Gemengd Nieuws. Officieele Publicatiën. 50-Jarice Eclvereenipi Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. ADVERTENTIËN. tïAH BHüiGEH Fransche dagbladen bespraken In den laatsten tijd het geval, dat üuitschland bij een oorlog met Frankrijk door Ne derland en België in Frankrijk zou drin gen, hetgeen den schrijver aanleiding geeft, het tegenovergestelde geval te be spreken, namelijk, dat Frankrijk door België en Nederland Duilschland zou willen aanvallen. Hij gaat dan na, welke spoorbanen voor Frankrijk beschikbaar zouden zijn, en welke macht België lie schikbaar zou hebben, om dendooitocl van een Fransch leger te beletten. Llaa het uitbieken van den oorlog, naar zich laat voorzien, met overweldigende snel heid zou plaats hebben, zoude het d bovengenoemde neutrale mogendheden wel in de diepste rust verrassen, zoo gaat de schrijver voort, «en het zou welJich van belang kunnen zijn, te constateeren welke troepen op zulk een tijdstip aan een Fransch leger, dat zich den door gang wilde banen, in den weg zouden staan." Na de sterkte van het Belgische leger in vredes- en oorlogstijd behandeld en opgegeven te hebben, welke gedeel ten daarvan de plaatsen bezet houden gelegen langs een der wegen, die een Fransch leger zou kunnen volgen, komt de schrijver tot ons land. Be slotsom deze beschouwing is, dat aan een verrassender, koen ondernomen inval, naar verhoudin weinig troepen in den weg zouden staan «Vooral van Nederlandsche zijde," ze de schrijver, «zou slechts een zeer pas sieve tegenstand te wachten zijn, daar na aftrek der troepen, ter bezetting van de talrijke zee- en landsterkten, slechts een onbeduidend veldleger beschikbaar is, en er tengevolge der gebrekkige Ie gerorganisatie geheel geen reservelroe pen beschikbaar zijn." Daarop volgt de opmerking, dat Frank rijk ook van den zeekant troepen naar Duilschland zou kunnen dirigeeren, want dat de Nederlandsche Noordzeekust ver scheidene wonde plekken aanbiedt, die een landing licht mogelijk maken. Bij eene landing van troepen aan de Neder landsche zijde van de Eems, zouden er troepen uit Leeuwarden en Groningen moeten komen, die aan eer. overmacht moeielijk het hoofd zouden kunnen bie den. «Het is," zegt de schrijver, «over het algemeen met de Nederlandsche weerkracht zeer treurig gesteld, want van het op voet van oorlog 55000 man sterke leger zou het grootste deel in de vestingen moeten geplaatst worden en zich tot de verdediging daarvan bepa len. Slechts 10 bataillons zouden als veld leger beschikbaar zijn." Daarop spreekt de schrijver over de mannen, die in den laatsten tijd op dezen toestand gewezen hebben. «Zij kennen het gevaar, waaraan Nederland bloot slaatzij weten, dat Nederland niet in staat is, zijne onzij digheid tc verdedigen, en dal eventueel eene groote mogendheid genoodzaakt zou zijn, deze onzijdigheid te helpen hand haven. Wat helpt het, of de goede wil er is, als de macht ontbreekt? Wat hel pen dapperheid, volharding, vaderlands liefde voortieffelijke eigenschappen, welke de Nederlanders te allen tijde be zeten hebben, wanneer zij niet in een groot leger vereenigd zijn? Wilde Neder land zijn lang voorgestelde legerorganisa- tie invoeren, dan zou het over een leger van 155,000 man te beschikken hebben Dat zou een macht zijn, waarmede een aanvaller had te rekenen. De tegenwoor dige toestand is volstrekt niet van dien aard, om een macht, die wat durft te ondernemen, ontzag in te boezemen. Aan de bedoelingen der Franschen kan ook zonder de verklaring van Thiers in de nationale vergadering in 1872, dat de eerstvolgende oorlog over België zou gaan, geen twijfel bestaan. Sedert jaren houden zich in de Nederlandsche havens Fransche oorlogschepen op, wier bemanning zich ijverig bezig houdt met opnemen en pei len, zoodat zelfs een hoogere beambte van het Nederlandsche loodswezen open lijk verklaarde: «dat is spionneeren." Eene dringende vermaning van de Duit- sche regeering aan het ministerie van zijn antwoord, de kostbaarheden, de dia manten van mevrouw Louise!" Uw naam, uw naam in den mond van dien ellen deling was als een electrische vonk die eensklaps de ontploffing veroorzaakt... een honend woord kwam nog over zijne lippen Ik sprong op.... Ik stootte toe De grijsaard viel.... Ik was een moorde naar Bij dit woord, bij die bekentenis, stond Louise plotseling op en slaakte een kreet. Nu wist zij, nu begreep zij alles. Op haar gelaat, in haar ziel heerschte voor een oogenblik een onuitsprekelijke benauwdheid, waarin alles wat hij haar daar even verteld had, zich scheen saam- tevatten en optehelderen juist door de buitenspoiige wanhoop waaraan zij ten prooi was; een strijd tusschen waanzin en rede, afschuw en teederheid, een storm, terstond gevolgd door een diepe kalmte. De schuldige, nog altijd voor haar neei geknield, wachtte zijn vonnis af. Neen antwoordde zij eindelijk, en ik dank God er voorhet was slechts een daad van waanzin.... het was een onwillige doodslag.... en uw vrouw kan u nog blijven achten, zij kan u nog blij ven beminnen! Zij had zijn hoofd met beide handen Buitenlandsche Zaken was noodig, om het te bewegen, aan de Fransche re geering te beduiden, dat dergelijke recog nosceeringen niet gewenschi waren. »Het ministerie van waterstaat geeft wel nauwkeurige kaarten van de kusten en binnenwateren uit, doch deze zijn niet altijd voor militaire doeleinden voldoende en kunnen ter plaatse licht aangevuld worden. Mochten niet verder kleingees tige beweegredenen en godsdienstige par tijschap aan de legerorganisatie in den weg slaan. Voor een Volk met een zoo roemrijk verleden, dat de stoutste blad zijden der geschiedenis vult, zou het treurig zijn, zich eens met een „te laat" te moeten onderwerpen. De jongste Brochure van Dr. Schaep man. De vóór enkele dagen reeds door ons aangekondigde brochure van dr. Schaep man over De Rechterzijde eri de(n) per soonlijke^) dienstplicht heeft thans het licht gezien. Dr. Schaepman stelt zich ten doel in zijn brochure «een zoo zakelijk mogelijke uiteenzetting te leveren van de verschil lende belangen, bij de agitatie over den persoonlijken dienstplicht betrokken." Hij keurt deze agitatie om verschillende rede nen af; acht haar ondoeltreffend en scha delijk, echter niet wegens liet verzet in zake persoonlijken dienstplicht." Den laat sten acht hij »in ons Vaderland onnoodig en gevaarlijk." Eindelijk gelooft hij «dat het vraagstuk over den persoonlijken dienstplicht de Rechterzijde niet tot ver deeldheid dwingt" en niet tot verdeeldheid brengen mag." Om die verdeeldheid vei hinderen, acht hij allereerst noodig, «zich onzerzijds van alle bedreiging te onthouden.... Tot de uitvoering van drei gementen is het tot nog niet gekomen.' en dr. Schaepman vertrouwt, dat het er nooit toe komen zal. De Waalsche gemeente te Rotter dam hoopt den 27 dezer haar 300-jarig bestaan te herdenken. De gemeente zal zich bij de feestviering door een commis 6ie doen vertegenwoordigen. Z. M. de Koning heeft benoemd tot adjudant in buitengewonen dienst jhr. de Pesters, commandant bij de rijdende artillerie te Arnhem; en tot-ordonnance officier jhr. van Suchtelen van de Haere. In verband met het aanhangig mili- tieontwerp zullen de miliciens der beide oudste lichtingen (1884 en 1885) voor eerst niet worden gepasporleerd. Onze stadgenooten,de Dames C. C. M. Jansen, C. J. E. Leinweber en G. Vier kant, zijn hij de te Utrecht gehouden examens ter verkrijging der acte voor onderwijzeres geslaagd. De werken der waterleiding zijn door B. en W. opgenomen en goedge keurd, weshalve aan den directeur van de Utrechtsche waterleiding-maatschappij dooi dat college vergunning tol exploitatie van die waterleiding is verleend De hier ter stede eenig overgeble vene, van die helden, welke in 1830 op de Citadel van Antwerpen, met doods- erachting streden voor de eer van het aderland, die mede het Fransche leger groote verliezen toebrachten, en die bij de capitulatie ruim twee jaren als krijgs gevangene in Frankrijk doorbracht, de man, welke drie medailles verkreeg voor betoonde moed en trouw, is onzen stad genoot, de 81-jaiige J. van Reulder. Deze brave stadgenoot hoopt den 22. April a.s. met zijne vrouw, Annetje Rouvoet, den dag te herdenken waarop voor vijftig aren hun huwelijk werd voltrokken. Wij wenschen beiden oudjes, dal hun gouden huwelijksfeest zulk een feest moge worden, dat zij hunue overige levens dagen dankbaar en opgewekt mogen vervolgen. gevat; een kus van vergiffenis werd op Labarthe's voorhoofd gedrukt. Gij gelooft mijhernam hij met eene opwelling van dankbaarheid, maar wie anders dan gij zou mij gelooven Jal zoo ik mij dadelijk zelf bij de justi tie had aangegeven Maar bevreesd, half waanzinnig, vluchtte ik weg.... Toen k bij u terugkwam, ontwaaktet gij zelfs niet... gij glimlachtet in uw slaap! Moest ik u dan aan de wanhoop, aan schande overgeven! Dat durfde ik niet!.... en den volgenden dag toen ik vernam dat men een onschuldige had aangehouden, had ik de lafheid tezwijgen 1.... Dat was mijn grootste misdrijf! Daarvan kunt ge mij zelfs nietvrijspreken. De jonge vrouw bleef stilzwijgenhij ging voort Gods vinger is in alle dingen zicht baar; Hij deed mij verkiezen tot voor zitter der juiy. Ik was de voorzitter, ter wijl onder mijne oogen hij zich verweerde, die arme, brave man, tegen de beschul diging van de misdaad die ik had bedre- en. Welk een toestandWelk een spe ling van het noodlot! Zijn pijniging was nog niets bij de mijne. Zoo hij veroordeeld was geworden, had mijn geweten niet langer den kreet kun nen weerhouden „Ik ben de moorde naar I" Maar hy werd vrygesproken, ik Naar wij vernemen zullen twee al hier tijdelijk gevestigde metselaars voor de sociaal-demokratische partij propa ganda maken door op de openbare we gen het dagblad «recht voor allen" en andere socialistische geschrifien te ver koopen en te verspreiden. Wij hopen dat de orde daaibij niet zal verstoord worden en wij verschoond zulten blijven van dergelijke eigerlijke tooneelen als in andere gemeenten plaats gehad hebben Men ontzegge der burgerlijke en mili taire politie, zoo noodig, niet de hulp die van ieder burger verwacht mag wor den. Een oud man, die blijkbaar gekrenkt was in zijne geestvermogens, heeft alhier een paar dagen in de uniform van ser geant der Kon. Weerbaarheid rondge- loopen. De politie verleende hem een paar malen onderstand en bracht hem ten slotte Zondag naar zijne woonplaats 's-Gravenhage terug. De rechtbank te Utrecht deed Maan dag o. m. uitspraak in de navolgende zaken C. C. H., te Soest, beklaagd van mis handeling met voorbedachten rade van P. J. Wirts, hoofd der school aldaar, veroordeeld tot 10 dagen gevangenisstraf. F. R., te Amersfoort, bekl. van overtre ding ter zake de plaatselijke belasting op de honden, veroordeeld tot f 6.boete, subs. 1 dag hechtenis. Ter zelfde rechtbank werden o, m. nog de volgende zaken behandeld J. D., 41 jaar, arbeider, geb. en won. te Hoevelaken, beschuldigd van in de nacht van 14 op 15 Febr. uit een te Amersfoort staande loods van J. Veld huizen eene partij kachelblokjes te heb ben weggenomen. Bekl. was niet ter terechtzitting ver schenen. Nadat de veldwachters van Hoevelaken en Veldhuizen de toedracht der zaak hadden toegelicht, nam het O. M het woord en eischte tegen bekl. een gevangenisstraf van zes weken. Uitspraak over 8 dagen. H. B., 25 jaar, arbeider, geb. en won. te Baarn, bekl. van mishandeling 11 Febr., 's morgens 2V« ure, te Baarn gepl., op A. Rokus, door dezen te slaan en te stompen. Dit staaltje van oneenigheid tusschen twee dorpsgenooten, toegelicht door een paar getuigen, gaf het O. M. aanleiding om tegen bekl. den eisch te stellen van acht dagen gevangenisstraf. Uitspraak over 8 dagen. Vergadering van den Raad der ge meente Amersfoort op Donderdag, den 17 April 1890, des namiddags ten 1% ure, Punten van behandeling: I. Benoeming der Commissie bedoeld bij art. 1115 der wet op de Schutte rijen. 2. Voorstel tot het verleenen van een Crediet ter bestrijding der kosten van feeslelijkheden op den dag van aankomst in garnizoen alhier van een bataillon van het 5e regiment Infanterie. »33ate STAATSLOTERIJ. Derde klasse. Trekking van 14 en 15 April (1000 loten.) Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen Prij/.en van f 45 1251 1276 1284 1292 1295 3955 3956 3960 3990 6418 6447 6450 6457' '7432 7446 7503 7730 7753 7793 1193513513 13539 13555 13590 13591 13656 13663 13678 14429 en 14432. Te zamen 30 prijzen. dacht nu is alles geëindigd, nu zijn wij belden gered. Ik had niet gerekend op den wrok van de bewoners van Vittel en op het heldhaftig besluit van Magda- lena.... Toen zij haar eed zwoer, stolde mij het bloed in de aderen, en sedert dien tijd, wakende en slapende, zag ik haar bij mij, mij vervolgende, en mij met den vinger aanwijzende: »Dat is hij!" O, te vergeefs vleit de misdadiger zich aan de menschelijke straf ontsnapt te zijn, zijn vreeselijkste straf draagt hij in zichzel- ven.... het berouw! Die bloedende wond kan men verbergen, vergeten kan men haar niet.... ze blijft hier, in het hart Eene ontmoeting, een woord, een nie tigheid rijt haar open, verergert haar.... Elke rampspoed, elk der pijnen die Jan Michaud leed, vernam ik terstond en leed ik op mijn beurt eveneens. Toen hij grai- waarts werd gedragen, wilde het nood lot!.... was het wel 't noodlot? dat ik langs den weg kwam Toen Raynal het denkbeeld opvatte mij als voogd der beide weezen te kiezen en gij, Louise, de goede ingeving kreegt het meisje aan- tenemen, stond ik dit met graagte, met vreugde toe, daar ik in de tervulling van dien plicht een troost dacht te vinden Maar neen!.... De stem, de blik van het meisje, alles in haar sprak tot my«Wat Jan. Wel, dat is me ook wat moois! Daar lees ik in het gesubsidieerde ge- meenteraadsverslag, dat de Kampstraat en het Zand ten gerieve der voetgangers verbeterd zal worden door het opbren gen van sintels en puin. Piet. Och kom! De gemeenteraad is nog niet gek geworden. J. Dat geloof ik ook niet, maar het staat er toch. P. Laat m' eens -zien. J. Vertrouw je me niet? Kijk daar staat het. P. Waarachtig het staat er. 't Is toch klaarblijkelijk een omzetting van zinnen. Jawel, dat zal het zijn. Dit sintels en dat puin zuller. voor den Bisschopsweg moe ten dienen. J. Dat kan wel. Maar als dat verslag hier ter stede gedrukt werd, dan kwamen de kosten ten bate van ingezetenen en konden de drukproeven worden nagezien, zoodat zulke belachelijke fouten achter wege bleven. P. En waarom worden de gemeente- raadsverslagen van Amersfoort niet te Amersfoort gedrukt? J. Ik denk, dat het hoogere stadhuis houdkunde is, maar daar heb ik geen verstand van. KERKNIEUWS. Ned. Herv. gemeente: Beroepen naar Usseloo, ds. J. Brandsma, te Haarloo. Bedankt voor Oost- en West-Sou burg, ds. D. H. Teijer, te Hellevoetsluis. Voor Doeveren, ds. J. J. A. Valeton, te Ten Boer. Voor Maassluis, ds. D. van Popta, te Papendrecht. Voor Nisse, ds. V. Roos, te Breedevoort. Clir. Ger. Kerk. Aangenomen naar Rotterdam, ds. R. Douma, te Drachten. Ned. Geref. gemeente doleerende) Aangenomen naar Oud-Delftshaven, ds. R. O. Schaafsma, te Kralingen. Waalsche gemeente Bedankt voor Nijmegen, d. H. A. Gagnebin, te Luik. Hoogland. Zondag 20 April hoopt onze beroepen leeraar, ds. Creutzberg, des namiddags, ten twee uie, zijne in treerede te houden, na des morgens door ds. J. J. Richard, het laatst predikant alhier, in zijn dienstwerk te zijn beves tigd. Het huis «den Ham" alhier, waaraan de buurtschap haren naam ontleende, en dat als familie-hólel van oudsher bekend is, wat goede tafel, schoone ligging en ruime luchtige kamers met prachtig uit zicht betreft, zal binnen kort in open bare veiling worden verkocht. Een treurig ongeval. Zondag, 13 April, had op de Nieuwstad te Zulfen een treurig ongeval plaats. Omstreeks 12 uur werd de dienstbode van den heer H. C. P., advocaat aldaar, ongerust over het lange slapen van haar heer en mevrouw. De slaapkamer was van binnen gesloten, zoodat zij zich het vreemde geval niet kon verklaren. Zij liep het huis uit en gaf een der buren kennis, die onmiddel lijk de deur der slaapkamer openbrak. Toen bleek, dat de kamer vol gas was, Mevrouw was reeds een lijk en de heer P. lag geheel bewusteloos; tegen den avond is hij weer tot bewustzijn gekomen en er bestaat nog hoop op herstel. De hebt gij met mijn vader gedaan?" En zelfs terwijl ik haar liefkozingen ontving, beefde ik van smart!.... Toen kwam de moeder, in haar rouwgewaad. Een spook sel!.... Dezen ochtend wist zij alles.... Eindelijk is hij weergekomen.... hij.... de ander Dat lange verhaal, die smartelijke be kentenis had Labarthe's krachten uitge put, daar hij buitendien reeds verzwakt was door bloedverlies en door de bran dende koorts die zijn binnenste gloeien deed. Bleek als een doode, hijgende, met verwilderd oog, wankelde hij op zijne knieën en moest zich aan de schrijftafel vasthouden om niet omtevallen. De on gelukkige had nog niet alles gezegd; hij wilde alles zeggen. Welke andere? vroeg Louise. Gaudoin I antwoordde hij. O, die ellendeling! Hij had mij uit het huis van Anseline zien vluchten.... hij is er na mij binnengegaan.... Ik had mijn schuldbewijs medeg nomen, maar het geld dat ik bracht, gelaten.... Dat geld werd niet teruggevonden.... Het blad uit het regis ter, waarop mijn rekening stond was uitgescheurd.... Door wien? Wie was de dief? Onophoudelijk kwamen mij die beide vragen voor den geest en vergroot ten mijn angst.... Te vergeefs vermeer derde de justitie haar yver.... niets werd heer P. had vergeten voor het naar bed gaan de gaskraan in de Slaapkamer dicht te draaien. Levensmoede. Uit den Rijn zijn bij Keulen opgevischt de lijken van een jong meisje en een jongen man aan de ruggen en halzen met een koord saamge bonden. Er werd geen herkenningsteeken op de lijken gevonden, alleen een kaartje naar Frankfort a/M. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT!, Gezien art 5 der wet tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling van openbare dronkenschap; Brengen ter openbare kennis, dat een verzoekschrift om vergunning tot veikoop van sterken drank in het klein bij hen is ingekomen van H. G. Aarts in het perceel wijk B. No. 145A. van Kampen, weduwe van W. van Noort in het per ceel wijk F. No. 87. AstERsrooRT, den 14. April 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester, W. A. CROOCKEWIT, Weth. 1°. Br. De Secretaris, W. L. SOHELTUS. De BURGEMEESTER van AMERS FOORT, Gezien artikel 41 der gemeentewet, Brengt ter kennis var, de ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal verga deren op Donderdag, den 17. April aan staande, des namiddags te 1'/, ure. Amersfoort, den 15. April 1890. De Burgemeester voornoemd, W. A. CROOCKEWIT, Weth. I". Br. Gevonden op den openbaren weg; Een koperen brche met steentje. Een blauw tricot kinderhandschoentje. Een paar roodwollen kinderwantjes. Rechthebbenden vervoegeo zich ter te- rugbekoming aan het bureau van politie. ATTENTIE S. P. Het Kantoor van de Boek-, Courant- en Han delsdrukkerij van A. M. SLOTHOUWER is geves tigd in de Valkestraat No. 92. hopen, zoo de Heere wil op 22 April a.s. huhne te herdenken Amersfoort, 46 April 1890. Hunne dankbare Kinderen Behuivd- eii Kleinkinderen. opgehelderd De debatten vingen aan, werden ge sloten.... en ik stond op heete kolen! Niets!.... Na eenige maanden ontving ik een briefje van den volgenden inhoud; Een vriend, die zekere bladzijde, voor u van belang, heeft uitgescheurd, zal van avond komen. Wacht hem.... alleen" Ik verwijderde iedereen en bleef wach ten. Het was de dief! het was Goudoin! Maar wat wilde hij? Mij afzetten om zijn stilzwijgen te koopen!.... Hij was onmeedoogendDe opbrengst van zijn diefstal had het niet lang uitgehouden. Hij was een speler. Zonder dat iemand zijn afwezigheid op lette, was hij een paar dagen na den moord naar Duitschland gegaan en een week had de speelbank al zijn geld verslonden. Hij kwam terug even arm als voorheen hij had het geduld, ten einde alle ver moedens te doen ophouden, een jaar aftewachten. «Mijne ellende, zeide hij tot mij, was onze redding.... Nu kan ik on gehinderd het land verlatenMaar gij moet geld verschaffen om revanche te halen.... Dat eisch ik Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 2