Plaatselijke berichten.
en de directeur der stoomtram waren
spoedig op de plaats des onheils, zoodat
de passage binnen kort weer vi ij zal zijn.
Zondag ochtend werd door het bu
reau der feestcommissie te 's Gravenhage
vroegtijdig het navolgende telegram naar
het Loo verzonden:
Aan Zijne Majesteit
den Koning.
Sire! De feestcommissie voor het Na
tionale feest van heden, in Uwer Majes-
teits Koninklijke Residentie, nadert met
den diepsten eerbied Uwe Majesteit. Het
heugelijk zeldzaam feest, dat gansch Ne
derland op dezen dag met vreugde ver
vult, wordt voorzeker door de ingezetenen
van 's Gravenhage met groote dankbaar
heid herdacht.
Sire! Moge het Uwe Majesteit gegund
zijn nog talrijke jaren aan de zijde van
onze zoo beminde Koningin en in het
bezit van onze geliefde Kroonprinses, in
de liefde en toewijding te blijven deelen
van Neerland's volk, wiens schoonste leuze
blijft: Oranje Boven!
Men schrijft uit Brussel
Zondagmiddag op eene wandeling naar
Laeken werd ik onverwachts aangenaam
verrast door een koorgezang van het
«Wien Neerlandsch bloed," dat uit de
richting kwam van het monument te Lae
ken. Ik begaf me daarheen en trof daar
vele Nederlanders aan met de Oranjestrik
op de borst en waarvan een der heeren,
toen ik me ook als Nederlander bekend
maakte, me dadelijk met een oranjestrik
decoreerde en mij welkom in hunnen
kring heette. Alle zangers 24 in getal,
belmoren tot de Nederlaudsche Jongelings-
vereeniging te Brussel, die op eenvoudige,
doch gulle, hartelijke wijze den dag van
het 40-jarig jubileum van Z. M. onzen
Koning herdacht.
Voor circa 30 jaren is genoemde ver-
eeniging opgericht door den tegenwoor-
digen eere-voorzitter, den heer van Deth,
(geboren te Amersfoort) consul-generaal
van de Transvaalsche republiek. Presi
dent en secretaris zijn de heeren A. Rou-
lez en K. Tensen. In de volgende maand
zal de Vereeniging ter herdenking van
haar 30-jarig bestaan een driedaagsch
feest vieren en wel op 15, 16 en 17
Juni a.s.
In de voornaamste Nederl. bladen zul
len tijdig uitnoodigingen worden gericht
tot alle vereenigingen in Nederland, opdat
afgevaardigden de feesten kunnen bij
wonen.
Het programma is nog niet officieel
vastgesteld en is het mij daarom niet
vergund, dit nu reeds mede te deelen,
maar naar ik verneem moet het een luis
terrijk en schilleiend feest zijn, dat den
Nederlanders in Belgie's hoofdstad door
genoemde vereeniging zal worden aange
boden.
De geheele Nederlaudsche bevolking
van Brussel had zich Maandag met Oranje
getooid ter eere van 't jubileum van onzen
Koning. Een plechtige Godsdienstoefening
werd gehouden in de kerk der heilige
Catherine, waar het woord werd gevoerd
door Ds. Pijnacker Hordijk. Des namid
dags verzamelde zich weder een honderd
tal landgenooten, in welker midden zich
ook de gezant bevond, baron Gericke van
Herwijnen met zijn echtgenoote.
Het adres van gelukwensching aan den
Koning draagt reeds vele liandteekenin-
gen.
Voor de rechtbank stond te 's-Gra-
venhage terecht de bekende millioenen-
heer uit Leiden, die zich te verantwoor
den had wegens de volgende, vroeger in
de nieuwsbladen reeds omstandig mede
gedeelde feiten.
De bekl. had, om zich wederrechtelijk
te bevoordeelen, in het laatst van 1888
en begin 1889, de na te noemen gelden
en goederen zich doen afgeven, onder
het bedriegelijk en in strijd met de
waarheid voorgeven de eenige erfge
naam van landerijen, gelden en den titel
van jonkheer te zijn geworden, van eene
te Amsterdam overleden baronesse de la
Bourgeois (welke dame echter niet be
staan heeft) welke eigendommen hem
eerst in 1890 zouden geworden.
Hij had zich in rouwkleeren gestoken
en van het gewaand overlijden aankon
diging gedaan in een paar dagbladen,
onderteekend door «Jhr. R. Broekhoff Jzo.
de la Bourgeois."
Zoodoende had hij weten te vei krijgen
van een kennis zijner familie ter leen
f 8035, van een kleedermaker voor
ruim f200 aan kleedingstukkenvan
een wijnhandelaar fijne merken wijn in
groote hoeveelheid; van een beddenwin
kel een ledikant met toebehooren
van een boekhandelaar schilderijen, boe
ken, enz., ter waarde van f2325.
Bekl. verklaarde ter terechtzitting tot
die bedriegelijke handelingen te zijn ge
komen, door het lezen van eene adver
tentie, waarin aan elk, die f 6000 stortte,
een dagelijksch revenu van 100 werd
verzekerd. Hij schreef er op, had te
Breda eene samenkomst met den steller
der advertentie en verbond zich tegen
over dien heer, die voor hem aan de
speelbank te Monaco spelenen win
nen zou, naar eene zekere mathemati
sche berekening. Bekl. was onnoozel ge
noeg f 4500 te zenden aan een opgege
ven adres, en hij zag daarvan geen cent
terug.
Om dat geld dus te vei krijgen pleegde
hij de reeds voormelde bedriegelijke
daden.
Bekl. leefde in den Haag korten tijd,
doch op zeer grooten voet; hij hield zelfs
een maandrijtuig. 't Was ook van hier
uit, dat hij f 4500 naar Nizza zond.
In 't geheel maakte bekl. bijna f20,000
schuld. Hij verklaarde echter geen andere
bedoeling te hebben gehad dan om rijk
te worden, gelijk de advertentie betref
fende het spelen hem voorspiegelde.
Substiuut-officier van justitie, mr. Ort,
de feiten van het weefsel van verdichting,
daaraan voorafgegaan, volkomen bewe
zen achtende, vorderde veroordeeling tot
drie jaren gevangenisstraf.
Mr. Jac. van Gigch achtte de verschij
ning van een 23-jarig jongmensch van
goeden huize, wiens familie door diens
daden in rouw is gedompeld, een zeer
tragisch feit.
Pleiter trachtte te bewijzen, dat bekl.
een sukkel was, ook tengevolge van vroe
ger geleden storing in zijn denkvermogen,
op wien verkeerde invloeden hebben ge
werkt.
Ten aanzien van 3 der feiten meende
pl. dat de ratio movens, waardoor de be
drogenen tot levering waren gekomen,
niet was het gevolg van directe mislei
ding door bekl.
Voorts meende pl. dat bekl. gebeten
had in een lokaas, dat sluw en verrade-
lijk (bij advertentie en biiefwisseling) werd
voorgediend. Hier was 't verband tusschen
de feiten. Hij ging leenen om 't geld te
zendenhij zou met dat geld veel geld
verdienen, en betalen wat hij bij ver
schillende menschen schuldig was.
Is hier vroeg pl. 't oogmerk om
zich of een ander wederrechtelijk te be
voordeelen, dat voor «oplichting" wordt
gevorderd? Pl. geloofde het niet en vroeg
vrijspraak.
Was zijne meening onjuist, dan beval
hij zijn cliënt aan in de clementie des
rechters.
Uitspraak over 8 dagen.
Zaterdag moesten van Den Helder
twee zoons van den heer A. B., die bei
den in den loop der week krankzinnig
waren geworden, naar bet krankzinnigen
gesticht 'e Meer-en-Berg worden vervoerd.
Men meldt uit Amsterdam, dat
Maandag vandaar 150,000 K G. steenko
len zijn geladen met bestemming voor
Krupp te Essen.
Sedert eenigen tijd werden te
Amsterdam nu en dan aan het hoofd
kantoor en de bijkantoren der posterijen
postwissels ter incasseering aangeboden
en uitbetaald, die later bleken valsch te
zijn. Donderdagnamiddag zegt het
Nieuws trok het de aandacht van
een ambtenaar aan het bijkantoor op de
Prins-Hendrikkade, dat de stempels op
een postwissel, aangeboden door een
kruiersvrouw, niet op de gewone wijze
waren aangebracht, doch door eene
kunstvaardige hand op het papier waren
geleekend met een soort crayon, in kleur
overeenkomende met den gebruikelijken
stempelinkt. De brengster verklaarde,
haren lastgever niet te kennen, die
's avonds het ontvangen geld bij haar
aan huis wel zou komen halen. De amb
tenaren waren met deze verklaring wel
tevreden, maar toch begaven een paar
hunner zich de straat op en zagen
iemand, die hun verdacht voorkwam,
doch wien zij zelven ook zóó verdacht
voorkwamen, dat hij ijlings de Foelie
straat invluchtte, waar hjj spoedig daarna
met een veranderd uiterlijk weder uit
kwam.
Nu begon een wedloop, die weldra
eindigde door het optreden van een
politieagent, waarna de jonkman naar
den politie-posl in den Montalbaanstoien
werd overgebracht. Daar verklaarde de
kruister, dat men den rechten man niet
had, zoodat de pas gevangene weder
werd vrijgelaten. Dit raadsel werd later
opgehelderd, doordien de arrestant op
zijne vlucht gelegenheid had gehad, zijn
baard af te rukken en een bril op te
zetten. Nadere inlichtingen hadden dan
ook tengevolge, dat de politie nog dien
zelfden avond den man, zekeren F., aan
zijne woning in de Saenredamstraat op
zocht en daar een in bewerking zijnden
valschen postwissel vond. Hij heeft ook
reeds dadelijk eenige gewichtige beken
tenissen afgelegd.
Bij Kon. besl. zijn o. m. benoemd
tot ridders der orde van den Ned. Leeuw
de heeren A. M. Tromp van Holst, maj.-
commandant der d.d. Schutterij alhier,
C. de Mooy, dir. officier van gezondheid
2e kl.,chef van het militair hospitaal alhier;
W. Beukers, Burgemeester van Bunscho
ten; en is bij Kon. besl. verleend den
rang van Luitenant-Kolonel aan den heer
E. L. H. van Lanschot Hubrecht, gep.
majoor der Huzaren, alhier.
HET KONINGSFEEST.
Zaterdagavond kreeg de stad onzer
inwoning reeds een feestelijk aanzien.
Van de openbare gebouwen en vele par
ticuliere woningen wapperden toen reeds
de geliefde nationale driekleur met de
Oranjewimpel, Zondagmorgen was zulks
algemeen. In de verschillende kerken
werd het feest godsdienstig gevierd. Te
12 uur liet het carillon in de Lieve
Vrouwetoren zich hooren en bracht door
zijn liefelijke heldere toonen een ieder
in feestelijke stemming.
Maandag, de eigenlijke feestdag, werd
onze stad als het ware overstroomd door
bewoners van omliggende gemeenten,
allen, evenals onze stadgenooten, feeste
lijk met de geliefde oranjekleur getooid.
Niettegenstaande de groote menigte
werd geen enkele wanklank gehoord,
zeker wel het beste bewijs, dat door
ieder met opgewektheid werd feest ge
vierd. Te 12 uur werd op het terrein,
waar de infanterie kazernes eerlang zullen
verrijzen, door garnizoen en schutterij
groote parade gehouden.
De parade, waarbij wij de burgelijke
autoriteiten ditmaal misten, werd gecom
mandeerd door den majoor der cavallerie
F. C. W. Juckema van Burmania baron
Rengers, commandant der Rijschool. Het
defileeren geschiedde voor den luit. Kolonel
der Veld-Artillerie A. Greve, garnizoens
commandant, door wien, in tegenwoor
digheid van alle officieren van garnizoen
en schutterij, de beide nieuw benoemde
ridders der orde van den Nederl. leeuw,
luit.-koll. de Mocij, dirig. off. v. Gez. en
A. M. Tromp van Holst, majoor com
mandant der schutterij, in eene kernach
tige toespraak, met de hun te beurt ge
vallen onderscheiding werd geluk ge-
wenscht.
Twee ridders der Militaire Willemsorde
namen op uitnoodiging deel aan de feest
maaltijd der onderofficieren van 't gar
nizoen, terwijl aan één, door lichaams
gebreken verhinderd, eene gratificatie
van f5 werd uitgereikt.
De illuminatie en het vuurwerk slaag
den. dank zij het bij uitstek fraaie en
stille weder, uitmuntend.
Als eenige der fraaist versierde punten
noemen wij in de eerste plaats het Havik,
alwaar de verlichting langs het water
een inderdaad schoon schouwspel op
leverde. Op een in de gracht liggend,
mede zeer net versierd vlot, waarop de
beeltenis des konings prijkte, werd in
de laten avond nog muziek gemaakt. Op
het Bloemendal waren door de bewoners
drie eerepoorten opgericht, in de Groote
en Kleine Haag telden wij er niet min
der dan zeven, terwijl de bewoners dezer
beide laatste straten bovendien nog elke
woning afzonderlijk riik met groen had
den getooid.
Zeer aardig was de versiering door een
stadgenoot ineen tuintje voor zijn woning
aangebracht, nl. een van tuinkers ge
zaaide dubbele W met kroon en jaar
tallen, waarboven een keurig vervaardigde
luchtballon was aangebracht welke des
avonds werd verlicht.
De leerlingen van het Gymnasium,
toonden hunne liefde voor ons vorstenhuis
in eene smaakvolle versiering aangebracht
aan de brug op de oude Vischmarkt, hoek
Langestraat, terwijl die der H. B. School
niet bij hunne kameraden willende ach
terblijven, de zijgevel van hun schoolge
bouw hadden geïllumineerd. Het politie
bureau trok mede door keurige versiering
en verlichting elks aandacht. Veel zouden
wij nog kunnen opnoemen doch de plaats
ruimte ontbreekt ons. Wij eindigen daar
om met den wensch, dat het God moge
behagen, den vorst wiens veertigjarig
regeeringsjubileum wij herdachten, onze
geëerbiedigde Koning, nog jaren voor zijn
land en volk te sparen.
Aan Zijne Majesteit den KoniDg
werd Maandag in den vroegen morgen
onderstaand telegram gezonden
Sire
De ondergeteekenden, feestvierende be
woners van den Hof te Amersfoort, loven
God voor Uwer Majesteits gelukkig her
stel, en kunnen nu met een verruimd
hait en opgewektheid van hnnne vreugde
getuigen.
Zij brengen bij dezen, hulde aan Uwe
Majesteit, hunnen geëerbiedigden Koning,
wenschen Uwe Majesteit geluk met Uwe
40-jarige regeering en bedanken hunnen
Geliefden Vorst, voor al het goede, in
die lange reeks van jaren verricht en
tot stand gebracht,God geve Uwe Majesteit
voortdurend gezondheid, tot geluk van
Hoogstdeszelfs Huis, en tot heil van Uw
dierbaar Volk.
Uwer Majesteit's trouwe Onderdanen,
H. J. Bonnier, G. P. Ittmann, Th. J. H.
Bianchi, H. de Jager, W. van 't Woudt,
Th. Ouwerkera, G. W. van Goor, Mej.
de Wed. G. Schimmel, Jabs. Rosier, Ja
cobus Stork, J. G. van der Geest, D. Prins,
D. Willigenburg, N. W. van Woudenberg,
Ant. Stöcker, E. Brizée, L. van Barne-
veld, R. Cruiflf, H. J. Klein, J. van Poel
geest, Th. Verhaar, A. N. de Folter.
Waarop Telegraphisch werd geantwoord
Den heer Bonnier te Amersfoort.
DE KONING betuigt de feestvierende
bewoners van den Hof hoogstdeszelfs
dank.
Adjudant van dienst,
J. VAN DE POL.
Gisteren avond werd door de beide
compagnieën der d.d. schutterij, eene
serenade, aangeboden door H.H. officieren,
gebracht aan hunnen commandant,
majoor A. M. Tromp van Holst, ten einde
hunne sympathie te betuigen met de
onderscheiding hem door Z. M. den Koning
toegekend.
vergat en met haar moest medewee-
nen
»Ge zeidet daar dat Verena in een ge
lukkigen staat leeft wat meent ge
daarmede? vroeg Arthur.
«Wel, zij verhaalde mij, dat het haar
vader gelukt was, op eene zeer zonder
linge en wonderlijke wijze onverwachts
in het bezit te geraken van zijn verloren
vermogen; dat haar vader zich voor het
oogenblik te Parijs bevond, daar het be
sluit tot verbeurdverklaring zijner goede
ren was opgeheven en hem een eervolle
terugkomst in Frankrijk was verzekerd
«O God, het wordt dag, helder dag voor
mij, hoe meer ik de afzonderlijke gebeur
tenissen te zamen vat. Moge ik nog zoo
lang het verstand behouden totdat ik het
einde zal gezien hebben. En dan, dan zal
ik ook Verena wederzien! Ja, ja, ik zal
haar wederzien ik moet haar weder
zien
Arthur legde zijn hoofd op zijne beide
handen en keek strak voor zich neder.
De waard sloop naar de keuken. Toen
hij na een geruimen tijd terugkeerde,
vond hij Arthur in dezelfden toestand
zitten. Toen de waard voorbij de tafel
liep, meende hij Arthur te hooren schreien.
Eindelijk stond Arthur van zijne plaats
op. Zijn borst verhief zich hooger dar,
gewoonlijk, een teeken, dat hij hevig be
wogen was.
«En heeft zij niet gezegd, wanneer zij
zou wederkeeren?" vroeg Arthur op zach-
ten toon.
De waard scheen weder om een ant
woord verlegen.
«Zeker! Zij heeft het gezegd uw
zwijgen bewijst mij genoeg. Spreek, spreek
in Gods naam, vriend!"
«Nu ja zij dacht mij of dit jaar of
met den aanvang van het volgend jaar
nogmaals te bezoeken."
«Is dat waar
«De loutere waarheid!"
«Dan zal ik hier blijven, zoolang tot
dat zij komt en dan, vriend, laat mij dan
roepen opdat ik komen kan, en mij voor
hare voeten werpe om vergeving van haar
aftesmeken."
Het naderend geklingel van bellen en
het stilhouden voor de heiberg van de
slede des dokters brak de ontboezeming
van Arthur af. Hij betaalde zijne verte
ring en stapte in de slede. Het volgend
oogenblik gleed deze vooruit.
«Mijne worde brandt weder vreeselijk,
dokterzeid-e Arthur toen de slede om
den hoek van den weg draaide en het
asyl St. Wolfgang zichtbaar werd.
«Laat den voormiddag nog passeeren
ik hoop tegen dezen avond het middel
geheel gereed te hebben dat u leniging
voor uwe pijn zal verschaffen. Dan zult
gij zien dat gij heden rustig zult sla
pen."
»Wij willen het hopen!"
De koetsier reed heden harder dan
gisteren, want na een kortstondigen tocht
had men het asyl bereikt.
De avond was genaderd toen dokter
Marcuet Arthur's kamer binnentrad. De
dienaar die hem volgde droeg twee fles-
schen rooden wijn, plaatste ze op tafel,
bracht nog twee glazen en verliet toen
de kamer.
De dokter stelde zich aan als bemin
nelijk gastheer en ontkurkte de beide fles-
schen, zonder dat Arthur bemerkte dat
de dokter een wit poeder in een der fles-
schen schudde.
Weldra klonken de glazen. De dokter
wist het gesprek allengs te brengen op
het ontstaan der wond, totdat Arthur
eindelijk zelf begon
«Zooals gij reeds van vroeger weet,
ben ik de zoon van Maurits Falkening,
den rijken en voornamen bankier te Br...
Het moet wel voor u zonderling kliDken
dat ik mijn vader deze bijnamen geef
en er mij op verhoovaardig, maar ik doe
het alleen om duidelijk te doen blijken
dat ik door den stand en het vermogen
mijns vaders in de maatschappij een goede
plaats had kunnen innemen, zonder door
zorgen gekweld te worden. Volgens den
wil mijns vaders genoot ik eene goede
opvoeding, en liep het gymnasium in
mijne vaderstad, snel en met goed gevolg
door. Na mijn moeders dood moest ik
mjjne wetenschappelijke studiën afbreken
en plotseling een geheel ander veld be
treden. Het bezoeken van de handel
school zou, zooals mijn vader dacht, een
overgang voor mij zijn tot het zuiver
praktische leven, maar ik gevoelde niet
temin te goed hoe verschillend dat leven
met het tot dusver gevoerde voor mij zijn
zou. Mijn hart geraakte dientengevolge in
een tweestrijd, die mij voortdurend fol
terde en pijnigde. Wel trad ik in de zaak
van mijn vader, maar hoe dieper ik mij
inwerkte in de dusgenaamde geheimen
van 't boekhouden en der zaken, des te
minder kreeg ik er lust in. Wat hielp
het mij echter. Goed- of kwaadschiks
raakte ik aan den sleur gewoon, en ik
ben er zeker van dat ik ten lange leste
doorkneed zou zijn geworden in die eeuwig
terugkeerende getalrijen, ware het niet
dat er iets voorgevallen was dat mij eens
klaps uit mijn doodslaap opwekte. Een
vrouwelijk hart ontvonkte mijn gevoel en
wist mij te ketenen. Dat ik liefde voor
dat meisje gevoelde, kan ik eigenlijk niet
Zondag, 19 Mei. zal bij de Vrije
Ger. Gemeente gepredikt worden door
den Heer Roelofsen, van Lunteren.
Bij de gisteren alhier gehouden
stemming ter verkiezing van drie leden
voor de Provinciale Staten, zijn uitge
bracht 1538 stemmen. Van onwaarde 4.
Volstrekte meerderheid 768 stemmen.
Gekozen Mr. A. W. van Beeck Calkoen,
met 1025, Mr. J. M. Richelle, met 1005
en D. P. Hamers met 998 stemmen.
Mr. H. J. H. Baron van Boetzelaer van
Oosterhout verkreeg 517, Jhr. Mr. B. Ph.
de Beaufort, te Baarn, 497, en Mr. C.
W. Loten van Doelen Grothe, te Soest,
483 st.
3303te STAATSLOTERIJ.
Vijfde klasse. (Eerste week.)
Trekking van 13 en 14 MEI
(1500 LOTEN.)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgend» num
mers te beurt gevallen
Prijs van flOOO,
No. 17179
Prijzen van 100,
No. 204 en 17108.
Prijzen van f7©,
104, 145, 228, 291, 2038, 5786 5789,
10918, 11703, 11730, 11747, 17132,
17143, 17186, 18076, 18937 20020,
20727 20834 en 20864.
Te zamen 23 prijzen.
Zonder prijs zijn u'tgetrokken
115. 138, 206, 224, 229, 235, 279, 290,
2007, 3607, 3626, 3636, 3647, 3649,
3650, 3655, 3656, 4534, 5718, 5725,
5762, 5777, 5783, 5792, 8612, 8624,
8640, 8668. S687, 9724, 9746, 9761,
10929, 10939, 11708, 11712, 11714,
11772, 11797, .5753, 17107, 17134,
17138, 17140, 17146, 17152, 18017,
18047, 18059, 18087, 18096, 18846,
18851, 18872, 18879, 18887, 18895,
18897, 13905, 20012, 20715, 20752,
20765, 20769, 20771, 20819, 20847,
20863, 20875 en 20944.
i
Jan. Nu, wat zeg je er van, dat in
het Ruhrdal zooveel duizenden mijn
werkers den arbeid gestaakt hebben
Piet. Dat het maar naar is voor de
fabriekarbeiders, die nu gedaan krijgen,
omdat het werk wegens gemis aan steen
kool moet stilstaan.
J. Ja de goeden moeten het steeds
■net de kwaden misgelden.
P. Maar bij die groote werkstaking
in het Ruhrdal is het moeilijk uit te
maken, wie de goeden en wie de kwaden
zijn. Volgens het eene bericht maken de
mijornaatschappijen grove winsten door
hunne arbeiders slecht te betalen, en
volgens het andere worden de mijn
werkers voldoende betaald, maar stellen
zij te hooge eischen.
J. Waar is het, dat menige maat
schappij of particulier rijk is geworden
door de arbeiders ellende te laten lij(fcn;
maar waar is het ook, dat veel arbeiders
een makkelijk leventje zonder arbeid
zoeken te leiden, terwijl dikwijls onbe
kwame werklieden een loon als bekwame
eischen.
P. Zoo wordt iedere partij door ver
keerden bedorven.
zeggen, maar toch kan ik het niet ont
veinzen dat mijne beleefdheden tegenover
haar meer dan de uitdrukking waren van
den fijnen gezelschapstoon. Nog in twee
strijd, verneem ik van een mijner beste
vrienden eenige berichten over het ver
leden van dit meisje de nevel die de
verschijning omhulde was voor mijn kort
zichtig oog opgeklaard. Ik zag nu eerst
in het meisje een wezen dat mijn achting
niet meer verdiende, dat, wilde ik mijzelf
en mijne overtuigiug geen geweld aan
doen, zelfs moest mijden. En zooals het
gaat, ik verloor met het kwaad tevens het
geneesmiddel.
In plaats van mijn verdriet te lenigen
door in andere meisjeskringen eene be
tere gezellin te zoeken, werd ik een men-
schenhater. Liet ik al somtijds mijne
blikken eens glijden over de vrouwelijke
wezens in mijne naaste omgeving zoo
hadden zij geen van allen voor mij die
aantrekkingskracht, die ik noodig had en
zonder welke ik mij geen ware en op
rechte liefde denkeD kan. Zoo verliep een
geruime tijd totdat langzamerhand mijn
beter ik ontwaakte en ik weder met
genoegen de schoone wereld kon inzien.
Wordt vervolgd.)