NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad DE ÏRFGOEDBEZIITER, UTRECHT EN GELDERLAND. No. 49 Woensdag 19 Juni 1889. Achttiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Bij flit Burner behoort een Bijvoegsel. BERICHT BINNENLAND. Feuilleton. AMERSFOORT VOOR COURANT. abonnementsprijs: Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Onze geaebte abonué's worden beleefd uitgeuoodigd de in dit blad voorkomende mededeeling omtrent liet Premieboek: TOOK HONDERD JAREN, De Groote Fransche Revolutie, aan bet Nederlaudscbe volk verbaald door G. Telderman, vooral te lezen. De Uitgever. De Scbab van Perziii in de lioofdslad. Zondagavond acht uur arriveerde Z. M. de Schah van Perzië per extra-trein in de hoofdstad. Eene talrijke menigte verdrong zich om en nabij het Rijnspoorwegstation, dank zij de talrijke mogelijke en onmo gelijke mededeelingen omtrent den Oos- terschen Monarch, door de pers in den laatsten tijd verspreid, naar aanleiding van zijn derde bezoek aan Europa. In 1878 bezocht de Schah eveneens Europa en ons land. Op liet perron bevonden zich de Com missaris des Konings in de provincie Noord-Holland, de Burgemeester in ambts gewaad, de generaal de Beer Poortugael, de schout-bij-nacht Cramer, commandant van de marine, die van liet 7e regiment infanteiie, van het korps mariniers, van de schutterij, de plaatselijke kommandant, de Fransche gezant van den Schah, de heer Nazare Aga, en de Perzische consul Hesse, allen in groot uniform. Voor de wachtkamer le klasse was een kleed gespreid. Eene compagnie in fanterie wSfe op het perron opgesteld. Op het plein voor het station posteerde zicli een escadron huzaren. De muziek van liet 7e legiment infanterie stond bij den ingang der wachtkamer en speelde, bij aankomst van den koninklijken trein, de Perzische en Nederlandscbe volksliederen de infanterie presenteerde bet geweer. Z. M. werd door den gezant aan de verschillende autoriteiten voorgesteld en zag er in zijn blauw lakensch cosluum met één rij knoopen hetzelfde model als van onze Indische soldaten en zijn kolbak gelijk onze Zuiderzee-eilandbewo- ners die dragen zeer eenvoudig uit. Nadat de troepen op het perron gede fileerd hadden en door Z. M. geïnspec teerd waren, nam de Schah plaats in het liofrijtuig, door Z. M. onzen Koning naar Amsterdam gezonden. In dit Konink lijk rijtuig waren met den vorst gezeten de vertegenwoordiger van Z. M. onzen Koning, generaal Verspeijk en de groot vizier. Vooruit reed een der hofdignitarissen baron Constant Rebecque. De burge meester volgde met de overige autori teiten onmiddellijk achter liet koninklijke rijtuig, terwijl het overige gevolg zich in talrijke open rijtuigen aansloot. De stoet werd voorafgegaan en gesloten door een escoite cavallerie en de bereden inspec teurs van politie van Oort en de Haan. De stoet ging den volgenden weg: Sarpliatistraat, Plantage, Muiderstraat, Jonas Daniël Meijerplein, Nieuwe Amstel- straat. Blauwbrug, Amstel, Prinsengracht, Utrechtscliestraat, Frederiksplein, Hooge- sluis, Amstel-Hotel, waar de mariniers de eerewacht betrokken hadden en Z. M. een groot aantal kamers in gebruik nam. Overal stond langs den weg een men- schenmassa geschaard, die den Ooster- schen vorst van tijd lot tijd toejuichte. Voor de cavallerie-kazerne kwam de wacht in 't geweer, diie huzaren en een wachtmeester, wat den Schah wel een grootschen indruk van ons leger moet gegeven hebben Van het wachtschip en het Amstel- Hotel waaide de Perzische vlag wit met een groenen rand. Aangezien tot op het laatste oogenblik twijfel'bestond of de vorst in liet Paleis dan wel in het Amstel-Hotel zijn intrek zou nemen, was aan het Paleis Zondag avond een eerewacht opgesteld en ver beidde een groote menigte op den Dam en het Rokin teveigeefs de aankomst van den vorstelijken bezoeker. Met het oog op den toestand van onzen Koning, die niet in de mogelijkheid was naar Amsterdam te komen, had de Schah te Arnhem aan generaal Verspeijck te kennen gegeven niet in het Paleis te zullen logeeren, hetgeen toen naar hier werd geseind. Maandagmorgen, kwait over 10 uur, verliet de Schah met gevolg het Amstel- Hotel, op enkele uitzonderingen na, was het geheele gevolg in politiek. De bur gemeester begeleidde het gezelschap. Na een rijtoer langs Sarphatistraat, Weteringschans, Spiegelstraat, Heeren- graclit, Koningsplein, Spui, Ged. Voor burgwal, Mozes- en Aiironstraat, Dam, Damstraat, kwam men aan liet Raadhuis. Daar werd liet liooge gezelschap in de Raadzaal ontvangen door de wethouders in ambtsgewaad. De vestibule voor de Raadzaal was met sieiplanten getooid. Z. M. bezichtigde de bekend^ atlas van Amsterdam, waarin o.a. zien nog een teekening bevindt van de oude Armeni- aansche kerk aldaar. Op het binnenplein manoeuvreerde de brandweer voor Z. M. zooals dat meestal bij een vorstelijk bezoek plaats heeft. Naar wij vernemen zal de Schab a.s. Vrijdag naar 's-Hage gaan en in de residentie een groot diner ten hove ge geven worden, waarbij H. M. tegenwoor dig zal zijn. De Iroepen van het garnizoen blijven gedurende het verblijf van den Schah alhier in groot tenue gekleed. Omtrent den gezondheidstoestand van Z. M. den Koning wordt het volgende ge meld Gedurende de laatste, zeer warme dagen gevoelde Z. M. de Koning zich wat minder opgewekt. Ter geruststelling van de naaste omgeving des Konings en rneer in het bijzonder van H. M. de Koningin zijn toen dr. Vinckhuizen en prof. Rosen- stein ontboden, die den toestand vrij be vredigend vonden. Z. M. staat geregeld des morgens te zes uur op, neemt op den dag slechts weinig rust, doch begeeft zich des avonds tijdig ongeveer te 10 uur naar bed. De jeugdige prinsen Eberwijn. Vic tor en Karei van Bentlieim-Bentlieim zijn sedert Vrijdag voor eenige dagen de gas ten van prinses Wilhelmina, hunne nicht van moeders zijde. Zaterdag ochtend is een proef ge nomen met het heen en weder vliegen van militaire postduiven lussclien Haar lem en Utrecht. Om negen uur voormid dag werden acht daartoe geoefende dui ven te Utrecht losgelaten. Na, zooals postduiven trouwens gewoonlijk doen, eerst in steeds wijdere kringen te hebben rondgevlogen, schoten zij in eens pijlsnel in de richting van Haarlem, waar zij ruim een uur later aankwamen. Nadat zij daar waren gevoederd, werden zij opnieuw uitgelaten en reeds ten half twaalf uur waren de vogels te Utrecht terug. Mag deze proef dus als alleszins gelukt woi- den beschouwd, dan is zulks voor een zeei belangrijk deel te wijten aan medewer king van den heer Ilronkhorst, te Haarlem, die zich met de oefening dei duiven heeft belast. Deze duiven nestelen te Utrecht, doch worden daar niet meer dan noodig gevoedte Haarlem echter worden zij overvloedig van voedsel voorzien. Worden zij derhalve te Utrecht losgelaten, dan weten zij dat te Haarlem een flink maal is to bekomen en vliegen er fluks naar toe. Heeft de rnaag echter haar eisch ge had, dan krijgt het verlangen naar nest en kroost de overhand en nauw zijn ze dan ook te Haarlem losgelaten of, zonder onderweg zelfs even te rusten, wordt de terugreis volbracht. De arbeiders uit Gelderland en Limburg, die wegens de werkstakingen uit Duitschland waren teruggekeerd, zijn thans weer derwaarts gegaan rnet tal van nieuwe werklieden. Het getal der Nederlanders werkzaam in pstfalen be draagt thans 9000 personen. Zondagmiddag, omstreeks 2 uur, bracht een kwajongen P. v. B. de Lau- riergiacht te Amsterdam in opstand. Hij trok zijn jas uit na een twist en sprong in liet water. Door eenige weiwillenden er uit geholpen was onze viiend nog niet bekoeld, maar sprong .opnieuw in de gracht en gaf proeven van zwemkunst Een bevaren zeeman, die liern zeker ach terdeel eens warm wilde slaan, werd door P. ergerlijk uitgescholden, maar hij had toch ontzag voor Janmaats vuisten en droop ten slotte stillekens af. Door wijlen den heer L. Cli. Bod- mer te Breda, is aan de weesinrichting te Neerboscli f 2000 vermaakt. Te Heelsum (gemeente Renkum) sloeg Vrijdag de bliksem in de woning van den bleeker E. Door liet dak van het gebouw kwam de bliksem binnen en richtte daar eenige schade aar.. Brand is niet ontstaan de bewoners kwamen allen met den schrik vrij. De bui ging vergezeld van zwaren slagregen, zoodat in korten tijd alle wegen onder water waren gezet. Eergisterenmiddag ontspoorde nabij Zaandam op het kiuispunt, trein 154 van Enkhuizen naar Amsterdam, zoodat de machine geheel in het zand wegzakte. De machinist deed dadelijk den trein stilstaan, zoodat er geen ongelukken plaats hadden. Eerst hedenmorgen was de lijn weder geheel vrij. De volgende daad van de onderofficieren van het 2e reg. infanterie, die schietoefe ningen in het kamp bij Zeist hebben medegemaakt, verdient vermelding. Nabij het kamp bevindt zich een melkhuis, dat door een moeder mei hare dochter wordt gehouden. Eenige manschappen hadden daar sterken drank gevorderd, die hun werd geweigerd. Hierover gebelgd, be sloten zij den laatsten dag van hun verblijf in het kamp den inboedel van het melk huis te vernielen. Deze toeleg kwam ter oore van de onderofficieren van evenge- meld regiment, die besloten hadden wanordelijkheden en bestraffing der manschappen te voorkomen. Hoewel verlof hebbende, dien dag naar Utrecht te mogen gaan, bleven toch twee onderofficieren van eike compagnie,daartoe bij loting aangewezen, in de nabijheid van het melkhuis de wacht houden, met het gevolg, dat de bedoelde manschappen, hunne meeideren ter plaatse vindende, hun voornemen lieten varen. Deze daad der onderofficieren geschiedde geheel vrijwillig en zonder dat zij daarvan aan de officieren melding hadden gemaakt. (D, v. Z.-H.) Te 's Hertogenbosch is een ongeluk voorgevallen, dat eene familie in diepen rouw dompelt. Eene dame aldaar bracht met haar tweejarig zoontje den middag door in den tuin van eene bevriende familie, die afwezig was. Eensklaps miste de moeder haar kind. Zij zag rond en ontdekte tot haar onuit- sprekelijken schrik, dot zich in den tuin, gelijkvloers, een waterput bevindt, waar van de deksteen verwijderd was. In dien put was het kind gevallen. Spoedig kwam er hulp opdagen, doch de opening was te eng voor een rnan om zich naar be neden te laten met haken en andere EEN YERHAAL door GB8TAAF SIERITZ. 1) De jonge baron Hans von Durrenstein stond reisvaardig voor zijn vader, den ge pensioneerden ritmeester. iMijn zoon," sprak deze, ngij zult overeenkomstig uwen stand en eer denken en handelen gij zult niet verlangen naar meer, dan waarop gij rechtens aanspraak hebt en dat u toe komt; gij zult bescheiden en beleefd zijn, zonder te kruipen of te vleien. Schik u naar de grillen van den kamerheer, mijn stiefbroeder, voor zoover dat mogelijk is zonder uw eergevoel te kwetsen. Let niet op mijn gering inkomen, maar zet ieder een op zijn plaats, die het wagen mocht u in het huis van uwen oom met min achting te behandelen. Als ik dat zeg, dan heb ik daarbij voornamelijk het oog op uw neef, den luitenant bij de huzaren, die gelukkig in eene ver verwijderde stad in garnizoen ligt en slechts zelden naar Durrenstein komt. Laat u daar niet in met liefdesgeschiedenissen, noch met uw nichtje Bertha, noch met haar bloedver wante van moeders zijde, Pauline. Ze zijn beiden wel heel mooi, maar de 1 iatste is onbemiddeld en de eerste heel trotsch. Daar gij in Hainsberg de leiding der land huishoudkundige aangelegenheden op u zult nemen, en dus «landman zult zijn zult ge u niet in voorname kringen in dringen, waartoe ook eene rijkere garde robe behoort, dar. ik u kan aanschaffen. En nn, vaarwel. God geleide u, beste Hans." De zoon omhelsde zijn vaderen vertrok. Een bediende, die een niet zeer zwaar gevulde reistasch droeg, vergezelde den jongen baron naar het station. Zijne mid delen lieten hem niet toe eerste klasse te reizen en hij vroeg reeds om een biljet derde klasse, toen de hoofdconducteur, een gewezen bediende van den ouden baron, naar hem toe kwam en hem zijn dienstcoupé aanbood, die aan een wagon tweede klasse was gehecht. Stil in een hoek geleund, luisterde hij hier een ge sprek af, dat duidelijk genoeg in den naasten waggon werd gevoerd. »Beken 't maar, Audigast," sprak eene vroolijke mannenstem, dat gij op verove ringen uitgaat. Ik weet heel goed waarheen ge 't eerst uw schreden zult richten. Maar de keuze onder den kring van lieftallige Eva-dochters is nog zoo heel gemakkelijk niet, en ik wed dat ge langen tijd besluiteloos zult zijn, aan welke der schoonen gij, als een tweede Paris, den gouden appel zult toereiken, Aan wie geeft gij de voorkeur? Aan de, blonde Eugenie, aar. de brunette Rosa, aan de schalksche geestige Alma, aan de ernstige Madeleine, aan de lieftallige Paulina, of eindelijk aan Bertha zoo fier als een Juno »Ik heb op elk iets, op sommigen zelfs veel af te dingen," was't antwoord. »Om het eerste te beginnen met laatsgenoemde, Helmenried 't is waar Btrtha is een bekoorlijk schepsel. Jammer maar dat de hoeken van haar mondje zoo naar be neden hangen, hetgeen haar een heel spotachtige, om niet te zeggen vinnige uitdrukking geeft. Deze komt nog meer uit, wanneer zij, zooals haar gewoonte is, iemand met half gesloten oogen aan kijkt. Haar nu goed gevulde gestalte kan met der tijd in wanstaltige dikte of 't tegenovergestelde geval in een sterk in het oog vallende magerheid ontaarden. Paulina heeft twee rijen, kleine parelwit te tanden. Dat weet zij en daarom laat zij ze bij ieder glimlachje zien, hetgeen haar, met de diepe kuiltjes in haar rozen wangen, allerliefst staat. Maar na een jaar of tien zijn de paarlen niet meer blank, misschien wel zwart geworden, en ziet men daartusschen licht eene holte. Het lachen met de opgetrokken lippen verandert niet en wordt alsdan tot een akeligen grijns. De ernstige, trotsche Madeleine met haar romeinschen neus en de mooie ronde kin is 't beeld van vol maakte schoonheid. Maar vroeg of latei- komt eens de tijd, dat neus en kin el kander ontmoeten boven den ingevallen mond en dan staat de heks kant en klaar voor u. ïHet blauwzwart glanzige haar van de brunette Rosa is eene groote zeldzaamheid, en de vurige blik uil hare donkere oogen is onweerstaanbaar. Zooals echter het voorbeeld der Italiaansche en Spaansche vrouwen leeit, wordt het donkere haar vroeg grijs, de blik scherp, de donkere huid geel en gerimpeld. Wat de blonde Eugenie betreft, haar blauwe oogen ge lijken op'het vergeet-mij-nietje of op den helder-blauwen hemel, welks aanblik den bewonderaar met stille zaligheid vervult. Het blauw verandert van lieverlede in vaal grijs, het oog wordt glasachtig strak en dof, voor altijd weg is de schoonheid. Almu's schalkschheid en geest worden maar al te gemakkelijk bijtend en kwet send." iGij verstaat meesterlijk de kunst om ze te doodverwen, Audigast," hernam eene derde mannenstem. »Lnat mij eens zien of ik 't kan nadoen. Wij zien op 't oogenblik in onzen reisgenoot een jon gen, slanken, welgemaakten man met dik gekruld donkerbruin haar, fraaien baard en in 't oogloopend kleine handen.Boven zijn adelaarsneus schitteren een paardon- kere oogen, die reeds menig rneisjeshart hebben ontvonkt. Hij rijdt, schermt, schiet als een halfgod, springt op het paard als een kunstl ijder, loopt door dik en dun en is onvermoeibaar. Na jaren kom ik onzen vriend op zijn kasteel be zoeken. Ik doe mij aanmelden en word in een kamer gelaten, van waar ik den slependen tragen gang hoor van iemand die het vertrek nadert, en die onderwijl herhaalde malen kucht. De deur gaat open en er treedt een man binnen met gebogen hals en hoofd. Zijn schedel is bedekt met een pruik, waaronder de punten van zijn eigen grijze haren uitste ken. Onder zware, grijze wenkbrauwen ziet men een paar diep ingezonken oogen met flauwe uitdiukking, en et-ri schorre stem vraagt mij naar hel doel mijner komst. Zoo is onze Audigast veranderd, die buitendien nog klaagt over podagra en jicht, maagpijn en aamborstigheid en nog n eer andere kwalen. Eene der hoofd oorzaken van al die kwalen ziet men in

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 1