-
-
-
Officieel© Publicatie.
BUITENLAND.
Plaatselijke bericüten.
Hulpbank te Amersfoort.
recht komende, maakte zij eene buiteling,
waardoor zij ook van de trap, leidende
naar het benedenhuis, viel er bewuste
loos in de gang bleef liggen- Haar toe
stand is hoogst zorgelijk, daar zich ver
schijnselen van krankzinnigheid hebben
vertoond.
Beleediging van den minister van ko
loniën ter zake van de rechtmatige uitoefe
ning van zijne functicn, is het misdrijf,
waarop de heer W. E Willink Ketjcn zich
eergister voor de 5e kamer der arrondisse-
ments-rechtbank te Amsterdam had te ver
antwoorden. Het praesidium van het college
werd waargenomen door mr. J. van Eik,
vice-president, terwijl de heeren mrs. Teding
van Berkhout en de rechter-plaatsvervanger
Deking Dura als rechter» zitting hadden ge
nomen.
De beklaagde gaf op te heeten Willem
Everard Wiliink Ketjen, oud +6 jaar, gep.
kapitein van het O.-I. leger, tbans directeur
van hot weekblad De Familiebode, wonende
te Amsterdam.
Twee feiten worden den bekl. ten laste
gelegd: 1. Het schrijven van een brief dd.
1 6 Maart aan den minister waarin hij terug
komt op zijne bekeode grieven over zekere
hem onthouden bescheiden, en waarin hij
o. a. zegt„Gij paart lafheid aan misdaad,
door mij thans door uwe rechercheurs te doen
vervolgen", en waarin hij verder dreigt met
een hondenzweep aan het dep. v. koloniën
te zullen postvatten en den minister te zul
len tuchtigen. Het plaatsen van een inge
zonden stuk in het weekblad De Familie
bode dd. 30 Maart, waarin hij opkomt te
gen do tegen hem ingebrachte beschuldiging,
dat hij gedreigd zou hebben het prinsesje te
dooden.
Beide feiten werden door bekl. erkend. Het
exemplaar van de Familiebode is door hem
aan alle autoriteiten verzonden. Als getuigen
a charge treden achtereenvolgens op
a. Mr. L. W. D. Keuchenius, oud 66
jaar, minister van koloniën. Get. heeft den
brief van 16 Maart ontvangen. Hij was niet
bcleedigd door den inhoud, maar hij meende
onder de beslaande omstandigheden den bl ief
aan den min. v. just, te moeten opzenden,
het aan dezen overlatende naar bevinding
van zaken te handelen. Hij, getuige, zelf
verlangde voor zich geen voldoening. Het
exemplaar der Familicbode heeft get. niet
ontvangen.
Bekl. zegt dat hij van den rechter-comm.
in den Haag gehoord heeft, dat de laatste
het exemplaar van den minister heeft ont
vangen.
Get. kan het niet bepaald ontkennen.
b. De heer Kegenboog, chef van de firma
Ellerman en Harms. De Familiebode wordt
ter drukkerij dier firma gedrukt. Get. ont
ving de kopie van bekl. zelf.
De heer Schuurman, rondhrenver vau
Maart der tannlieUode in Amsterdam ver
spreid.
d. De heer Houtzager, colporteur van de
Familiebode, vorklaart hetzelfde als de vorige
getuigo.
Thans treden op de getuigen a décharge
a. De heer Otto vau Rees, oud-gouver-
nenr-generaal van N.-I.
Gevraagd welke vragen hij dezen getuige
weuscht te doen, zegt bekl., dat hij dit slechts
zeggen kan, indien de rechtbank meent, dat
de hoofdzaak hier in debat kan komen deze
zaak is slechts een klein onderdeel,
De rechtbank geeft alsnu te kennen, dat
men hier alleen te doen heeft met twee be
paald ten laste gelegde feiten, en dat men
de hoofdzaak (beschuldigingen tegen auto
riteiten bier niet kan behandelen,
De heer van Rees en de andere getuigen
a décharge (de heeren Cremert, Beelaerts
van Blokland, Le Riitte en de rechercheurs
Panhorst en Verbeek) vertrokken thans zon
der gehoord te zijn.
Het O. M., waargenomen door den Subst.-
offi. van justitie, mr. Pélerin, meent, dat de
rechtbank niet van hem zal verwachten eene
uiteenzetting der bekende gebeurtenissen, door
den heer Willink Ketjen herhaaldelijk te
berde gebracht. Spr. nl. acht zich daartoe
niet in staat, en ook staan die feiten slechts
in verwijderd verband tot deze strafzaak.
Bekl. wenscht vervolgd te worden op wat
herkeDd. Gij verbleekt, mijne heeren, gij
hebt gelijk! Want dit mensch, dat voor
eene ongehoorde misdaad niet terug
deinsde, die een hoveling geworden is aan
het hof van den zoon wiens vader hij het
hoofd afsloeg, dat mensch, dat God met
een onuitwischbaar brandwerk heeft ge-
teekend opdat hij der vergelding niet zou
ontgaan, is Sir Charles en het bewijs er
voor
Hier greep John den geheel verslagen
Sir Charles aan, vatte diens linkerhand
en toonde den overste het diepe littee-
ken, dat er op zichtbaar was, en riep
uit: «Hier is 'tl Aanschouwt het brand
merk 1"
Nu de waarheid zoo onverwachts aan
't licht kwam, verloor Sir Charles zijn
gevatheid en zijne stoutmoedigheid. Hij
zag in dat hier niets meer te loochenen
viel, dat men, zoo men zijn vroeger le
ven naspoorde, nog menig ander bloedig
spoor van het jaar 1649 zou kunnen vin
den en daarom maakte dit onmensch
wiens ware naam Stoop was en die later
kapitein van een regiment der Suisses in
Franschen dienst is geworden van een
oogenblik van algemeene ontzetting ge
bruik om te vluchten en hij was reeds
ver van het kasteel verwijderd, voor het
den verbitterden overste in 't hoofd kwam
hem te vervolgen.
hij de hoofdzaak noemt, maar hij zal thans
inzien, dat niet hij, maar alleen de justitie
beslist of en wanneer en waarover eene ver
volging op touw wordt gezet. Spr. zet thans
uiteen, dat de vrijheid van hel woord in
ons vaderland zeer groot is; verschillende
artikelen van bedenkelijken inhoud werden
door bekl. geschreven, zonder dat dejustitic
tusschenbeide trad. Maar zoodra het vrije
woord wordt gebezigd als dekmantel voor
smaad, is de justitie verplicht op te treden.
Vandaar de hier bedoelde strafvervolging.
De ten laste gelegde feiten staan vast. èu
door bekl.'s bekentenis èn door de afgenomen
getuigenissen. En de inhoud van den brief
en die van het artikel in de Familiebode
is beleedigend. Ook het opzet om te belee-
digen staat buiten twijfel. Spreker trachtte
dit nader aan te toonen door den inhoud
der stukken te ontleden en te ontwikkelen.
De beleedigingen zijn van ernstigen aard.
Het stuk in de Familiebode is daarenboven
een smaadschrift, dewijl het geschreven is
met de kennelijke bedoeling om aan den
inhoud ruchtbaarheid te geven. Ook het ver-
eischte„bepaald feit" is hier aanwezig. Wel
is waar staat in het stuk„men" en„ de
regeering", maar uit alles blijkt eu be
klaagde bekent het dat daarmede de mi
nister van koloniën is bedoold. Ook het
vereischte„een bepaald persoon" van art.
261 Wetboek van strafrecht" is dus hier
aanwezig.
Dat eindelijk de eer en de goede naam
van den miuister zijn aangerand, acht spr.
mede buiten kijf. Een beroep op eigen ver
dediging of op het algemeen belang kan
bekl. niet doen hem stonden desverkiezende
audere middelen ten dienste om zich te ver
dedigen tegen de beschuldiging van bedrei
ging van het Prinsesje. Aan het slot van
zijn requisitoir eischt spr. schuldigverklaring
van bekl. aan 1. opzettelijke beleediging, 2.
smaadschrift, en veroordeeling tot zes maan-
deu gevangenisstraf.
De bekl. droeg zelf zijne verdediging voor.
Hij las een stuk uit de Familiebode van
2 6 Maart voor, waarin hij de autoriteiten
uitlartte, hem aan te klagen ter zake der
door hem uitgesproken beschuldigingen. Maar
zeide bekl. op dien open brief werd geen
vervolging ingesteld. Men liet hem door ge
heime agenten bespieden, gadeslaan en ver
volgen. Op 16 Maart 1889 ontving hij een
schrijven van den burgemeester van Amster
dam, waarin deze hem mededeelde, dat de
bespieding niet van de gemeente uitging.
Bekl kreeg toen zekerheid dat zij van den
minister v. Koloniën uitging. Daarna kwam
de beschuldiging dat hij het prinsesje zou
bedreigd hebben. Die feiten nu, nl. de be
spieding en de geïmputeerde bedreiging pro
voceerden de geïncrimeerde stukken. Die
provocatie sluit opzet bij hem, bekl. uit.
Uitvoerig tracht bekl. dit aan te toonen
uiougi uij i/iju guotfcu iii uuuü'2ivti\ig. -'xiv,
herinnerde o.a. hoe het kamerlid Keuchenius
in de zitting van 17 Nov. 1 886 erkende,
dat bekl. recht had op inzage der stukken,
die bij het onderzoek in Indië gebezigd wer
den, en hoe de minister Keuchenius de af
gifte dier stukken weigerde. Dat was mede
plichtigheid aan roof. En om de aandacht
van bekl.'s rechtmatige grieven af te leiden,
vond de minister de beschuldiging uit aan
gaande het prinsesje. Die aantijging krenkte
bekl. in eer en gooden naam, gelijk hij
tracht aan te toonen door verwijzing naar
een tweetal Amsterdamsche bladen. Bekl.
uitte verder uitvoerig zijne grieven tegen den
minister, die alles «ouder biddend opzien"
tegen hem onderuambekl. dacht hier aan
de uitspraak van den Talmud«De dief, die
gaat stelen, roept God aan."
Het O. M. onthield zich van repliek.
Uitspraak 21 Junia.s. IV. ft. Cf.
Door bemiddeling van den heer H.
F. Bultman te Haarlemmermeer vei trekt
heden (14 Juni) een tiental Hollanders
naar het Zuiden van Frankrijk ten einde
aldaar werkzaam te zijn in een ten deele
drooggemaakten plas van 15000 hecta
ren uitgestrektheid. Een paar der ver-
trekkenden zijn er reeds verleden jaar
geweest, 21 paarden en 16 ploegen van
allerlei model zijn reeds vooruitgezonden.
Toen de diepgetroffen Sir Frederik Da
vidson zijne bezinning had teruggekregen,
sloot hij zijn ouden dienaar, die hem voor
een daad gered had, waarover hij eeuwig
berouw zou hebben gevoeld, met vreugde
in zijn armen en sprak toen tot den heer
Clark
«Mijn woord is mij teruggegeven met
eene goede les er bij. Nu hangt het slechts
van u af, onze beide kinderen gelukkig
te maken. Drink met mij op de gezond
heid des konings en mijne dochter woidt
ook uwe dochter."
«Voldoe toch aan dat verlangen I mijn
heer!" sprak Clark met smeekende stem.
De landedelman keerde zich naar zijn
zoon om. «Richard, zeg, wat moet ik
doen?"
De jongeling zag met een liefdevollen
blik het schoone meisje aan toen schudde
hij 't hoofd en zeide: «Neen, vader, doe
het niet 1"
De overste stampte toornig met den
voet. «Wat," vroeg hij, «beduidt toch
deze ongegronde eigenzinnigheid en kin
derachtige koppigheid?
«Mijnheer," antwoordde Clark met
waardigheid. «Ze steunt op een heiligen
grond, die dient te worden geëerdwant
een zoon, zoo hij althans geen verrader
wil worden, mag niet de gevoelens deelen
van de vjjanden zjjns vaders."
Zij, die er nu heengaan, hebben kan« er
een paar achtereenvolgende jaren op zeer
aannemelijke vooi waarden te ai beiden.
De ondei handelingen der Neder).
Rijn- en Staatsspoorwegrnaatschappijen
over de overname van de spoorlijn Utrecht-
Amsterdam en van de Nederlandsche
Centiaal-pooi wegmaatschappij, moeten
zijn afgesprongen, wegens den te hoogen
eisch der N. R. S.
Men schrijft uit Lunteren:
«Met het honiggewin 6taat het tot he
den bijzonder gunstig: nog zelden waren
de korven om dezen tijd zoo flink rnet
iionig bezet.
Vele bijenhoudeis hebben hun korven
nog in de Betuwe, doch zij halen die
eerlang terug om ze naar de Veluwsche
boekweit-velden te biengen.
De handel in inlandsche honig is thans
van geene beteekenis."
Van de Veluwe schrijft nien:
«De rogge staat uitmuntend te velde;
ook de aardappelen geven uitzicht op een
.goeden oogst. De boekweit komt reeds
flink te voorschijn. De vruchboomen be
loven niet veel. De appelboomen hebben
prachtig gebloeid, doch de vruchten zijn
grootendeels afgevallen; op sommige
plaatsen heeft men ook last van rupsen.
Peren zijn er nog veel minder en ook de
pruimen oogst zal zeer gering zijn."
Zaterdagavond jl. omstreeks 9
uren is te Nijmegen ten westen der stad,
hoog in de lucht, een groote vuurbol
waargenomen, die zich van het zuiden
naar het noorden door het zwerk bewoog,
terwijl hij een langen blauwachtigen
vuurstraal of staart op zijn weg achter
liet. Men heeft niet kunnen waarnemen,
of de meteoor in het noorden ook ergens
is neergevallen, dewijl hij aan den ge
zichteinder verdween. Het was een prach
tig verschijnsel.
Uit Utrecht wordt gemeld:
«De tweede paardentram in onze stad
gaat thans hare exploitatie tegemoet.
De weg is zoo goed als gereed, ook de
stal- en wagenloods aan het station van
den Hollandschen spoorweg (Maliebaan)
wordt eerstdaags opgeleverd. De exploita
tie neemt waarschijnlijk 1 of 15 Juli a.s.
een aanvang. De verbinding staiion-Rhiju-
spoorweg station-Maliebaan wordt verdeeld
in 3 sectiën. Het tarief is bepaald op 5
cent per sectie."
Omtrent het spoorwegongeluk bij Hee
renveen schrijft men uit Akkrum nog
aan de N. ft. Cf.
«Nu men de gebroken wagens, alle hier
in ééne rij staande, op zijn gemak kan
ilenkoeeia voihneu -van lieh sClfffifntfiQiS
gevaar, waarin de reizigers bij het ont
sporen hebben verkeerd. Een 2de klasse
coupé zag ik, waai van de zijwand was
weggeslagen, terwijl de beide banken te
gen elkander warengedrukt. In deze coupé
zaten op liet oogenblik des gevaars eenige
reizigers, die, nog tijdig door het fluiten
en remmen gewaarschuwd, hunne beenen
hadden opgetrokken.
In eene andere was een der zitbanken
geheel vernield en leek de coupé wel eén
kist met paardenhaar, waarmede de kus
sens waren gevuld geweest. Het meest
beschadigd waren de derde klasse waggons.
In eene coupé, waar een passagier zijne
beenen optrok, werd de hak van de laars
nog afgesneden, daar de voet nog juist
bijtijds in veiligheid was gebracht. Het
meeste bekijks vond de coupé waar de
achterwand met een gedeelte der zolde
ring was weggeslagen, en waaru't de
heer Gerritsma op den weg is geslingerd,
zonder eenig ander letsel te bekomen
dan een paar builen aan het hoofd. De
heer G. herinnerde zich niets van het ge
beurde, en lag voorover in het gras met
uitgestrekte handen, toen hij weer tot
bewustzijn kwam.
Opmerkelijk was het, om van de ove
rige beschadigingen, te zwijgen, dat
slechts één derde klasse waggon in het
midden gedeukt was, maar dat overigens
de middelste coupés onbeschadigd waren,
juist van die wagens, waarvan de voor-
en achtercoupé waren weggeslagen. Het
is dus opnieuw bevestigd, dat men in het
midden der wagens doorgaans het veilig
ste reist. Een der waggons, waarvan de
zij- en achterwand der uiterste coupés
waren vernield, doch een gedeelte der
zoldering was gebleven, gelijkt op afstand
precies op een tramwagen, met voor- en
achterbalkon."
Davidson hoorde die woorden met de
grootste verbazing aan. «Wat?" riep hij
uit. «Gij zoudt dus zijn?"
«Nu wordt ik mijnheer Clark genoemd,
eenige jaren geleden noemde men mij
echter Richard Cromwell I"
«Is het mogelijk? Nu begrijp ik
alles!" zei de oude overste zacht geroerd
door het aanschouwen van dien edelen
man en zijne bescheiden grootheid, die
een eenvoudig leven boven macht, rust
boven glans, de dalen van Cheshurst bo
ven de koninklijke praal van Windsor
had gekozen" «ik eer het heilig gevoel
dat u die weigering ingeeft; en ik, de
getrouwste dienaar van Karei II, omhels
den kleinzoon van Olivier Cromwell, zon
der bedenken en van ganscher harte, als
mijn schoonzoon I"
EINDE.
Bij de behandeling van het hoofdstuk
Openbaar Onderwijs heeft de Fransche
Kamer diie zittingen gewijd aan de gods
dienstige kwestie. Hoewel dit debat niet
rechtstreeks met de begrooting in ver
band staat, is het niettemin zeer belang
rijk. De Kulturkampf in Frankrijk, be
gonnen met de opheffing der niet erkende
congregaties en met de invoering der
onderwijswetten, schijnt zijn einde te
nadeien. Reeds sedert geruimen tijd is
er verzoeningsgezindheid waar te nemen,
zelfs bij hen, die Gambelta nazeiden
«De clericalen, dat zijn de vijanden!"
Zoo drong Jules Ferry, onder wiens be
stuur de schoolwetten en de zoo vaak
besproken maatregelen uitgevaardigd zijn
op de verzoening met de kerkdijken aan.
Deze voorstellen zijn niet anders dan
uitingen van hooge politiek. De Staat
had het volste recht het onderwijs-mono-
polie aan de geestelijkheid te ontnemen.
Doch deze gewichtige hervorming gaf
tevens aanleiding tot het kwetsen van
de godsdienstige gevoelens van een groot
deel des volks. Het zou verkeerd wezen
dat te ontkennen, want het is een der
oorzaken die de vorderingen van het
Boulangisme in de hand werkten. En
aan den vooravond der verkiezing moet
aan de clericale kiezers bet wapen uit
de hand worden genomen, dat zij vinden
in de bewering: «De republikeinen zijn
anti-clericaal I"
Dit is de beteekenis van den godsdienst
vrede, door Jules Ferry welsprekend ver
dedigd. De oud-minister had zich volstrekt
geen illusies gemaakt van het onthaal
zijner voorstellen bij de uiterste recliter-
en linkerzijde. De ultramontanen en de
radicalen, de Mun en Clémenceau, wil
den er beiden niets van weten.
De Mun wilde niet samenwerken met
een regeering, die aan de kerk en hare
vertegenwoordigers alle maatschappelijke
bevoorrechting onthoudt. En Clémenceau
wil de wapens niet nederleggen in den
strijd met een rusteloozen vijand, die
steeds gereed staat, de instellingen van
den modernen staat aan te vallen. Maar
naast hen staan de verstandige en ge
moedelijke mannen, die niet aarzelen
zullen het vergelijk, door Jules Ferry voor
gesteld, ernstig le onderzoeken. Reeds
vond hij een onverwachten steun in de
gematigde conservatieven, die vroeger
zoo tegen de wetsvoorstelling van Ferry
gekant waren en nu met vreugde zijn
verzoeningsplannen begroeten. Het is
daarom te voorzien, dat de debatten over
de godsdienstige kwestie werkelijk nut
zullen hebben. De aandacht van alle
partijen is gevestigd op de noodzakelijk
1 Sr --a^aionct.l wistpn bü te Ipc-
gen en elke gezindte in de gelegenheid
te stellen binnen de perken der wet en
van het algemeen belang haar godsdienst
plichten vrijelijk na te komen. En daar
door kan tevens een einde gemaakt
worden aan een noodlottig misverstand,
waarvan boulangisten, monarchisten en
reactionnairen voortdurend partij trokken.
Duitschland vindt onverwachten steun
bij de houding tegen Zwitserland in Oos
tenrijk en Rusland. De gezanten dier mo
gendheden hebben bij het hoofd van het
departement van buiterilandsche Zaken
aangedrongen op krachtiger maatregelen
tegen socialisten en anaichisten, die Zwit
serland tot hun verzamelplaats kiezen
Waarschijnlijk zal de Bondsraad nu me-
dedeelir.gen doen aan de Kamer.
De Post verzekert, dat te Berlijn niets
bekend is van de mogelijkheid der terug
roeping van den Duitschen gezant te Bern,
de graaf von Bulow. Deze bevond zich
sedert eenige weken te Lucern, doch is
gisteien in zijn standplaats Bern teiugge-
keerd, Gisterenavond hield de Bondsraad
een geheime zitting, waarschijnlijk ter be
spreking der houding,die men aannemenzal
tegenover de Duitsche regeering. In Bern
zijn allerlei geruchten in omloop over de
oneenigheid, maar niets is met zekerheid
te zeggen. Hoewel de openbare meening
de houding der Zwitseische regeering
volkomen in orde vindt, ziet men toch
den toestand niet rooskleurig in.
De le luitenant van het le regiment
veld-artillerie alhier C. E. Baud is naar
de legerplaats bij Oldebroek vertrokken,
om gedurende eene maand deel te nemen
aan de artillerie-schietcursus.
Bij de herbesteding der levering van
aardappelen ten behoeve van de troepen
menages alhier, was de heer H. Azijnman
de minste inschrijver, voor f2.04 per
hectoliter. Onder gewoon voorbehoud is
hem de leverantie, over het tijdvak van
15 Juni tot 1 November 1889, gegund.
Het Kiescollege der HervormdeGe-
meente alhier heeft in een gisteren avond
gehouden vergadering tot ouderlingen be
noemd de Heeren W. van Zalinger,, en A.
M. Slothouwer, in plaats van de Heeren
I. Zandijk Jr. en J. J. Berends, welke
voor de benoeming hadden bedankt; ter
wijl opnieuw tot diaken herkozen werd de
Heer H. E. van Sweden, na alvorens
tot ouderling te zijn verkozen, waarvoor
hij bedankte.
De Heer van Sweden, heeft tot heden
één-en-twintig, achtereenvolgende jaren
met de meeste toewijding, als diaken de
Herv. Gemeente alhier gediend.
De BURGEMEESTER er. WETHOU
DERS van Amersfoort,
Gezien de tweede zinsnede van art.
21 der verordening op de straatpolitie;
Doen te weten, dat de hoofdbewoner
van een gebouw, de gebruiker van een
erf, de eigenaar of beheerder van eenig
onbewoond eigendom, of van eenig on
gebruikt erf, verplicht zijn de straten
vóór, achter, en terzijde van hun pand
gelegen, waar overburen zijn «ter halve
breedte", en waar geene ovei buren zijn
of op pleinen en grachten «tot vijf me
ters uit den stoep" te doen wieden, zoo
dat de straat op MAANDAG, den 24.
Juni aanslaande, des voormiddags te 10
uren behoorlijk gezuiverd is, op straffe
bij art. 37 der gemelde verordening be
paald.
Amersfoort, den 12 Juni 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. VAN ASCII VAN WIJCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS,
BURGERLIJKE STANDEN.
Amersfoort.
Geboren: 4 Juni, Ida Catrina, d. van
Frans van der Leek en Trijntje Heluising.
6 Juni, Alijda, d. van Ario ten K.ilve en
Jannigje van Leijenhorst. 8 Juni, Chris-
tiaau Nicolaus. z. van Hermanus Dieters en
Martha Heilijgers. 9 Juni, Hendrik z.
van Hendrik Bilderbeek en Lubberta Her-
mina Dulmus. 10 Juni, Wouter, z. vaa
Johannes van Korlaar en Gijsbertje van Lok
horst. Cornelia, d. van Cornelis van der
Lee. eu Dina van den Heuvel. 11 Juni,
Barta Everarda, d. vau Jan Hendrik Stocken
broek eu Everarda vau Kouwenhoven.
Hendrika, d. van Gerritvan Roekel en Aartje
Kommer. Maria Geertruida. d. van Jan Hel
levoort en Anna Maria van Keulen.
12 Juni, Maria, d. van Hermanus Gouw
eu Martijna Manné. 13 Juni, Jacobus
Johannes, z. van Johannes de Groot en
Cornelia Jacoba Boombouwer.
Ondertrouwd: 13 Juni, Elbert Michiel
van den Ham en Johanna van de Raapkamp.
Gehuwd 12 Juni, Johannes Damsteck
en Johauna Hendrika Stelting. Willem
de Graaf en Johanna Wilhelmina Maas.
Overleden: 6 Juni, Gerarda Maria Bar
bare van de l'avert 8 m. 8 Juni, Evertje
van Renswoude, 68 j. wed. van Jan van
Keulen. 9 Juni, Klasina Hartman, 68 j.
wed. van Geurt HendriksPieter Hondius
72 j. ongeh. Geertruida Janna Kroes,
40 j. ongeh. Coenraad Dietiker, 2. m.
12 Juni, Jacoba Maria Bast, 18 j., ongeh.
Hoogland.
Geboren 9 Juni, Willemijntje dochter
van J Schoonderbeek en Mieüe v»n Oostrum.
12 Juni, Anna, dochter van W. van de
Burgwal en A. van Kleinwee.
Leasden.
Geboren: 9 Juni. Johannes Wilhelmus, z.
van Egbertus Vos en Maria Hilhorst.
12 Juni. Hendrik, z. van Cornelis Spelt en
Albertha Jacoba Jansen. 14 Juni. Alijda,
d. vau Arie Hilhorst en Maria ter Plaat.
Gehuwd: 12 Juni. Maarten van Dixhoorn
en Autje Gaasbeek.
NHMtia—
MARKTBERICHT.
AMERSFOORT, 14 Juni 1889.
Tarwe f
Rogge
Boekweit
Appelen
Peren
Kleiaardappelen -
Zand
Hoeudoreieren -
Eenden
Koter
M argarine
Zoetem. kaas
Kippen
Kuikens
Piepkuikens
Ganzen
Oude tenden
Jonge
Hazeu
Wilde konijnon -
Tamme
Duiven
Vette varkens -
Biggen
Schrammen
Vette koeien
Guste
Kalf
Kalfvaarzen
Pinken
Stieren -
Kalveren - -
Aangevoerd waren ongeveer heet.
Tarwe; heet. Rogge; heet. Boek
weit; heet. Appelen; heet. Peren;
heet. Kleiaardappelen; 60 heet. Zand-
aardappelen; 11000 stuks Hoendereieren;
2300 stuka Eendeneieren; 2100 kilo Boter;
kilo Margarinekilo Kaas
stuks vee.
0.—
a f
0.—
0.—
u
0.—
I
0.—
ti
0.—
Per
0.—
11
0.—
hecto-
0.—
ij
0.—
l liter.
0.—
n
0.—
1.30
1.60
3.—
3.60
p. lOOst.
0.—
11
0.—
ii ii ii
1.10
ij
1.30
p. kilo.
0.—
11
0.—
P-
0.—
n
0.-
p. 50
0.60
1.—
0.25
ii
1.10
1
0.30
1»
0.90
1
0.—
0.—
f
0.00
ij
0.00
Per
0.—
stuk.
u
0.
0.
0.—
i
0.—
11
0.—
1
0.25
n
1.—
0.30
>f
0.70
per paar.
0.—
0.—
kilo.
5.—
ii
9.50
10.—
>j
21.—
j
0.--
ij
0.—
f
0.—
u
0.—
0.—
ii
0.
Per
stuk.
0
ij
0
0.—
ii
0.—
1
Tot het geven van gelden ter leen
zal eene Commissie uit het bestuur, op
MAANDAG, den 17 Juni aanstaande,
's namiddags van iialftxvee tot halfdrie
zitting houden in een der localen van
het Raadhuis, alwaar de belanghebbenden
zich kunnen aanmelden, ook voor het
teruggeven van gelden.
HERMs. P. VAN HASELEN,
Secretaris-Penn ingmeester.