Gemengd Nieuws.
Officieele Publicatie.
BUITENLAND.
Plaatselijke bericüten.
uwe industrie zouden dienen in het oog
te worden gehouden?
Uit liet jongste verslag aan den
Koning, betrekkelijk de Rijkspostspaar
bank, blijkt o.a. dat de maand Januari
altijd voor baar eene buitengewoon gun
stige is geweest.
Naar alle waarschijnlijkheid is dit het
gevolg van de omstandigheid, dat gedu
rende die maand aan een deel der bur
gerij (en juist aan dat deel, ten bphoeve
waarvan bovengenoemde instelling hoofd
zakelijk door den wetgever werd in het
leven geroepen) buitengewone voordeden
en inkomsten, o.a. door de nieuwjaars
fooien, toevloeien.
Daarom juist, is de som bij de post-
spaaibank ingelegd gedurende de maand
Januari, zoo uitnemend geschikt om op
overtuigende wijze aan te toonen, in
welke mate dat instituut allpngs wortel
schoot in het volksleven.
Bedoelde som beliep:
Over Januari 1882 f 195.552.05'
1883
-283.446 015
y>
1884
-384.594.54
7>
1885
- 452.968.22
1
9
1886
- 588.023.44i
•1887
-755.849 74s
D
1888
-880.347.97-
De som
die
in Januari
1889 werd in-
gelegd, bediaagt ongeveer f 1.123.000.
In laatstgemelde maand werden 6200
nieuwe boekjes uitgereikt.
In de Staats-Ct. wordt rnedpgedeeld,
dat bij het departement van builenland-
sche zaken bet volgende beiicht van den
consul te Buenos-Ayres ontvangen is over
de landverhuizing naar Argentinië.
«Het is den ondergeleekende gebleken,
dat een groot deel der in den laatsten
tijd alhier aangekomen Nederlandsche
emigranten de reis hadden aanvaard
met overdreven gunstige verwachtingen
omtrent de Argentijnsche toestanden. Ik
vind daarin aanleiding, in de eerste plaats
eenige der mededeelingen te herhalen,
welke omtrent landverhuizing naar Argen
tinië reeds gedaan werden bij het dezer-
zijdsch rapport, dat is opgenomen op blz.
1248—1250, aflevering XIX van den
jaargang 1888 der verzameling van con
sulaire en andere verslagen en berichten.
Daar werd onder andere gezegd
«Uit mijne vroegere rapporten en ook
uit het tegenwoordig bericht blijkt, dat
Argentinië een land van vooruitgang is,
en dat het naar menschelijkc berekening
binnen een niet ver verwijderden lijd
een staat van beteekenis zal worden dat
de verdiensten er luimei zijn dan in de
oude wereld, en zich ook in andere op
zichten hier meer gelegenheid dan daar
hiedt tot het scheppen eener zelfstandige
positie; dat het klimaat gezond is, en
dat al geldt bet hier een nieuw land, de
Enropeesche beschaving er vasten zetel
heeft genomen. Maar al deze, de land
verhuizing begunstigende omstandigheden
mogen niet tot overdreven illusiën leiden
deze republiek is geen land van wonde
ren, die menschelijke deugden overbodig
maken. Tegenover groote inkomsten staan
bier hooge uitgaven voor levensonder
houd. Hij, die zich naar Argentinië wendt,
inoet dit derhalve doen met de weten
schap, dat ook in dit land moet ge
werkt worden en men zonder wel over
legden arbeid evenmin hier als elders
resultaten verkrijgt. Hij rnoet zich voort-
bewust zijn, dat in den eersten tijd van
zijn verblijl in deze nieuwe wereld hem
soms onaangenaamheden, zoo al niet
tegenspoeden wachten als een gevolg
zijner onbekendheid met land, taal en
volk, eene onbekendheid in het bijzonder
van gewicht voor den niet tot een
Latijnschen stam behoorenden landver
huizer."
Deze moeilijkheden, welke dus ook
onze emigranten na aankomst alhier
wachten, mogen vooral niet te licht ge
acht worden, en wel diene men te be
denken, dat het doen der zeereis alleen
niet voldoende is om uit benarde toe
standen in de oude wereld te geraken in
een goede positie alhier. Eerst wanneer
men den Argentijnschen bodem betreden
heeft, begint de strijd ter verbetering
van het bestaan. Want men komt hier
aan in eene nieuwe wereld, waar veel
anders is dan in het vaderland. Er wordt
hier eene voor ons vreemde taal gespro
ken, het Spaansch, en Nederlandsche
emigranten treffen hier slechts weinigen
aan, met wie zij zich meer of minder
verstaanbaar kunnen maken, enkele land-
genooten, eenige Belgen en een aantal
Duilschers. Dit bezwaar is natuurlijk voor
hen het grootst, die geheel en al zich
zelf een weg moeten banen zij, die over
eenige middelen beschikken, kunnen
eenige dagen op werk wachten, maar de
anderen moeten zoo spoedig mogelijk
een onderkomen vinden. En men houde
wel in het oog, dat wanneer de Argen
tijnsche regeering ook passagebiljetten
voor de zeereis voorschiet en aan land
verhuizers gedurende 5 dagen huisvesting
en voeding verstrekt in het emigranten
huis, zij niet de verplichting heeft verder
voor de aanget omenen te zorgen, eene
taak welke bij de duizenden landverhui
zers, die in dit land emigreeren, ook
niet wel te volvoeren zou zijn. Nu is
het waar, dat het immigranten-bestuur
den emigranten bij het vinden eener
plaatsing behulpzaam is, want liet voldoet
jaarlijks aan duizende aanvragen om
werkkrachten.
Ook de Vereeniging tot bescherming
van Gei maansche emigranten staat de
onzen met raad en daad bij. Maar dit
neemt niet weg, dat het Engelsche ge
zegde «help yourself" zoo weinig moge
lijk uit het oog mag worden verloren.
Dit is vooral van toepassing, wanneer
de geëmigreerde landbouwers op hunne
bestemming in het binnenland zijn aan
gekomen. Zij treffen aldaar niet aan
schoone landbouwhoeven met akkers en
flinke huizen en schuren. Maar meestal
zijn het slechts gedeeltelijk in cultuur
gebrachte streken, waar zij zich hebben
te vestigen. Hun huis moet daar veelal
nog gebouwd worden, wanneer ook eene
voorloopige, alhoewel zeer ooripronkelijke
gelegenheid tot onderkomen niet ontbreekt
en het zachte klimaat in het noorden
des lands eene goede woning minder
noodzakelijk maakt. Het voedsel bestaal
er hoofdzakelijk uit vleeschspijzen. Melk,
kaas en boter ontbreken veelal.
Door deze mededeelingen wil ik echter
landbouwers niet afradeD hierheen te
koinen, want deze republiek biedt hun
in 't bijzonder eene goede toekomst. Maar
zijn zij geheel onvermogend, dsn be-
hooren zij vooral er op voorbereid te
zijn, dat de eerste lijd van hun vprblijf
alhier een harde tijd is. Hebben zij eenige
jaren flink gewerkt, dan zullpn de ver
kregen resultaten zeker tegen de ont
beringen van vroeger opwegen.
Behalve voor landbouwers is ook voor
hatidwei kslieden in deze republiek goede
gelegenheid om vooruit te komen, want
er wordt wellicht in geen stad ter wereld
zooveel gebouwd als te Bueno-Ayres, en
ook op het platteland en in belangrijke
binnenlandsche steden als La Plata,
Rosaiio, Cordova, Santa Fé, Parana, enz
is de buuwlust zeer opgewekt. Maar alleen
naar knappe handwerkslieden bestaat
veel vraag. Zij, die hun vak slechts half
verslaan, vinden ook bier niet zoo ge
makkelijk voordeelige plaatsing.
De loonen voor handwerkslieden zijn
in deze hoofdstad, in Nederlandsch geld
uitgerekend, ongeveer als volgt
Loon per dag voor een
gewoon goed
werkman. werkman.
Metselaar f 4,30 ƒ5,20
Opperman of
sjouwerman
bij 't werk
2 80
3.00
Timmerman
5,00
5,60
Kapwerker
5,60
7,00
Smid
4,80
5,40
Gevel-cement-
werker
6,00
8.00
Stukadoor
5,20
6,00
Draaier
6.00
8,00
Glazenmaker.
5 20
6,00
Lood- of zink-
werker
5,20
6,40
Tegenover deze
loonen
staan echte
hooge kosten voor levensonderhoud, want
woningen zijn in deze hoofdstad zeer
duur. Voor ééne eenvoudige kamer in de
buitenwijken wordt f20 per maand buur
betaald, welke hooge huur uit den aard
der zaak vooral hem treft, die met een
groot huisgezin hierheen is gekomen en
niet spoedig plaatsing heeft gevonden.
Is zoo iemand van alle middelen ont
bloot, dan komt hij soms in groote on
gelegenheid. Ik raad dan ook geen hand
werksman aan met een gezin, waartoe
kleine kinderen belmoren, hierheen te
komen zonder over minstens f200 te be
schikken. Kan het zijn, dat het gezin in
Nederland voorloopig verblijft dan is dit
steeds het beste. Later wanneer iemand
hier eenige maanden heeft vertoeft en
eene goede positie verkregen, kan hij de
zijnen gemakkelijk laten nakomen, waar-
door de hooge onkosten van het eerste
verblijf vermeden woiden. Ook geef ik
aan den handwerksman den raad zich
naar eene binnenlandsche stad te bege
ven, wanneer hij te Buenos-Ayros niet
onmiddellijk na aankomst mocht slagen.
Een langer vei blijf alhier verooi zaakl
dikwijls slechts verlies van tijd en geld,
en beneemt de gelegenheid op staatskos
ten naar het binnenland te reizen. Ook
neme men in aanmerking, dat deze hoofd
stad liet punt van aankomst var, alle
emigranten is, en dus ook de stad waar
de meeste werkkrachten zich aanbieden.
Hebben hier knappe handwerkslieden
en landbouwers op den duur eene goede
toekomst, minder is dit in den laatsten
tijd het geval met werklieden, die geen
bijzonder vak verstaan. Zij kunnen hier
wel hun biood verdienen, maar ook niet
veel meer, want zij vooral hebben te
kampen met hun gebrek aan kennis der
Spaanschc taal en in 't bijzonder met de
groote mededinging der Italiaansche
arbeiders, die hier bij duizenden aan
komen en veel goedkooper kunnen wei-
ken dan de onzen, omdat zij geringer
behoeften hebben.
Bovenstaande mededeelingen hebben niet
ten doel de emigratie naar hier af te
schrikken, maar wel zijn zij bestemd om
teleurstellingen voor hen te voorkomen,
die zich de toestanden alhier schooner
denken dan zij zijn.
Ten slotte wordt aangestipt, dat de
ondergeleekende zich binnenkort naar
Euiopa begeeft en vermoedelijk in de
maanden Maait of April, volgens eene
nadere aankondiging in de Nederland
sche Staatscourant, aan het depaitement
van buiteiilundsche zaken te 's-Graven-
hage zal te spreken zijn. Gaarne zal bij
dan aan belanghebbenden alle gewenschte
inlichtingen over dit land verstrekken.
In de Leeuw. Ct. komt eene for-
■neele uitdaging voor, door Wiehe de
Vries gericht tot den amateur-schaatsen-
lijder Pander. De strijd moet loopen over
de baan van 160 meter. De Vries looft
f100 uit als zijn tegenstander minder
dan 10 m-ter na hem aankomt, doch
verlangt in :l andere geval zelf ook f 100.
Het is den heer Tirard gelukt voor
Frankrijk een ministerie saamtestellen
een ministerie zonder minister van bui-
tenlandsche zaken maar toch een
ministeiie. De heer Tirard zelf zal als
president en minister van handel optre
den de andeie portefeuilles zijn als volgt
verdeeld binnenlandsche zaken, Gon-
stansfinanciën, Rouvier justitie, Teve-
uotonderwijs, Failhéres; landbouw,
Fayeopenbare werken, Yves Guyot
oorlog, De Freycinetmarine, Jaurès
buitenlandsche zaken zal later benoemd
worden.
De Duitsche Rijks Kanselier heeft aan
kapitein Wissmann zeer strenge en nauw-
keuiige bevelen gegeven omtrent de ge
dragslijn, die hij als Keizerlijk commis-
saiis aan de Afrikaansche kust te volgen
heeft. In beginsel zullen de rechten der
Oost-Afi ika-maatschappij niet worden ge
krenkt terwijl ook de administratie der
gronden in bare handen zal blijven. Doch
de Rijkscommissaiis zal de geheele admini
stratie moeten overnemen, zoodra militaire
maatregelen de geheele of gedeeltelijke
opheffing der rechten van de maatschappij
eischen. Voorts is Wissmann gerechtigd
alle maatregelen te nemen, die hij noodig
zal oordeelen om de inlandsche bevol
king gerust te stellen tiij kan, zoo
noodig. de bepalingen, door de maat
schappij gemaakt, schorsen, indien zij in
strijd zijn met internationale tractaten.
Zelfs kan hij de ambtenaren der maat
schappij afzetten, indien hun aanblijven
nadeelig zou zijn voor het behoud van
den vrede op de kust, of voor de goede
verstandhouding roet de inboorlingen.
Hieruit blijkt, dat de volmachten van den
lieer Wissmann zeer uitgestrekt zijn hij
inag zich alleen niet mengen in de huis
houdelijke aangelegenheden der maat
schappij, vooral in hetgeen betreft de
administratie der tolrechten.
Donderdag heeft de Koningin van Engeland
in een vereenigde vergadering der beide
Huizen, de nieuwe zitting van hetParlement
geopend, meteen troonrede, waarin gezegd
wordt, dat de verhouding van Engeland
lot de buitenlandsche mogendheden van
den meest vriendschappelijken aard zijn.
De toestand in Eeypte biedt der Ko
ningin geen reden om voor vernieuwing
der onlusten in de nabijheid van Soeakim
te vreezen. De onderhandelingen met Thi
bet over Sikkim hebben nog niet tot een
gunstig resultaat geleid, maar men hoopt
dat militaire maatregelen onnoodig zullen
blijken.
De Koningin heeft goedgevonden deel
te doen nemen aari de conferentie te
Berlijn, met Duitschland en de Veree
nigde Staten, over de Samoa-kwestie. op
dat de conferentie te Washington in 1887
gehouden, tot een goed einde moge komen.
De voortdurend betere bewapening van
andeie rijken, heeft het noodzakelijk
gemaakt, de hulpmiddelen voor de ver
dediging der kunst en de bescherming
van den handel uit te breiden. Hoewel
de drijfveeren der andere mogendheden
zeer vredelievend zijn, mag de koningin
niet veronderstellen, dat deze stand van
zaken niet aan verandering kan onder
hevig zijn.
Daarom zal een wetsvoorstel worden
ingediend, om een crediet tot verbetering
van de weermiddelen aan te vragen.
In de gisteren gehouden zitting van
het Hoogerhuis keurde Lord Londesbo-
lough het af, dat in de trooniede niet
werd gewaagd van de bekrachtiging der
overeenkomst betreffende bet Suez-kanaal
noch van den staat van zaken in Zanzibar.
Lord Salisbury antwoordde, dat het
niet gebruikelijk was in de troonrede te
gewagen van het bekrachtigen van over
eenkomsten, als die welke ten opzichte
van het Suez-kanaal tot stand is gekomen.
Wat Zanzibar belrelt, van daar is niets
nieuws gemeld over de blokkade en de
uitwerking daarvan. Ten slotte verdedigde
hij de staatkunde, welke de Regeering
ten opzichte van Ierland heeft gevolgd.
In het Lagerhuis deelde de heer John
Morley, onder luide toejuichingen der
oppositie, mede, dat hij heden, bij de be
handeling van het adres van antwoord
op de troonrede, een amendement zal
indienen, en daarin zal verklaren, dat
Ierland op een onrechtvaardige wijze
wordt bestuurd, met veikrachging van
zijn rechten. Daarom wordt door het
Lagerhuis verlangd, dat maatregelen wor
den genomen, teneinde bet Iersche volk
te helpen en de werkelijke unie tusschen
Groot-Britannië en Ierland te bevestigen.
Het Lagerhuis begon daarna met de
behandeling van het adres van antwoord.
Men is in Italië over het algemeen niet
zeer ingenomen met den toast van gene-
laal Avogadro di Quaregna op het feest
maal loor admiraal Pacorel de Saint-Bon,
commandant der marine te Napels, aan
het Duitsche eskader in de Middelland
se he zee aangeboden.
De generaal Avogadro, commandant
van het 10e legerkorps te Napels, dronk
op de vrermde gasten en voegde er bij.
dat het Italiaansche leger in de ure des
gevaars, de waardige bondgenoot zal
blijken te zijn van het Duitsche leger
tegen een gemeenschappelijken vijand.
Het meerendeel der bladen, tot welke
richting zij behooren, beoordeelen dezen
oorlogszuchtigen toast zeer ongunstig.
In sommige bladen wordt aangedrongen
op een berisping voor generaal Avogadro
anderen eischen zelfs, dat hij ontslagen
zal worden.
Ds. C. Rasch van Pekela predikt
Zondag 24 Febr. e. k. in de Ev. Luth.
Kerk alhier.
Het door B. en W. opgemaakt
primitief kohier van den hoofdelijken om
slag, dienst 1889, bedraagt f 44653.26''a.
De sergeant-majoor H. van Gelder
is bij gelegenheid van 's Konings geboorte
dag benoemd tot adjudant-onderofficier-
titulair bij de dd. schutterij alhier.
Het Jodendom op het gebied van
het aeslhetisch en van het ethisch idea
lisme was het onderwerp der lezing, die
ds. S. Ulfers, van Rotterdam, Woensdag
avond in «Volksheil" hield. Met betrekking
tot het aesthetische wenschte Spr. zich
te beperken tot de muziek, en alzoo de
vraag te stellen: wat is het jodendom
geweest voor de schoone kunsten, inzon
derheid voor de muziek. Na eene inleiding
waarin hij het doel van de schoone kun
sten besprak, liet hij Richard Wagner's
stellingen hooren, die den jood alle toe
gankelijkheid voor- en productie-vermogen
van zang en muziek ontzeggen, om daarna,
aan de hand der levensgeschiedenis van
den grooten Handel, die na de nederlaag
van zijn antiek-germaansch idealisme, op
nieuw naar de hoofdstad van Engeland
toog, met een nieuw idealisme, dat hem
het oratorium «de Messias", vervolgens
«Samson", «Judas Macabeus" en andere
stukken van dien aard deed componeeren,
te bewijzen, dat de jood het hoogst object
daartoe heeft gegeven in zijne epische
geschiedenis, waarvan ieder onderdeel
op zich zelf een epos kan worden ge
noemd. En behalve op muzikaal gebied
heeft de jood op dat van de beeldhouw
en schilderkunst het hoogst object ver
strekt, ten bewijze waarvan door Spr. eene
beschrijving werd gegeven van het majes-
tueuse Mozesbeeld te Rome, van de hand
van den beeldhouwer Michel Angelo, en
van «liet Avondmaal" geschilderd door
Leonardo de Vinei, een schilder die voor
dien tijd op geheel ander, niet altijd ze
delijk gebied idealiseerde. Op elisch ge
bied heeft ook de jood de hoogste zedewet
gegeven, vervat in de tien geboden, die
hij in tegenstelling met den wijsgeer
Plato, de Indiërs, de Brahmanen en
Boedhisten en andere volkeren, die er
naar zochten en niet konden vinden, on
gezocht vond, en die eene zedewet is
waarin de individualiteit is behouden.
Naar wij vernemen zal ook in onze
gemeente eene militaire slachterij wor
den opgericht. Reeds is door den minis
ter het bouwen der benoodigde koestal
len bevolen.
Op het gebied van meubelen heeft
deze gemeente een aanwinst gekregen.
Gisteren waren wij in de gelegenheid
eenige zeer fraaie meubelstukken te zien,
waaronder een prachtige bulTetetagère,
welke door vorm, doelmatigheid en be
werking uitmuntte deze meubelen waren
allen veivaaidigd op de werkplaats van
en door H. Jonker, Meubelmaker aan de
Langestraat alhier.
Zie achterstaande advertentie.
Geheime correspondentie tusschen
Amerikaansche dieven. De verschil
lende vagebonden in de Vereenigde St3ten
staan niet op zich zelf. doch vormen te
zamen eene vereeniging, die ongeveer 20
tot 30 duizend leden telt.
Des zomers strijken ze in kleine troep
jes lieer in de steden, waar zij nacht en
dag de trottoiis, wandelwegen en ver
schillende parken afloopen, meenemende
wat niet spjjkervast is. Zomers gaan zij
genieten van de buitenlucht en trekken
zij het land door van het eene eind naar
bet andere, zonder dat 't hun een cent
kost. Deze goedkoope reisjes hebben zij
te danken aan zekere geheimzinnige tee
kenen, waarmede de landloopers, zooals
zij zich gelieven te noemen, aanduiden
waar de beste logementen en welke
treinen het best gesehikt zijn voor hunne
doeleinden.
De conducteurs op de groote lijnen naar
het Westen weten hiervan menig staaltje
te verhalen. Een trein houdt bijv. bij
een station stil en men zet de koffers
van een reiziger uit een waggon.
Een «tramp", dat is hun officièele
naam, wandelt over het perron en ont
dekt verschillende cabalistische figuren op
een der koffers. «Kijk," roept hij uit,
«nu is Liinpy waarachtig naar het Oosten;
ziedaar zijne teekens. Dat kleine vier
kantje, in den hoek van den cirkel, be
wijst mij, dat de arme jongen weinig
geluk heeft, en dat bij op het oogenblik
gedwongen is te voet de reis voort te
zetten. Indien het pijltje, dat den cirkel
sluit, naar rechts was geplaatst, zou 't rnij
een bewijs zijn, dat hij naar het Westen
was vei trokken."
Een conducteur van den Pacific spoor
weg, die bemerkte, dat telkens deze
heeren landloopers de reis medemaakten
op het dak van een waggon, wanneer hij
dienst had, wilde weten, waaraan hij
deze ongewenschte eer had te danken.
Een «tramp" pleegde verraad aan de
broederschap en wees den conducteur
op eene ruwe teekening aan de buiten
zijde van den waggon, eene veer voor
stellende, en een man, die er oogenschijn-
lijk goedaardig uitzag, terwijl een har
lekijn onder de veer was geteekend.
«Weet ge, mijnheer," vroeg hij den con
ducteur, «wat veeren zijn? De laatste
maal. dat ik hier sliep, vond ik 't hier
zeer zacht. Welnu, deze teekening waar
schuwt ons, dat ge een zachtaardig man
zijt en dat men gerust kan zijn, wan
neer men een reisje op uwe treinen
medemaakt." De landlooper zal in het
vervolg niet meer de zachtmoedigheid
van den conducteur kunnen roemen,
want hij had nauwelijks tijd, om een
stuk ijzer te ontwijken, dat deze hem
naar het hoofd wierp.
Een echtscheidings-proces, te Londen
aanhangig gemaakt, wekt heel wat op
zien in de groote wereld. De eischer is
de markies van Ailesbury, die verleden
jaar uit de Jockey-club werd verbannen
wegens bedrog. Hij gaat als koetsier te
genwoordig in de gemeenste kroegen zijn
fortuin zoeken. De markiezin is koriste
zij was vroeger in een café-chantanl te
Brighton werkzaam en beroemd om haar
schoonheid. Haar photographie lag in de
winkels te koop; later trad zij als Dolly
Tester in het Comedy-theater op, en daar
werd de markies, toen nog Lord Savernake
verliefd op haar, zij trouwdeu, maar se-
deit de markiezin al te lief tegenover
een paar andere heeren, een bookmaker
en een jockey blijkt te zijn, heeft de
markies met haar gebroken en hij wil
nu scheiden.
Trouw op zijn post. Bij Marseille
strandde in den nacht van Zondag op
Maandag de Engelsche stoomboot Rose.
De kapitein van een ander Engelsch
stoomschip Belcairn zond oogenblikkelijk
zijne sloepen naar de Rose en gaf aan
de bemanning bevel op zijn schip over
te stappen, toen de Rose begon te zin
ken. De bemanning sprong in de sloepen,
doch toen men op 'tpunt stond weg te
varen, ontdekte men dat de kapitein der
Rose zich nog aan boord bevond. De
tweede stuurman keerde terug en zag
den kapitein met de ellebogen op de
verschansing geleund, terwijl hij somber
zijne gezellen nastaarde en kalm den
dood verwachtte.
«Kapitein", riep de stuurman hem toe,
«men wacht slechts op u I"
«Wacht niet op mij", antwoordde de
kapitein, sik blijf!"
«Maar waartoe zal uw dood dienen?"
Ook de andere officieren trachten den
kapitein van zijn voornemen af te bren
gen, doch te vergeefs hij wilde het
verlies van zijn schip niet overleven.
Daar bet gevaar hoe langer hoe grooter
werd, moesten de zeelieden zich verwij
derende kapitein wierp hun nog een
laatst vaarwel toe en de Rose verdween
met haren kommandant in de golven.
De COMMISSARIS des KONINGS in
de provincie UTRECHT,
Gezien het besluit van heeren Gede
puteerde Staten der provincie Utrecht
dd. 14 Febiuarij 1889, No. 35;
Gelet op art. 11 der wet vanl3Junij
1857 (Staatsblad No. 87),
Biengt bij deze ter kennis van belang
hebbenden
1°. Dat de Visscherij in de binnen
wateren, waaronder ook worden ver
staan rivieren, door sluizen afgesloten,
binnen deze Provincie wordt gesloten van
10 Maart aanstaande tot 31 Mei daar
aanvolgende. met uitzondering:
a. van de Visscherij door middel van pa
lingfuiken, aalkorven en aaldobbers,
van die met het schepnet ofdegebbe,
om kleine vischjes te vangen tot aas
voor de aaldobbers;
b. van de Visscherij op spiering met het
kruisnet, welke geoorloofd blijft tot
den 1. Mei aanstaandedoch slechts
zal mogen worden uitgeoefendte
Utrecht builen de Weerdbarrière, tus
schen de Groote sluis en de Roodebrug,
te Amersfoort van de Koppelpoort tot
aan het gebouw, genaamd de Spijker,
en te Vreeswijk tusschen de groote
sluizen, van des middags 12 tot des
avonds 10 ure.
2°. dat de jagt op eenden (Art. 15,
lilt. h, der aangehaalde wet) voor dit
jaar zal worden gesloten op 28 Februarij
e.k., met zons-ondergang, na welken tijd
ook het kooijen niet meer zal mogen
worden uitgeoefend, zullende de kooieen
den opgesloten of gehokt moeten zijn tot
1 Mei aanstaande.