Gemengd Nieuws. Plaatselijke berichten. niet is gestorven. Zijn broer was toen reeds vei wond, en beschouwt hij het meer dan waarschijnlijk dat hij den doodelijken slag al beet had, omdat het bloed hem uit het vooi hoofd vloeide. Getuige zag voorts, dat de 3 andere beklaagden zijn broeder schopten in de zijde. Toen getuige zijn broeder wilde op beuren, kreeg hij een slag op den rug en zei Holties dat hij inaken moest dat hij wegkwam. Daarop is get. naar de her berg van Hulst gegaan. Even later kwam Ennen bij hem over zijn broeder spreken en is get. met dezen en Kuijer naar zijn broeder gegaan. Get. kon wel zien dat het mis was, maar had het toch nog zoo spoedig niet verwacht, want toen get bij hem kwam, zei hij nog: o Geert ben jij daar, dat 's goed. In de herberg bin nen gebracht, overleed get. 's broeder ongeveer een uur later. De 1ste bekl. ontkent een slag met een stok te hebben gegeven. Get. Harm Linde was ook bij den tap per Hulst evenals Kalter (de verslagene). De laatste vertrok. Even daarna komt er een roepen, dat ze K. te pakken hadden get. wist wel, dat men hern voor den brandstichter hield. Toen get. zien ging zag hij dat K. juist uit een sloot kroop en dat ze hem naliepen en te pakken kregen. Get. heeft den lsten en den 4den bekl. Kalter zien schoppen, zij hadden klompen aan. Hij heeft ook gezien dat Jans Hagen K. bij dc handen vasthield en vroeg: ben jij de brandstichter? (De president houdt hel ervoor dat J Hagen de rol speelde van Judas Iscariot.) De president kan bet niet uit dezen getuigen krijgen, dat het een overlegd plan was. Get. Albert Veld zegt wel te hebben geweien, dat K. er wat op zou hebben, omdat men dacht, dal bij dien brand, waarbij een jongeling is om gekomen, had gesticht. Get. zag dat de 1ste bekl. hem een slag gaf met een stuk hout de 2de bekl. sloeg met eer, stok op zijn heup of dij en deze liep daarop van Kalter af en get. heeft hem tegen gehouden en gezegd dat bekl. hem schopte. Het O. M. vraagt: Waarom niet dade lijk dit gezegd, waarom eerst eer, maand in de gevangenis door te brengen? Uit vrees dat ik er ook wat op zou krijgen. Get. Jan Kuijer heeft niets van de mis handeling gezien. Get. Jans Hagen heeft nergens iets van gezien, hij moest om 10 uur op de wacht en ging tegen dat uur van Hulst. Buiten gekomen riep men: ze hebben Kalter al, en stonden er wel 30 man om hem heen. Get. kreeg Kalter toen bij den aim en toch zag hij niets. Pres.'t Begon toen zeker te hagelen eri hagelden jou de oogen dicht? Ga naar huis en maak vrede met je geweten. Ook de pogingen van het O. M. tref fen geen doel; hij, de moedige nacht wacht, zag niets, wel zag hij dat K. bloedde en hij nam hem in den arm om dat hij zoo kermde; maar hij vroeg niet waarom hij zoo kermde en op een des betreffende raag antwoordt hij, dat de predikant op den oudejaarsavond ook over dien brand had gepredikt. Pieter Harens weet van de mishande handeling niets af. Hendrik Kuipers hoorde bij Stoffers huis lawaai en de stem van Jans Hagen er heengaande zag hij op vijf pos afstand dat Jans Hagen Kalter opbeurde en dat K. bloedde. De president roept Jans Hagen daarop nog eens voor en vraagt: Kuijers stond er vijf pas af en jij had K. in den arm, zaagt ge niet dat hij bloedde. Neen niet gezien. Het O. M. alsnu zijn requisitor nemende, zegt o.a. Hel jaar 1889 eindigde allertreurigst in de buurtschap Koekange, ongeveer l'/2 uur vóór de wisseling des jaars, werd een man, die ook in zijn kring een werk zaam deel had gehad, door een hoop woestelingen, verdacht van brandstichting, ais een dolle hond doodgeslagen. Niet in op zijn beurt in de rede, maar de justitie zou er niet zoo over denken, dat weet ge, wanneer zij dat blad uit Anselme's boek voor de oogen had, dat bewijs dat oorzaak is, dat ik u sedert twee jaar het mes op de keel kan zetten, dat ik u naar den galg kan jagen! De notaris boog stil en somber het hoofd. Het is mijn gerechte straf! mom pelde hij, nog minder terneergeslagen door vrees dan wel door berouw. Stel u gerust, hernam zijn pijniger, ik ben zoo kwaad niet en ik wed dat gij mij daar aanstonds nog zult danken en zegenen. Van dat bewijs, het eenige dat tegen u bestaat, heb ik mij nog nooit willen ontdoen.... Welnu, heden wil ik het doen, omdat ik geld noodig heb om te spelen. Wilt gij het van mij afkoopen.... Hier is het. Labarthe keek hem aan. Daaiin zit het! hernam Gaudoin terwijl hij een portefeuille half uit zijn zak haalde. En toen de notaris een beweging maakte, haaste hij zich er bijtevoegen Die portefeuile wordt verdedigd door den revolver, vergeet dat niet! Het eenige rniduel om tot een einde te komen is dat gij mij den prijs vraagt. Hoeveel? vroeg Labarthe. de binnenlanden van Afrika, maar bin nen in Nedeiland, vlak aan den spoor weg, gebeurden daden, waarbij men niet slechts als rechters maar als beulen op trad niettegenstaande de straf des doods meer dan 20 jaren is afgeschaft. Menschelijkerwijze gesproken, heeft ook dit feit het leven ontnomen aan den alom geachlen heer de Vos van Steenwijk, die in dezen onderzoek doende, zich een on gesteldheid op den hals haalde, die hem ten grave sleepte. Het Nederlandsche volk werd daardoor van een vertegenwoordiger beroofd. De predikant van Koekange, die in zijne predikatie op Oudejaarsavond de zondige daad van brandstichting ook aan haalde, kan op een volgend jaar een dood slag prediken, op een medemensch be gaan. Ofschoon de justitie zeer nauwkeurig omtrent die brandstichting alles onder zocht, is niet gebleken dat Kalter daar aan schuldig zou zijn geweest. Gerrit Kalter is op Oudejaarsavond, die de meeste menschen tot zachtmoedigheid stemt, ge dood als brandstichter, niettegenstaande de schuld niet was gebleken; nog in de ure des doods, toen hij het tijdelijke met liet eeuwige verwisselde, heeft hij volge houden daaiaan onschuldig te zijn. Tot op den huidigen dag is dit duister geble ven en men zal zich voorzeker niet ver wonderen, dat de justitie te Assen met al de haar ten dienste staande middelen heeft getracht personen te krijgen, die zich aan den moord schuldig maakten. Niet zonder veel moeite moeten heden lier terechtstaan. Bij de instructie deed zich het zeldzame geial voor dat twee personen hebben geweigerd getuigenis der waarheid af to leggen, dientengevolge zijn zy in gijzeling gesteld tot zij aan hunne verplichting hadden voldaan. Na ruim 1 rnaand gevangenisstraf hebben Linde en Veld aan hunne verplichting voldaan door getuigenis af te leggen. Op dat deze vier zullen kunnen wor den veroordeeld, moet zijn bewezen, in de eerste plaats dat de dood is veroor zaakt door de vier beklaagden en door de anderen, in de tweede plaats, dat deze vier personen hebben behoord tot degenen, die hem hebben mishandeld Dit laatste is m. i. wettig bewezen door de gerechtelijke bekentenis en gehoorde getuigen. De drie geneeskundigen verkla ren dat de dood het gevolg is geweest van de aangedane mishandeling. Tot mijn leedwezen is wegens gebrek aan bewijs niet kunnen worden uitgemaakt wie duodelijke schoppen of slagen hebben toegebracht, dit is onzeker, maar zeker is het, dat zulks is geschied door een of meer dezer beklaagden of anderen die er hu zijn geweest. In deze zaak hebben we niet te doen met verschillende feiten maar met één feit, een misdrijf van mishandeling. Er is geweest eenheid, één doel, één lijd één handelen, allen hebben ze samenge werkt orn een persoon te mishandelen Ieder der beschuldigden heeft medege werkt tot de mishandeling. Beklaagden moeten dus, volgens mijne meening niet ieder afzonderlijk voor misdrijf van mis handeling maar te zamen voor een mis drijf van mishandeling, in vereeniging gepleegd gevonnist worden. 't Komt 't O. M. voor, dat de dood aan beklaagden moet worden toegerekend en zij zullen moeten worden schuldig ver klaard aan mishandeling die den dood ten gevolge had. Het maximum (6 jaren) zal door mij niet worden gerequireeid, omdat het hier verschrikkelijke misdrijf is gepleegd in verblindheid men meende rnet een brand stichter te doen te hebben. Er is een brief ingekomen, ondertee kend door 45 ingezetenen van Koekange. eenige dagen na de gevangeneming van den lsten bekl. waarin o a. wordt ge zegd dat er algemeen blijdschap te Koe kange is, dat Kalter is heengegaan enz. Wanneer personen, die in beschaving en ontwikkeling kunnen wordenbeschouwd ver boven de beklaagden te staan, zoo Op denzelfden lossen toon, antwoordde Gaudoin Vijftig-duizend francs. De notaris maakte een wanhopend ge- gebaar. Waar, vroeg hij, wilt gij dat ik zulk een som zou vinden? O, dat gaat mij niet aan, antwoordde Gaudoin. Had ik het blad niet uigescheurd dan waart gij gevangen genomen Vindt gij dien prijs dan nog te hoog, ondankbare! en moet ik mijn eisch dun nog rechtvaardigen door u een nieuwen dienst te bewijzen? Welnu dan! De we duwe van Jan Michaud bespiedt ons. Zij is daar verborgen zij heeft alles gehoord Zij moet sterven, of wij zijn beiden ver loren I Hij had zijn revolver opgeheven, mikte naar de plaats waar Magdalena zaten.... er volgde eene ontploffing. Magdalena, wie de kogel vlak langs het lichaam was gegaan, stond nu plot seling op. O! ellendelingen! riep zij uit, God zal niet toestaan dat gij een nieuwen moord begaat!... Gaudoin zag haar grijnzend aan. Hij maakte zich gereed om op nieuw te schie ten en ditmaal zekerder. Maar Labarthe wierp zich op hem. Neen I riep deze uit, geen bloed kunnen spreken, dan komt het O. M. voor, dat deze beschuldigden niet de zwaarste straf verdienen en heeft het O. M. de eer voor ieder hunner I jaar en 6 mnd. gevstr. te requireeren. De verdediger van beklaagden zegt in een lange reden te lang om alles op te nemen, o. a. dat geheel Koekange Kal ter als den dader van die brandstichting, waarbij een jongeling om het leven kwam, hield; dat men hem stil liet loopen, maar hij zelf geen rust kon vinden en dat aan een toeval, niet aan een beraamd plan, de ontmoeting tusschen Kalter en die jongens moet worden toegeschreven. De doodeljjke slag was die in de rech terslaap is aangebracht, maar wie maakte zich .daaraan schuldig, dit is niet bewe zen en kunnen beklaagden daarom niet worden veroordeeld. Ennen is ongeveer 10 minuten van Kalter af geweest en wat in dien tijd is gebeurd, kan niemand ophelderen. Voor het feit: mishandeling die den dood ten gevolge had, kunnen beklaagden niet worden veroordeeld, er blijft over, dat zij schuldig zijn, gelijk bewezen is, aan mishandeling van Kalter voor welke mis handeling spreker een geringe straf ver zoekt. Uitspraak 15 April e. k. Bij het Koloniaal Werfdepot wordt sedert 5 dezer vermist de koloniaal Jo hannes Benne, lang 1.685 M., haar bruin, oogen bruin, kleeding n°. K. W. B. 102, merkbare teekenen: getatoueerd aan beide voorarmen en linkerhand. Hij, die een vermist koloniaal terug brengt, arresteert, of doet arresteeren, ontvangt eene premie van zes gulden. In de laatste dagen zijn verschei den arbeidersgezinnen uit Friesland naar Sleeswijk-Holslein vertrokken, waar zij bij het graven van het Noordzee- Oost zee-kanaal flink werk vinden. Onlangs bleek een brief met aan gegeven geldswaarde van f460, te Utrecht op de post bezorgd, met bestemming naar Venloo, bij aankomst aldaar geen geldswaarde te bevatten. Ter zake is de 26-jarige pructizijn aangehouden en op rechterlijk bevel naar Roermond over gebracht. De zaak schijnt zich volgenderwijze te hebben toegedragen. Den 9en Maart j.l. heeft W., toenmaals directeur eener schuldinvordering-maatschappij uit Utrecht een brief verzonden aan zijn klerk, met eene aangegeven geldswaarde van f460. Bij ontvangst bleek de brief niets anders te bevatten dan een stukje blank papier, doch weldra bleek dat de enveloppe op zijde was opengesneden en rnet een op twee zijden gegomd stukje papier kunst matig was dichtgemaakt. Het gewicht van den brief kwam tamelijk goed over een met het daarop vermelde door het postkantoor te Utrecht en bij onderzoek kwam aan het licht, dat, wanneer het opgegeven geldswaardig papier daarin geweest ware, de brief 10 gram zwaar der had moeten zijn. Niettemin recla meerde de afzender het geld bij den minister. In den Haag werd Zaterdag jl. de zg. Archipelwijk vóór 9 uur geheel in opschudding gebracht door een drama, dat waarschijnlijk aan twee jeugdige menschen het leven zal kosten. Een hu zaar, in de residentie in garnizoen, mili tair oppasser, had liefde opgevat voor een meisje, in dienst bij een officier in de Batjanstraat, terwijl dat meisje reeds ver keering had. De huzaar, wetende haar te kunnen spreken in den ochtend, wan neer zij buitenshuis bezig was werkzaam heden te verrichten, begaf zich hoewel hij kwartier-arrest had wegens insubor dinatie tegen den korporaal, zijn mede dinger even half 9 naar de Batjan straat, sprak haar aan en vroeg haar om haar portret, dat zij weigerde. Na korte woordenwisseling haalde nu de huzaar een revolver voor den dag en loste tot 3 a 4 maal toe a bout portant schoten meer!.... geen moord meer!... Zij is eene vrouw, zij is moeder!... ik wil het niet! ik wil het niet! Die plotselinge aanval had Gaudoin niet verwacht. Hij trachtte zich te ver dedigen, maar dc uitkomst van het ge vecht kon niet twijfelachtig zijn. Bij iemand zoo krachtig en sterk als Labarthe, was de uitbarsting van toorn verschrik kelijk; ze was blind als het noodlot. Zonder zich te bekommeren, ja zelfs, zonder te letten op twee andere schoten die hem intusschen toch kwetsten, trok hij het wapen uit Gaudoin's hand. Gau doin trachtte te vluchten; maar hij had te doen met een ervaren jager, die bui ten zich zeiven was van woede. Drie schoten zaten nog op den revolver; het eerste raakte hem in de zij, de beide anderen midden in de borst. O, ik steif! zuchtte hij terwijl hij neèrviel. En ditmaal had hij de waarheid ge sproken. Het vreeselijke wapen viel uit de han den van Labarthe. Hij week verschrikt achteruit, en wankelde. Naast den verslagene was diens por tefeuille in het zand gerold. Magdalena maakte er zich van mees ter terwijl zij een gil van blijdschap slaakte. op het ongelukkige meisje, dat terstond neerzonk, Oogenblikkelijk daarna richtte de hu zaar liet moordend wapen tegen zich zelf en virl dood neer, zoodat toen de wijk agent op het hooren der schoten toe snelde, hij slechts het lijk van den dader vond, dat later per brancard naar het hospitaal is overgebracht. Het andere slachtoffer werd met de meeste zorg in het huis, waar zij diende binnengedra gen en verpleegd. Het eerst werd genees kundige hulp verleend door dr. Steyn Parvé, terwijl later nog andere hulp ver scheen. Men vreest echter zeer vóórhaar behoud; een kogel moet tol in de maag streek bij de borst onder 't hart zijn te recht gekomen, terwijl twee anderen de rechterzij en de dij getroffen hebben. Zij is naar het ziekenhuis vervoerd. Het wapen was een model-revolver met 6 schoten. Men begrijpt welke ontsteltenis de treurige gebeurtenis in de geheele buurt te weeg bracht. Door de Heeren J. P. Nord en L, Goudsmit te Amsterdam wordt een nieuw gepatenteerd toestel in den handel ge bracht de »Snelplakker" genaamd waar mede de behangers in buitengewoon kor ten tijd zonder behulp van schragen, planken en stijfselkwast een kamer of plafonds kunnen behangen. Dit apparaat belooft een ware uitkomst in drukke tijden te zijn voor h.h. Behangers Vol gens de ons toegezonden gebruiksaariwij- ziging is de bewerking zeer eenvoudig, zoodat ieder behanger zich gemakkelijk op de hoogte kan stellen, terwijl door besparing aan stijfsel een groot voordeel verkregen wordt. De piijs is zeer matig te noemen, slechts 25 gulden. Voor be langstellenden zullen genoemde heeren een bijeenkomst houden in 't Nutsgebouw N. Z. Voorburgwal 212 te Amsterdam, op Viijdag II April 's avonds 7'/s uur precies, alwaar het toestel in werking te zien zal zijn. Van de Hollandsche Club te Peters burg is eene gift van f150 ontvangen voor de bewaarschool te Tessel. De balans der «Koninklijke Neder landsche Grofsmederij" te Leiden toonteen voordeelig saldo van f54584.24'/2 waarvan f'13000 op de reserverekening-weid ge- br icht en f 1013.35'/2 onverdeeld blijft. f85 dividend per aandeel van f1000 wordt uitgekeerd. Als commissaris is herkozen de heer P. J. de Fremery. Het gebouw in den zoogenaamden Spijkerpolder te Hilversum, dat als herstel lingsoord voor minvermogenden wordt ingericht, zal met 1 Mei a. s. geopend wor den. Met de toebereidselen daarvoor is men reeds druk bezig. Aanvankelijk zal het ingericht worden voor de opname van 40 patiënten; intusschen worden nog ka mers in reserve gehouden, zoodat het aan tal voor uitbreiding vatbaar is. Het om gelegen terrein is door het planten van boomen, het aanleggen van bloemperken, enz. zeer verfraaid. Het gebouw zal den naam „Herstellingsoord Heideheuvel" dra gen. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden van het Postkan toor te Amersfoort, over de 1 helft der maand Maart '90. 1. Mej. Donan, Amsterdam. 2. Mej. Rosbach 3. C. Merven, 4. Fuhr, Baarn. 5. Combrene Tilburg. 6. A. Michilsen, 7. Orlebeke, V. Woudenberg. 8. Mr. J. G. A. v. Zijsl, Amsterdam. Briefkaart. 1. Grieven, Haarlem. Amerika Brief. 1. J. Boerwinkel, Orange Cilij. Labarthe zag haar aanhij deed een stap naar haar toe. Zoudt gij mij dan ook durven doo- den I riep de weduwe van Jan Michaud hem onverschrokken toe, terwijl zij haar beide handen over de portefeuille gekruist hield, die zij tegen haar borst drukte. Een geheele omkeering had in den persoon van den schuldige plaats gevon den. Hij scheen terneergeslagen, onder worpen, overwonnen. Met zachtaardigheid antwoordde hij aan Magdalena Vrees niets meer van mij, arme vrouw!... Gij hebt reeds te veel door mijn misdaad geleden, gij en uwe familie! Eindelijk moet het recht zijn loop heb ben Behoud dat bewijs dat mij ver oordeelt... Maar in naam van Louise en Delphine die onschuldig zijn wacht... wacht nog vier en twintig uren voordat gij mij aan mijn gerechte straf overgeeftIk vraag u dit alleen Ik smeek het u als een gunst! Hij had tranen in de oogen. Hij vroeg het op smeekenden toon, bijna neerge knield voor Magdalena. Ik beloof het u, antwoordde zij. Dank! stamelde hij. En met neergebogen hoofd, verdween hij achter de rotsen. Verdient die man nog medelij den? dacht Magdalena bij zich zelve, Jan. Velleden week heb je goed kun nen merken wat een genot we zuil n hebben van de waterleiding, als die ge reed is. Piet. Zoo? Waarom? Er is toch geen brand geweest. J. Neen, maar stevige Oostenwind en droogte. Als je net als ik winkelier was, en in een straat woonde, waar de bui zen pas gelegd waren, zou je eens on dervonden hebben, hoe al je goederen met stof overdekt werden, P. Waarom zijn de sproeiwagens dan maar niet gebruikt. J. Wel, ik denk omdat die in dit ge val niet genoeg konden helpen. P. Zou dan de waterleiding ook voor de besproeiing der straten gebruikt mo gen worden? J. Wel zeker, en daar kun je heel wat beter mee bevochtigen dan met de ma gere waterstraaltjes van een sproeiwagen. P. Ze hadden toch best eens kunnen probeeren om den stuifboel met de sproei wagens tegen te gaan. J. Wat zal ik daarop zeggen? De een houdt meer van kastanjes en de ander van peperkoek. Wie was die man, Betje, die je giste ren thuis bracht? Toch geen vrijer? Och neen Mevrouw! 't Is maar zoo'n probeerseltje! Het is zoo'n rare. Hij zegt altijd zulke malle dingen. Hij vindt u de knapste vrouw die hij ooit gezien heeft. Nu, Betje! je weet, ik ben er niet voor, dat je maar met iedereen loopt; maar dat lijkt me toch nog al een geschikte jongen! Jack te Ripper. Zaterdagavond vond men in een der straten van Wishechapel alweder bet lijk eener vrouw, die op de zelfde wijze vermoord was en onder de zelfde omstandigheden als de vorige slachtoffers van den geheimzinnigen Jack the Ripper. Men heeft echter ditmaal den dader gezien. Het was een Chinees, maar de duisternis belette de politie hem te vangen Men stelt een onderzoek in. Te St. Petersburg zijn niet minder dan 40 gevallen voorgekomen van een oog ziekte »Trathoma" geheeten. Zij open baard zich hoofdzakelijk onder het gar nizoen en schijnt zich meer en meer te zullen uitbreiden. Te Kleef zijn sedert half Februari in drie huisgeziunen zes gevallen van pok ken voorgekomen, waarvan één met doo delijken afloop. Een edele trek. Het was een warme Julimiddag van het jaar 1866. Het leger van den kroonprins van Pruisen over schreed zegevierend de hoogten van Chlum en Lipa en het Oostenrijksche leger be gon reeds te wijken. Vorst von Bismarck, toen nog cavallerie-majoor, van de land weer in het hoofdkwartier des konings, begeleidde zijn vorst, als minister-presi dent, overal. Zijn gelaat straalde van blijdschap over de behaalde zegepraal, maar zijn maag moest lijden, want hij kon niets anders machtig worden dan een stuk brood. Even treurig was't ook dal hij, die zoo gaarne rookte, geen siga ren of tabak kon krijgen. Opdien gedenkwaardigen dag had von Bismarck nog maar een enkele sigaar in zijn bezit, die hij besloot zuinig tot den avond te bewaren, om die dan wel beha- gelijk op te dampen. Toen hij in den namiddag over het slagveld reed, zag hij terwijl zij zich haaste naar het dorp aftedalen. XXVII. -• >r'1 tJ DE BEKENTENIS. Wat men er ook van zeggen moge voorgevoelens bestaan. Ge zijt gelukkig, alles is licht in 't ror.d daar verspreidt zich plotseling om u heen, zelfs tot in uw ziel een sombere duisternis het is de schaduw van een wolk, van een ramp die tot u nadert. Mevrouw Labarthe gevoelde zich, zon der zelve te weten waarom, ongerust. Haai- echtgenoot was uitgegaan onder voorgeven een dringende zaak te moeten afdoen die hem slechts enkele oogenblik- ken zou ophouden Kapitein Lambert had op hem gewacht totdat het geheel en al donker was geworden en was toen eindelijk met Delphine vertrokken. Een weinig later kwam Magdalena haar kind deren afhalen Zij had iets vreemds over zich. Louise bleef alleen. Een uur, twee, drie uur verliepen. Het was bijna mid dernacht: Labarhthe was nog niet te ruggekeerd. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 2