NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. Magdaleaa's Eed. verschijnt woensdag en zaterdag. binnenland. No 23. Woensdag 19 Maart 1890. Negentiende jaargang. die zich thans op dit blad abon- neeren, ontvangen het tot 1 April gratis. FEUILLETON. AMERSFOORTSCHE CODBANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIE Ni Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Z. M. de Koning-Groothertog heeft den burgemeester der gemeente Driel, C. van Haaren, benoemd tot officier der orde van de Eikenkroon. Uit Deventer meldt men d.d. 17 Maart aan de N. R. Ct.: H. M. de Ko ningin wilde Zondag ochtend met prin ses Wilhelmina een rijtoerije naar hier maken. Bij de Teuge brak het rijtuig, zoodat de reis niet kon worden voortge zet. Gelukkig kwamen H. M. en H. K. H. met den schrik vrij. De jockeys haalden van hier een ander rijtuig, en daarmede keerden H. M. en H. K. H. naar het Loo terug. De regeering heeft een wetsont werp ingediend, dat gevolg geeft aan haar reeds bij de algemeene beraadsla gingen over de staatsbegiooting voor 1890 aangekondigd voornemen om tijdig een voorstel te doen tot het indienst houden na 1 Mei 1890 van zeven lich tingen der militie te land en van zes lichtingen der zee-militie. Door den Minister van Binnenland- sche zaken is aan de commissarissen des Konings in de onderscheidene provinciën een schrijvon gericht, houdende het ver zoek om de burgemeesters te wijzen op het groote belang dat de Nederlandsche handel heeft bij het behoud van den uitvoer van vee en vleesch- waren naar het buitenland, en dat het van grootgewicht is, dat, voor zoover dit in hun macht staat, zij zoo nauwkeurig mogelijk toezien dat worde voldaan aan de voorwaarden door de buitenlandsche autoriteiten voor den invoer uit Nederland gesteld. Bepaaldelijk ten opzichte van den uitvoerhandel naar Duitschlaud is het volgens den minister wenschelijk, dat de burgemeester, zooveel doenlijk, zich over- tuige van de herkomst der uit te voeren varkens en van het varkensvleesch en van den omvang en den aard der handelszaak van dengene, die een bewijs van oorsprong vraagt, en dat hij, zoo mogelijk, maatregelen neme, dat het cer tificaat van oorspiong ook werkelijk ge bruikt worde voor de waren waarvoor het is afgegeven en dat daarvan geen misbruik worde gemaakt. De burgemeester van Enschedé, de heer T. van der Zee, is benoemd tot officier van de Eikekroon. Men deelt mede dat de generaal baron Taets van Amerongen, gouverneur der Kon. Mil. Academie, met pensioen den dienst zou verlaten. Er is sprake van opheffing van het Koloniaal Werfdepot te Harderwijk, als dan zou het instructie-bataillon te Kam pen naar eerstgenoemde plaats overge bracht worden. Naar uit Berlijn aan de Amst. Ct. wordt gemeld, bestaat er plan dat de Puitsche Keizer in Mei a. s. op reis naar België, zijn weg over ons land zal nemen, om onzen Koning te bezoeken en ook de hoofdstad met zijn bezoek te vereeren. De lotgevallen van het wetsontwerp op den verplichten krijgsdienst worden met bijzondere zorg nagegaan. Deminis- ter Mackay deelde in de zitting der Tweede Kamer van 12 dezer mede, dat het ontwerp bij den raad van state in gezonden is. Thans verneemt de Maas bode vrnet zekerheid," dat het bij den laad van state is. Was het blad misschien bevreesd, dat het op den weg tusschen de departementen van algemeen bestuur en den raad van state verloren was ge gaan? Utr. Dghd. Wel wat vlug. Met het oog op en uit vrees voor den persoonlijken ofalge- rneenen dienstplicht hebben te Tilburg, naar de Bred. Ct. meldt, verschillende personen plaatsvervangers gesteld voor hun zonen, die toch vrij van dienst zouden zijn, en dit in de hoop, dat hun jongere zonen daardoor vrijstelling zullen bekomen als de persoonlijke dienstplicht ingevoerd wordt. De Haagsche correspondent der Prov. Gron. Ct. zegt, dat men in de resi dentie fluistert, dat zeker ex-predikant, zich te Delft candidaat zal stellen voor de Tweede Kamer, als de heer Fabius als zoodanig zal zijn afgetreden. De afdeelingen Amsterdam, Rotter dam, 's-Gravenhage, Haarlem en Kralin gen der Ned. Zendingsvereeniging zullen in Juni een tombola zonder nieten houden ten bate van de zending onder de Soen- daneezen op West-Java. Aan de cadetten der Kon. Mil. Academie wordt een Paaschverlof van 3 tot en met 8 April verleend. Aan den Leidschen gemeenteraad is een adres ingezonden door de afdeeling Leiden van het «Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond, het verzoek inhou dende, om bij aanbestedingen van ge meentewerken de bepalingen op te nemen, dat aannemers van die werken verplicht zijn hun onderhoorigen, aan dat werk verbonden, te verzekeren in een verzeke ringmaatschappij op hetleven tegen inva liditeit of ongelukken. De onderhandelingen, gevoerd tus schen het Rijk en de gemeente Warmen- huizen, over net in de kerk der Ned. herv. gemeente aldaar aanwezig schilderwerk van den beroemden Nederlandschen schilder Jan van Schoorl, hebben tot uitslag gehad, dat het Rijk, op zijne kosten het tegen de zoldering van het koor aangebrachte schilderwerk zal laten afnemen, onder kosteloozen afstand door het kerkbestuur, om het te plaatsen in het Rijksmuseum te Amsterdam. Het rijk zal het ontbloote deel van dat koor, even eens op zijne kosten weder in goeden staat opleveren. Het schilderwerk bestaat uit 9 vakken 4 groote van 3 X 6 en 5 kleinere van 2x6 meter. Het eerste groote vak stelt de vernietiging van Farao's leger in de Roode zee voor, na den doortocht der Israëlieten; het tweede do samenkomst van Abimelech en Abraham (uitwisseling van zilveren penningen); het derde de aanbidding van het gouden kalf door de Israëlieten in de woestijn en de verbre king der steenen tafelen door Mozes het vierde den manna-regen in den woestijn en Mozes op den berg. De vijf kleinere vakken stellen het laatste oordeel voor. De kosten van afneming en plaatsing in het Museum en herstelling van het koor, worden op 25 a 30 duizend gld. geschat. Reeds den 5den Mei a.s. zal een detachement van het korps genietroepen naar de Zeister heide vertrekken, teneinde een en ander in gereedheid te brengen voor het kamp. Dat dit jaar het voor kamp zoo vroeg betrokken wordt, is een gevolg van het feit, dat reeds den 16den Mei twee bataljons infanterie zullen kam peeren, teneinde te worden geoefend in het vuur op groote afstanden. Achtereen volgens zullen een achttal bataljons van het le 2e 4e en Se regiment de legerplaats betrekken elke serie van 2 bataljons blijft er gedurende 8 dagen. Op 30 Juni zullen de genietroepen naar het kamp toe gaan, teneinde gedurende een zevental weken te worden geoefend in het aanleggen en doen springen van mijnen, het maken van loopgraven, het verrichten van vernielingen met dynamiet en dergelijke zaken meer, waaromtrent oefeningen in het garnizoen bezwaarlijk zijn, uithoofde van gevaar voor de om geving of uit gebrek aan behoorlijke ter reinen. Het kampeeren der genietroepen duurt tot half Augustus, waarna ten slotte nog vermoedelijk een groot deel van het 5e regiment infanterie een viertal dagen op de heide zal vertoeven, en meteen voor de vuuroefeningen op groote afstan den. Van de genietroepen blijft dan even eens eene compagnie achter, om alles weer op te ruimen, de tenten af te bre ken en in te leveren en, waar het noodig mocht zijn, het terrein te razeeren- (Utr. Dgbl.) Gedurende het jaar '1889 zijn als landverhuizers uit Gelderland vertrokken 211 hoofden van huisgezinnen, waarvan 41 welgestelden, 107 mingegoeden en 63 behoeftigeu. Verder togen 65 vrouwen 205 kinderen en 6 dienstboden naar den vreemde. Te Deurne geraakte Donderdagavond j.l. ten 8 ure de arbeider M. der Staats spoorwegen onder den van Helmond ko menden goederentrein. Deerlijk gewond gaf de ongelukkige spoedig daarop den geest. In de omstreken van Haarlem staan de crocussen bijna overal in bloei en als het weder zoo blijft, kan met Paschen Haarlemsch bloemenpracht in al haar schoonheid prijken. Dat er altijd nog menschen gevon den worden, die zich door schoone be loften van zoogenaamde reizigers (oplich ters laten beetnemen, werd dezer dagen te Warmond weer bewezen. Een als heer gekleed persoon, met een taschje over den schouder, komt vragen of men nog oud porcelein of iets van dien aard te koop heeft, en is dit het geval, dan noemt hij de waarde, maar hij heeft tegelijker tijd loten eener geldloterij bij zich, welke hij dan geeft in de plaats van geld. Hij weet het den goedgeloovigen zeer mooi voor te spiegelen, namelijk, dat toeko mende week die loterij trekt, en men niet minder kan trekken dan tien gulden, maar in de meeste gevallen tachtig. Te Warmond heeft hij op die manier eene arme weduwe beetgenomen. Zij had eenig antiek goed, liet het hem zien en het gevolg was dat het goed in ruil werd gegeven voor loten in de geldloterij waarop hij zeide in de volgende week terug te zullen komen met zijn vader om tachtig gulden te brengen, tevens opce- vende een zoon te zijn van den heer De W., goudsmid te Leiden, hetgeen bij on derzoek is gebleken onwaar te zijn. Bo vendien had hij bij andere personen op gegeven te wonen te 's-Gravenhage en te Rotterdam. Uit den IJpolder wordt gemeld Sedert een paar jaar was het van al gemeene bekendheid, dat de bier-en kof fiehuishouder C. K. alhier sterken drank tapte, zonder de vereischte vergunning te bezitten. Zondagsavonds vooral hadden in dit koffiehuis ware drinkgelagen plaats, zeer ten nadeele dus van werkelijke tap pers in den omtrek. Lang is dit bedrijf daar volgehouden, doch, zooals het meestal gaat, de lui werden stouter en letten minder op het soort der klanten, of beter gezegd, bezoekers. Zoo kwamen Maandag avond twee heeren binnen en vroegen een borrel tegen het natte weer. Het werd hun met een «Asjeblieft, heeren," verstrekt; doch toen de heeren het ge vraagde gelag betaalden, maakten zij zich als «dienaren der politie" bekend en be keurden den zonder vergunning getapt hebbende bierhuishouder. De in de kamer aanwezige drank (men deed bij het vat op) werd in beslag genomen. DOOR Cb. DESM'S. Naar het Fransch.) 41) De kamer, waaruit nu alles was weggenomen wat haar vroeger vulde, scheen ontzettend groot. Er stonden nog slechts enkele voorwerpen de groote tafel waarop Anselme gewoon was te schrijven, de ouderwetsche armstoel waarin hij al tijd zat, een koffer waarop men nog spo ren van verzegeling kon zien, twee a drie matten stoelen en, in den alkoof, het bed dat opgemaakt was. Na den slapenden knaap te hebben ontkleed, legden de beide vrouwen hem te bed, waarna Madalena de dienstbode tot de deur terugbracht. Toen zij de tafel voorbijgingen, wees Mathurine naar den grond waar een groote bruinachtig roode vlak zichtbaar was. Niets heeft dien kunnen uitwisschen, sprak zij, het is 't bloed van mijn armen meester I Magdalena maakte het teeken des kruizes. Zij sloot achter Mathurine de deur toe en deed er den grendel op. Nu bevond zij zich alleen, alleen in de kamer waar de moord gepleegd was. Pieter rekende niet mede. Magdalena was tot zijn bed getreden om het teeken des kruizes voor hem te maken. Gaat gij ook slapen, moeder vroeg hij half in zijn slaap. Terstond, antwoordde zij. Slaap maar, mijn kind.... slaap 1 En zijn oogen sloten zich om zich eerst den volgenden ochtend weder te openen. Achter in den alkoof zag Magdalena, toen zij haar hoofd ophief, de brandkast door haar echtgenoot vervaardigd en die de hoofdoorzaak was geworden van al hunne ongelukken. Groote Godzeide de weduwe, ter wijl zij op hare kDieën nederzonk, goede God! heb medelijden met mijne kinderen en met mij(ïij weet, wat ik geleden heb. En nog lang bad zij met ernst en eer bied. Toen ging zij naar het venster en koelde haar gloeiend voorhoofd tegen de ijskoude glasruiten en zag naar buiten. Het was stikdonker. Van tijd tot tijd weerlichtte het. Nog altijd viel de regen. Juist zulk een nacht was het geweest toen Jan Michaud uit dit huis vertrok ken was. Daar moet Gaudoin hebben gestaan, ergens in de schaduw verborgen. Waarom? Wat had hij later gedaan en welk deel had hij in die duistere geschie denis? Onoplosbare vraag Magdalena keek nu in de richting van haar vroegere woning. Zij zag in haar verbeelding Jan Michaud er binnentreden. Arme lieve manhoe weinig vermoedde hij wat hem boven 't hoofd hing. Den volgenden ochtend scheen de zon vroolijkhet was de laatste gelukkige ochtend. Toen men aan 't ont bijt was, werd het levendig op straat. Waar liepen ze allen heen Een postchais rijdt voorbij, door gendarmes geëscor teerd. Is er dan iets bijzonders geschied? Daar komt vrouw Simon aan. Zij wordt ondervraagd. Er is een moord gepleegd op Anselme! Wie heeft hem vermoord? Daar nadert de menigte.... de overheid.... Zij blijven voor de werkplaats staan De gendarmes eveneens... het volk ook... Magdalena dacht op nieuw die kreten te hooren... het verhoor... en haar her innering verlevendigende, zag zij nog maals het weiktuig waarmede de moord was gepleegd... de aanhouding... de ge vangenis te Mirecourt... het tuchthuis te Epinal... het hof van assises... Zij was wakker, en toch kwamen haar die verschillende voorvallen, met al hunne omstandigheden tot in de minste bijzon derheden levendig voor den geest, alsof zij onder den invloed verkeerde van een benauwden droom, van eene nachtmerrie. Het was als 't ware een drama met een aantal afdeelingen, met voortdurende af wisseling van tooneelen, dat. daar voor haar geest werd afgespeeld. Zij woonde het bij en vervulde er zelve een rol in, terwijl zij niet langer meer zat aan het venster, maar met groote stappen door de kamer heen en weer liep. Eindelijk, bevreesd dat het gedruisch Mathurine zou wekken, en buitendien uitgeput door de zenuwachtige overspan ning waarin zij zich bevond, ging zij in den ouden fauteuil zitten, somber, half in verdooving, het lichaam in rust, de geest meer dan ooit levendig. Weldra dan ook ving zij aan op ern- stigen langzamen toon te spreken Mijn echtgenoot is uit de gevangen schap bevrijd, maar hij is niet vrij van verdenking... Die ve> denking moet ver dwijnen... Ik neem de verplichting op mij, mij geheel en al te wijden aan de vervolging van den waren schuldige. Ik zal hem ontmaskeren... Ik zweer het bij God... moge Hij mij bijstaan! Dat waren de woordea die zij voor de rechters had gesproken; dat was haar eed die haar in de herinnering terug kwam.... Zij vernieuwde dien, hier op deze plaats, in dit uur, op eene niet minder plechtige wijze. Hoe lang bevond zij zich reeds op deze plaats? Zij wist het zelve niet. Het lamp licht begon te verminderen en verhel derde alleen nog maar een kleinen kring rond de tafel. Achter in de diepte der groote kamer, bleef het doodsch en donker. Magdalena keek er in met haar open gespalkte oogen, alsof zij uit de diepte dier duisternis de herinnering trachtte te pulten aan al de pogingen, die zij sedert twee jaar met vasten wil had in 't werk gesteld aan al de schimmen van hen die zij meende te kunnen ver denken de ruwe lieden van Vittel.. de onbekende die in het bosch was op gejaagd... de houtzaagmolenaar van het Duivelsdal... de kunstenmakers van Gerar- diner.. en vooral Gaudoin... altijd Gau doin, die haar steeds spottend en lachend voorbijzweefde, vergezeld van den man met zijn groote gestalte. Maar van die laatste schim kon zij geen trekken onder scheiden. De overigen herkenden Mag dalena allen. Zij zag zich teruggeplaatst in alle tooneelen waarin deze een rol hadden gespeeld, totzelfsin het postkantoor.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1