Gemengd Nieuws.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
volken; 8 zilveren vorken roet halve
maantjes, waarvan een gemerkt ft'. S.
5 zilveren lepels met vierkantjes aan den
steel; 12 zilveren lepels met halve maan
tjes, waarvan twee gemerkt N. S.11
zilveren theelepels; 1 zilveren theeschepje
en twee plated lepeltjes, alsmede een
witte theedoek, rood en blauw geruit en
rood gestreepte rand, in een der hoeken
met roode zijde gemerkt 2V. S. S./6.
Door den dader is achtergelaten een
stuk hoefijzer.
Te Goes heeft zich weer een geval
van trichinenziekte voorgedaan bij eene
vrouw. Zij had van varkensvleesch gege
ten, afkomstig uit Biezelinge, dat weke
lijks te Goes aan de huizen besteld wordt.
Men spreekt van nog meer gevallen van
die ziekte daar ter plaatse.
De voorman P., in dienst der Staats
spoorwegen te Utrecht, is, tijdens het
rangeeren van een goederentrein, onder
de locomotief geraakt, waardoor hem
het rechterbeen ter hoogte van de dij
werd afgereden. Kort daarna gaf de on
gelukkige den geest.
Het is bijna niet te gelooven welk
verbazend getal vinken te Rozendaal
jaarlijks in de maand October gevangen
worden. Men berekent, dat in die ge
meente 21 vinkers zijn, die door elkaar
dagelijks ieder 25 vinken vangen, het
welk gedurende de afgeloopen maand
18.600 bedraagt.
De heer M. B. ving zelfs op een dag
511 dezer trek vogeltjes.
Te Alkmaar is van gemeentewege,
ter herinnering aan de nagedachtenis van
de begaafde stadgenoote mevrouw A. L.
G. Bosboom-Toussaint, in het huis aan
de Mient, waar deze beroemde Neder-
landsche schrijfster het levenslicht zag,
een gedenksteen geplaatst.
Naar het Hbl. verneemt is sinds
eenigen tijd bij het ministerie van bin
nen!. zaken in bewerking een voorstel
tot wijziging der wet op het midd. on
derwijs.
Hoever die wijziging zich zal uitstrek
ken, is ons onbekend, doch, zijn wij goed
ingelicht, dan bestaat het plan de staat
huishoudkunde en het boekhouden niet
meer op te nemen in de lijst der vakken
waarin eindexamen dient afgelegd te
worden.
Ook wordt overwogen, eind-examen
niet meer in elke provincie, doch alleen
te Amsterdam te doen plaats hebben.
Aan den ingenieur A. J. Krieger
te Gouda, werd door den minister van
Waterstaat concessie verleend voor den
aanleg en de exploitatie eener spoorweg
verbinding EdeLunterenBarneveld
VoorlhuizenNijkerk.
Gisterenavond vond men in de St.
Pietersteeg te Amsterdam een dertigjarige
vrouw dood in haar bed, in haar bloed
badend. Men kon zich den schrik van de
zuster begrijpen, toen zij de overledene
eten kwam brengen. De 30-jarige vrouw
woonde alleen in kommervolle omstan
digheden en is vermoedelijk in eene
bloedspuwing gestikt.
Uit Neerbosch wordt gemeld
«De vorige week is een van de weezen
naar Transvaal vertrokken als machinist;
een ander vertrok naar Paramaribo, waar
hij een plaats bekwam als meesterknecht
aan de Zendingdrukkerij van de Broeder
gemeente.
Een 35-tal weezen houden in Amerika
verblijf, waar allen in goede maatschap
pelijke betrekkingen zijn geplaatst."
In den Rijn te Eist (Utrecht) is
een snoekbaars gevangen. Zooals men
weet, richten deze, zeer zeldzaam voor
komende dieren, groote verwoestingen
onder de visschen aan. Het gevangen
exemplaar zal naar het Aquarium te
Amsterdam woiden gezonden.
Een treurige gebeurtenis heeft de
stad Doornik in opschudding gebracht.
Een 19-jarig jongeling trouwde voor zes
weken met een meisje van nauwelijks 17
jaren. Het huwelijk was niet gelukkig en
gedurig werd er getwist. Dezer dagen
zag men de jonge vrouw in de grootste
opgewondenheid hare woning verlaten,
op eenigen afstand gevolgd door hare
moeder. Zij liep naar de Schelde en
sprong er in. Toen zij na eenige oogen-
blikken opgohaald werd, stierf zij in de
armen der moeder.
Uit Arnhem wordt aan de N. R. Cl.
gemeld
Dinsdagochtend omstreeks 8'/3 uur
werd door de geheele stad een slag waar
genomen, die de hu:zen op hunne grond
vesten deed schudden en waarbij in ver
schillende woningen de deuren openvlo
gen en de glasruiten rinkelden als bij het
hevigst onweder. Velen dachten aan een
ongeluk zooals van Antwerpen en, hoe
wel het bij nader ondeizoek niet zóó erg
was, haddden evenwel, door de gevaarlijke
omgeving van de plaats waar het onheil
was voorgevallen de gevolgen verschrikke
lijk kunnen zijn. Op ongeveer 10 minuten
buiten de stad had zich in het artillerie
park, aan de overzijde van de bekende
buitenplaats «Sonsbeek" gelegen, een sol
daat van het korps rijdende aitillerie,
door een granaalschol van het leven be
roofd. Daarbij was een geheel uitgeruste
munitie-voorwagen in de lucht gevlogen;
deze wagen was, behalve met tal van
andere kleine voorwerpen, bepakt met
17 granaten, 17 granaat-kartetsen, 2
kartetsen en 38 kardoezen, elk gevuld
met 1.6 kilogram buskruit. Van dezen
wagen was niets overgebleven dan enkele
stukjes verbrand hout. Van een viertal
andere wagens waren gedeeltelijk de
raderen afgeslagen en min of meer ver
nield.
Van een steener, gebouw, op een af
stand van een 25 lal pas staande, er,
gevuld mei duizende infanterie-patronen,
waren de dakpannen allen vernield, terwijl
op verschillende plaatsen, vermoedelijk
door granaatscherven, stukken steen wa
ren weggeslagen. Het is een wonder, dat
dit gebouw gespaard is geblevende
ramp was bij eene ontploffing niet te
voorzien geweest. Van eene in de nabij
heid gelegen uitspanning waren van een
der zijramen alle glasruiten verdwenen.
De overblijfselen van het deei lijk vermink
te lijk werden over het geheele park ge
vonden, zelfs op afstanden van meer dan
100 pas. Rechts van het kanon bevonden
zich de beide beenen, links het hoofd
met een gedeelte van een schouder en
een arm; aan de achter zijde der patro
nen-bewaarplaats een gedeelte van den
rug. Aan den ingang van het park be
vindt zich een wachthuis, waarin een
korporaal en 3 man waren, terwijl één
man buiten op post stond. Gelukkig zijn
deze allen ongedeerd gebleven.
Woensdagavond II. hield de heer
W. J. Roos, Evangelist te Amsterdam,
in het gebouw Volksheil een voordracht
over de Middernachtzending.
Deze tak der inwendige zending, zoo
deelde de geachte spreker mede, was
niet gegroeid aan een Hollandschen boom.
De Middernachtzending is afkomstig uit
het Noorden. De heer Roosmalen Nep-
veu had haar bet eerst te Kopenhagen
leeren kennen en toen pogingen in het
werk gesteld, om haar ook in Nederland
en meer in 't bijzonder te Amsterdam in
te voeren.
Aanvankelijk scheen het bij een plan
te zullen blijven, althans men vond te
Amsterdam de gewenschte medewerking
niet. Kort daarop begonnen echter twee
jonge mannen, de heeren Veldhuizen en
Van der Sleur, den arbeid der Midder-
nachtzerrding te Haarlem, om die weldra
te Amsterdam voort te zetten. Zij ont
vangen van alle kanten steun en bijstand.
Velen boden zich als medearbeiders aan
en thans werkt de Middernachtzending
niet alleen in de beide reeds genoemde
steden, maar ook te Rotterdam, te
Utrecht en te 's Gravenhage en dat met
grooten zegen.
Terwijl de Christelijke liefde zich tot
voor korten tijd bijna uitsluitend bezig
hield met de redding en oprichting der
gevallen vrouw, tracht de Middernacht
zending de mannen te bereiken, die de
plaatsen van ontucht bezoeken. Zij tracht
hen te waarschuwen, hen te wijzen op
de zonde tegen God en menschen, die
zij willen plegen, en hen te bewegen tot
berouw en bekeering.
De zendelingen, die geheel belan
geloos hun werk verrichten plaatsen
zich daar toe bij groepen van twee of drie
voor de deur der verdachte huizen. Zij
reiken aan hen, die ze willen betreden,
blaadjes uit en trachten naar aanleiding
van den inhoud een gesprek met hen
aan te knoopen. Menigmaal gelukt het
hun op deze wijze een verdoolde terecht
te brengen. Spr. verhaalde hiervan ver
scheidene treffende voorbeelden.
Het was natuurlijk, dat de zendelingen
bij hun arbeid veel tegenwerking onder
vonden van een zeker deel van het publiek,
maar vooral van de houders der verdachte
huizen, die door de Middernachtzending
in hun afschuwelijke «broodwinning" be
langrijk werden benadeeld. Beleedigingen,
scheldwoorden, plagerijen van allerlei
aard hadden de zendelingen te verduren.
Zelfs ernstige mishandelingen waren niet
zeldzaam. Wel werd dus de geloofsmoed
dezer jonge mannen op een zware proef
gesteld, en alleen zij, die zelf van harte
geloofden in den Heere Jezus Christus
konden op den duur dezen zwaren arbeid
der reddende liefde volhouden.
Spr. betreurde het overigens dat bijna
alleen jonge mannen, en dat nog wel
grootendeels uit den minder aanzienlijken
stand, zich voor dat werk hadden aan
gemeld. Bij alle waardeering van den
arbeid der tegenwoordige zendelingen,
zou hij toch gaarnejzien, dat ook mannen
van meerderen leeftijd er. ervaring, wier
naam en positie hun grooteren invloed
verzekerden, zich met het werk der Mid
dernachtzending bezig hielden. Dan zou
den de uitkomsten nog geheel anders
zijn.
Toch had men niet te klagen. liet
werk der Middernachtzending werd ken
nelijk gezegend. Niet alleen mocht men
velen terughouden van den verkeerden
weg, maar reeds waren ten gevolge van
de volhoudende pogingen der zendelingen
ettelijke slechte huizen gedwongen om
voorgoed te sluiten, bij gebrek aan be-
Alleen de heeren Veldhuizen en van der
Sleurs, die zich geheel aan deze arbeid wijdeo,
ontvangen bezoldiging.
zoekers. Niet lang geleden had een
makelaar aan het bestuur der Midder
nachtzending drie naast elkander gelegen
bordeelen te koop aangeboden, die door
toedoen der zendelingen geheel waren
verloopen.
Spr. wekte eindelijk alle aanwezigen
op, om den arbeid der Middernachtzen
ding te steunen door hunne sympathie
en bovenal door hun gebed.
De heer Roos werd door een talrijk
gehoor de zaal was stampvol en men
had zelfs een aantal personen wegens
plaatsgebrek moeten afwijzen met
aandacht gevolgd.
Ds. Wartena dankte den spreker
namens de vergadering voor zijn be
langrijke voordracht en sloot de bijeen
komst met dankzegging aan God.
In eene zitting die de gemeente
raad gister hield, was in de eerste
plaats aan de orde van behandeling de
missive der Kamer van Koophandel en
Fabrieken, waarin aan den Raad onder
steuning wordt verzocht van het adres
door die Kamer aan den Minister van
Waterstaat, Handel en Nijverheid inge
zonden, inhoudende het verzoek om,
met terugkoming op het besluit tot
plaatsing van het vereenigd post- en
telegraafkantoor in de Ulrechtschestraat,
dat alsnog in het midden der stad te
doen vestigen.
Een langdurig debat ging het besluit der
vergadering, om het adres te ondersteu
nen, dat rnet 8 tegen 4 stemmen geno
men werd, vooraf. De meerderheid van
het dagelijksch bestuur had daartoe het
voorstel gedaan, op grond dat zij meende,
dat eene plaatsing in de Utrechlschestraat
den handel groot ongerief zou berokkenen,
die groot belang heeft bij 't spcedig ont
vangen van telegrammen, aangeteekende
brieven, enz. en h. i. eene zoo gunstig
mogelijke gelegenheid moet hebben om
binnen den koristen tijd het kantoor tot
verzending van brieven, postwissels, enz.
te bereiken.
De Voorzitter, die de minderheid in
het dagelijksch bestuur had uitgemaakt,
toonde zich eenigszins gevoelig over de
uitdrukkingen in het adres der kamer,
dal de belangen van den handel door de
voorgenomen plaatsing zouden worden
«gekrenkt" en bij voortduring «tegenge-
weikt." De handelaren hadden volgens
hem, altijd personen beschikbaar, die
voor hen de noodige verrichtingen ten
post- en telegraafkantore bewerkstel
ligden, terwijl particulieren, meestal
zelf hen betreffende zaken moeten af
doen, zoodat zij zich meer dan han
delaren ten post- en telegraafkantore
in peisoon moesten vervoegen. Bovendien
was z. i. de aanwezigheid van het post
kantoor in de nabijheid van de spoor
wegstations voor den handel van belang,
aangezien die eene latere buslichting ver
oorloofde en de oorzaak zou zijn van
eene vroegere bestelling, doordien de
distributie van de ontvangen brieven eer
der kon aanvangen dan thans, nu de be
stellers den weg van 't station naar de
stad en omgekeerd moeten maken. De
heer v. d. Wall Bake, die tegen 't voor
stel tot ondersteuning stemde, deed dit
op grond van de omstandigheid dat hij
vermoedt, dat wanneer de Minister met
dit verzoek wordt lastig gevalllen, de
bestaande, ongewenschte, toestand zal
worden bestendigd; iets wat de heer
Croockewit niet toegaf, omdat de hoofd
gedachte in deze is de vestiging van een
vereenigd post- en telegraafkantoor.
Het slot was. zooals we hiervoren meld
den, dat de Raad besloot het adres te
ondersteunen. Met een voorstel van B.
en W. om den heer S. Knoppers een
bediag van f200 als schadevergoeding
te betalen voor den afstand van grond
ter verbreeding van den ingang der Korte
Bergstraat aan de zijde van den Naarder-
straatweg tot 6.90 M., uitloopende op 6
M., alsmede voor de verbintenis van ge
noemden heer Knoppers om het huis dat
hij voornemens is te bouwen 0.70 M.
uit den verbreeden weg te plaatsen, ver-
eenigde de Raad zich niet. In overeen
stemming met het gevoelen der commissie
van fabricage was hij van meening, dat
eene vergoeding van flOO, die de heer
Knoppers geweigerd had te accepteeien,
voldoende was, terwijl de heer Bake
meende, dat B. W. bevoegd waren, over
eenkomstig de bepalingen der bouwver
ordening, in deze aanwijzing der richting
waarin de bouw moet gest bieden, te
doen. Het voorstel van B. en W. viel
met 10 tegen 2 stemmen, die van den
heer Celosse en den Voorzitter.
Het derde punt der agenda: ontwerp
besluit tot af- en overschrijving van pos
ten op de begrooting voor 1888 der
schutterij, werd z.h.o. aangenomen. Ten
slotte werd het door dr. A. van Ysendijk
gevraagd ontslag als conrector van het
gymnasium eervol verleend.
De rechtbank te Utrecht behandelde
Donderdag o. m. de volgende strafzaken
G. J. v. L., 41 jaar, klompenmaker,
geboren te Arnhem en wonende te Amers
foort, had zich te verantwoorden wegens
mishandeling van den 68-jariger. zadel
maker W. van Eeden, die hij in den
avond van 1 Jsept. in het Plantsoen te
Amersfoort, na eenige onaangenaam
heden met elkander te hebben gehad,
doordien van Eeden tengevolge der duis
ternis tegen bekl.'s moeder liep, aan
greep, op den grond wierp, en hem
daarna eenige klappen toediende.
Bekl. ontkende Van Eeden te hebben
geslagen, doch laatstgenoemde bleef bij
zijne bewering, die door meerdere ge
tuigen werd gestaafd. Het O. M.,
waargenomen door mr. N. de Ridder,
subst.-offic. van justitie, achtte het aan
bekl. ten laste gelegde bewezen en vor
derde zijne veroordeeling tot 3 weken
gevangenisstraf.
J. d. G. 39 jaar, vischventer, geboren
en wonende te Amersfoort, wegens be-
leediging van een ambtenaar, was niet
verschenen hij bevond zich op den 10
Sept., 's morgens om half elf ure, in de
Langstiaat aldaar met zijn broeder, welke
in die straat vischventte. Daar dit bij
politie-verordening was verboden, ge
lastte de agent H. H. Enklaar hem zich
van daar te verwijderen en met zijne
koopwaar naar de markt te gaan.
J. d. G., een doorloopende dronkaard,
werd daarover driftig en schold daarop
den ambtenaar op eene zeer onbetame
lijke wijze, die den bekl. verbaliseerde.
Eene geldboete van f 15, subs. 14 dagen
hechtenis werd tegen bekl. gevorderd.
De hoofdagent van politie de Jager
deed eergisterenavond een goeden vangst
door een man aan te houden, die door
de rechtbank te Alkmaar wegens dief
stal tot 2 jaren gevangenisstraf was ver
oordeeld en tot het ondergaan dier straf
in het laatste Politeblad stond gesigna
leerd. Hij werd gisteren door een rijks
veldwachter, op bevel van den Commis-
saiis van politie, naar de gevangenis te
Utrecht overgebracht.
Gisterenmiddag ten 4.55 had de
trein die in de richting Zwolle vertrok
een klein oponthoud, doordat een bij de
Eerabrug zwaaiend schip, door 't breken
van een der trossen met den boegspriet
door een venster van een coupé drong,
zonder persoonlijke ongelukken te heb
ben veroorzaakt. Alleen de glasruit en
de coupé is inwendig beschadigd.
Bij koninklijk besluit is benoemd
tot notaris te Woudenberg H. A. N. van
YVarmelo, cand.-notaris te Loenen.
Eergisteren herdacht de heer G.
Diependaal, pastoor der Oud-Katholieke
Willebrorduskerk, Brouwersgracht te Am
sterdam, het feest van zijn vijf-en-twintig
jarig priesterschap. Aan belangstelling
ontbrak het den waardigen jubilaris niet.
Sclierpeuzeel, 7 November. Dezang-
vereeniging «Excelsior" die gedurende
een jaar niets van zich deed hooren, zal
weder optreden onder haren ouden naam
en onder de zinspreuk, die in Col. 3 16b
te vinden is. Naar alle waai schijnlijkheid
zullen de zangoefeningen gehouden wor
den in het catechisatie-locaal achter de
herv. kerk, wanneer hh. kerkvoogden
daartoe vergunning willen geven.
Liszt en Darbu Lautar. Toen Franz
Liszt, de bekende componist, op het slot
Basile Alexaridris te Mercesci als gast
was ontvangen, spiak hij den wensch uit,
eens Roemeensche zigeunei muziek te wil
len hooren. Zijn gastheer haastte zich,
aan dien wensch te voldoen. Hij liet zi
geuners, uit Jassy komen, onder leiding
slaande van Barbu Lautar. Allen droegen
een soort kaftan, die door een goidel
vastgehouden werd, een kaciula of muts
uil schapenvel en als schoeisel sandalen.
Toen zij de zaal binnenkwamen, waar
een talrijk gezelschap was verzameld,
legde ieder de hand op 't hart en maakte
een diepe buiging, waarop de gastheer
hun een glas champagne aanbood. Dan
gaf hij een teeken. Barbu hief den wijs
vinger zijner rechterhand omhoog en dra
klonk een zeer eigenaardige muziek door
de zaal: de klaagtonen eener viool,'t ge
gil eener herdersfluit eu de muziek der
Cobza. Eerst liet Barbu een nationale
marsch spelen, na afloop waarvan de
Roemeensche bojaren, die tegenwoordig
waren, vol geestdrift goudstukken wier
pen in den beker van den ouden bard,
die dien beker aan zijn lippen bracht,
behendig de wijn uitdronk en de geld
stukken in den mond hield, om ze daar
na te voorschijn te halen en ze eerbiedig
te kussen.
Dan volgde een zigeuner-melodie. De
geheele melancholie der steppen ademde
uit dit stuk plotseling werd het klagende
lied afgebroken door een wilden schreeuw;
een woest Prestissimo rolde doordezaal
alsof gansch een regiment ruiters kwam
aangerend. Liszt liet zich geheel door
die muziek medesleepen, stil zag hij die
muzikale vagebonden aan, waarvan niet
een een noot kende en toen eindelijk al
de gasten een donderend applaus deden
hooren, trad hij op den ouden Batu toe,
wierp een goudstuk in diens beker en
sprak: «Gij hebt mij thans uw muziek
leeren kennen. Wilt gij nu de mijne hoo
ren?"
De groote virtuoos zette zich aan het
klavier; ieder geruisch verstomde; allen
spitsten de ooien. Na een kort voorspel
improviseerde de meester een Hongaarsche
marsch, wiens breede melodie hij op de
meest wonderbare wyze met trillers ver
sierde. Hij scheen alles om zich te ver
geten men voelde hel, dat hij lucht gaf
aan het gevoel, dat de zigeuner-muziek
bij hem had opgewekt. Snel vlogen de
vingers over de toetsen en altijd klonk
tusschen de cascaden van tonen de
krachtige tonen van de inarsch. De toe-
hooideis stonden betooverd zij waagden
het bijna niet, te ademen. De oude Barbu
staarde met wijd opengespalkte oogen
naar den speler en geen noot ontging
hem.
Toen de storm van toejuiching na af
loop der improvisatie geëindigd was, trad
de oude Zigeuner met het Champagne
glas op den grooten klavierspeler toe,
ieikte hem de hand en sprak: «Nu is
de beurt aan mij, meester, om u te ver
zoeken met mij te diinken!"
Terwijl Liszt met hem aanstiet, ant
woordde deze«Nu Barbu wat zegt ge
van deze melodie?" «Zij is zoo schoon,
meester, dat ik, wanneer gij het wilt
toestaan, wel eens wilde probeeren haar
ook te spelen."
Liszt glimlachte eenigszins ongelootig,
doch hij gaf met een hoofdknikje zijn
toestemming. De oude Lautar wendde
zich tot zijn orchest, stemde zijn viool,
drukte het instrument tegen zijn kin en
speelde den Hongaarschen marsch. Geen
triller, geen noot, geen enkele versiering
werd weggelaten. Noot voor noot gaf
Barbu op zijn viool de improvisatie van
Liszt terug, onder begeleiding van zijn
orchest. Oplettend staarden de spelers
hun meester aan; als door instinct volg
den zij de geringste nuanceering. Toen
eindelijk de laatste toon weggestorven
was, sprong Liszt op, sloot den oude
stormachtig in de armen en riep uit:
«Barbu, ge zijteen kunstenaar door Gods
genade I"
Dinsdag is te Brixham nabij de
plaats waar Willem III aan wal stapte
het standbeeld van dezen vorst onthuld.
Het beeld, iets meer dan levensgroot,
is van wit marmer en rust op een voet
stuk van grijs graniet. Het staat vlak
voor de haven en maakt een grootschen
indruk.
Op het voetstuk is een inscriptie ge
beiteld, ter herinnering aan Willem van
Oranje, die den 5en Nov. 1688 daar landde
en het Protestantisme bevrijdde. Daar
naast staat te lezen, dat het beeld is
opgedragen aan de stad Brixham en dat
de eerste steen is gelegd op 5 Nov. 1888
door graaf Bylandt, lord Churston en
Charles Atkins.
Op de andere zijde is op wensch van
den koning der Nederlanden op het voet
stuk gebeiteld «Engelands vrijheid door
Oranje hersteld
Omtrent de onthulling meldt het Hdbl.
Om acht uur bulderde een kanonschot
door het stille stadje; dit was het sein
voor het uitsteken der vlaggen. Brixham,
op gewone dagen eene mistige plaatsen
een vreedzaam visschersdorp, is, natuur
lijk, vol vreemdelingen, die van alle zij
den herwaarts stroomden.
Het stadje was versierd met vlaggen
en groen. Het weer was in den ochtend
regenachtig, maar helderde later op. Om
één uur ontving de commissie de voor
naamste gasten in de Markthal en om
halftwee weid de optocht gevormd en
begaf men zich naar de kade, waar de
onthulling door graaf Bentinck werd ver
richt.
Baron Gevels vertegenwoordigde den
Nederlandschen gezant graaf Bylandt.
Vele Amerikaansche zeeofficieren en an
dere bezoekers woonden de plechtigheid
bij. Graaf Bentinck was door verkoud
heid verhinderd het woord te voeren en
daarom hield zijn neef een korte toepas
selijke toespraak, nadat eerst het Engel-
sche volkslied was gespeeld.
De predikant Potter zeide graaf Ben
tinck dank en gaf een beknopt overzicht
van de geschiedenis ter herinnering van
welke het gedenkteeken is opgericht. Het
Nederlandsche volkslied volgde op de
rede van den predikant.
Om 2 uur gingen de feestvierenden op
nieuw naar de markthal, om deel te ne
men aan een dejeuner. Daarbij werd de
eerste dronk ingesteld op koningin Vic
toria en de tweede op den koning der
Nederlanden. Daarna werden nog eenige
toasten gehouden.
Baron Gevers zeid#, dat de Koning
van Nederland groot belang stelde in de
oprichting van dat standbeeld, dat een
eeuwige band tusschen Nederland en En
geland zal vormen.
Een fakkeloptocht en verlichting der
schepen besloot des avonds het feest.
Franssensde meesterknecht op eene
l'arijsche drukkerij, die de 500,000 trok
bij de tentoonstellingsloterij, had zijn
biljet door een leerjongen laten koopen
en hem lachend gezeg«Als ik het
groote lot trek, krygt ge er 10,000 francs
van!" Hij heeft woord gehouden en het
buitenkansje komt den armen jongen
temeer gelegen Omdat hij onlangs met
een arm in eene machine geraakt en
voor zijn leven verminkt is.
Ontploffingen zijn tegenwoordig aan de
orde van den dag. 't Schijnt zoo'n soort
manie te worden, wie het onvoorzichtigst
met kruit en dynamiet durft omgaan.
Thans wordt weer gemeld, dat gisteren
morgen een dynamietfabriek te Galda-
cano, nabij Bilbao, in de lucht is ge
vlogen. Drie personen werden gedood,
verscheidene ernstig gewond.