NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
OE ERFGOEDBEZITTER,
UTRECHT EN GELDERLAND
No. 74.
Zaterdag 14 September 1889.
Achttiende jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
7Aj die zich met
1 October a.s. op dit blad
abonneeren, ontvangen
de voor dien datum ver
schijnendenummers gra
tis.
Opium.
BINNENLAND.
Feuilleton.
4MSBSF00RTSCIE COOBANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Pér 3 maanden 1Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Villi 1 6 regels 0,4-0; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal gephiatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Aan unze geachte Aboinié's!
Als PREMIE voor het aanstaande
kwartaal is het ons ditmaal mogen ge
lukken, niet minder dan een ooi'.pron-
kelijkeu Hiatorisclieu Roman van
den beroemden Schrijver J. HCF VAN
BUREN te kunnen aanbieden.
Al onze abonne's en ook zij die zich
met 1 October a.s. op ons blad wen-
schen te abonneeren, hebben het recht
achterstaanden BON in te vullen en aan
ons bureau te bezorgen, (s. v. p. voor
30 September a. 8.) Het boek wordt
in de eerste weken van het nieuwe
kwartaal aan alle inteekenaren toegezon
den.
3&~ Mctt leze s. v. p. vertier
achterstaande advertentie.
DE UITGEVER.
Op de Indische begrooting voor
'1882 kwam op voorstel van den Meer
W. K. Van Dedem, een post voor
ter bestrijding van de kosten van een
onderzoek. vanRegeeringswege, snaar
hetgeen zou kannen gedaan worden
om het gebruik van opium door de
bevolking tegen te gaan."
Dat onderzoek geschiedde langs
administratieven weg. De Residenten
ontvingen een gansche reeks vra
gen ter beantwoording; inzonderheid
wenschte het gouvernement van hen
te vernemen, welke veranderingen
te dien einde zouden kunnen gebracht
worden in de pachtvoorwaarden voor
het driejarig tijdvak van 1884 tot en
met 1886.
Hieruit blijkt dus, dat de Regee
ring zeer goed begreep, dat er een
nauw verband bestaat tusschen die
voorwaarden, en de toeneming of ver
mindering van het gebruik. Met an
dere woorden, dat de aandrang, om
al meer en meer van bet schadelijk
heulsap te nuttigen, niet hoofdzake
lijk van de Javanen zeiven komt, maai'
van buiten af wordt uitgeoefend, door
degenen die bij de hooge opbrengst
der pacht belang hebben.
Met is goed, dat men zulks wete.
Er wordt soms beweerd, dat de op
drijving van de pachlopbrengst juist
bet middel is, om de opium duur
te maken en buiten bet bereik van
den kleinen man te brengen. Niet
zelden gebeurt bet, dat bij een aan
besteding van de pacht voor eenig
district, deze eerst na herhaalde ver
hooging wordt toegewezen, al zou
men zich ook gemakkelijk kunnen
overtuigen dat de Chinees, indien bij
zich niet van buitengewone middelen
bedient om de consumtie te bevor
deren, er onmogelijk uit kan komen.
Het is waar, hij blijft ook weieens
in gebreke, en bet gezamenlijk be
drag der niet in 's lands kas gestorte
pachtsommen loopt al in de millioe-
nen. In zoo'n geval moeten de bor
gen er voor opdraaien. Chineezen
gelijk hijdezen geven ook den brui
van betalen en laten liever bun
boeltje verkoopen, waarbij zij wel
zorg dragen dat er niet veel van
waarde in handen van den vendu
meester komt.
Maar we spraken zoo even van de
vermaard? opium-enquèle, met zoo
uitnemende bedoelingen op touw ge
zet. Niet alleen de Residenten, ook
de Inspecteurs van Financiën kregen
de vragenreeks en werden uitgenoo-
digd, ze zooveel mogelijk te beant
woorden, daar men ook weten moest
welke gevolgen de eventueel voor te
dragen veranderingen in bet pacht
stelsel voor de schatkist zouden heb
ben. Ook werden de chefs van den
geneeskundigen dienst geraadpleegd:
bun werd verzocht een onderzoek
te doen naar de werking der opium
op de lichamelijke, verstandelijke en
zedelijke vermogens der schuivers.
Het pleit in sommiger oog wel
voor den ijver dor Indische heeren,
dat een zoo omvangrijk onderzoek
reeds binnen een jaar ten einde was
gebracht. Immers, in bet koloniaal
verslag van 1883 staat: »Het in
't vorig verslag besproken onderzoek
naar de werking en de gevolgen van
het opiumgebruik is afgeloopen. Met
uitzondering van het rapport van
den chef van den geneeskundigen
dienst zijn echter nog geen stuk
ken over dit onderwerp bier te
lande ontvangen. De uitkomsten van
bet onderzoek kunnen dus nog niet
worden medegedeeld,'"
Er is ook eenige reden voor de
onderstelling, dat men alleen daar
om zoo gauw klaar was, dewijl de
heeren bet zich met onderzoeken niet
heel druk hebben gemaakt. Misschien
hebben zij wel eenvoudig bun per
soonlijke meening medegedeeld,
en daarmede basta.
Wij zeggen misschien. Want
bet eigenlijke van de zaak is men
nooit aan de weet gekomende re
sultaten van dit door de Staten-
Generaal bevolen onderzoek zijn een
verborgenheid gebleven.
Immers in het volgend rapport
(1884) staat alleen: »De uitkomsten
van het in de vorige verslagen be
sproken onderzoek naar de werking
der opiumpacht en de gevolgen van
bet opiumgebruik zijn in Indië nog
ii> overweging."
Nog een jaar later, (1885), en daar
vinden we in 't Koloniaal verslag
»De in 1882 bevolen onderzoekingen
naar den omvang en de gevolgen van
bet opiumgebruik, en naar de midde
len om bet te beteugelen, hebben
geen uitkomsten van eenig belang
opgeleverd, en de Gouverneur-gene
raal heeft het wenschelijk geacht,
bij besluit van 9 Juli 1885 No. 9 een
onderzoek op te dragen aan den
Hoofdambtenaar II. L. Ch. Te Meche-
len, reeds sedert eenigen tijd belast
met de leiding der maatregelen ter
zee tot bestrijding van den opium
sluikhandel. Inmiddels zijn eenige
ondergeschikte wijzigingen in bot
pachtreglement in overweging geno
men." (Mr. P. Brooshooft, Memorie
over den toestand in Indië, I, bldz. 146),
Ziedaar de lijdensgeschiedenis van
de opium-enquête. Als de zeemeer
min der legende loopt zij uit in een
staart, die met het lichaam niet de
minste overeenkomst vertoont.
Want de beer Te Mecbelen, wiens
naam genoemd is in verband met
een «nader onderzoek", heelt zich
eenvoudig tot taak moeten stellen de
schade te voorkomen die aan 's lands
schatkist wordt toegebracht door de
sluikerij. Op dat gebied is zijn ver
dienste niet gering, ilet eiland Bali,
zoo dicht bij de Oostkust van Java
gelegen, dat men vandaar met een
zcilprauw heel gemakkelijk en spoedig
overvaart, is door hem scherper dan
ooit vroeger geschiedde in bet oog
gehouden, want vandaar is het, dat
de smokkelwaar 't meest wordt aange
voerd. Maar de opdracht, hem door
de vorige Regeering verstrekt, draagt
een bij uitsluiting fiscaal karakter van
daar dan ook dat bij zijn invloed doet
gelden bij de verpachtingen, en zorg
draagt dat de linanciëele belangen
behartigd worden: tegengaan van het
gebruik, of maatregelen beramen
waardoor het verminderd zou kun
nen worden, liggen buiten zijn werk
kring. En al is de heer TeMechelen
uit den aard zijner betrekking boter
dan iemand in de gelegenheid, rae-
dedeelingen omtrent de opiumpacht
te doen, met den besten wil van
de wereld zal men de som der berich
ten, die hij mocht inzenden, een
enquête mogen noemen in den geest
van het voorstel van 1882.
Merkwaardige overeenkomst tus
schen deze geschiedenis en die van
de Staatscommissie voor de beri-beri,
die ook uitliep op één man, geheel
buiten baar staande!
Be overtuiging begint vrij algemeen
te worden, dat met het tegenwoordig
stelsel van verpachting, welke wijzi
gingen er ook in worden gebracht,
het groote doel: beperking van het
gebruik, nooit zal worden bereikt:
dat integendeel de consumtie, aange
moedigd door de belanghebbenden
bij een ruime opbrengst der pacht,
gaandeweg zal vermeerderen, tot
groot nadeel voor de inlandscbe be
volking. zoowel wat haar zedelijke
waarde als baar stoffelijke welvaart
betreft. Door meer dan één deskun
dige wordt aanbevolen, de pacht te
laten varen en baar te vervangen
door régie, die ten gevolge zal heb
ben dat de rechtstreeksche en zijde-
lingsche drang, die op de inlanders
wordt uitgeoefend om ben tot schui
ven aan te zetten, niet weer wordt
aangewend
«Opiumpacht of opiumrégie" is de
titel van een brochure, waarin de
heer N. .1. Struick, laatst inspecteur
van Financiën in N. Indië, deze
quaestie behandelt. In een volgend
artikel zullen we trachten de gron
den aan te geven, waarop Schr. zich
een sterk voorstander der laatste
noemt.
Een Kon. besl. van 10 dezer bepaalt,
dat de tegenwoordig zitting der Staten-
Generaal zal worden gesloten op Zaterdag
14 dezer, des namiddags te 3 uur.
De minister van binnenlandschezaken
wordt gemachtigd zich op bet vermelde
tijdstip te begeven naar de vergadering
dei Staten-Generaal, ten einde in eerie
vereenigde vergadering der beide Kamers
de zitting in 'sKonings naam te sluiten.
Mr. A. van Naamen van Eeinnes is
benoemd lot voorzitter der Eerste Ka
mer.
Bij de regeering is bericht ontvan
gen dat door de commissie tot organisatie
der viering van het vierde eeuwfeest van
Amerika te Madrid eene internationale
EEN VERHAAL
DOOR
GESTAAF NIERITZ.
26) Deze stille overpeinzingen deden in het
hart van Hans een zachte straal van hoop
opkomen, en hij bepaalde dan ook aan
den brenger van Serena's brief den tijd
wanneer hij met Willner op het jacht
slot zou komen. Toen die tijd daar was,
kwam Serena haren neef met een kalm
vroolijk gezicht tegemoet en reikte hem
de hand, die Hans niet, zooals hij vroeger
eenmaal had gedaan, kuste, maar met
hartelijkheid drukte.
«Gij zult wel van uwe bediende hebben
vernomen," zeide Hans tot Serena, «dat
ik mijn betrekking op Durrenstein heb
opgegeven en sedert dien tijd mijn verblijf
houd op Rochwitz, bij mijn vriend Audi-
gast."
Bij deze woorden keek Serena haren
neef met een eigenaardigen stralenden
blik aan.
Zij vatte zijn rechlerhand, drukte die
en sprak met eene zacht bevende stem
«Wij weten alles alles!"
«Alles?" herhaalde Hansverbaasd. En
door wien 1"
«Dat kunt gij wel begrijpen," ant
woordde Serena. «Door onzen aan u ge
zonden knecht, aan wien alle bedienden
op Durrenstein om strijd het nieuwtje
wilden verhalen. Maar Hans, is 't niet
onvergeeflijk, dat gij uw toevlucht neemt
tot Audigast en niet bij ons, uw naaste
familie? Ja, Hans, waarom hebt ge dat
gedaan? of eigenlijk niet gedaan 1"
«Mijn vriend Audigast had mij, daar
hij mijn lot voorzag, zijn huis in geval
van nood als toevluchtsoord aangeboden,"
voerde Hans tot zijne verontschuldiging
aan, «daarentegen beschouwde ik dit
jachtslot steeds als een heiligdom, dat
zonder bepaald verlof niet mocht worden
betreden."
«Maar dat verlof was u toch gegeven
merkte Serena aan.
«Tot vluchtige bezoeken ja, maar niet
voor een langer verblijf," aniwoordde
Hans. «En dan weerhield mij nog een
ander bezwaar om hierheen te komen."
«Wat was dat?" vroeg Serena. «Er
moest tusschen ons geen achterhoudend
heid bestaan."
Over het gelaat van Hans verspreidde
zich de onmiskenbare uitdrukking van
diepen weemoed.
«Na mijn laatste bezoek op Durren
stein," sprak Hans op dolfen toon, «zult
gij 't natuurlijk vinden dat ik iedere sa
menkomst met Edgard zoek te vermijden.
Dat is de reden waarom ik niet hierheen
kwam.
«Maar ge moet weten," hernam Serena,
«dat Edgard noch iemand anders van Dur
renstein ons komt opzoeken."
«Uit hetgeen oom Bodo tegen den re-
geeringscommissaris zeide moest ik hel
tegendeel opmaken.
«Wat zeide hij dan vroeg Serena.
«Oom zeide," Hans verbleekte
«hij beweerde verlangt ge dat ik er
geheel voor uitkom, Serena?"
«Wel zeker," antwoordde Serena met
gespannen nieuwsgierigheid.
«Welnu, hij zeide" de stem van
Hans beefde «dat gij dat gij met
Edgard waart verloofd
«Heeft oom dat werkelijk gezegd?"
«In mijne tegenwoordigheid
Nu verbleekte ook Serena, doch weldra
steeg haar het bloed naar 't hoofd.
»'t Is afschuwelijk! ongehoord!" sta
melde zij «En gij hebt deze leugens kun
nen gelooven, Hans?'
«Moest ik dat niet, daar een edelman,
een Durrensteiner, ze vertelde?"
«En gij kondt veronderstellen dat ik
iemand als Edgard mijne hand zou ge
ven
«Wie kan het menschelijke, laat staan
het vrouwelijke hart doorgronden? Edgard
is een knappe jongen, hij wordt niet al
leen bemind, maar aangebeden door de
vrouwen. En al was het niet uit liefde,
dan had men u wellicht door dwang of
overreding trachten overtehalen, een
huwelijk met Edgard aaritegaan."
«Serena laat zich tot geen verbintenis
dwingen of overhalen," sprak zij met
geestdrift, «waar zij haar geheele leven
berouw over zou gevoelen. Serena zal
slechts uit vrijen wil een echtgenoot kiezen
en daarbij noch op schoonheid, rang of
vermogen letten, maar enkel en alleen op
het karakter."
Hier werd het gesprek afgebroken door
de komst van Serena's vader.
«Gij zult," zoo sprak hij tot zijn neef,
«voortaan niet rneer Hans, maar David
genoemd worden. Laat mij niet langer op
uw snarenspel wachten, waarop ik mij
reeds bij voorbaat heb verheugd. Zoek
gerust de geheele kamer rond, en ge
zult er geen speer in ontdekken, waar
mede ik u als een tweede Saul, tot dank
voor uw spel aan den muur zou kunnen
spietsen. Daar staal reeds Tantino met
zijn tooverfluit, hier de piano met de
muziek op den lessenaar daarom kin
deren, speelt mij eens wat voor! Na
't concert zult ge niet, evenals Tamino
en Pamina, de water-en vuurproef door
staan, maar met mij aan tafel gaan, en
u daar te goed doen."
Dat was verstandig gesproken voor een
krankzinnige en daarom helderde ook Se
rena's gelaat op van stille blijdschap. Die
vreugde vond weerklank in Hans' gemoed
waarvan de oorzaak zeer gemakkelijk te
raden valt.
Het drietal speelde vol ijver en lust en
de grondbezitter sloeg daarbij vroolijk Je
maat. Toen men eindelijk afscheid van
elkander nam, moesten Hans en Willner
den baron stellig beloven zoo spoedig
mogelijk terugtekomen. Hans was over
gelukkig. De kamerheer had aangaande
de verloving van Serena en Edgard on
waarheid gesproken. Serena zou nooit
de vrouw worden van zulk een woestaard
en zij zou zich in haar keus niet door
uiterlijken schijn, inaar alleen door de
innerlijke waarde van dengeeri die haar
het hof maakte laten leiden. Dat hijzelf
die bevoorrechte was of wezen kon, kwam
hein niet in de gedachte.
(Wordt vervolgd).