Gemengd Nieuws.
Plaatselijke berichten.
niet is gestorven. Zijn broer was toen
reeds vei wond, en beschouwt hij het meer
dan waarschijnlijk dat hij den doodelijken
slag al beet had, omdat het bloed hem
uit het vooi hoofd vloeide. Getuige zag
voorts, dat de 3 andere beklaagden zijn
broeder schopten in de zijde.
Toen getuige zijn broeder wilde op
beuren, kreeg hij een slag op den rug en
zei Holties dat hij inaken moest dat hij
wegkwam. Daarop is get. naar de her
berg van Hulst gegaan. Even later kwam
Ennen bij hem over zijn broeder spreken
en is get. met dezen en Kuijer naar zijn
broeder gegaan. Get. kon wel zien dat
het mis was, maar had het toch nog zoo
spoedig niet verwacht, want toen get
bij hem kwam, zei hij nog: o Geert ben
jij daar, dat 's goed. In de herberg bin
nen gebracht, overleed get. 's broeder
ongeveer een uur later.
De 1ste bekl. ontkent een slag met een
stok te hebben gegeven.
Get. Harm Linde was ook bij den tap
per Hulst evenals Kalter (de verslagene).
De laatste vertrok. Even daarna komt er
een roepen, dat ze K. te pakken hadden
get. wist wel, dat men hern voor den
brandstichter hield. Toen get. zien ging
zag hij dat K. juist uit een sloot kroop
en dat ze hem naliepen en te pakken
kregen. Get. heeft den lsten en den 4den
bekl. Kalter zien schoppen, zij hadden
klompen aan. Hij heeft ook gezien dat
Jans Hagen K. bij dc handen vasthield
en vroeg: ben jij de brandstichter?
(De president houdt hel ervoor dat J
Hagen de rol speelde van Judas Iscariot.)
De president kan bet niet uit dezen
getuigen krijgen, dat het een overlegd
plan was.
Get. Albert Veld zegt wel te hebben
geweien, dat K. er wat op zou hebben,
omdat men dacht, dal bij dien brand,
waarbij een jongeling is om gekomen,
had gesticht. Get. zag dat de 1ste bekl.
hem een slag gaf met een stuk hout
de 2de bekl. sloeg met eer, stok op zijn
heup of dij en deze liep daarop van
Kalter af en get. heeft hem tegen gehouden
en gezegd dat bekl. hem schopte.
Het O. M. vraagt: Waarom niet dade
lijk dit gezegd, waarom eerst eer, maand
in de gevangenis door te brengen?
Uit vrees dat ik er ook wat op zou
krijgen.
Get. Jan Kuijer heeft niets van de mis
handeling gezien.
Get. Jans Hagen heeft nergens iets van
gezien, hij moest om 10 uur op de wacht
en ging tegen dat uur van Hulst. Buiten
gekomen riep men: ze hebben Kalter al,
en stonden er wel 30 man om hem heen.
Get. kreeg Kalter toen bij den aim en
toch zag hij niets.
Pres.'t Begon toen zeker te hagelen
eri hagelden jou de oogen dicht? Ga naar
huis en maak vrede met je geweten.
Ook de pogingen van het O. M. tref
fen geen doel; hij, de moedige nacht
wacht, zag niets, wel zag hij dat K.
bloedde en hij nam hem in den arm om
dat hij zoo kermde; maar hij vroeg niet
waarom hij zoo kermde en op een des
betreffende raag antwoordt hij, dat de
predikant op den oudejaarsavond ook over
dien brand had gepredikt.
Pieter Harens weet van de mishande
handeling niets af.
Hendrik Kuipers hoorde bij Stoffers
huis lawaai en de stem van Jans Hagen
er heengaande zag hij op vijf pos afstand
dat Jans Hagen Kalter opbeurde en dat
K. bloedde.
De president roept Jans Hagen daarop
nog eens voor en vraagt: Kuijers stond
er vijf pas af en jij had K. in den arm,
zaagt ge niet dat hij bloedde.
Neen niet gezien.
Het O. M. alsnu zijn requisitor nemende,
zegt o.a.
Hel jaar 1889 eindigde allertreurigst
in de buurtschap Koekange, ongeveer l'/2
uur vóór de wisseling des jaars, werd
een man, die ook in zijn kring een werk
zaam deel had gehad, door een hoop
woestelingen, verdacht van brandstichting,
ais een dolle hond doodgeslagen. Niet in
op zijn beurt in de rede, maar de justitie
zou er niet zoo over denken, dat weet
ge, wanneer zij dat blad uit Anselme's
boek voor de oogen had, dat bewijs dat
oorzaak is, dat ik u sedert twee jaar het
mes op de keel kan zetten, dat ik u naar
den galg kan jagen!
De notaris boog stil en somber het
hoofd.
Het is mijn gerechte straf! mom
pelde hij, nog minder terneergeslagen door
vrees dan wel door berouw.
Stel u gerust, hernam zijn pijniger,
ik ben zoo kwaad niet en ik wed dat
gij mij daar aanstonds nog zult danken
en zegenen. Van dat bewijs, het eenige
dat tegen u bestaat, heb ik mij nog nooit
willen ontdoen.... Welnu, heden wil ik
het doen, omdat ik geld noodig heb om
te spelen. Wilt gij het van mij afkoopen....
Hier is het.
Labarthe keek hem aan.
Daaiin zit het! hernam Gaudoin
terwijl hij een portefeuille half uit zijn
zak haalde.
En toen de notaris een beweging
maakte, haaste hij zich er bijtevoegen
Die portefeuile wordt verdedigd door
den revolver, vergeet dat niet! Het eenige
rniduel om tot een einde te komen is
dat gij mij den prijs vraagt.
Hoeveel? vroeg Labarthe.
de binnenlanden van Afrika, maar bin
nen in Nedeiland, vlak aan den spoor
weg, gebeurden daden, waarbij men niet
slechts als rechters maar als beulen op
trad niettegenstaande de straf des doods
meer dan 20 jaren is afgeschaft.
Menschelijkerwijze gesproken, heeft ook
dit feit het leven ontnomen aan den alom
geachlen heer de Vos van Steenwijk, die
in dezen onderzoek doende, zich een on
gesteldheid op den hals haalde, die hem
ten grave sleepte. Het Nederlandsche volk
werd daardoor van een vertegenwoordiger
beroofd.
De predikant van Koekange, die in
zijne predikatie op Oudejaarsavond de
zondige daad van brandstichting ook aan
haalde, kan op een volgend jaar een dood
slag prediken, op een medemensch be
gaan.
Ofschoon de justitie zeer nauwkeurig
omtrent die brandstichting alles onder
zocht, is niet gebleken dat Kalter daar
aan schuldig zou zijn geweest. Gerrit
Kalter is op Oudejaarsavond, die de meeste
menschen tot zachtmoedigheid stemt, ge
dood als brandstichter, niettegenstaande
de schuld niet was gebleken; nog in de
ure des doods, toen hij het tijdelijke met
liet eeuwige verwisselde, heeft hij volge
houden daaiaan onschuldig te zijn. Tot
op den huidigen dag is dit duister geble
ven en men zal zich voorzeker niet ver
wonderen, dat de justitie te Assen met
al de haar ten dienste staande middelen
heeft getracht personen te krijgen, die
zich aan den moord schuldig maakten.
Niet zonder veel moeite moeten heden
lier terechtstaan. Bij de instructie deed
zich het zeldzame geial voor dat twee
personen hebben geweigerd getuigenis
der waarheid af to leggen, dientengevolge
zijn zy in gijzeling gesteld tot zij aan
hunne verplichting hadden voldaan. Na
ruim 1 rnaand gevangenisstraf hebben
Linde en Veld aan hunne verplichting
voldaan door getuigenis af te leggen.
Op dat deze vier zullen kunnen wor
den veroordeeld, moet zijn bewezen, in
de eerste plaats dat de dood is veroor
zaakt door de vier beklaagden en door
de anderen, in de tweede plaats, dat
deze vier personen hebben behoord tot
degenen, die hem hebben mishandeld
Dit laatste is m. i. wettig bewezen door
de gerechtelijke bekentenis en gehoorde
getuigen. De drie geneeskundigen verkla
ren dat de dood het gevolg is geweest
van de aangedane mishandeling. Tot mijn
leedwezen is wegens gebrek aan bewijs
niet kunnen worden uitgemaakt wie
duodelijke schoppen of slagen hebben
toegebracht, dit is onzeker, maar zeker
is het, dat zulks is geschied door een of
meer dezer beklaagden of anderen die er
hu zijn geweest.
In deze zaak hebben we niet te doen
met verschillende feiten maar met één
feit, een misdrijf van mishandeling. Er
is geweest eenheid, één doel, één lijd
één handelen, allen hebben ze samenge
werkt orn een persoon te mishandelen
Ieder der beschuldigden heeft medege
werkt tot de mishandeling. Beklaagden
moeten dus, volgens mijne meening niet
ieder afzonderlijk voor misdrijf van mis
handeling maar te zamen voor een mis
drijf van mishandeling, in vereeniging
gepleegd gevonnist worden.
't Komt 't O. M. voor, dat de dood aan
beklaagden moet worden toegerekend en
zij zullen moeten worden schuldig ver
klaard aan mishandeling die den dood
ten gevolge had.
Het maximum (6 jaren) zal door mij
niet worden gerequireeid, omdat het hier
verschrikkelijke misdrijf is gepleegd in
verblindheid men meende rnet een brand
stichter te doen te hebben.
Er is een brief ingekomen, ondertee
kend door 45 ingezetenen van Koekange.
eenige dagen na de gevangeneming van
den lsten bekl. waarin o a. wordt ge
zegd dat er algemeen blijdschap te Koe
kange is, dat Kalter is heengegaan enz.
Wanneer personen, die in beschaving
en ontwikkeling kunnen wordenbeschouwd
ver boven de beklaagden te staan, zoo
Op denzelfden lossen toon, antwoordde
Gaudoin
Vijftig-duizend francs.
De notaris maakte een wanhopend ge-
gebaar.
Waar, vroeg hij, wilt gij dat ik
zulk een som zou vinden?
O, dat gaat mij niet aan, antwoordde
Gaudoin. Had ik het blad niet uigescheurd
dan waart gij gevangen genomen
Vindt gij dien prijs dan nog te hoog,
ondankbare! en moet ik mijn eisch dun
nog rechtvaardigen door u een nieuwen
dienst te bewijzen? Welnu dan! De we
duwe van Jan Michaud bespiedt ons. Zij
is daar verborgen zij heeft alles gehoord
Zij moet sterven, of wij zijn beiden ver
loren I
Hij had zijn revolver opgeheven, mikte
naar de plaats waar Magdalena zaten....
er volgde eene ontploffing.
Magdalena, wie de kogel vlak langs
het lichaam was gegaan, stond nu plot
seling op.
O! ellendelingen! riep zij uit, God
zal niet toestaan dat gij een nieuwen
moord begaat!...
Gaudoin zag haar grijnzend aan. Hij
maakte zich gereed om op nieuw te schie
ten en ditmaal zekerder.
Maar Labarthe wierp zich op hem.
Neen I riep deze uit, geen bloed
kunnen spreken, dan komt het O. M. voor,
dat deze beschuldigden niet de zwaarste
straf verdienen en heeft het O. M. de
eer voor ieder hunner I jaar en 6 mnd.
gevstr. te requireeren.
De verdediger van beklaagden zegt in
een lange reden te lang om alles op te
nemen, o. a. dat geheel Koekange Kal
ter als den dader van die brandstichting,
waarbij een jongeling om het leven kwam,
hield; dat men hem stil liet loopen, maar
hij zelf geen rust kon vinden en dat aan
een toeval, niet aan een beraamd plan,
de ontmoeting tusschen Kalter en die
jongens moet worden toegeschreven.
De doodeljjke slag was die in de rech
terslaap is aangebracht, maar wie maakte
zich .daaraan schuldig, dit is niet bewe
zen en kunnen beklaagden daarom niet
worden veroordeeld.
Ennen is ongeveer 10 minuten van
Kalter af geweest en wat in dien tijd is
gebeurd, kan niemand ophelderen. Voor
het feit: mishandeling die den dood ten
gevolge had, kunnen beklaagden niet
worden veroordeeld, er blijft over, dat
zij schuldig zijn, gelijk bewezen is, aan
mishandeling van Kalter voor welke mis
handeling spreker een geringe straf ver
zoekt.
Uitspraak 15 April e. k.
Bij het Koloniaal Werfdepot wordt
sedert 5 dezer vermist de koloniaal Jo
hannes Benne, lang 1.685 M., haar bruin,
oogen bruin, kleeding n°. K. W. B. 102,
merkbare teekenen: getatoueerd aan
beide voorarmen en linkerhand.
Hij, die een vermist koloniaal terug
brengt, arresteert, of doet arresteeren,
ontvangt eene premie van zes gulden.
In de laatste dagen zijn verschei
den arbeidersgezinnen uit Friesland naar
Sleeswijk-Holslein vertrokken, waar zij
bij het graven van het Noordzee- Oost
zee-kanaal flink werk vinden.
Onlangs bleek een brief met aan
gegeven geldswaarde van f460, te Utrecht
op de post bezorgd, met bestemming
naar Venloo, bij aankomst aldaar geen
geldswaarde te bevatten. Ter zake is de
26-jarige pructizijn aangehouden en op
rechterlijk bevel naar Roermond over
gebracht.
De zaak schijnt zich volgenderwijze te
hebben toegedragen. Den 9en Maart j.l.
heeft W., toenmaals directeur eener
schuldinvordering-maatschappij uit Utrecht
een brief verzonden aan zijn klerk, met
eene aangegeven geldswaarde van f460.
Bij ontvangst bleek de brief niets anders
te bevatten dan een stukje blank papier,
doch weldra bleek dat de enveloppe op
zijde was opengesneden en rnet een op
twee zijden gegomd stukje papier kunst
matig was dichtgemaakt. Het gewicht
van den brief kwam tamelijk goed over
een met het daarop vermelde door het
postkantoor te Utrecht en bij onderzoek
kwam aan het licht, dat, wanneer het
opgegeven geldswaardig papier daarin
geweest ware, de brief 10 gram zwaar
der had moeten zijn. Niettemin recla
meerde de afzender het geld bij den
minister.
In den Haag werd Zaterdag jl. de
zg. Archipelwijk vóór 9 uur geheel in
opschudding gebracht door een drama,
dat waarschijnlijk aan twee jeugdige
menschen het leven zal kosten. Een hu
zaar, in de residentie in garnizoen, mili
tair oppasser, had liefde opgevat voor een
meisje, in dienst bij een officier in de
Batjanstraat, terwijl dat meisje reeds ver
keering had. De huzaar, wetende haar
te kunnen spreken in den ochtend, wan
neer zij buitenshuis bezig was werkzaam
heden te verrichten, begaf zich hoewel
hij kwartier-arrest had wegens insubor
dinatie tegen den korporaal, zijn mede
dinger even half 9 naar de Batjan
straat, sprak haar aan en vroeg haar om
haar portret, dat zij weigerde. Na korte
woordenwisseling haalde nu de huzaar
een revolver voor den dag en loste tot
3 a 4 maal toe a bout portant schoten
meer!.... geen moord meer!... Zij is
eene vrouw, zij is moeder!... ik wil
het niet! ik wil het niet!
Die plotselinge aanval had Gaudoin
niet verwacht. Hij trachtte zich te ver
dedigen, maar dc uitkomst van het ge
vecht kon niet twijfelachtig zijn. Bij
iemand zoo krachtig en sterk als Labarthe,
was de uitbarsting van toorn verschrik
kelijk; ze was blind als het noodlot.
Zonder zich te bekommeren, ja zelfs,
zonder te letten op twee andere schoten
die hem intusschen toch kwetsten, trok
hij het wapen uit Gaudoin's hand. Gau
doin trachtte te vluchten; maar hij had
te doen met een ervaren jager, die bui
ten zich zeiven was van woede. Drie
schoten zaten nog op den revolver; het
eerste raakte hem in de zij, de beide
anderen midden in de borst.
O, ik steif! zuchtte hij terwijl hij
neèrviel.
En ditmaal had hij de waarheid ge
sproken.
Het vreeselijke wapen viel uit de han
den van Labarthe. Hij week verschrikt
achteruit, en wankelde.
Naast den verslagene was diens por
tefeuille in het zand gerold.
Magdalena maakte er zich van mees
ter terwijl zij een gil van blijdschap
slaakte.
op het ongelukkige meisje, dat terstond
neerzonk,
Oogenblikkelijk daarna richtte de hu
zaar liet moordend wapen tegen zich zelf
en virl dood neer, zoodat toen de wijk
agent op het hooren der schoten toe
snelde, hij slechts het lijk van den dader
vond, dat later per brancard naar het
hospitaal is overgebracht. Het andere
slachtoffer werd met de meeste zorg in
het huis, waar zij diende binnengedra
gen en verpleegd. Het eerst werd genees
kundige hulp verleend door dr. Steyn
Parvé, terwijl later nog andere hulp ver
scheen. Men vreest echter zeer vóórhaar
behoud; een kogel moet tol in de maag
streek bij de borst onder 't hart zijn te
recht gekomen, terwijl twee anderen de
rechterzij en de dij getroffen hebben. Zij
is naar het ziekenhuis vervoerd.
Het wapen was een model-revolver met
6 schoten.
Men begrijpt welke ontsteltenis de
treurige gebeurtenis in de geheele buurt
te weeg bracht.
Door de Heeren J. P. Nord en L,
Goudsmit te Amsterdam wordt een nieuw
gepatenteerd toestel in den handel ge
bracht de »Snelplakker" genaamd waar
mede de behangers in buitengewoon kor
ten tijd zonder behulp van schragen,
planken en stijfselkwast een kamer of
plafonds kunnen behangen. Dit apparaat
belooft een ware uitkomst in drukke
tijden te zijn voor h.h. Behangers Vol
gens de ons toegezonden gebruiksaariwij-
ziging is de bewerking zeer eenvoudig,
zoodat ieder behanger zich gemakkelijk
op de hoogte kan stellen, terwijl door
besparing aan stijfsel een groot voordeel
verkregen wordt. De piijs is zeer matig
te noemen, slechts 25 gulden. Voor be
langstellenden zullen genoemde heeren
een bijeenkomst houden in 't Nutsgebouw
N. Z. Voorburgwal 212 te Amsterdam,
op Viijdag II April 's avonds 7'/s uur
precies, alwaar het toestel in werking te
zien zal zijn.
Van de Hollandsche Club te Peters
burg is eene gift van f150 ontvangen
voor de bewaarschool te Tessel.
De balans der «Koninklijke Neder
landsche Grofsmederij" te Leiden toonteen
voordeelig saldo van f54584.24'/2 waarvan
f'13000 op de reserverekening-weid ge-
br icht en f 1013.35'/2 onverdeeld blijft.
f85 dividend per aandeel van f1000
wordt uitgekeerd.
Als commissaris is herkozen de heer
P. J. de Fremery.
Het gebouw in den zoogenaamden
Spijkerpolder te Hilversum, dat als herstel
lingsoord voor minvermogenden wordt
ingericht, zal met 1 Mei a. s. geopend wor
den. Met de toebereidselen daarvoor is
men reeds druk bezig. Aanvankelijk zal
het ingericht worden voor de opname van
40 patiënten; intusschen worden nog ka
mers in reserve gehouden, zoodat het aan
tal voor uitbreiding vatbaar is. Het om
gelegen terrein is door het planten van
boomen, het aanleggen van bloemperken,
enz. zeer verfraaid. Het gebouw zal den
naam „Herstellingsoord Heideheuvel" dra
gen.
Lijst van brieven, geadresseerd aan
onbekenden, verzonden van het Postkan
toor te Amersfoort, over de 1 helft der
maand Maart '90.
1. Mej. Donan, Amsterdam.
2. Mej. Rosbach
3. C. Merven,
4. Fuhr, Baarn.
5. Combrene Tilburg.
6. A. Michilsen,
7. Orlebeke,
V. Woudenberg.
8. Mr. J. G. A. v. Zijsl, Amsterdam.
Briefkaart.
1. Grieven, Haarlem.
Amerika Brief.
1. J. Boerwinkel, Orange Cilij.
Labarthe zag haar aanhij deed een
stap naar haar toe.
Zoudt gij mij dan ook durven doo-
den I riep de weduwe van Jan Michaud
hem onverschrokken toe, terwijl zij haar
beide handen over de portefeuille gekruist
hield, die zij tegen haar borst drukte.
Een geheele omkeering had in den
persoon van den schuldige plaats gevon
den. Hij scheen terneergeslagen, onder
worpen, overwonnen. Met zachtaardigheid
antwoordde hij aan Magdalena
Vrees niets meer van mij, arme
vrouw!... Gij hebt reeds te veel door
mijn misdaad geleden, gij en uwe familie!
Eindelijk moet het recht zijn loop heb
ben Behoud dat bewijs dat mij ver
oordeelt... Maar in naam van Louise
en Delphine die onschuldig zijn
wacht... wacht nog vier en twintig uren
voordat gij mij aan mijn gerechte straf
overgeeftIk vraag u dit alleen Ik
smeek het u als een gunst!
Hij had tranen in de oogen. Hij vroeg
het op smeekenden toon, bijna neerge
knield voor Magdalena.
Ik beloof het u, antwoordde zij.
Dank! stamelde hij.
En met neergebogen hoofd, verdween
hij achter de rotsen.
Verdient die man nog medelij
den? dacht Magdalena bij zich zelve,
Jan. Velleden week heb je goed kun
nen merken wat een genot we zuil n
hebben van de waterleiding, als die ge
reed is.
Piet. Zoo? Waarom? Er is toch geen
brand geweest.
J. Neen, maar stevige Oostenwind en
droogte. Als je net als ik winkelier was,
en in een straat woonde, waar de bui
zen pas gelegd waren, zou je eens on
dervonden hebben, hoe al je goederen
met stof overdekt werden,
P. Waarom zijn de sproeiwagens dan
maar niet gebruikt.
J. Wel, ik denk omdat die in dit ge
val niet genoeg konden helpen.
P. Zou dan de waterleiding ook voor
de besproeiing der straten gebruikt mo
gen worden?
J. Wel zeker, en daar kun je heel wat
beter mee bevochtigen dan met de ma
gere waterstraaltjes van een sproeiwagen.
P. Ze hadden toch best eens kunnen
probeeren om den stuifboel met de sproei
wagens tegen te gaan.
J. Wat zal ik daarop zeggen? De een
houdt meer van kastanjes en de ander
van peperkoek.
Wie was die man, Betje, die je giste
ren thuis bracht? Toch geen vrijer?
Och neen Mevrouw! 't Is maar zoo'n
probeerseltje! Het is zoo'n rare. Hij zegt
altijd zulke malle dingen. Hij vindt u de
knapste vrouw die hij ooit gezien heeft.
Nu, Betje! je weet, ik ben er niet voor,
dat je maar met iedereen loopt; maar
dat lijkt me toch nog al een geschikte
jongen!
Jack te Ripper. Zaterdagavond vond
men in een der straten van Wishechapel
alweder bet lijk eener vrouw, die op de
zelfde wijze vermoord was en onder de
zelfde omstandigheden als de vorige
slachtoffers van den geheimzinnigen Jack
the Ripper. Men heeft echter ditmaal den
dader gezien. Het was een Chinees, maar
de duisternis belette de politie hem te
vangen Men stelt een onderzoek in.
Te St. Petersburg zijn niet minder dan
40 gevallen voorgekomen van een oog
ziekte »Trathoma" geheeten. Zij open
baard zich hoofdzakelijk onder het gar
nizoen en schijnt zich meer en meer te
zullen uitbreiden.
Te Kleef zijn sedert half Februari in
drie huisgeziunen zes gevallen van pok
ken voorgekomen, waarvan één met doo
delijken afloop.
Een edele trek. Het was een warme
Julimiddag van het jaar 1866. Het leger
van den kroonprins van Pruisen over
schreed zegevierend de hoogten van Chlum
en Lipa en het Oostenrijksche leger be
gon reeds te wijken. Vorst von Bismarck,
toen nog cavallerie-majoor, van de land
weer in het hoofdkwartier des konings,
begeleidde zijn vorst, als minister-presi
dent, overal. Zijn gelaat straalde van
blijdschap over de behaalde zegepraal,
maar zijn maag moest lijden, want hij
kon niets anders machtig worden dan
een stuk brood. Even treurig was't ook
dal hij, die zoo gaarne rookte, geen siga
ren of tabak kon krijgen.
Opdien gedenkwaardigen dag had von
Bismarck nog maar een enkele sigaar in
zijn bezit, die hij besloot zuinig tot den
avond te bewaren, om die dan wel beha-
gelijk op te dampen. Toen hij in den
namiddag over het slagveld reed, zag hij
terwijl zij zich haaste naar het dorp
aftedalen.
XXVII. -•
>r'1
tJ
DE BEKENTENIS.
Wat men er ook van zeggen moge
voorgevoelens bestaan. Ge zijt gelukkig,
alles is licht in 't ror.d daar verspreidt
zich plotseling om u heen, zelfs tot in
uw ziel een sombere duisternis het
is de schaduw van een wolk, van een
ramp die tot u nadert.
Mevrouw Labarthe gevoelde zich, zon
der zelve te weten waarom, ongerust.
Haai- echtgenoot was uitgegaan onder
voorgeven een dringende zaak te moeten
afdoen die hem slechts enkele oogenblik-
ken zou ophouden Kapitein Lambert
had op hem gewacht totdat het geheel
en al donker was geworden en was toen
eindelijk met Delphine vertrokken. Een
weinig later kwam Magdalena haar kind
deren afhalen Zij had iets vreemds over
zich. Louise bleef alleen. Een uur, twee,
drie uur verliepen. Het was bijna mid
dernacht: Labarhthe was nog niet te
ruggekeerd.
Wordt vervolgd).