hebben niet ten doel de emigratie naar hier af te schrikken, maar wel zijn zij bestemd om teleurstellingen voor hen te voorkomen, die zich de toestanden alhier schooner denken dan zij zijn. Ten slotte wordt aangestipt, dat de ondergeleekende zich binnenkort naar Euiopa begeeft en vermoedelijk in de maanden Maait of April, volgens eene nadere aankondiging in de Nederland sche Staatscourant, aan het depaitement van buiteiilundsche zaken te 's-Graven- hage zal te spreken zijn. Gaarne zal bij dan aan belanghebbenden alle gewenschte inlichtingen over dit land verstrekken. In de Leeuw. Ct. komt eene for- ■neele uitdaging voor, door Wiehe de Vries gericht tot den amateur-schaatsen- lijder Pander. De strijd moet loopen over de baan van 160 meter. De Vries looft f100 uit als zijn tegenstander minder dan 10 m-ter na hem aankomt, doch verlangt in :l andere geval zelf ook f 100. Het is den heer Tirard gelukt voor Frankrijk een ministerie saamtestellen een ministerie zonder minister van bui- tenlandsche zaken maar toch een ministeiie. De heer Tirard zelf zal als president en minister van handel optre den de andeie portefeuilles zijn als volgt verdeeld binnenlandsche zaken, Gon- stansfinanciën, Rouvier justitie, Teve- uotonderwijs, Failhéres; landbouw, Fayeopenbare werken, Yves Guyot oorlog, De Freycinetmarine, Jaurès buitenlandsche zaken zal later benoemd worden. De Duitsche Rijks Kanselier heeft aan kapitein Wissmann zeer strenge en nauw- keuiige bevelen gegeven omtrent de ge dragslijn, die hij als Keizerlijk commis- saiis aan de Afrikaansche kust te volgen heeft. In beginsel zullen de rechten der Oost-Afi ika-maatschappij niet worden ge krenkt terwijl ook de administratie der gronden in bare handen zal blijven. Doch de Rijkscommissaiis zal de geheele admini stratie moeten overnemen, zoodra militaire maatregelen de geheele of gedeeltelijke opheffing der rechten van de maatschappij eischen. Voorts is Wissmann gerechtigd alle maatregelen te nemen, die hij noodig zal oordeelen om de inlandsche bevol king gerust te stellen tiij kan, zoo noodig. de bepalingen, door de maat schappij gemaakt, schorsen, indien zij in strijd zijn met internationale tractaten. Zelfs kan hij de ambtenaren der maat schappij afzetten, indien hun aanblijven nadeelig zou zijn voor het behoud van den vrede op de kust, of voor de goede verstandhouding roet de inboorlingen. Hieruit blijkt, dat de volmachten van den lieer Wissmann zeer uitgestrekt zijn hij inag zich alleen niet mengen in de huis houdelijke aangelegenheden der maat schappij, vooral in hetgeen betreft de administratie der tolrechten. Donderdag heeft de Koningin van Engeland in een vereenigde vergadering der beide Huizen, de nieuwe zitting van hetParlement geopend, meteen troonrede, waarin gezegd wordt, dat de verhouding van Engeland lot de buitenlandsche mogendheden van den meest vriendschappelijken aard zijn. De toestand in Eeypte biedt der Ko ningin geen reden om voor vernieuwing der onlusten in de nabijheid van Soeakim te vreezen. De onderhandelingen met Thi bet over Sikkim hebben nog niet tot een gunstig resultaat geleid, maar men hoopt dat militaire maatregelen onnoodig zullen blijken. De Koningin heeft goedgevonden deel te doen nemen aari de conferentie te Berlijn, met Duitschland en de Veree nigde Staten, over de Samoa-kwestie. op dat de conferentie te Washington in 1887 gehouden, tot een goed einde moge komen. De voortdurend betere bewapening van andeie rijken, heeft het noodzakelijk gemaakt, de hulpmiddelen voor de ver dediging der kunst en de bescherming van den handel uit te breiden. Hoewel de drijfveeren der andere mogendheden zeer vredelievend zijn, mag de koningin niet veronderstellen, dat deze stand van zaken niet aan verandering kan onder hevig zijn. Daarom zal een wetsvoorstel worden ingediend, om een crediet tot verbetering van de weermiddelen aan te vragen. In de gisteren gehouden zitting van het Hoogerhuis keurde Lord Londesbo- lough het af, dat in de trooniede niet werd gewaagd van de bekrachtiging der overeenkomst betreffende bet Suez-kanaal noch van den staat van zaken in Zanzibar. Lord Salisbury antwoordde, dat het niet gebruikelijk was in de troonrede te gewagen van het bekrachtigen van over eenkomsten, als die welke ten opzichte van het Suez-kanaal tot stand is gekomen. Wat Zanzibar belrelt, van daar is niets nieuws gemeld over de blokkade en de uitwerking daarvan. Ten slotte verdedigde hij de staatkunde, welke de Regeering ten opzichte van Ierland heeft gevolgd. In het Lagerhuis deelde de heer John Morley, onder luide toejuichingen der oppositie, mede, dat hij heden, bij de be handeling van het adres van antwoord op de troonrede, een amendement zal indienen, en daarin zal verklaren, dat Ierland op een onrechtvaardige wijze wordt bestuurd, met veikrachging van zijn rechten. Daarom wordt door het Lagerhuis verlangd, dat maatregelen wor den genomen, teneinde bet Iersche volk te helpen en de werkelijke unie tusschen Groot-Britannië en Ierland te bevestigen. Het Lagerhuis begon daarna met de behandeling van het adres van antwoord. Men is in Italië over het algemeen niet zeer ingenomen met den toast van gene- laal Avogadro di Quaregna op het feest maal loor admiraal Pacorel de Saint-Bon, commandant der marine te Napels, aan het Duitsche eskader in de Middelland se he zee aangeboden. De generaal Avogadro, commandant van het 10e legerkorps te Napels, dronk op de vrermde gasten en voegde er bij. dat het Italiaansche leger in de ure des gevaars, de waardige bondgenoot zal blijken te zijn van het Duitsche leger tegen een gemeenschappelijken vijand. Het meerendeel der bladen, tot welke richting zij behooren, beoordeelen dezen oorlogszuchtigen toast zeer ongunstig. In sommige bladen wordt aangedrongen op een berisping voor generaal Avogadro anderen eischen zelfs, dat hij ontslagen zal worden. Ds. C. Rasch van Pekela predikt Zondag 24 Febr. e. k. in de Ev. Luth. Kerk alhier. Het door B. en W. opgemaakt primitief kohier van den hoofdelijken om slag, dienst 1889, bedraagt f 44653.26''a. De sergeant-majoor H. van Gelder is bij gelegenheid van 's Konings geboorte dag benoemd tot adjudant-onderofficier- titulair bij de dd. schutterij alhier. Het Jodendom op het gebied van het aeslhetisch en van het ethisch idea lisme was het onderwerp der lezing, die ds. S. Ulfers, van Rotterdam, Woensdag avond in «Volksheil" hield. Met betrekking tot het aesthetische wenschte Spr. zich te beperken tot de muziek, en alzoo de vraag te stellen: wat is het jodendom geweest voor de schoone kunsten, inzon derheid voor de muziek. Na eene inleiding waarin hij het doel van de schoone kun sten besprak, liet hij Richard Wagner's stellingen hooren, die den jood alle toe gankelijkheid voor- en productie-vermogen van zang en muziek ontzeggen, om daarna, aan de hand der levensgeschiedenis van den grooten Handel, die na de nederlaag van zijn antiek-germaansch idealisme, op nieuw naar de hoofdstad van Engeland toog, met een nieuw idealisme, dat hem het oratorium «de Messias", vervolgens «Samson", «Judas Macabeus" en andere stukken van dien aard deed componeeren, te bewijzen, dat de jood het hoogst object daartoe heeft gegeven in zijne epische geschiedenis, waarvan ieder onderdeel op zich zelf een epos kan worden ge noemd. En behalve op muzikaal gebied heeft de jood op dat van de beeldhouw en schilderkunst het hoogst object ver strekt, ten bewijze waarvan door Spr. eene beschrijving werd gegeven van het majes- tueuse Mozesbeeld te Rome, van de hand van den beeldhouwer Michel Angelo, en van «liet Avondmaal" geschilderd door Leonardo de Vinei, een schilder die voor dien tijd op geheel ander, niet altijd ze delijk gebied idealiseerde. Op elisch ge bied heeft ook de jood de hoogste zedewet gegeven, vervat in de tien geboden, die hij in tegenstelling met den wijsgeer Plato, de Indiërs, de Brahmanen en Boedhisten en andere volkeren, die er naar zochten en niet konden vinden, on gezocht vond, en die eene zedewet is waarin de individualiteit is behouden. Naar wij vernemen zal ook in onze gemeente eene militaire slachterij wor den opgericht. Reeds is door den minis ter het bouwen der benoodigde koestal len bevolen. Op het gebied van meubelen heeft deze gemeente een aanwinst gekregen. Gisteren waren wij in de gelegenheid eenige zeer fraaie meubelstukken te zien, waaronder een prachtige bulTetetagère, welke door vorm, doelmatigheid en be werking uitmuntte deze meubelen waren allen veivaaidigd op de werkplaats van en door H. Jonker, Meubelmaker aan de Langestraat alhier. Zie achterstaande advertentie. Geheime correspondentie tusschen Amerikaansche dieven. De verschil lende vagebonden in de Vereenigde St3ten staan niet op zich zelf. doch vormen te zamen eene vereeniging, die ongeveer 20 tot 30 duizend leden telt. Des zomers strijken ze in kleine troep jes lieer in de steden, waar zij nacht en dag de trottoiis, wandelwegen en ver schillende parken afloopen, meenemende wat niet spjjkervast is. Zomers gaan zij genieten van de buitenlucht en trekken zij het land door van het eene eind naar bet andere, zonder dat 't hun een cent kost. Deze goedkoope reisjes hebben zij te danken aan zekere geheimzinnige tee kenen, waarmede de landloopers, zooals zij zich gelieven te noemen, aanduiden waar de beste logementen en welke treinen het best gesehikt zijn voor hunne doeleinden. De conducteurs op de groote lijnen naar het Westen weten hiervan menig staaltje te verhalen. Een trein houdt bijv. bij een station stil en men zet de koffers van een reiziger uit een waggon. Een «tramp", dat is hun officièele naam, wandelt over het perron en ont dekt verschillende cabalistische figuren op een der koffers. «Kijk," roept hij uit, «nu is Liinpy waarachtig naar het Oosten; ziedaar zijne teekens. Dat kleine vier kantje, in den hoek van den cirkel, be wijst mij, dat de arme jongen weinig geluk heeft, en dat bij op het oogenblik gedwongen is te voet de reis voort te zetten. Indien het pijltje, dat den cirkel sluit, naar rechts was geplaatst, zou 't rnij een bewijs zijn, dat hij naar het Westen was vei trokken." Een conducteur van den Pacific spoor weg, die bemerkte, dat telkens deze heeren landloopers de reis medemaakten op het dak van een waggon, wanneer hij dienst had, wilde weten, waaraan hij deze ongewenschte eer had te danken. Een «tramp" pleegde verraad aan de broederschap en wees den conducteur op eene ruwe teekening aan de buiten zijde van den waggon, eene veer voor stellende, en een man, die er oogenschijn- lijk goedaardig uitzag, terwijl een har lekijn onder de veer was geteekend. «Weet ge, mijnheer," vroeg hij den con ducteur, «wat veeren zijn? De laatste maal. dat ik hier sliep, vond ik 't hier zeer zacht. Welnu, deze teekening waar schuwt ons, dat ge een zachtaardig man zijt en dat men gerust kan zijn, wan neer men een reisje op uwe treinen medemaakt." De landlooper zal in het vervolg niet meer de zachtmoedigheid van den conducteur kunnen roemen, want hij had nauwelijks tijd, om een stuk ijzer te ontwijken, dat deze hem naar het hoofd wierp. Een echtscheidings-proces, te Londen aanhangig gemaakt, wekt heel wat op zien in de groote wereld. De eischer is de markies van Ailesbury, die verleden jaar uit de Jockey-club werd verbannen wegens bedrog. Hij gaat als koetsier te genwoordig in de gemeenste kroegen zijn fortuin zoeken. De markiezin is koriste zij was vroeger in een café-chantanl te Brighton werkzaam en beroemd om haar schoonheid. Haar photographie lag in de winkels te koop; later trad zij als Dolly Tester in het Comedy-theater op, en daar werd de markies, toen nog Lord Savernake verliefd op haar, zij trouwdeu, maar se- deit de markiezin al te lief tegenover een paar andere heeren, een bookmaker en een jockey blijkt te zijn, heeft de markies met haar gebroken en hij wil nu scheiden. Trouw op zijn post. Bij Marseille strandde in den nacht van Zondag op Maandag de Engelsche stoomboot Rose. De kapitein van een ander Engelsch stoomschip Belcairn zond oogenblikkelijk zijne sloepen naar de Rose en gaf aan de bemanning bevel op zijn schip over te stappen, toen de Rose begon te zin ken. De bemanning sprong in de sloepen, doch toen men op 'tpunt stond weg te varen, ontdekte men dat de kapitein der Rose zich nog aan boord bevond. De tweede stuurman keerde terug en zag den kapitein met de ellebogen op de verschansing geleund, terwijl hij somber zijne gezellen nastaarde en kalm den dood verwachtte. «Kapitein", riep de stuurman hem toe, «men wacht slechts op u I" «Wacht niet op mij", antwoordde de kapitein, sik blijf!" «Maar waartoe zal uw dood dienen?" Ook de andere officieren trachten den kapitein van zijn voornemen af te bren gen, doch te vergeefs hij wilde het verlies van zijn schip niet overleven. Daar bet gevaar hoe langer hoe grooter werd, moesten de zeelieden zich verwij derende kapitein wierp hun nog een laatst vaarwel toe en de Rose verdween met haren kommandant in de golven. De COMMISSARIS des KONINGS in de provincie UTRECHT, Gezien het besluit van heeren Gede puteerde Staten der provincie Utrecht dd. 14 Febiuarij 1889, No. 35; Gelet op art. 11 der wet vanl3Junij 1857 (Staatsblad No. 87), Biengt bij deze ter kennis van belang hebbenden 1°. Dat de Visscherij in de binnen wateren, waaronder ook worden ver staan rivieren, door sluizen afgesloten, binnen deze Provincie wordt gesloten van 10 Maart aanstaande tot 31 Mei daar aanvolgende. met uitzondering: a. van de Visscherij door middel van pa lingfuiken, aalkorven en aaldobbers, van die met het schepnet ofdegebbe, om kleine vischjes te vangen tot aas voor de aaldobbers; b. van de Visscherij op spiering met het kruisnet, welke geoorloofd blijft tot den 1. Mei aanstaandedoch slechts zal mogen worden uitgeoefendte Utrecht builen de Weerdbarrière, tus schen de Groote sluis en de Roodebrug, te Amersfoort van de Koppelpoort tot aan het gebouw, genaamd de Spijker, en te Vreeswijk tusschen de groote sluizen, van des middags 12 tot des avonds 10 ure. 2°. dat de jagt op eenden (Art. 15, lilt. h, der aangehaalde wet) voor dit jaar zal worden gesloten op 28 Februarij e.k., met zons-ondergang, na welken tijd ook het kooijen niet meer zal mogen worden uitgeoefend, zullende de kooieen den opgesloten of gehokt moeten zijn tot 1 Mei aanstaande.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 2