Gemengd Nieuws.
Officieele Publicatie.
BUITENLAND-
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
evang. Iuth. gemeente aldaar ieder ver
maakt f 1000, viij van rechten.
Een der reizigers die tijdens den
brand in café Suisse, te Amsterdam, daar
logeerde, verloor o. a. zijn gouden horloge
met gouden ketting, ter waarde van f200.
Gisterenmiddag bij het opruimen van het
puin is het horloge met den ketting te
ruggevonden. Beide voorwerpen waren
volkomen onbeschadigd en hadden noch
door de vlammen, noch door het puin
iets geleden.
De heer D. Gelderman, chef der
firma H. E Gelderdain Zonen te Olden-
zaal, heeft ter gelegenheid van zijn 50sten
verjaardag, waarmede tevens een 30-jari-
gen arbeid aan de fabiiek gepaard ging,
aan elk der 1000 arbeiders een geschenk
van vijf gulden uitgereikt.
Te Kampen had de vorige week
het volgende plaats. Het stoffelijk over
schot van den heer H. zou begraven
worden. De lijkwagen en de volgwagens
stonden voor het sterfhuis, de dragers
waren eanwezig, de familie bijeen en,
volgens gewoonte, vele nieuwsgierigen.
Na bijna een uur gewacht te hebben,
kwam een der aansprekers met het bericht,
dat alles tot nader order kon heengaan.
Bij het opnemen van het lijk meende men
een schijndoode in de kist te hebben
een geneesheer werd gehaald, die echter
verzekerde, dat dit niet het geval was.
Dien dag ging evenwel de begravenis niet
door.
De door den minister van koloniën
ingediende aanvrage om ontslag is in
handen gesteld van den minister-raad.
Omtrent het advies door dezen uitte-
brengen bestaat op dit oogenblik geen
zekerheid.
In de Vereenigde Staten begint een
beweging zich baan te breken, die njets
meer of minder ten doel heeft dan het
aan Engeland toebehoorende Canada te
annexeeren. Voor een talrijk publiek
heeft Professor Goldwin Smit, die zich
sterk voor deze zaak interesseert, zijn
gedachten geformuleerd en daarbij be
weerd, dat Canada en Engeland door
geen enkelen band zijn verbonden. Ca
nada heeft zijn eigen wetten, heft bui
tengewoon hooge invoerrechten op En-
gelsche producten zonder dat Groot-
Brittanje zich hiertegen kan verzetten.
De Begeering te Londen behoudt zich
het recht voor, om de tractaten te ver-
mogendheden heeft gesloten, doch de
Canadeezen stooren zich weinig aan dit
recht van het moederland, en het moe
derland zelf durft evenmin van dat recht
gebruik te maken, uit 'vrees, dat een
beweging zal ontstaan, die zich sterk
verklaart voor een afscheiding van En
geland. Eindelijk nog wordt liet Britsche
gezag te Oltowa vertegenwoordigd door
een schaduw, dat wil zeggen, door een
gouverneur, die niet het minst heeft te
zeggen. Canada draagt op geen enkele
wijze bij in de kosten der verdediging
van het Britsche rijk; het betaalt niet
eens de schatting, die toch het laatste
bewijs van suzereiniteil is.
Door natuurlijke banden echter wordt
Canada met de Vereenigde Staten ver
bonden. Zij zijn buren; hun bevolking
is van denzelfden oorsprong. Als voor
naamste natiën van het nieuwe vaste
land hebben zij talrijke gemeenschappe-
lijke belangen; New-York is het centrum
geworden van den Canadeeschen handel
de spoorweglijnen van beide landen loo-
pen in elkaar; beide landen hebben de
zelfde litteratuur, denzelfden godsdienst
en vormen in werkelijkheid slechts een
volk, onder twee regeeringen. Zij zijn in
het kort rijp, om een handels- en tol
verbond te sluiten, dat langzamerhand
tot een annexatie zou leiden.
deerkamer van Paul Raynal, haar ver
trouweling en haar vriend.
Arme juffrouw Michaud, sprak hij,
gewis wij hebben weinig kans van slagen
zooals ik vei plicht was u te schrijven,
zijn al mijne nasporingen, al mijne listen
op Gaudoin afgestuit. In zijne antwoorden,
in zijn gedrag is alles zoo natuurlijk
mogelijk. Of wij zouden moeten veron
derstellen dat hij een wonder van vein
zerij, van list is....
Gij hebt hem geld geleend viel zij
hem in de rede.
En hij heeft het mij niet terugge
geven, antwoordde hij, hetgeen zijn gelds
gebrek bewijst.... De arme drommel had
mij eerst nog zijn goeden wil getoond....
Hoe dat?
Zes weken nadat ik hem in den
spoortrein gebraiht had, ontving ik van
hem tien francs in postzegels. In zijn
brief beloofde hij mij elke maand eene
gelijke som te zullen toezenden. Dat is
wat nieuws, zeide ik bij mij zeiven als
hij woord houdt, dat ken ik mijn Gaudoin
niet meer.... dan moet hij eene geheime
bron hebben, waaruit hij geld put.
Nu, en?
Wel, ik bedroog mij.... ik ontving
geen tijding meer van hem
Ei heerschte een oogeriblik stilte.
Maar, hernam Magdalena nu weder
Eenige maanden geleden is dezelfde
zienswijze reeds verkondigd in den senaat
te Washington door generaal Sherman.
Al meer en meer wint zij veld, niet
alleen in Ameiika, doch eveneens in
Canada.
Bij den gisteren gehouden herstem
ming van een lid voor den gemeenteraad
waren van de 657 kiezers 4S4 opgekomen.
Van onwaarde 8, blijft 476 geldige
stemmen.
Hiervan verkregen de heeren:
G. J. Baron van Hardenbroek van
Ammerstol 286 en J. A. Hamers 190
stemmen.
Morgen, Donderdag, 6 Februari
des avonds te 8 uren zal, in «Amicitia"
in een vergadering met dames van het
Departement Amersfoort der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen als spreker op
treden Mr. J. Walig, van Krommenie.
Het onderwerp is: Henry George's «Voor
uitgang en armoede." Toegangskaarten
tot deze bijeenkomst zijn gratis te ver-
kiijgen bij Dr. H. F. Jonkman.
Zondag 9 Februari, e.k. zal de
godsdienstoefening in de Remonstrantsche
kerk alhier geleid worden door Ds. J. A.
Helper Sesbrugger, predikant te Zierikzee.
De dirigeerende officier van gez. 2 kl.
bij de zeemacht J. O. Harthoorn, eerst
aanwezend offi. van gez. in de maritieme
directie te Amsterdam is op non-activiteit
gesteld.
Bij de Holl. Spoorweg-maatschappij
is de adjunct-inspecteur bij mouvement
A. L. J. Bekkers, thans te Haarlem, alhier
overgeplaatst bij de Ooster Spoorweg
Maatschappij.
332ste STAATSLOTERIJ.
Vijfde klasse. (Vierde of laatste week.)
Trekking van 4 Febr.
(1000 LOTEN.)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen
Prijzen van f 70
279 3000 4075 4085 9454 9475 9523
12709 13838 17127 17721 en 18092.
Te zamen 12 prijzen.
Zonder prijs zijn uitgetrokken:
9437 9439 9478"9505 9525 9540 126^4
12673 12771 12833 12837 13884 13935
17116 17162 17190 17219 17241 17273
17278 17703 17722 18008 18010 18011
18025 18070 18331 18335 18375 18376
en 18390.
Behalve prijzen van f400, f200, f 100
en f70 zijn nevens de premiën van
f30,000 en f3,000 ingebleven de
hoofdprijzen var. f 100,000 en 8 van f 1000.
Jan 't Is een aardig sommetje, dat de
gemeente kwijt is aan de schippers, die
vódr eenige jaren geweigerd hebben het
vuur-, haven- en tongeld te betalen.
Piet. Wat zal de persoon, die hen op
stookte om de betaling van het verschul
digde te weigeren en aldus de gemeente
tot een proces te dwingen in zijn vuistje
lachen.
J. Omdat de gemeente het proces won,
en nu toch een goede som gelds kwijt
is?
zijt gij niet onlangs te Parijs geweest?
Wel zeker, antwoordde Paul, en ik
verlangde te weten wat er van hem gewor
den was Hij zou mij wellicht een verkeerd
adres hebben kunnen opgeven? Niets van
dat alles. Ik vond het armoedige loge
ment, dat hij in zijn brief aanduidde, en
zoo hij er geen verblijf meer hield, dan
was het zijne schuld niet. Men had hem
op straat gezet daar hij niet meer betaal
de. Zjjn valies was er nog en werd er
als pand gehouden. Dat is dus overtui
gend genoeg, zou ik denken.
Magdalena was echter nog niet over
tuigd. Zij deed nog eene vraag:
Toen hij daar woonde, hoe was
toen zijn manier van leven.
Zeer armoedig en zeer ongeregeld,
antwoordde de jonge advokaal lachend.
Somtijds kwam hij zelfs in geen week
thuis. Maar daarin licht niets buitenge
woons of verdachts.... want dat was altijd
zijne gewoonte!
Gij hebt hem nergens ontmoet?
Neen. Hij is verdwenen en er was
geen spoor van hem te vinden.
Magdalena schudde twijfelachtig het
hoofd. Zij bleef hem verdenken.
P. Foei, je mag niet zoo kwaad van je
naaste denken.
J. Daarom vroeg ik ook maar. 'tWas
zeker goed gemeend in 't belang der ge
meente.
P. En zijn eigen ook?
J. Dat vraag je zeker, omdat misschien
een paar firma's van de verlaging van het
vuur-, haven- en tongeld voordeel trek
ken en de gemeente er jaarlijks een dui
zend gulden of drie schade van heeft?
P. Daar wordt je alweer kwaad den
kend.
J. Neen ik geloof, dat de bedoeling
was orr. de scheepvaart op de Eem sterk
te laten toenemen, en dat is faliekant
uitgekomen.
P, 't Is ieders werk niet een gemeente
te besturen.
Barnabé bleef bij zijn voonemen vol
harden. Hy behoorde als 't ware tot den
Loosdreclit. Marten van Gijpje is
dood. Deze Marten eigenlijk Timmer
man geheeten kon rnet volle recht als
een buitengewoon man beschouwd wor
den. Wanneer men hem zag, met een
zwaren gouden ketting omhangen, het
hoofd gedekt met eene eigengemaakte
wollen pruik van buitengewone afmetin
gen en versierd met een hanenkop en
een hanenstaart, dan was aanstonds merk
baar, dat die man geheel andeis was
dan ieder ander. En dat was hij.
Niettegenstaande hij een vrij aanzienlijk
kapitaal bezat, heeft hij de laatste jaren
als een dier geleefd. Nimmer kwamen de
luiken of ramen zijner woning open of
had hij vrouwelijke hulp" voor de bestie
ring zijner huishouding en het onderhoud
zijner kleederen. Verder bezat Lij nog
eene treurige kenmerkende eigenschap.
Hij scheen zich als levenstaak te hebben
gesteld, op grooteschaal proeven te nemen,
welke der sterke dranken het menschelijk
lichaam den langsten tijd achtereen kon
verdragen.
De heele apotheek is hij dan ook rond
geweest: van ouwe klare af tot anijs met
suiker toe.Nu eens een kan rum per
dag, en dan eene zelfde hoeveelheid dub
bele anisette. Rood met suiker of
punch, in welke volgorde kon hem niet
schelen, maar gebruikt heeft hij het. En
wanneer hij dan in een toestand ver
keerde. die volgt op het gebruik van
sterken drank met smalen" dan gevoelde
hij zich gedrongen, zijn hart in een iied
uit te storten, een gebrul zoo hevig, dat
inen het, begeleid door het gehuil zijner
honden, op een paar minuten afstands
van de woning hooien kon.
Treurig en beklagenswaardig!
G. en Eeml.
o r, S ér' "vips" 'fei''tv tu ner 'e iV' mPsscnïen
niet ééne gemeente, op zulke goede cijfers
kunnen wijzen als hier het geval is;
slechts 7 van de 151 kinderen boven de
6 en beneden de '12 jaar gaan niet ter
openbare school, en hiervan zijn er 6
veihinderd wegens ziekte, terwijl ééne
huis-onderwijs geniet.
Men meldt uit Tietjerk aan de N. R.
Ct.
Den landbouwer D. de Vries, te Mole
nend onder Oenkeik, viel in de vorige
week een even onverwacht als ongedacht
geluk ten deel. Achter zijne woning bevindt
zich een hok, gewoonlijk gebruikt voor
berging van brandstoffen. De vrouw van
De Vries uit het schuurtje turven willen
de halen, vond tot hare groote verrassing
op den grond eenige oude munten liggen,
die bij onderzoek uit een balk waren
gevallen, waarin zich eene geheime berg
plaats bevond. Het deurtje, dat toegang
tot den schuilhoek verleende, was door
ouderdom vermoid en losgeraakt. Tot nu
toe zijn gevonden 30 zilverstukken, 3
heele en '1 halve gouden rijder; onder de
munten zijn er die dagteekenen van 1610
en zelf van vroeger.
huiselijken kring, waaraan hij zich had
gewijd. Eiken dag, van 's morgens vroeg
tot 's avonds laat, was hij in de werk
plaats bezig te werken onder toezicht van
meester Jan, die helaas! niet meer in
staat was zelf te arbeiden. Zijn ziekte
toch was teruggekeerd en wellicht in veel
erger mate.
Zoo gaat het gewoonlijk met aandoe
ningen van de lever. Ze gaan gepaard
met eene langdurige gedwongen werke
loosheid, benauwdheden en pijnen. Om
er van te herstellen, heeft men niet alleen
medicijnen noodig, maar vooral ook bezig
heid, afleiding, en alle sooiten van uit
spanning. En daarbij heeft men nog altijd
voor instortingen te vreezen.
Jan Michaud leverde er het bewijs van
Voor dat zijn zoon Just bij hem was
gekomen, was zijn toestand verbeterd.
Enkele dagen van geluk waren voldoen
de geweest om hern op te beuren. Hij
nam merkbaar in beterschap toe, het
herstel van zijn eer zou hem hebben gered.
Maar het mocht niet zoo zijn.
Men betoonde zich nog telkens vijan
dig tegen hem. De tijd verliep. De winter
ving aan, een regenachtige harde winter,
Hij kon bijna niet meer naar buiten. Er
was weinig werk en dat weinige nog te
te veel voor den ongelukkigen werkman.
Zjjne krachten verminderden. Weldra
Liebknecht en Domela Nieuwefihuis.
Zooals men weet, woonde de bekende
leider der socijal-demociaten in den Rijks
dag, Liebknecht, het internationaal werk
liedencongres te Parijs bij. Door de Ne-
derlondsche sociaal-democraten waren af
gevaardigd Domela Nieuwenhuis en For-
tuyn, die bij den twist, welke toen onder de
congresleden ontstond, zich niet onbetuigd
lieten. Liebknecht bphoorde tot de tegen
partij der Nederlandsche sociaal-democra
ten, en sedert werd Liebknecht in Recht
voor Allen nog al eens aangepakt.
De Duitsche sociaal-democraat heeft nu
daarop geantwoord door eene openbare
verklaring, welke volgens de N. R. Ct.
aldus luidt:
«In Recht voor Allen wordt beweerd,
dat ik tót mijne Berlijnsche kiezers ge
zegd heb, dat ik mijne zienswijze omtrent
het parlementarisme gewijzigd heb en de
oplossing van het sociaal vraagstuk in den
Rijksdag verwacht. Daar ook in Duitsch-
laud eenige pseudo-revolutionnaire-anar-
chistische Schxvachmatikusse (spotnaam
voor zwakhoofd) zijn. Die omdat ik
geen liefhebber van phrases ben, zooals
zij zeiven, mij gaarne bij de werklie
den in diskrediet zouden willen bren
gen, zoo verklaar ik hiermede, dat ik
uitdrukkelijk heb gezegd: ik denk over
het parlementaiisme in hoofdzaak heden
nog precies als in 1869; slechts heb ik
sedert mijne zienswijze over de beteeke-
nis der werkzaamheid in den Rijksdag in
zoover veranderd als de Rijksdag door
de stichting van het Duitsche Rijk de
beteekenis heeft verkregen van een vast
punt voor den hefboom der agitatie. De
redacteur van Recht voor Allen kan, naar
het schijnt, mij niet vergeven, dat ik op
het internationaal arbeiderscongres te
Parijs het anti-parlementair profetendom
bestreed en niet van denzelfden misselij
ken (katzen jammerlicheafkeer tegen
het parlementaiisme vervuld ben als een
spreekgruge predikant, die gedurende
eene geheele zitting bijna eiken dag eene
ellenlange redevoering van stapel liet
loopen zonder dat de burgerlijke maat
schappij uit de voegen kwam
Voor lie)hebbers van honden\ De
groote intei nationale hondententoonstel
ling van alle rassen, die tegelijk met een
jachttentoonstelling, van 15 tot 18 Mei
te Charlottenburg zal worden gehouden,
onder protectoraat van prins Frederik
Leopold, belooft alles te zullen overtreffen
wat er tot nog toe in Duitschland op dit
gebied te zien is geweest. Acht der
grootste Duitsche vereenigingen, waar
onder de «Hector," hebben reeds hun
medewerking toegezegd.
Te St.-Petersburg is een Eiffeltoren van
ijs ingewijd. Hij is 50 meter hoog op
tlei eerste plat fcornt men uoor eer. trap.
in het ijs gehouwen, en op het electrisch
verlichte plat wordt gegeten en gedanst.
Een drama op zee. Op een der
booten van de Maatschappij Nederland
werd gedurende een reis naar het vader
land het volgende drama afgespeeld:
Onder de terugkeerende koloniale troe
pen bevond zich een soldaat, die onder
verdenking stond in Indië een kameraad
te hebben vergiftigd, doch waarvoor liet
bewijs nooit geleverd was.
Hetzij tengevolge der op hem rustende
onware verdenking, hetzij uit wroeging,
de man maalde en in zijn ijlhoofdigheid
gaf hij steeds de veizekering onschuldig
te zijn aan den dood van zijn kameraad.
De ongelukkige deed echter niemand leed
en liep op het schip rond, terwijl de
dokter hem onder behandelingen toezicht
had.
Op een goeden dag echter was hij in
de kaartenkamer van den kapitein bezig
een revolver te probeeren, die gelukkig
niet geladen was.
Toen de kapitein binnen kwam, Inm
het pistool afhandig maakte en er hem
op wees, dat hij niet in die kamer mocht
komen, veel minder de voorwerpen aan
raken, vroeg de ongelukkige of de kapi
tein geen patroontjes had voor den revol
ver.
ontvielen de gereedschappen aan zijne
hand. Het kostte hem moeite naar de
werkplaats te gaan, met inspanning van
alle krachten sleepte hij er zich heen.
En eindelijk kwam de dag waarop hij
niet meer in staal was rechtop te blijven
staan.
Gelukkig was de trouwe Barnabé er
nog, Jan liet hem aan de werkbank zit
ten, en onder zijne oogen en naar zijne
opgaven, haalde Barnabé de stukken hout
te voorschijn om ze beurtelings te zagen
en te schaven, terwijl hij als altijd gehoor
zaam, op liefhebbenden, opbeurenden toon
sprak
Moed gevat, patroon. Bekommer u
maar over niets. De voorname zaak is
dat het werk gedaan worde, niet waar?
Welnu hel wordt gedaan. U behoeft alleen
toetezic-n. Het is uw hoofd dat met mijne
armen werkt. Blijf stil zuten, vader Jan.
Kijk maar goed naar mijn werk.... helpt
mij met een woord, met een leeken....
meer behoeft ge niet te doen!.... En let
wel op, degeen die er van ons beiden
't meest bij wint, ben ik.... Ik leer een
handwerk, dat ik altijd heb verlangd....
Kom, stel eens dat gij met het aanstaande
voorjaar, geheel en al hersteld zijt.... Dat
ge weer even vroolijk en levendig zijt als
altijd! Dan ben ik intusschen een knappe
schrijnwerker geworden en we zullen er
De dokter kwam juist binnen en de
kapitein wees op zijn voorhoofd ten bewijze
dat het niet pluis met hem was. Of de
waanzinnige begreep dat men hem onder
strenger opzicht zou stellen is moeilijk
uit te maken, doch eer de kapitein en
de dokter er aan dachten, vloog de onge
lukkige de kaartenkamer uit en sprong
over koord. De dokter riep onmiddellijk
«een man over boord De machine stop
te, de reddingsmiddelen werden in dienst
gesteld, doch vergeefs, hij was in- den
onmetelijken Oceaan verdwenen. Wie
weet wat deze ongelukkige krankzin
nige geleden heeft, voor hij deze laatste
sprong waagde; hetzij dat wroeging over
de daad, of smart over de valsehe beschul
diging hem zinneloos maakte.
In Sleeswijk heeft men de goede gewoon
te om de leerlingen van de hoogste klas
se der burgerscholen een drietal vrucht-
boomen te schenken, die zij, zoolang zij
ter school gaan, moeten kweeken en later
hun eigendom woiden.
Amerikaansche zeden. Vóór eenigen
tijd hebben te Hatton een stadje in Zuid-
Dakola, acht met bijlen gewapende vrou
wen "een aanval gedaan op alle kroegen,
de flessen, vaten en meubelen met bijl
slagen verbrijzelende. Er ontstond groote
opschudding, maar niemand kwam den
tappers tr hulp, integendeel, eene schare
volks volgde de amazonen, luid juichende
bij eik nieuw val, dat zij stuk sloegen.
Maandagmorgen om half vijf werd te
Huissen brand ontdekt in eene hofstede
aan de Bloeinstraat, bewoond door G.
Meeuwseri. De bewoners waren allen nog
in diepe rust, doch gelukkig werd de
moeder nog juist intijds gewekt door
haar vijfjarig meisje. Zjj werd een ireem-
soortig geluid gewaar, en kwam een
oogenblik daarna tot de vreeselijke ont
dekking, dat het strooien dak hunner
woning in lichte laaie stond.
De overige huisgenootenintusschen ook
opgeschrikt, konden zich in der haast wat
aankleeden, en ontkwamen allen onver
let het brandende perceel. Toen echter
een dor bewoners, een bejaard man, later
nog wat uit het huis wilde redden, bekwam
hij eeri paar brandwonden aan zijne hand.
Inmiddels waren de buren ter hulpe
gesneld, en brachten twee varkens en een
paar geiten uit het biandende achterhuis
in veiligheid.
Omstreeks vijf uur was de brandweer
aangerukt, die al het mogelijke deed om
het vernielende element in zijn verderen
loop te stuiten en hierin ook in zooverre
slaagde, dat het voorhuis, behalve hel
dak, grootendeels gespaard bleef. Een
kabinet, een kast, een paar stoelen en
noc eenie ander huisraad konden er in
blijven staan, die wel waterschade kre
gen, doch leden weinig door 'tvuur. In
het achterhuis is alles verbrand, waar
onder eene paitij tabak en stroo. Huis
en inboedel waren verzekerd.
Terwijl alles rustig sliep, kwam voor
een paar nachten een dief in een soort
klompenhuisje van J. R. te Gaanderen
een kijkje nemen. Hij ontvreemde zes
kippen. Te duister om nog meer te
gappen, heeft hij zich vermoedelijk van
eenige lucifers bediend, waardoor hij
tevens brandstichter werd. Het alarm
der koeien dreef den eigenaar het bed
uit, en hij zag het schuurtje reeds in
lichter laaie. Een aantal verkoolde kip
pen o.a. vond men nog terug. Gelukkig
dat de wind uit een gunstigen hoek
woei, ar.ders had deze vlam te midden
vnn belendende gebouwen wel eens tot
een dorpsbrand kunnen overslaan.
De politie doet onderzoek.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gezien de artt. 9 en 11 van het ko
ninklijk besluit dd. 17 December 1861
(Staatsblad No. 127) en de artt. 11 tot
samen zoo hard op los timmeren dat de
anderen het veld moeten ruimen.... Wat
zullen ze staan kijken, die heeren concur
renten
Die concurrentie was nog steeds een
groot verdriet voor Jan. Barnabé deed
zijn uiterste best hem de zaak uit 't hoofd
te praten, en hem een oogenblik te doen
glimlachen. Op zekeren dag, toen Michaud
nog erger ter neer gedrukt was dan
gewoonlijk, zocht Barnabé hem optewek-
ken door het liedje te zingen dat vroeger
zoo vroolijk in de werkplaats weerklonk.
Maar reeds bij de eerste klanken van
het refrein, belette de zieke hem voort
te gaan, daar hij, smartelijk getroffen,
uitriep
O, houd toch op.... wees toch stil,
Barnabé!.... gij doet mij pijn!
En tranen ontwelden zijne oogen. Hij
liet zich op de bank vallen, met het hoofd
in de handen om zijne tranen te ver
bergen.
Tegen het begin van Maart ving een
verschrikkelijke crisis der ziekte aan.
Magdalena dacht nu nergens anders
meer aan dan de pijnen van haar armen
Jan te verlichten, hem te redden van den
dood.
Wordt vervolgd).