Gemengd Nieuws.
Ofücieele Publicatiën.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
plaats. Zoo vertrekt men op de heenreis
van Amsterdam bijv. te 5.55 ,s middags
per Rijnspoorweg, om te Utrecht den
trein te treffen, en te 5.33 per Holland-
schen spoorweg, om te Rozendaal aan
te sluiten. De prijs van Utrecht be
draagt voor de reis heen en terug f 20
per 2e en f 14 per 3e klasse; voor Am
sterdam f 21 voor de2e klasseen f 14.55
voor de 3e klasse, en van Rotterdam
f 18.15 voor de 2e en f 12.70 voor de
3e klasse.
Zondagmorgen keerde Keizer Wilhelm
met zijne gemalin van hun uitstapje naar
Rijksland in Potsdam terug. Onderweg
hebben de hooge reizigers slechts eenige
uren gerust in Munster, in Westfalen.
Daar bood men den Vorst en de Vorstin
een galamaaltijd aan, die gracelijk werd
aangenomen. Natuurlijk hield de Keizer
een «vredelievende" redevoering waarin
hij sprak van de bekwaamheid zijner
Westfaalsche onderdanen in het smeden
van degens, die zij, als het noodig is, ook
met evenveel trouw en ridderlijkheid als
vroeger zullen kunnen hanteeren."
Men kan gelooven dat Duitschland
werkelijk den vrede wil, en niets anders.
Maar is het noodig, dat de keizer gezwol
len redevoeringen houdt, waarvan men
nu juist niet zeggen kan. dat zij erg
vredelievend zijn. In Spithead sprak de
keizer met. rechtvaardigen, trots over zijn
machtig leger en zijn schoone vlooten
au klinkt uit. Munster een oproeping, die
bijna een strijdkreet mag heeten.
Voor het behoud van den Europeeschen
vrede ware het te wenschen, dat de
toespelingen op de machtige legers en de
schoone vloten, mitsgaders op derzelver
bewapening wat minder in den mond der
heerschers bestorven lagen.
Het Handelsblad kreeg gisteren een
particulier telegram uit Berlijn, dat de
Czaar met den Czarewitch zeker heden
(27 Augustus) in Potsdam zouden komen
dat zij in het nieuwe paleis hun intrek
zouden nemen dat het bezoek van den
Czaar zeer kort zou zijn, doch dat de
Czarewitch den Duitschen Keizer zou
vergezellen naar de groote manoeuvres
die de Keizer zelf zal leiden. De Natio
nal Zeitung van gisterenmiddag bevat
ongeveer hetzelfde bericht, maar zegt,
dat dit den 8en of den 9en September
gebeuren zal. dus juist vóór 'sKeizers
vertrek naar de legeroefeningen. In ver
band met de andere berichten, die over
deze belangrijke aangelegenheid de ronde
doen, komt deze laatste lezing ons voor,
de meest waarschijnlijke te zijn.
Op het laatst weet men beelemaal niet
meer wat er nu gebeuren zal en doet
men het beste den loop der zaken kalm
af te wachten.
In het Engelsche Lagerhuis heeft baron
Ilenry de Worms verklaard, dat een
charter, zal worden verleend aan eene
Maatschappij, welke zich de ontwikkeling
ten doel stelt van den handel en deko
lonisatie in het noorden van Engelsch-
Bechuanaland en in de Transvaal. Engeland
zal het toezicht hebben op de betrekkingen
van bedoelde Maatschappij metdeinland-
sche stammen en de naburige vreemde
Mogendheden. Het is der Maatschappij
niet veroorloofd grondgebied te verwer
ven zonder de goedkeuring van Engeland.
Het Engelsrh beschermheerschap over het
land van Khama wordt door de Maat
schappij niet overgegeven.
In het Hoogerhuis heeft baron Henry
de Worms eene gelijkluidende verklaring
afgelegd.
Zou dat de nieuwste manier zijn, om
de verloren positie in Transvaal en de
omliggende landen te hei winnen?
Aan het postkantoor Amersfoort en
de, daaronder ressorleerende hulpkantoren
werd gedurende de maand Juli 1889:
zweepslag naar achteren gaf, en daarbij
natuurlijk bij vergissing, niet zijn eigen
paard, maar dat van zijn neef trof. Het
beest sprong verschrikt in de hoogte, zoo
dat, als zijn berijder het niet snel bij de
manen had vast gegrepen, hij achterover
zou zijn gestort.
«Wat beduidde dat?" vroeg Audigast
met toornige blikken aan den huzaren
luitenant. »Is het misschien een slecht
te pas gebrachte aardigheid? Die had uw
wakkeren neef Hans wel. het leven kun
nen kosten; en dat zou toch, dunkt me,
een slechte belooning zijn voor zijn trouwe
diensten."
«De lichte zweepslag gold mijn paard,"
verontschuldigde Edgard zich, «en ik kon
't niet helpen dat de knol van Hans zoo
dicht bij mijn paard stond dat er licht
eene vergissing kon plaats hebben. Een
goed ruiter zal zich daardoor niet uit het
veld laten slaan, ofschoon 't waar is dal
Hans geen kavalerie-oflicier is."
«Evenmin als ik," merkte Audigast
wrevelig op. Hans sprak echter geen woord.
Nog diemelfden dag verliet Audigast,
die zijn misnoegen over Edgard's handel
wijs niet verborgen hield, het slot Durren-
stein. Tot Hans, die zijn vriend een eind
weegs begeleide, sprak hij op waarschu
wende toon
«Neem u in acht voor uw neef. Hjj
Ingelegd f 47G8.48Terugbetaald
f3736.34'/,
Het laatste, door dat kantoor uitgege
ven, boekje draagt het nummer 1837.
Zaterdag is nabij Nimmerdor alhier
het lijk gevcnden van een jongman voor
over liggende in een sloot. De ongelukkige
leed aan toevallen en schijnt onder het
zoeken van braambessen een toeval te
hebben gekregen en woorover in de sloot
gevallen te zijn alzoo wordt vermoed
doordien er een omgevallen mandje met
braambessen in zijn nabijheid gevonden
werd.
Vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort op Vrijdag, den 30.
Augustus 1889, des namiddags ten 7'/,
ure.
Punten van behandeling:
1. Rekeningen van het burgerlijk arm
bestuur, het burger-weeshuis, de dienst
doende schutterij, de Karner van Koop
handel en der gemeente, allen over 1888.
2. Voorstel van Burg. en Weth. tot
het aangaan eener 3'/, geldleening tot
aflossing der nog niet uitgelote aandee-
len van de 4% geldleeningen.
Jan. Bij den hevigen schoolstrijd hoort
rnen telkens zeggen, dal het kind aan
zijne ouders behoort.
Piet. Wie dat zegt kan toch niet mee-
nen, dat de ouders met hun kinderen
kunnen doen, wat zij willen, want ik
geloof niet, dat iemand in onzen tijd kan
goedvinden, dat kinderen, die wegens
behoeftige omstandigheden tot een last
zijn, worden afgemaakt, gelijk bij onze
voorvaderen geschiedde.
J. Ik heb ook nooit gehoord, dat iemand
bezwaar had tegen art. 353 van het
burgerlijk wetboek, dat voorschrijft«De
ouders zijn verplicht hunne minderjarige
kinderen te onderhouden en op te voeden."
P. Als nu de staat voorschrijft, dat de
ouders hunne kinderen niet slechts moe
ten voeden, maar ook opvoeden, en bij de
opvoeding ir. onze dagen schoolonderwijs
onmisbaar is, dan zou ik denken, dat de
staat ook voor scholen dient te zorgen,
want de daglooner en de ambachtsman
kunnen zelve dat onderwijs niet geven
en geen gouverneur bij hunne kinderen
bekostigen.
J. Zou de slaat nog niet wat verder
moeten gaan en de kinderen van onwe
tende en onverschillige ouders in bescher
ming nemen? Want de onwetende en
zedelooze ziet zelf de jammerlijke gevol
gen van onwetendheid en zedeloosheid
het minst in.
Amcrongeu. Zondagmorgen sloeg
de bliksem in het kerkgebouw van de
Ned. Herv. gemeente, te Amerongen,
tijdens de godsdienstoefening plaats had
onder leiding van ds. Heinecken uit
's Hage.
Boven het orgel in een raam gesla
gen, naar het scheen in den vorm van
een vuurbol, was het licht ter nauwer-
nood zichtbaar, of de bol spatte met ge
sis uiteen, zonder echter eenige schade
te veroorzaken. Hoewel de gemeente ver
schrikt opsprong, wist ds. Heinecken haar
door een bemoedigend woord tot kalmte
te brengen, en zong zij op zijne uitnoo-
diging psalm 91 vs. 5. Hierna nam de
godsdienstoefening een einde.
Barneveld. „Het honiggewin valt
niet mee. Liet het zich in het begin van
den zomer aanzien, dat de bijenhouders
een goed jaar zouden hebben, de opbrengst
is niet bijzonder. Van het gewin op de
heeft iets slechts tegen u in den zin.
Waarom, weet ik niet, daar gij toch
wel de beste mensch op de wereld zijt.
Houdt Edgard u er misschien van ver
dacht, dat ge hem bij Serena in 't vaar
water zit?"
«Dan muesthij wel krankzinnig wezen,"
gaf Hans ten antwoord. «Als Serena
tegen mij, armen jongen, vriendelijk is,
dan is dit ten deele toe te schrijven aan
hare natuurlijke aangeboren goedheid,en
ten deele aan eene omstandigheid die ik
u niet mag vertellen."
«Dat zij, zooals het wilsprak Audi
gast. «Maar zoo gij ooit met den ka
merheer of met zijn fijn zoontje in
vijandschap mocht komen, of door andere
omstandigiieden in nood mocht verkeeren,
kom dan bij mij en ik zal u met open
armen ontvangen. Geef mij daarop uw
woord van eer en den handslag."
Dit deed Hans dan ook met dankbare
ontroering.
«Nu is hij weer weggegaan," klaagde
Bertha in stilte, «zonder zich te verkla-
ten. Aan den moed daartoe kan het hem
niet hebben ontbroken, daar ik hem toch
duidelijk mijne genegenheid heb te kennen
gegeven. Zouden Hans'vijandige inblazin
gen of Serena er de grond van zijn
Ach Serena maakt alle jongelui het hoofd
op hol, en men weet waarljjk niet waar
boekweit is weinig terecht gekomen. De
heide daarentegen bloeit prachtig en deze
kan nog veel goed maken. Ook in dit
opzicht wordt naar droogte verlangd.
Tafelhonig wordt verhandeld tegen f 0.25
a f0.50 per half K. G."
23 Aug. Ter alhier gehouden scha-
penmarkt besteedde men bij een aanvoer
var, 1350 stuks de volgende prijzenha
mels flS a 22, ooien f 11 a 15, lamme
ren f 8 13.
KERKNIEUWS.
Ned. Her». Kerk.
Beroepen: Te Wouterswoude, B.
Wissing, te Niekerk. Te Oost-Voorne,
C. H. Ris Lambers, Theol. cand. te Bar
neveld. Te Nieuwerkerk, G. B. Fijnvan-
draat, te Stavenisse. Te Op- en Neder-
Andel, J. G. Klomp, te 's Graveland. Te
De Meer, J. G. Dekking, te Jaarsveld. Te
Sebaldebuburen, J. Heeringa, te Terhorne.
Te Heinkenszand, N. P. Fokkens, te
Schelluinen. Te Terkaple, H. W. M. Hup-
kes, te Garrelswner.
Bedankt: Voor Alkmaar, door M.
Göpner, te Harderwijk. Voor Hagestein,
door J. F. L. A. de Jagher, teIJselmonde.
Voor Ouddorp, door J. Vonk, te Olde-
broek.
Ned. Gere/. Kerk.
Beroepen: Te Heeg, J. G. Klomp,
te 's Graveland.
Bedankt: Voor Scheveuingen, door
T. H. Woudstra, te Maassluis.
Chr. Ger. Kerk.
Beroepen: Te Elburg, A. Brouwer,
te Amsterdam. Te Jutrijp-Hommerts, P.
Veenhuizen, Theol. cand. Te Pella(N. Ame
rika) P. Nieuwenhuis, te Brielle. Te Oud-
Beierland, R. Loman, te Herwijnen. Te
Rottevalle Th. Oegema, Theol. cand. Te
Doesburg, G. A. Gezelle Meerburg te
Haarlemmermeer.
Aangenomen: Naar Aalten, door
J. M. Mulder, Theol. cand. Naar Wolvega,
door A. de Geus, te Medemblik.
Bedankt: Voor Joure, door C. M.
W. Plet, te Sexbierum.
Brutaal! Verleden week verwachtte
men te Liverpool drie stoomers uit New-
York. Alle drie waren zij bekend om
hunne snelle vaart. Geen wonder dus,
dat men te Liverpool ongerust begon te
worden, toen geen der schepen drie dagen
na den datum, waarop zij verwacht wer
den was aangekomen.
Eindelijk, den vierden dag, kwamen zij
kort na elkaar binnen.
Toen den kapitein van een der schepen
gevraagd werd, of hij met zooveel slecht
weer had te kampen gehad, dat hij zoo
laat aankwam, luidde zijn antwoord
«Slecht weer 't Mocht wat, prachtig
weer, maar wij zijn tegengehouden door
kolossale ijsbergen."
«Door ijsbergen In dezen tijd van het
jaar
«Ja zeker
«Maar waar kwamen die dan toch van
daan
«Och, een van die brutale Hollandsche
cacaofabrikanten had ze in zee laten
neerleggen en er met groote borden, waar
op koeier. van letters, laten opzetten, dat
zijn cacao de beste was. 't Is schandelijk
om met dat goed Amerikaansche schepen
dagen lang uit de koers te houden
De Eiffeltoren, die reeds als model voor
zoo menige snuisterij gediend heeft, had
Maandag voor het eerst en wel met
succes de eer om voor de parijsche
rechtbank te dienen als ....verzachtende
omstandigheid. Zekere Lamarck, die aan
geklaagd was wegens verzet tegen het
openbaar gezag en mishandeling van een
politie-agent, zocht eerst den rechter te
vermurwen door hem over zijn doodzieke
vrouw te spreken en over zijn vader, die
in den duitschen oorlog gesneuveld was.
Toen hij meende dat dit niet hielp, voegde
door. Ze is en blijft toch altijd een steenen
pop, zonder de minste verandering in
haar gelaatstrekken. Ze vei trekt geen
gezicht, al spreekt haar vader ook den
grootsten onzin. Ze lacht niet, ze schreit
niet, ze maakt zich niet boos, zelfs niet
wanneer haar kamenier de grootste dom
heden begaat. Zoo lang Serena hier blijft
is zij de koningin, en ik een nul in
't cijfer. Waarom gaat ze niet naar
Wildingen terug? Ik zou zelfs op de on
beduidende Pauline jaloersch kunnen wor
den, daar Arno zich meer met haar dan
met mij bemoeit. Ach over alles zou ik
me kunnen ergeren, en boos op mijzelve
worden."
«De wensch van Bertha, dat Serena
niet langer op het slot zou vertoeven,
werd dan ook spoedig vervuld. Toen de
erfbezitter met zijne dochter naar zijn
verblijf terugkeerde, werd hij door zijn
broeder, diens echtgenoote, Bertha en
Pauline met Hans een eind weegs bege
leid. Edgard bleef onder voorwendsel van
eene lichte ongesteldheid te huis. Evenals
Bertha was ook haar broeder ontevreden
over Serena. Al zijne pogingen om op
inniger, gemeenzamer voet met haar te
komen waren op hare gemoedskalmte
afgestuit. Zooals jegens iedereen, was ze
ook jegens hem goed en vriendelijk ge
weest, verder had hjj het echter niet
hij er aan toe, dot hij ook aan den Eiffel
toren gewerkt had. Dit deed effect. «Ja"
sprak de president, «al gij zooveel aanspra
ken hebt en zelfs hebt meegewerkt, moogt
ge wel op eenige toegevendheid rekenen."
Hij kwam ditmaal vrij met twee dagen
gevangenisstraf.
Figaro vreest, dat de EifTeltoren-zelf
daarover het hoofd zal schudden.
Naar de Transvaalsche bladen melden,
is op de plaats Knappiesfontein, het ei
gendom der Algemeene Exploitatie- en
Bouwmaatschappij, gelegen in het district
Heidelberg-Witwaterrandsche goud velden,
een zeer rijke goudader ontdekt. Oogge
tuigen beweren, dat het naar alle waar
schijnlijkheid het Witwaterrand mainrif
is. Ook gaat de Maatschappij haar eigen
klipkuilen en steenzagerijen exploiteeren
en heeft zij zich reeds eene oppervlakte
van 25,000 vierkante yards van de beste
steengronden verzekerd, waarvan zij groote
voordeelen zal trekken en tevens in een
groote behoefte voorzien zal.
Prof. Chandler Roberts te Londen heeft
berekend dat de rookrnassa, die dagelijks
boven de Engelsche hoofdstad, opstijgt
ongeveer 6000 centenaars gewicht heeft
en dat daardoor een waarde aan steen
kolen van ruim 2'/, millioen pd. st. per
jaar ongebruikt verloren gaat, ongerekend
een verlies van 300.000 pd. st. van trans
port der kolen enz. en 2 millioen pd. st.
wegens schade, die de rook veroorzaakt.
De waarde, die derhalve door den Lon
denschen rook verloren gaat, kan te za-
men op circa 4'/2 millioen pd. st. per
jaar worden gesteld.
Aardappelenziektc. Even regel
matig als de varkensziekte, komt ook de
aardappelenziekte elk jaar op nieuw weer
te voorschijn, en evenmin als men een
afdoend middel weet om gene te voorko
men, kent men er een om deze te bestrijden.
Wel zoekt men, gedachtig hieraan dat
wie zoekt, ook zal vinden, maar het middel
heeft men nog niet gevonden. Laat ons
intusschen hopen, dat het der wetenschap
moge gelukken nog in deze eeuw beide
ziekten aan hare macht te onderwerpen
opdat wij niet meer van hare sloopende
werking 't slachtoffer behoeven te zijn.
De verspreiding der aardappelziekte heeft
plaats door eene woekerplant, een zwam,
Peronospora geheeten, welk vreemd woord
Hechtzaad beteekend. Zij vormt aan de
oppervlakte van het loof der aardappelen
zoogenaamde spoordragers, die, wanneer
zij rijp zijn. openspringen en hun inhoud
door de lucht verspreiden. De wind neemt
de sporen her en der mee, en regen of
dauw bevestigen haar op het gezonde
loof der aardappelen, waarop zij zich
weldra ontwikkelen en met haar zooge
naamd mycelium het bederf aanbrengen.
Aan de oppervlakte der bladen vormt
zich nu een menigte schimmelplantjes,
die ^hh allen op eene onrustbarende wijze
vermenigvuldigen en langzamerhand ook
de knollen zullen naderen, om daar be
derf en verrotting te weeg te brengen.
De regen vooral is hun hierin behulpzaam
en daarom is 't niet vreemd, dat op droge
gronden en in droge jaren, de ziekte
zich minder openbaart dan in het
tegengestelde geval. Desniettegenstaande
doet zij zich elk jaar in meerdere of
mindere mate gelden en het kanonsdus
niet bevreemden, dat de rusteloos zoe
kende geest van den mensch ook hier
veel heeft beproefd.
Van de proeven willen we er een me-
dedeelen, omdat ze onschuldig is en licht
genomen kan worden.
Eenige jaren geleden vertoonde zich de
ziekte bijna overal in al haar omvang.
De een deed dit, de ander dat om de
vijandin te bestrijden, helaas, alles te ver
geefs, of neen, dat is niet geheel waar,
wantin Fransch-Zwitserland was een land
bouwer, die zijn aardappelveld rolde, zoo
dra zich de ziekte vertoonde en zoo waar,
de uitkomst was alleszins bevredigend.
Dit voorbeeld werd nog denzelfden zomer
nagevolgd door Dr. L. Rau, bij wien de
verwoestingen in het loof al tamelijk erg
waren. Hij liet, vroeg in Augustus eenige
kunnen brengen. Zelfs de minste poging
om het gesprek te leiden op zijne liefde
voor haar, of haar eene verklaring te
doen, wist Serena met groote gemakke
lijkheid en door zulk een trotsche be
handeling af te keeren, dat Edgard woedend
werd, en de oorzaak daarvan niet aan
zichzelve toeschreef, maar daaraan, dat
Serena een ander begunstigde.
En deze gelukkige scheen bijna zeker
niemand anders dan de «boer Hans" te
zijn; zijne talrijke zegepralen over meisjes-
en vrouwenharten, hadden den schoonen
huzaren-luitenant zoo ijdel en ingebeeld
gemaakt, dat hij zich voor onweerstaan
baar hield. Des te pijnlijker ondervond
hij nu het tegendeel. De kamerheer had
er bij zijn zoon meermalen ernstig op
aangedrongen dat hij eindelijk een be
paalde verklaring van Serena zou verlangen
hoe zij over eene verbintenis met Edgard
dacht, en deze besloot nu haar eene vurige
liefdesverklaring te schrijven. Daartoe
wilde hij zich de afwezigheid van de
andere slotbewoners ten nutte maken,
en daarom had hij eene ongesteldheid
voorgewend. Hij zette zich aan de schrijf
tafel, zocht het sierlijkste papier uit,
doopte de pen in de violetkleurige inkt
en schreef«Aangebedene Serena I"
Met deze twee afgezaagde woorden was
Edgard's briefstijl al ten einde. Ach, hij
akkers op zwaren leemgrond met een
ijzeren rol bewerken, waardoor als 't ware
de geheele opwas vernield werd. Wel
werden de bladen allen door ziekte ver
teerd, maar toch werd de schimmelplant
in haar voortwoekeren gestuit. Uit de op
den grond» liggende stengels schoten
nieuwe zij^heuten op en 14 dagen na de
kunstbewerking, hadden de akkers hun
groen aanzien weer terugbekomen. In
October vertoonde zich echter de ziekte
weer, maar omdat de oogst nabij was,
schoot er voor haar geen tijd over om
hare vernielende werking te voltooien.
Om tot eene vergelijking te kunnen ko
men, waren eenige akkers ongerold ge
bleven. En wat was nu de uitkomst van
een en ander? Dit: de opbrengst van
het gerolde veld was grooter dan die van
het ongerolde en behalve dat, waren zijne
knollen veel gaver of gezonder. Op grond
hiervan laat men dan zeker ook wel eens
eene kudde schapen over het aardappel
veld loopen. De ondervinding heeft ge
leerd, dat ook dit strekt ter bewaring
van de aardappelen, als de ziekte zich
reeds in het loof heeft vertoond. Een
en ander is licht te beproevenbaat het
niet, schaden zal het evenmin.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gelet op art. 6 der wet van den 2.
Juni 1875 (Staatsblad No. 95),
Brengen ter kennis van het publiek,
dat een door de Directie van het R. K.
liefdehuis ingediend verzoek, met bijlagen
om vergunning tot het oprichten van eene
rookerij in het perceel alhier gelegen
aan het Havik, wijk F. nommer 466, bij
het kadaster bekend onder sectie E, No.
789, op de Secretarie der gemeente ter
visie ligt, en dat op Maandag den 9. Sep
tember aanstaande, des voormiddags ten
elf ure, gelegenheid ten raadhuize wordt
gegeven om, ten overstaan van het ge
meentebestuur of van een of meer zijner
leden, bezwaren tegen het oprichten van
de inlichting intebrengen.
Amersfoort, den 26 Aug. 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van Amersfoort,
Gezien de tweede zinsnede van art.
21 der verordening op de Straatpolitie
Doen te weten, dat de hoofdbewoner
van een gebouw, de gebruiker van een
erf, de eigenaar of beheerder van eenig
onbewoond eigendom, of van eenig on
gebruikt erf, verplicht zijn de straten
vóór, achter en terzijde van hun pand
gelegen, waar overburen zijn «ter halve
breedte" en waar geene overburen zijn,
of op pleinen en grachten «tot vijf me
ters uit den stoep" te doen wieden, zoodat
de straat op Maandag, den 9 September
aanstaande, des voormiddags te 10 uren
behoorlijk gezuiverd is, op straffe bij art.
37 der gemelde verordening bepaald.
AMERSFOORT, den 26 Augustus 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS'
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gelet op art. 6 der wet van den 2,
Juni 1875 (Staatsblad No. 95),
Brengen ter kennis van het publiek,
dat een door C. J. VAN GINKEL inge
diend verzoek, met bijlagen, om vergun
ning tot het oprichten van eene slach
terij in het perceel alhier gelegen aan
kon zoo prachtig rijden, en met pistool
en degen omgaan hij kon kaart en alle
andere soorten van spel meesterlijk spe
len hij was de keurigste van alle dansers
hij wist vrouwen en meisjes vleierijtjes
te zeggen en andere verleidelijke kunsten
te bezigen maar schrijven, daar was
hij niet van thuis, zoowel wat het voeren
van de pen als den stijl betrof. En toch
moest hij die proef ondernemen. Pein
zend stond hij van zijn stoel op, liep op
en neer in de kamer en verzonk in diep
nadenken. Eindelijk trad hij voor het
venster dat op den tuin uitzag, en keek
naar buiten.
«Aangebedene Serena," herhaalde hij
halfluid, «eerste en eenige geliefde mijns
harten! Hoe nu verder?" Hij sloeg
een blik in zichzelf. Serena's beeld, de
eerste en eenige geliefde zijns harten,
maakte plaats voor een weekelijk beeld,
dat hem plotseling op andere gedachten
bracht. Dicht onder het venster van het
slot zat het schoone Treesje op de hurken
en wiedde het onkruid uit de met groen
ten beplante bedden.
Wordt vervolgd).