NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
Magdalena's Eed.
verschijnt woensdag en zaterdag.
binnenland.
No. 35.
Woensdag 30 April 1890.
Negentiende jaargang.
FEUILLETON.
iMEBSFOORTSCIE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
In het Koninklijk koloniaal militair
invaliedenhuis Bronbeek bij Arnhem had
Vrijdag eene zeldzaam voorkomende mili
taire plechtigheid plaats.
Ingevolge machtiging des Konings wer
den op last van den minister van kolo
niën, de oude door nieuwe vervangen
vaandels der infanterie van het Indisch
leger, door den majoor van dat leger J.
F. D. Bruinsma van den Haag naar Arn
hem overgebracht, teneinde te Bronbeek
in bewaring gebracht te worden.
Tot het bewijzen der verschuldigde
eerbewijzen aan deze kostbare reliquieën
was het korps Invalieden op den boven
sten gang opgesteld, met de muziek aan
den rechtervleugel.
De majoor Bruinsma las de oorkonde
en herinnerde in eene korte rede aan de
groote waarde dezer oude vaandels,
waaronder twee (3. en 7. bataljon) waar
bij Z. M. de Koning het ridderkruis van
de Militaire Willemsorde toekende. De
luit.-gen, commandant Van der Heijden
deed uitkomen, dat de koninklijke Be
schermheer hiermede een nieuw blijk van
belangstelling gaf in zijne schoone stich
ting; dat de roemrijke overblijfselen de
zer vaandels nergens beter bewaard en
bewaakt konden worden dan bij en door
hen, die, onder deze vaandels, op het
slagveld, voor Koning en Vaderland, zoo
menigmaal hun bloed en leven hadden
veil gehad.
Onder een driewerf «Leve de Koning,"
het spelen van het «Wilhelmus" en het
presenteeren der sabels, werden de doeken
door dien opper-officier in ontvangst ge
nomen.
De generaal Van der Hejjden noodigde,
na afloop der plechtigheid, den majoor
Bruinsma en zijne officieren aan een dé
jeuner te zijnen huize.
Bij Kon. besluit is aan den luit.-gen.
J. M. van der Star, chef van den gene-
ralen staf, op zijne aanvrage, op pensioen
gesteld, en het bedrag van het pensioen
bepaald op f3000 'sjaars; 2°. dien op-
per-officier 's Konings dank betuigd voor
de langdurige en gewichtige diensten door
hem aan Zijne Majesteit en aan den
lande bewezen; is benoemd tot chef van
den generalen staf, 's Konings adjudant
in buitengewonen dienst, de gen.-maj. F.
M. B. ridder Alewijn, van het wapen der
artill thans op non-activiteit; wordende
die opper-officier, in verband daarmede,
te rekenen van denzelfden datum in zij
nen rang overgeplaatst bij genoemden
staf.
Er zijn, zegt het Vad. nog ver
schillende veranderingen in de hoogere
rangen van hpt leger te verwachten.
Het bericht, dat de generaal-majoor jhr.
Klerck, kommandant van de le divisie
infanterie, met pensioen den militairen
dienst zou verlaten, vindt nadere beves
tiging.
Als zijn opvolger, tevens belast met de
waarneming der betrekking van gouver
neur der residentie, zou in aanmerking
komen de generaal-majoor baron Taets
van Amerongen, gouverneur der Kon. Mil.
Academie.
Voor een openvallende hoofdofficiers-
plaats bij het regiment grenadiers en ja
gers blijft aangewezen de majoor Wee-
nink, van het 7e regiment infanterie.
Vereeniging tot bevordering der
belangen van ridders van
de Mil. Willeuis-Orde
«Moed. Beleid en
Trouw".
Nu heden het 75-jarig bestaan der
Militaire Willems-Orde herdacht wordt,
hebben wij ondergeteekenden ons tot een
comité vereenigd, om werkzaam te zijn
in het belang der Ridders van die Orde
beneden den rang van officier.
Wij wenschen bun, wanneer ze uit den
militairen dienst treden, het leven in de
burgermaatschappij te vergemakkelijken
hen te ondersteunen, wanneer zij buiten
eigen schuld in armoede gerakenhun
behulpzaam te zijn bij het zoeken naar
eene betrekking.
Wij willen zooveel mogelijk zorgen, dat
zij, die in het belang van ons vaderland
de eer onzer vlag ophielden en een voor
beeld gaven van zelfopoffering, niet be
zorgd behoeven te zijn voor het iot dat
hunne weduwen en weezen wacht.
In den aanhef der wet van 30 April
1815 zeide Z. M. koning Willem I, dat
de verleening der Orde «bijzonder geschikt
is tot opwekking en aankweeking der
militaire deugden."
Aan de aankweeking der militaire deug
den heeft elk volk behoefte. De Militaire
Willems-Orde houdt een ideaal omhoog
van tucht, onzelfzuchtigheid, plicht, vader
landsliefde en eer. Ze geeft wijding
aan zekere daden van zelfopoffering, die
zonder berekening, zonder dat op gevol
gen gelet wordt, verricht worden alleen
omdat ze plicht zijn, omdat de eer gebiedt.
Onze geëerbiedigde Koning, volkomen
instemmende met ons denkbeeld, heeft
bereids het Beschermheerschap aanvaard
der te stichten vereeniging.
Hartelijk hopen wij, dat wij ook ge
steund zullen worden door onze landge-
nooten, nu wij uit giften en jaarlijksche
bijdragen pogen een fonds bijeen te bren
gen, om der keurbende van onze Konin
klijke Marine en van ons leger, zoowel
hier als in de Indiën, te toonen, dat ons
volk den mannen dankbaar is, die de eer
der vlag hoog houden.
Landgenooten, steekt met ons den rid
der der M. W. O. bij het intreden in de
burgeimaatschappij de broederhand toel
Amsterdam, 30 April 1890.
Luit.-Generaal Jhr. G. M. Verspijck.
Luit.-Generaal K. van der Heijden.
Vice-Admiraal Jhr. F. de Casembroot.
Generaal-Majoor J. 11. Romswinckel.
Mr. G. van Tienhoven.
Mr. S. A. Yening Meinesz.
Jhr. Mr. G. J. Th. Beelaerts van Blok
land.
Mr. J. G. Gleichman.
Mr. F. J. M. A. Reekers.
Mr. E. N. Rahusen.
G. A. baron Tindal.
Kolonel F. A. van Braam Houckgeest.
l uitenant-Kolonel A. A. F. Lanzing.
Majoor J. F. D. Bruinsma.
Majoor A. D. J. de Man.
Majoor G. de Wijs.
Charles Boisseiain.
De giften voor bet te Utrecht op
te richten Gasthuis voor minvermogende
ooglijders, blijven nog steeds toestroomen.
Na de sluiting der fancy-fair op 18
April jl. aldaar, waarvan de opbrengst
pl. rn. f 41.000 heeft bedragen, ontving
het dames-comité tot op heden, eiken
dag nagenoeg duizend gulden.
Tengevolge der werkstakingen in
de Noordelijke provincie van ons land,
zullen de miliciens van het le reg. in
fanterie op '1 April as, niet in het ge
not van groot verlof worden gesteld.
In de te Amsterdam gehouden al-
gemeene vergadering van Aandeelhouders
in de Deli-Maatschappij is het dividend
bepaald op f352 per aandeel.
De jaarlijksche verhuring der lande
rijen van de opgeheven vervening in de
Krimpenerwaard bracht ditmaal, in 32
perceelen, de som op van f2493, tegen
f4242 in 1889.
Naar het Vaderland mededeelt, zal
de heer D. H. Schmüll, die eerlang uit
Pretoria naar hier terugkeert, vermoe
delijk optreden als consul generaal van
de Zuid-Afrikaansche Republiek.
De heer D. Gorter, arts, adsistent
bij het universitair onderwijs te Am
sterdam, is benoemd tot prosector aan
het krankzinnigengesticht «Meerenberg."
Te Leeuwarden heeft Zondag de
manifestatie ten gunste van den normalen
arbeidsdag in de meeste orde plaats ge
had. Daar het gemeentebestuur het Beurs
gebouw niet beschikbaar bad gesteld,
werd op twee plaatsen vergaderdin de
localen van de wed. van der Wielen en
in eene schuur Achter de Hoven. Als
sprekers tiaden op de heeren van Zinde
ren Bakker en dr. Vitus Bruinsma. De
heer Bakker lichtte een ontwerp-regeling
voor vakvereenigingen toe in verband
met den duur van den arbeidsdag. De
heer Bruinsma besprak in 't bijzonder den
toestand van de bakkersgezellen, die 18,
19 en 20 uren per dag werken, van Vrij
dag op Zaterdag zelfs 25 uren achtereen,
en geen hooger loon trekken dan 8 gul
den. Hij spoorde aan te blijven aandrin
gen op algemeen kiesrecht.
Er waren uitgebreide voorzorgsmaatre
gelen genomen om de orde te handhaven,
die echter nergens verstoord werd. Van
buiten waren vele duizenden stadwaarts
gekomen, per spoor en per stoomboot,
per trekschuit, in wagens en te voet.
De centrale raad van den sociaal
democratische bond heeft de heer C.
Croll, wegens verschil van gevoelen met
den heer Domela Nieuwenhuis, als redac
teur van Recht voor Allen ontslagen.
Reeds van den aanvang af nam Croll
een ander standpunt in ten aanzien van
het staatkundig program der socialisten.
Croll stelt het individu boven den Staat,
terwijl Nieuwenhuis den Staat boven het
individu stelt. Volgens Croll's opvatting
moet de individueele vrijheid de grond
slag zijn van het' staatsleven hij ontkent
elk recht van physielten dwang, en meent
dat dwang nooit kan leiden tot den
socialistischen gelukstaat, dien de leider
predikt.
Te Zaandam zal binnenkort een
openbaar debat gevoerd worden tusschen
Domela Nieuwenhuis en den predikant
W. Bax, aldaar, over «de eischen der
arbeiders", welk onderwerp door Domela
Nieuwenhuis onlangs daar ter plaatse is
behandeld geworden. Als datum is voor-
loopig vastgesteld de 21. Mei a. s.
Eergisteravond is te Rotterdam een
groote openbare bijeenkomst gehouden
die door de kiesvereeniging Vooruitgang
was uitgeschreven ter behandeling van
het wetsontwerp tot bekrachting der
spoorwegovereenkomsten. In eene uit
voerige rede, die omstreeks 2'/j uur duurde
leverde de heer A. Plate F.Jz. eene cri-
tiek van het wetsontwerp, uitgaande van
het standpunt, dat in het rapport van
de gecombineerde bijeenkomsten der
Kamers van koophandel door de gedele
geerden van Amsterdam en Rotterdam
werd ingenomen. Zijne slotsom was, dat
de ervaring zal leeren, dat gemeenschap-
pelijk gebruik met concurrentie onmo
gelijk kan samen gaan. Het wetsontwerp
zal aan de ontwikkeling, die ons toe
komt overeenkomstig onze ligging van
onze krachten, afbreuk doen. Gemis aan
concurrentie tusschen de spoorwegmaat
schappijen kan geen ander gevolg heb
ben. Het best zal zijn om het leven van de
Rijnspoorwegmaatschappij te verlengen.
Aan het einde zijner rede wees de
heer Platte als een gelukkig verschijn
sel op de vermindering heden ten dage
van het antagonisme, dat in een vroe
ger tijdperk tusschen Amsterdam en
Rotterdam heeft bestaan Ten aanzien
van dit ontwerp was er dan ook op de
bijeenkomst te Utrecht volkomen over
eenstemming tusschen de afgevaardigden
der beide koopsteden. Spr. hoopt van
harte, dat die overeenstemming zal blij
ven bestaan in het belang van den bloei
der beide gemeenten.
53)
door
Cli. BESLÏS.
Naar het Franscli.)
XXIX.
De vader.
De beide kinderen, die op den weg op
wacht stonden, zagen reeds van verre
kapitein Lambert uit het dorp aankomen.
Hij moest het kerkhof voorbij, maar
wellicht zou hij niet binnen treden. Nog
in beraad wat te doen, bleven Pieter en
Jeannette, na elkander met den blik te
hebben geraadpleegd, wachten.
De grijsaard was hun geen vreemdeling.
Toen hij hen met de hand wenkte, liepen
broeder en zuster hem tegemoet.
Hij dacht er niet aan ze als naar ge
woonte te liefkozen. Nooit was zijne
houding zoo strak geweest, als nu toen hij
rechtop in zijn lange donkerblauwe kapot-
jas aankwamnooit had zijn gebronsd
gelaad eene zoo strenge uitdrukking gehad
als thans. De gulle glimlach die er anders
op zetelde, was verdwenen. Smartelijk
trilden zijne lippen. Hij scheen een geheimd
leed te willen overmeesterenhij was
doodsbleek.
Goeden morgen, kapitein, sprak Pie
ter. Zijt ge ziek? Men zou haast zeggen dal
u geweend had?....
De gijsraard ontweek een antwoord, maar
vroeg
Waar is uw moeder toch?
Daar! sprak Pieter naar den muur
wijzende.
En mama Labarthe ook! meende
Jeannette er bij te moeten voegen.
Goed! ik zal naar haar toegaan.
En reeds tiad de kapitein vooruit in de
richting van de halfgeopende deur.
Maar Pieter hield hem bij den pand van
zijn jas vast.
Zij hebben ons bevolen haar te
waarschuwen wanneer er iemand mocht
willen binnentreden, zeide hij.
Dat bevel is niet voor mij gegeven,
antwoordde de oude soldaat. Blijft gij gerust
hier op wacht staan, kinderen.... en let
goed op
Pieter wilde nog tegenwerpingen ma
ken. maar zijn zuster belette bet hem.
De kapitein trad het kerkhof binnen.
Het met zand bestrooide pad maakte
het geluid van zijn voetstappen onhoor
baar. Geleid door de stem der beide
vrouwen, trad hij, zonder dat zij het ver
moedden, nader tot bij den ouden treur
wilg naast de kapel.
Men heeft reeds gezien dat hij zich niet
eerder vertoonde dan om het uitstel dat
Magdalena aanbood afteslaan.
Toen zij hem zag, bleef mevrouw La
barthe roerloos staan.
Vader!.... stamelde zij, maar wat
zegt gij toch?.... Weet gij dan....
Ik heb alles vernomen, antwoordde
hij. Ik wist alles.
Zijne dochter viel in de armen die hij
naar haar uitstrekte.
Hoel Van wien snikte zij, terwijl
zij het gelaat tegen zijn borst verborg en
hem niet durrde aanzien.
Van uwen man zelf, was zijn ant
woord. Nauwelijks waart gij van ochtend
vertrokken om een laatste beroep te doen
op het medelijden van Magdalena, of hij
zette zich te paard en ging u vóór ten
einde u ten minste de schande te besparen
mij zijne en onze oneer medetedeelen....
O! waarom is hij mij niet reeds den dag
na zijn misdaad om raad komen vragen
Builen zichzelve van wanhoop, riep
Louise uit:
En gij hebt hem geraden te vluchten,
niet waar?
Neen! antwoordde de grijsaard, want
dat zou gelijkstaan mei te deserteeren als
het uur van den strijd was geslagen. Nog
kan hij op de achting van mannen van eer
aanspraak maken, wanneer hij met man
nenmoed zijn schuld belijdt, wanneer hij
zichzelf overgeeft aan de straf die hij ver
dient.
O! ik zal hem daarvan nog wel we
ten terugtehouden riep Louse vastbesloten
uit, terwijl zij reeds weg wilde snellen
om haar man op te zoeken.
Maar haar vader belette haar voortte-
gaan.
Zie, zeide hij haar een stip aanwij
zende op den top van den heuvel die den
weg naar Epinal bestrijkt, ziet gij dien
cabriolet, die daar op meer dan een mijl
afstands van ons reeds verdwijnt.... Gij
kunt dien niet meer inhalen.... Welnu,
daarin bevindt zich de rampzalige, die
zich in handen van den rechter gaat stel
len.
Louise stak haar beide handen in de
lucht uit als om dien vluchtenden schim
te grijpen, die in de verte nog even
zichtbaar was, om toen eensklaps aan
den gezichteinder te verdwijnen.
Hij deed het op mijn bevel, ver
volgde de oud-soldaat, maar ik moet het
hem tot zijn eer nageven, hij haaste zich
te gehoorzamen.... Nu op uwe beurt moed
gevat, mijn kind!.... Rijkdom, geluk, toe
komst, achting, alles gaat gij op éér. dag
verliezen.... Maar iets zullen wij nog be
houden.... onze eer!
O! wat hebt gij gedaan!.... zuchtte
de ongelukkige vrouw terwijl zij bewus
teloos in zijn armen zonk.
Mijn plicht!.... was zijn antwoord,
en zich lot Magdalena wendende, ging
hij voort:
En nu, Magdalena, doe gij den
uwen
XXX.
loon naar werken.
Nog nooit was het publiek in zulk
eene groote hoeveelheid toegestroomd
naar het paleis van justitie te Epinal.
De zaal waarin de zitting der assises
gehouden werd, was stampvol. In de ove
rige zalen, in de gangen, aan den ingang
en voor het gebouw stond eene ontel
bare menigte, bijna saamgeperst, te wach
ten. De gansclie stad was hier saamge-
stroomd.
Toch was de zaak die berecht zou
worden vooraf bekend en was de ont
knooping er van te voorzien.
Toen Magdalena en hare kinderen, als
getuigen opgeroepen, door die menigte
heenschreden, werden alle hoofden ont
bloot. Alle stemmen spraken luide den