NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. tftagdaieRa's Eed. No. 28. Zatertog 5 April 1890. Negentiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG W ZATERDAG. Paschen. BINNENLAND. FEUILLETON. A I 4MEBSFOORTSCHE COUBANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonder!ijke Nummers 3 Cent, ingezonden stukken en berichten intezendeu uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Een gemeen schappelijke feest viering als deze, waarin de gansche Chris telijke wereld deelt, hoe nadruk kelijk wijst zij op de eenheid van het menschelijk geslacht! Alle ver schillen van nationaliteit en van taal, alle verscheidenheid van opvatting omtrent geloofszaken, treden op zulke dagen op den achtergrondhet is een en hetzelfde gevoel van blijd schap dat aller gemoed doortintelt. Het lied der opstanding, dat in deze dagen onder de meest afwisselende vormen en iri onovertrefbaren rijk dom van tonen de groote schepping doortrilt, vindt dan weerklank in alle tempelgebouwen, en op de lippen van millioenen geloovigen ruischt het «Christus IS opgestaan Voor theologische beschouwingen is het hier de plaats niet en achten wij ons zeiven 't allerminst bevoegd. Ook rekenen wij het een voorrecht, het woord te mogen voeren tot le zers van onderscheiden geloofsover tuiging, wier meeningen wij hebben te eerbiedigen gelijk wij aanspraak maken op eerbiediging van de onze. De cirkel, tot welke onze overeen stemming reikt, is echter zoo wijd, dat men zichzelven geen geweld be hoeft aan te doen om de banen te vermijden, waar de richtingen uiteen- loopenen dan kunnen we met volle vreugde het feit gedenken, dat de koesterende lentezon der menschheid, het beginsel der algemeene, allen omvattende rnenschenlieide, geheiligd door het geloof aan Hem die de hoogste uitdrukking is van het goede, niet is ondergegaan in den strijd, waarbij de Voorganger, die dat be ginsel nederlegde in de harten der zijnen, het leven ten offer bracht. Het Godsrijk is niet vernietigd op het oogenblik dat een vijandige macht den Verheven Stichter den onder gang bereidde, eenmaal gegrond vest, houdt het zich staande, trots advertentien: Van 16 regels 0,4-0 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. de aanvallen, die er tegen gericht worden. Lang, zeer lang heeft het geduurd eer de maatschappij er iets van op nam. De zoo treilende vergelijking met een zuurdeesem, die in het meel gelegd dit geheel doordringt en van aard en eigenschappen doet veran deren, duidt niet op een plotselinge werking als door tooverslag, maar op een die tijd behoeft, en inder daad, geschiedenis en ervaring lee- ren het ons maar al te duidelijk. Wat tal van eeuwen, zijn voorbijge gaan eer men begon intezien, dat de hoofdzaak niet gezocht moet worden in eenige uiterlijke plechtigheden of overgeleverde begrippen eer de zede lijk hoogst ontwikkelden begrepen dat het Godsrijk niet door geweld is t.^._bevestigen en uit te breiden, maar werkt, den mensch vervormt en daar door de menschheid beter, dat is ge lukkiger maakt. En wijst men er nu op, dat er nog weinig stof is tot feestfvieren, omdat de ijver voor het Christelijk beginsel, kenbaar aan toewijding aan het al gemeen welzijn, bij verreweg de mees ten slechts de waarde en het gehalte heeft van een dun vernis, door welks bersten het oude égoïsme zich on veranderd vertoont, dan kunnen we dit, helaas! niet tegenspreken. Ja, we zouden hun, die aan dat be ginsel elke waarde ontzeggen, op merkzaam kunnen maken op de vor deringen, die het humaniteitsbegrip in de eeuwen van het Christendom heeft doen aanschouwen op verzach te zeden, op vermeerderde hulp aan noodlijdenden, op meer algemeene bestrijding van volkszonden, op ver hoogde belangstelling in het lot en in de toekomst van hen. die gedrukt door de macht der maatschappelijke omstandigheden, buiten staat zijn zich op te werken tot het standpunt hetwelk zij behooren in te nemen. Doch laat ons bescheiden zijn. Roemen op het weinigje, dat in een zoo lange reeks van eeuwen is tot stand gebracht, vofgt ons allerminst wanneer wij het oog vestigen op het uitgebreide arbeidsveld, dat nog voor ons ligt. Er zijn rog stroomen van tranen te drogen, door menschelijke hardheid of onverschilligheid afge perst. Er zijn nog legioenen ongeluk- kigen, die den dag van morgen met bezorgdheid te gemoet zien, niet wetende waarmede zij hun kinderen zuilen voeden. En terwijl dat alles nog niet tot het verleden behoort, aanschouwen we nog tal van mede- menschen, bij voldoende zelfken nis behoeft wellicht de blik daartoe niet zoo heel ver te reiken, die de kostbare dagen huns levens door brengen en de hun toegevallen voor rechten verspillen met het jagen naar zinnelijke genietingen, me', liet ver- zwoegen en slooven otn eer en on derscheiding te verwerven, terwijl het ééne noodige, de uitbreiding van het Godsrijk, zelden of nooit een on derwerp van hun bemoeiingen uit maakt. De maatschappij is lijdende aan vele krankheden, en de medicijn meesters, zij die beweren de verschijn selen die zich in haar ontwikkeling voordoen, bestudeerd, te hebben, houden zich druk bezig met een on derzoek naar de middelen van wel ker toepassing zij genezing verwach ten: Uitmuntend; en het zal een der grootste zegepralen van de nieuwere beschaving wezen, als dit schoone doel, zij het ook slechts tot zekere hoogte, wordt bereikt. Alleen gelieve men niet te vergeten, dat bij welke regeling men ook wil beproeven, de werking van het Christelijke begin sel alleen in staat is, het maatschap pelijk leven te onderhouden. Maakt wetten en voorschriften zooveel gij wilt; als wij niet allen, aanzienlijke en geringen, werkgevers en arbei ders, ten diepste gevoelen dat wij niet voor onszelven alleen in de we reld zijn, maar dat wij voor elkan ders welzijn hebben te zorgen, dat elk voor zich persoonlijk verant woordelijk is voor hetgeen allen met wie hij in betrekking staat ten goede komt, als wij daarvan niet zijn doordrongen, als het niet spreekt in al onze handelingen, dan begrijpen wij niet slechts nog bitter weinig van hetgeen waarachtig Christendom is, doch dan kunnen ook de pogingen, aangewend in het belang van sociale hervormingen, niets anders dan te leurstellingen baren. Is het daarom niet heel natuurlijk, dat wij de herleving van dat Chris tendom, aan 't welk een zoo onbe grensde roeping is opgedragen, met vreugde jaarlijks herdenken? Het Paaschfeest is daar, om ons geloof, door zoo menige bittere ervaring aan het wankelen gebracht, nieuwen steun J Ull^U ivrvn, -- O- inspanning. Christus is opgestaan, zijn werk blijft voortbestaan, aan ons, als nederige medearbeiders, de taak om er mede onze krachten aan te wijden. Gisteren herdicht dr. J. W. Gun ning, hoogleeraar in de scheikunde aan de gemeente-universiteit te Amsterdam, zijne vijf-en-twintig-jarige ambtsvervul ling Vele geschenken, nog veel meer gelukwenschen ontving hij, ook van de autoriteiten, allen getuigende van barte- lijken eerbied en waardeering. Een keur van bloemen sierde zijn feestdag. Onder de belangrijkste geschenken, welke hij ontving, was ook een bronzen beeld van Barbédienne, voorstellende Le Vamqueur, met den volgenden opdracht aan den voel gegraveerdJano Guiliebno Gunning viro ctarissimo, magistro optimo de se merito Veteres discipuli pharmaciae studiosi. Een bronzen Minerva-borstbeeld werd gezonden door de pharmaceutische stu- dentenvereen'ging «Luctor et Emergo," waarvan de beer Gunning eere-voorzitter en beschermheer is. Nog andere corpo ration zouden den geachten hoogleeraar door een geschenk hebben gehuldigd, indien, toen hem dit plan ter oore kwam, hijzelf zich daar niet tegen had verzet. Den llen ApriPa. s. hoopt Dr. J. B. Dompeling te Utrecht, zijn gouden pro motie-feest te vieren en zal het den al gemeen geachten man, op den dag, waarop hij vóór 50 jaren tot doctor in de medi cijnen werd benoemd, zeer zeker aan geene blijken van warme belangstelling van de zijde zijner collega's en stadge- nooten ontbreken. Bij eene gehouden samenkomst te Rotterdam, van de leden en het bestuur der Martha-vereemging onder leiding van den directeur der Weesinrichting te Neerbosch, werd voor genoemde stichting aan giften de aanzienlijke som van f1057 ontvangen. IIIcCLlI "vu - 1tCJ.. j zjjn vaderland te ontvluchten en over te gaan in de gelederen van het Leger des Heils. Tal van brieven werden in zijn bezit gevonden over de oprichting van een garnizoen in Duitschland, alwaar hij reeds was geweest, doch op grond zijner militaire kleeding enz. was hij door de Duitsche gendarmen weder over de gren zen gezet. Dinsdagnamiddag zijn onder geleide van een brigadier en vier maréchaussées der brigade uit 's Bosch acht Udensche belhamels, die de hoofddaders zijn ge weest van de rustverstoringen en de mis handelingen, waaraan de politie heeft bloot gestaan, geboeid naar de gevange nis te 's-Bosch overgebracht. Tegen allen is bevel van gevangenhouding uitgevaar digd. Twee anderen zijn voortvluchtig doch worden opgespoord, 's Avonds zijn daar ook de wachtmeester en de andere manschappen teruggekeerd, daar de rust te Uden volkomen is hersteld. De Unie, «een school met den bij bel," zal ditmaal hare jaarvergadering in Juni houden. Alsdan zal moeten voorzien worden in de betrekking van voorzitter, opengevallen door het aftreden van den heer De Savornin Lohman. en in die van penningmeester, opengevallen door het door C b. DESLTS. Naar het Fransch.) 46) Dertien keeren noir achter elkan der sprak de speler, welk een ongeluk Maar ik zal revanche krijgen.... en wel met verdubbelden inzet.... Des te erger voor LabartheHij zal moeten opdokken of anders!.... 't Is overigens het laatste spel.... Ditmaal is mijn systeem van spe len onfeilbaar! Al de banken zullen sprin gen!.... Mijn fortuin is gemaakt! Laat hn mij dan maar op zijn beurt trachten aftehalenDat zou niet onaardig zijn Toen hij klaar was met eten stond hij op en deed de deur open. Hei, daar benedenriep hij uit, breng de koffie boven En toen de dienstbode dit bevel had opgevolgd, belette hij haar binnen te treden, maar sprak Je behoeft niet binnen te komen geef mij het blad maar door een kier aan.... Zoo, 'tis goedDank je! O ja, zeg aan den conducteur dat ik met hem vertrek met de diligence van van avond.. en als ik om zes uur niet beneden ben, kom dan maar boven en klop maar hard op de deur.... Ik slaap nog al vast! Goe den dag En de deur werd weder toegegrendeld. De reuk van tabak, die door de mid dendeur in Magdalena's kamer drong, bewees baar dat Gaudoin een sigaar bad opgestoken. Hijzelf stapte door de kamer heen en weer, somtijds in zich zelf spre kende. Eindelijk werd het eensklaps even stil in zijne kamer als in die van Magdalena. Er drong geer. licht meer door het sleu telgat, zoodat Magdalena er uit opmaakte dat Gaudoin er voor stond en op zijn beurt er door heen keek. Zij week haastig achteruit. Maar was het misschien niet reeds te laat Haar mantel lag op een stoel vlak over de middendeur. Dat kon hem misschien vermoeden doen opvatten. Snel trok zij den mantel weg. Een oogenblik later drong de zonne straal weder in haar kamer terwijl het in de andere kraakte. Gaudoin had zich te slapen gelegd. Een doordringend gesnurk bewees haar dat hij sliep. Magdalena moest nu afwachten. De boodschap aan Labaithe gericht, diens antwoord, die aanbeveling van Gaudoin hem ten 6 uur te wekken, dat alles be wees dat er nog den zelfden avond een geheime ontmoeting tusschen de beide schuldigen zou plaats vinden. Het was nu pas twee uur. Zij had dus nog 4 uur te wachten. Wat schenen die uren lang aan Magdalena die geen afwis seling had en Gaudoin bespiedde. Eindelijk sloeg de kerkklok zes. In huis hoorde Magdalena de dienst bode naar kamer numero 3 den trap op stijgen en van buiten zag zij Labarthe zijn woning verlaten. Zoodra er aan de deur van Gaudoin was geklopt geworden, was hij opgestaan, en nu liep hij met een koortsachtige ge jaagdheid door de kamer heen en weer, Magdalena waagde het wederom door het sleutelgat te gluren. Zij zag dat hij over zijn valies stond heengebukt en dat hij daaruit een portefeuille en een re volver nam. Vervolgens zich nog meer dan straks in zijn mantel wikkelende, met den hoed over de oogen en de groene bril er voor, verliet hij het vertrek. Magdalena liep naar liet venstermaar het duurde een tijdlang voordat Gaudoin naar buiten trad. Zij hoorde beneden in de gelagkamer sprekenhij scheen te praten met den waard. Eindelijk stak hij de straal over en volgde denzelfden weg dien Labarthe had genomen. 01.... zeide Magdalena vastbesloten in zich zelve, ik zal hen inhalen!.... ik zal hun gesprek afluisteren Zij sloeg haar zwarten mantel om en ging naar beneden. Een fijne motregen viel uit den don keren hemel neder. De avond begon reeds te vallen. XXVI. De vinger gods. Even buiten het dorp, aan de noord zijde, verheft zich een heuvel met dennen begroeid. Zware rotsblokker, kroonen den naakten kruin waarop zicli nog de ruïnes bevinden van een ouden toren, le Signal geheeten. Behalve op zomerzondagen, wordt die woeste plek nooit door menschen bezocht. Toen Magdalena zag dat Gaudoin die rich ting nam, begreep zij terstond dat dit de plaats der samenkomst was. De beide schuldigen waren er zeker van op dezen mistigen avond daar niemand te ontmoe ten. Labarthe, die het eerst was vertrok ken, liep snel door. Hij had bijna den top bereikt toen Gaudoin pas begon naar boven te stijgen. Magdalena volgde hem van verre en maakte gebruik van alle voorwerpen, uit stekende gevels, karren, houtstapels, om niet in 't gezicht te komen. Buitendien reesde zij toch niet herkend te worden daar zij in haar mantel gehuld was. Toen zij eenmaal onder de dennen was, was zij het gevaar voorbij. De weg loopt kronkelend naar boven, bijna als in een doolhof. Verscheidene malen keerde Gaudoin zich om, en keek wantrouwend achter zich. Vermoedde hij dan dat hij bespied werd? Die wandeling op den heuvel was Mag dalena bekend. Den vorigen zomer, toen zij aan Jeannette een bezoek bracht, had zij er haar kinderen heengeleid, en zich in de stilte en schaduw verheugd terwijl de kinderen speelden. Gaudoin volgde den grooter. weg die om den heuvel heenloopt. Een aantal kleine paden voeren rechtstreeks naar boven. Dit herinnerde Magdalena zich en zij ging nu langs zulk een pad om het eerst boven le zijn. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1