Gemengd Nieuws.
Officieele Publicatiën.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
Het vergaan ran de Prins
Freilerik.
Het Hbl. bevat het volgende verhaal
van een opvarende.Het was dien dag
goed helder weder geweest, en's middags
te half twee waren wij op 10 mijlen
afstands van Ouessant, den uitersten hoek
van Frankrijk in het Kanaal, voorbijge-
stoomd. Tegen zes uur 's avonds kwam
er een dikke mist opzetten, en gaf kapi
tein Visman dus order om met halve
kracht te stoomen. Bekend is dat er 183
personen aan boord van de «PrinsFrederik"
waren, en daarbij 75 man troepen met
twee luitenants, waarvan de ongelukkige
Van Wijk, de eene was. Ook waren er
vijf vrouwen en vier kinderen aan boord.
't Was kwart over tienen. Alle solda
ten bevonden zich reeds in hunne hang
matten en eenige passagiers hadden zich
teruggetrokken. Luitenant Van Wijk,
die door zijn gezelligen aard reeds vele
vrienden aan boord gemaakt had, was
eveneens, ondanks het verzoek der mede
passagiers om nog in het salon te blij
ven, naar 2ijne hut gegaan omdat hij
zich minder wel gevoelde. Overigens was
alles in diepe rust en stoomde de «Prins
Frederik" langzaam in den dikken nevel
vooruit. Kapitein Visman en de eerste
en derde-officieren, de heeren Zeelt en
Bakker, bevonden zich op de brug. Toe
vallig was er dien morgen sloep-exercitie
gehouden, dat wil zeggenin tegenwoor
digheid van alle militairen en passagiers
was er op gewezen en voorgedaan hoe
men zich in tijd van nood van de acht
sloepen had te bedienen, die het stoom
schip aan boord bezat, en toen reeds wer
den deze booten over verschillende groe
pen van passagiers verdeeld, zoodal ieder
der opvarenden in geval van nood wist-
naar welke sloep hij zich had te begeven.
Weinig vermoedde men dat deze exercitie
nog denzelfden dag een zoo voortreffelijk,
maar tevens zoo treurig nut zou hebben.
De zee was kalm. Er woei een niet
sterke wind uit het Zuidwesten, maar
de mist belette, dat men eenige meters
ver zag. Plotseling, te ongeveer 10 mi
nuten voor halfelf, zag de wacht op eene
halve scheepslengte de lichten van een
naderenden stoomer, die vlak op de «Prins
Frederik" aankwam. Natuurlijk was het
toen reeds te laat om het gevaar te ont
komen. Een hevige schok, een donderend
gekraak en de vreemde stoomboot
was even aan den voorkant vari hel wa
terdichte schot, tusschen de machineka
mer en het achtterruim der «Prins Fre
derik" binnengedrongen en, toen weer
achteruit stoomende, in den nevel ver
dwenen.
Oogenblikkelijk werd aan boord van
de «Prins Frederik" alarm gemaakt. De
soldaten en de passagiers, voor zoover
ze nog niet ter ruste waren, kwamen
oogenblikkelijk op het dek; anderen, die
reeds te bed lagen, kwamen in primi
tieve kleeding, een doek of jas omgesla
gen, aanloopen, en sommigen hadden nog
tijd, voorwerpen van waarde of kostbaar
heden bij zich te steken.
Van meer dan eene zijde is reeds
rechtmatige hulde gebracht aan de orde,
de tegenwoordigheid van geest, die allen
aan boord op het oogenblik der aanva
ring bezielde. Natuurlijk was men niet
weinig ontsteld, maar op het krachtge
vend voorbeeld van de equipage der
«Prins Frederik", wier voortreffelijk be
leid door allen werd geroemd, schenen
allen doordrongen van het denkbeeld, dat
redding alleen van kalmte en bedaard
heid afhing.
Intusschen was het lek gepeild en bleek
het. dat de machine geheel verbrijzeld
was de machinisten hadden zich ijlings
langs de stookplaten naar boven weten
te werken en dat er reeds verschei
den voeten water in het achterruim ston
den. Van de acht reddingsbooten aan
boord, waren er twee door de aanvaring
onbruikbaar geworden; de zes anderen
deels al gevuld met passagiers en mili
tairen, werden buiten boord gezet, waarbij
het bleek dat het Duinkers-systeem van
takeling onschatbare diensten bewees.
Inderdaad, dat de booten binnen enkele
minuten, gevuld met 35 a 45 personen,
buiten boord en los van de «Prins Fre
derik" waren, is het behoud van zoovele
menschenlevens geweest, want met den
achtersteven naar beneden zonk de «Prins
Frederik", waarin het electrisch licht
middelerwijl was uitgegaan, hoe langer
hoe dieper. En nauwelijks acht a negen
minuten na de aanvaring, daar zag men
het fraaie schip plotseling, onder het he
vig opgierend water, in de diepte ver
dwijnen, die daar ter plaatse zeer aan
zienlijk, 100 vamen, ongeveer 200 M„ is.
Nu dreven daar de zes reddingsbooten
van de Prins Frederik op de gelukkig
vrij kalme zee rond. Waarheen?
In de verte hoorde men de Alarpessa
fluiten, er, men hield in die richting aan.
Een half uur later had men deze boot
bereikt. Maar ook op Marpessa was men
voor zinken beducht. Zij had eene aan
zienlijke schade beloopen aan den voor
steven: de boeg was weg en aan bak
boordzijde was het yzer geheel omgekruld.
Reeds had zij twee harer booten in zee
gelaten en, om het schip aan den voor
steven te lichten 90 a 100 ton graan over
boord gezet. Het bleek echter, dat de
Marpessa het wel kon houden, en toen
dus \oor haar geen gevaar bestond, wer
den de schipbreukelingen van de Prins
Frederik door haar opgenomen, wat vrij
gemakkelijk langs de stormteer geschiedde.
Om halftwaalf waren allen van de Prins
Frederik aan boord van de Marpessa,
of niet allen, want het bleek hier, dat
de ongelukkige Van Wijk en de zes
kolonialen, die men vermiste, geen ge
legenheid hadden gehad zich te redden
en met de Prins Frederik door de diepte
waren verzwolgen.
Om den voorsteven van de Marpessa
die eerst acht maanden geleden te New
castle gebouwd was en nu met een la
ding stukgoed van Taganrog naar Duin
kei ken op reis was, nog meer te lichten
werden de kolonialen mede aan het werk
gezet om de zware stukken naar achte
ren te brengen, terwijl voor de vrouwen
de kajuit beschikbaar werd gesteld. De
ontvangst aan boord van de Marpessa voor
de schipbreukelingen liet niets te wenschen
over. De reddingsbooten van de Prins
Frederik werden aan boord van de Mar
pessa geheschen, voor het geval, dat zij
dien nacht nog noodig mochten zijn. Maar
gelukkig was dat niet het geval. De Mar
pessa kwam 's morgens halftien aan de
piers van Falmouth, waar de kolonialen
en de equipage in het Zeemanshuis wer
den gelogeerd en de passagiers in de
hotels een onderkomen vonden."
Gedurende de maand Juni zijn bij het
koloniaal werfdepot aangenomen 55 per
sonen; als 36 Nederlanders, 8 Belgen, 7
Duitschers, 3 Luxemburgers en 1 Zwit
ser, terwijl van de verschillende korpsen
van het leger hier te landen werden over
genomen 66 onderofficieren en minderen,
n.l. 50 van de infanterie, 9 van de artil
lerie en 7 van de cavalerie.
In de eerste categorie zijn begrepen 2
sergeanten-majoor, 2 soldalen-schrijver en
6 miliciens die voor twee jaar gedeta
cheerd werden, en in de 2e categorie, 1
korporaal en 1 soldaat voor West-Indië,
1 soldaat en 9 miliciens, die ook voor 2
jaar gedetacheerd werden.
Naar Oost-Indië vertrokken in 2 deta
chementen 5 officieren, 8 onderofficieren
en 150 korporaals en manschappen, ter
wijl 5 officieren en 1 officier afzonderlijk
vertrokken, en keerden vandaar te Har
derwijk terug 9 miliciens, die met groot
verlof vertrokken en naar hunne korpsen
teruggingen.
Uit West-Indië keerden 1 sergeant en
'1 soldaat terug, die met paspoort den
dienst verheten.
In die maand werd aan handgeld uitbe
taald f31,610.
In het zuiden van Limburg zijn
phosphaatvelden ontdekt. Er heeft zich
reeds eene commissie gevormd, die zal
trachten eene Maatschappij tot ontginning
op te richten. De eerste bijeenkomst, om
daartoe te geraken, zal Zaterdag a.s. te
Maastricht plaats hebben.
De zitting der Tweede Kamer van
gisteren begon met een belangrijk inci
dent.
De minister van binnen! zaken, de heer
de Savornin Lohman, erlangde op zijn
verzoek het woord.
Aanleiding daartoe vond hij in het ge
zegde waarmede eergisteren de heer Do-
mela Nieuwenhuis zijne rede eindigde.
Aan den ministerstafel was het niet ver
staan, maar naar aanleiding van hetgeen
de verslagen bevatten, heeft de minister
den heer Nieuwenhuis gevraagd, wat hij
gezegd heeft, waarop de heer Nieuwen
huis schriftelijk verklaard heeft gezegd
te hebben, dat de minister ook een op
roermaker is genoemd, dat de Minister
en hij elkander dus niets te verwijten
hebben en dat, meende de Minister daarin
een persoonlijke feit te vinden, hij dat
zelf moest weten.
De Minister nu acht het hoog noodig
op die aantijging te antwoorden. Als zij
persoonlijk door den heer Domela Nieuwen
huis ware geschied, zou hij er niet op
antwoorden, maar hetgeen hij gezegd
heeft, wordt hem sinds jaren in politieke
en kerkelijke couranten ten laste gelegd.
Steeds heeft de Minister daarop gezwegen.
Maar nu de aanvoerder van de socialisten
ook in deze Kamer, dat woord gebruikt,
zou het, onweersproken blijvende, als een
fail acquis kunnen aangemerkt worden
alsof de Minister werkelijk een rustver
stoorder ware geweest en nu wenscht
hij te constateeren ten aanhoore der ge-
heele natie, dat hij zich nooit schuldig
heeft gemaakt aan rustverstoring, noch
in private, noch in openbare betrekking.
Steeds heeft hij het christelijk beginsel
gehuldigd, dat verzet streng moet worden
afgekeurd. Dat wil hij hier constateeren
en als nu de beschuldiging voortaan weer
mocvt worden uitgesproken, dan hoopt
de minister, dat het in zoodanigen vorm
zal geschieden, dat de Minister het voor
den rechter zal kunnen brengen; als
minister des Konings mag hij zich toch
in zulk een hatelijk daglicht niet doen
stellen. Is hij weder als Minister afge
treden, dan zal hij zich aan zulke aan
tijgingen niet storen, maar als het tijdens
zijn ministerschap hier weder gebeurt,
dan zal hij T voor den rechter brengen,
niet om zich te wreken, maar om te doen
constateeren de onwaaiheid.
Dit incident liep hiermede af.
Het comité van organisatie voor het
congres voor nijverhejds-hygiéne en red
dingswezen, dat 1 September a. s. en
volgende dagen te Amsterdam wordt ge
houden, heeft zich tot de spoorwegbe-
sturen gewend, met verzoek aan de con
gresleden op voortoon van hunne con-
greskaart retourLaarten naar Amsterdam
af te geven tegen verminderde vrachten,
en geldende van 30 Augustus tot 6 Sep
tember d, a. v.
De heer J. van Dijk te Doetinchem
ontving de beide laatste maanden weder
tal van gaven voor ■zijne pbilantropische
instellingen, als: van den kerkeraad der
Ned herv gemeente te Amsterdam, op
brengst collecten, f 7S4.33van den heer
J. C. Eger te Doetinchem f175, van G.
v. d. Z. te S. f 100, van mej. A. G. te
Amsterdam, door haar verzameld, f285;
onder lett. G. f500, enz.
Uit Phillippine schrijft men aan de
Midd. Ct.
«De mosselhandel, die van Paschen tot
Pinksteren geheel stil lag, is reeds in
vollen gang. Nog telken jare neemt de
verzending toe. Gent gebruikt tegenwoor
dig veel mosselen, doch ook andere Bel
gische steden als Brussel en en Synghem.
Voor Frankrijk is het nog te vroegmet
de verzending daarheen zal men eerst
over een maand beginnen. De mosselen
zijn vet en blank en beloven een goed
jaar. De prijs aan de losplaats is 2.50
frans per ton.
De garnalenvisscherij, die in den minst
drukken tijd onze visschers bezig houdt,
heeft een slecht seizoen gehad. Er werd
weinig gevangen en de garnaal was dit
jaar klein van stuk. De meeste werd naar
Relgië, vooral Melchelen en Gent verzon
den. Gemiddeld was de prijs derdig cen
times per kilo."
Dinsdagnacht zijn te Breda acht per
sonen van slecht allooi een huis in eene
beruchte buurt binnengedrongen, alwaar
zij een 27-jarig meisje van verdachte ze
den, van het bed sleurden en een aan
slag op haar leven pleegden door haar
drie messteken in den rug toe te bren
gen, waarvan een tot de longen doordrong,
met dien gevolge, dat zij, na de eerste
geneeskundige behandeling, in levensge
vaarlijken toestand naar het hospitaal
werd vervoerd. De hoofddader is een
zekeren G., orgeldraaier en uit den dienst
weggejaagden veld-arlillerist. Er bestaat
weinig of geen hoop op het levensbehoud
van het slachtoffer. G. is in hechtenis ge
nomen.
Dinsdag stegen te Weenen drie officieren
op met een luchtballon. Op zekere hoogte
gekomen, na een paar uur te hebben
rondgezweefd, wilden zjj weder naar be
neden komen, hetgeen hun echter niet
gelukte door een defect aan de veiligheids
kleppen. Eerst Woensdagmiddag daalden
zij neer op een afstand van 360 kilometer
van de plaats, waar zij opgestegen waren.
Een sclioone siaapster. Te Amboy,
Illinois, slaapt een jong meisje van 19 jaar,
Grace Gridley, reeds meer dan twee maan
den achterepn. 15 April ging zij in vol
maakte gezondheid op het gewone uur
naar bed, maar des anderen daags kon
men haar onmogelijk wekken. Na een
week geslapen te hebben, werd zij wak
ker en stond op, maar eenige oogenblik-
ken later viel zij weer in slaap en sedert
is zij niet meer ontwaakt. Zij ziet er blozend
en gezond uit, haar ademhaling is regel
matig en haar slaap zoo zacht als die van
een kind. Men voedt haar met bouillon.
Voor de rechtbank te 's Hage stond
dezer dagen terecht zekere V., boeren
knecht te Vrijendal (bij Delft). Deze
«millioenenheer" heeft den menschen net
zoolang allerlei sprookjes verteld, welken
hij met valsche papieren een schijn van
waarheid wist te geven, dat hij te zamen
f 14000 schuld heeft gemaakt. Uit het
pleidooi van den verdediger bleek, dat
de menschen weder hoogst lichtgeloovig
waren geweest en het verhaal van bek).,
dat hij f16000 onder den grond had ver
borgen, onmiddelijk voor waarheid aan
namen. Ook op de terechtzitting hield
de bekl. dit nog vol, doch hij weigerde
de plaats aan te wijzen. Het O. M. eischte
3 jaren gevangenisstraf wegens valscliheid
in geschriften.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORTbrengen ter
kennis van de ingezetenen dezer gemeente,
die ter erlanging van liet eereteeken we
gens eervollen, langdurigen, werkelijken
dienst bij de schutterijen in de termen
van Zijner Majesteits besluit dd. 5 Decem
ber 1851 (Staatsblad no. 149) mochten
gekomen zijn en verlangen met het eere
teeken te worden begiftigd, dat zij zich
tot het doen van de vereischte aangifte
ter secretarie kunnen vervoegen op Maan
dag, den 14. Juli aanstaande, 's morgens
tusschen 10 en 1 uur.
Amersfoort, den 4 Juli 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
W. A. CROOCEKWIT.
De Secretaris Weth. fd. Br.
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gelet op art. 18 der wet van den 4.
December 1872 (Staatsblad No. 134),
Brengen ter algemeene kennis, dat el-
ken Maandag 's namiddags te één
ure, voor eenieder de gelegenheid tot
kostelooze inënting wordt gegeven in de
daartoe bestemde localiteit, gelegen aan
de Breestraat. Wijk F, No. 133.
Amersfoort, den 4. Juli 1890,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
W. A. CROOCKEWIT.
De Secretaris, Weth. I". B'\
W. L. SCHELTUS.
De COMMISSARIS des KONINGS in
de Provincie UTRECHT,
Gezien het besluit van Heeren Gede
puteerde Staten der provincie Utrecht,
dd. 26 Junij 1890, no. 50;
Gelet op art. 11 der wet van 13 Junij
1857 Staatsblad no. 87),
Brengt bij deze ter kennis van belang
hebbenden, dat de opening der jagtbe-
drijven, vermeld onder litt. d, en li van
art. 15 der voormelde wet, voor deze
Provincie is bepaald op Zaturdag den
19 Julij aanslaande, ter plaatse bij art.
1 van het Reglement op pe uitoefening
der jagt en visscherij in de provincie
Utrecht van 13 Julij 1890 Provinciaal
blad no. Ti) aangeduid.
En, ten einde niemand eenige onwe
tendheid hiervan voorwende, zal deze
worden afgekondigd en aangeplakt, waar
zulks te doen gebruikelijk is.
Utrecht, den 30 Junij 1890.
De Commissaris des Konings voornoemd,
SCHIMMELPENNINCK v. d. O.
v. NIJENBEEK.
BURGERLIJKE STANDEN.
Amersfoort.
Geboren: 28 Juni, Leonard, z. van Hen
drik Binsbergen en Magdalena Hendriks Smit.
Johannes Josephus, z. van Petrus Moltmaker
en Anna Maria Stork. 29 Juni, Philip-
pus, z. van Jan van der Pol en Christina
van Nimwegen. 30 Juni, Johanna, d.
van Albertus Gouw en Cornelia Nagelmakers.
Elisabeth, d. van Eibert Luigjes en Jacobus
Buijs. Maria Johanna Lambertha Albertina,
d. van Cornelis Michael Maria Vermolen en
Bertha Maria Cornelia de Jong. Maria,
d. van Jacobus van Nimwegen en Hendje
Middelaar. 1 Juli, Maria, d. van Renger
Roethof en Maria Poort.
Ondertrouwd: 27 Juni, Gijsbert Rui
tenberg en Geertruida Aleida Geitenbeek.
3 Juli, Sander Kraan en Christina Jacoba
Sehenkbergen.
Getrouwd: 2 Juli. Geradus van Diermen
eu Januetje Overhorst.
Overleden: 30 Juni, Martinus Antonius
van Olphen 48 j. wedr. van PetronellaKrij-
nen. Willemina Adriana Rijnders 16 d.
1 Juli, Jacob Fitskie 20 j., ongeh. 2 Juli,
Albert van 't Zandt 21 j., ongeh.
Hoogland.
Geboren: 28 Juni, Jacob zoon van J.
van den Brink en J. van Dijkhuizen.
28 Juni, Hendrik, zoon van E. J. Pegman
en H. van de Pol.
Stonteuburg.
Geboren: 1 Juli, Jan, zoon van Jan
Lagerweij en van Gijsbertje Veldhuizen.
Woudenberg.
Geboren: 27 Juni, Gerrit, z. van Hen
drik Veenvliet en Alida Cornelia ter Burg.
30 Juni, Teunisje, d. van Cornelis van de
Stroet en Elisabeth Bos.
Overleden: 29 Juni, Maria Lagerweij,
73 j. 2 Juli, Rosa Gabriels, 35 j.
MARKTBERICHT.
AMERSFOORT, 4 Juli 1890.
Tarwe
f O.-af
0.— i
Rogge
- o.— -
0.— 1
Boekweit
- 0.- -
0—
per
Appelen
0— -
0—
hecto-
Peren
- 0.— -
0—
liter.
Kleiaardapp.
- 0-
0.—
Zand
- 2.50,,-
3.50
Hoendereiereu
- 3.50,,-
4 P
lOOst.
Boter
- 1—
1.15 p. kilo.
Margarine
- o.- -
0.- p.
Zoetem. kaas
- o—„-
0.— p.50
Kippen
- 0.70,,-
1— 1
Kuikens
- 0.60 -
1.10
Piepkuikens
- 0.30 -
0.80
Ganzen
- 0— -
0—
Per-
stuk
Oude eenden
Jonge
- 0.60 -
- 0.— -
0.90
0—
Hazen
0.-
0—
Wilde konijnon
- 0.— -
0—
Tamme
- 0.20 -
1—
Duiven
- 0.30,,-
0.90 per paar.
Biggen
- 6.50 -
10— i
Schrammen
- 15—,,-
27—
Vette koeieu
- 0— -
0—
Guste
- o— -
0
per
stuk.
Kalf
- 0—„-
0
Kalfvaarzen
- o.- -
O—
Pinken
0.-
0—
Pinkstieren
- 0— -
0—
Guste vaarzen
- 0— -
0—
Aangevoerd
waren ongeveer
heet.
Tarwe; heet. Rogge; heet. Boek
weit; heet. Appelen; heet. Peren;
heet. Kleiaardappelen40 heet. Zand-
aardappelen; 10000 stuks Hoendereieren;
stuks Eendeneieren; 1800 kilo Boter;
Vette varkens - 0.- 0.kilo.
kilo Margarine; kilo Kaas;
stuks vee.
Aan onzen stadgenoot Dr. J. Doyer
en aan onze vroegere stadgenooten Dr.
R. A. Kollewijn en D. F. van Esveld is
de onderscheiding te beurt gevallen van
tot leden van het Provinciaal Utrechtsch
Genootschap voor Kunsten en Wetenschap
pen te worden benoemd.
Wij vestigen de aandacht onzer le
zers op achterstaande advertentie, waarin
de directie van de Hollandsche IJzeren
spoorwegmaatschappij bericht, dat gedu
rende de zomermaanden Juli en Augustus,
weder eeu excursietrein zal loopen op
eiken Woensdag van verschillende stations
naar Rhenen, Nijmegen, Groesbeek en
Kleef. Wie bekend is in die heerlijke
oorden, alwaar de natuur al hare pracht
tentoonstelt, en men volop geniet van de
schoone vergezichten, zal zeker van deze
gelegenheid gebruik maken. Zij die deze
oorden nog niet hebben aanschouwd,
sporen wij aan, van deze goedkoope ge
legenheid gebruik te maken. Zij zullen
alsdan ervaren dat er in ons land tal
van heerlijke plekken zijn, niet over
troffen door die in het buitenland,
waarheen zich velen tot genieten begeven.
Baarn. Gisteren Vrijdag, bracht de
Commissaris der Provincie aan onze Ge
meente zijn eerste bezoek. Van al de
openbare en van vele particuliere gebou
wen wapperde de driekleur. Z.E.xc be
zocht de Vuursche en daarna de kom
onzer Gemeente. De school met den Bijbel
en daarna de i. openbare school werden
mede met een bezoek vereerd.
Voor de betrekking van onderwijzer
aan de 2. openbare school alhier hebben
zich 30 sollicitanten aangemeld, waaron
der 2 met acte gymnastiek. De jaarwedde
bedraagt 600 guldenkennis van gym
nastiek strekt tot aanbeveling.
Van den Trompenberg te Hilversum
steeg Woensdagavond 6.20 uur de koene
luchtreiziger Herman Rodenhof met zijn
nieuwe ballon Jupiter voor de 56e maal
op. Staande op den rand zijner mand,
wuifde hij tot driemaal de duizenden toe,
die, uitgelokt door prachtig zomerweder
en den schoonen omtrek, hier waren
samengestroomd. De ballon rees statig en
verdween in oostelijke richting naar Baai n.
Ruim zever, uur werd het anker uitge
worpen op het weiland van P. van den
Bremer, en kwart voor acht stond de
gepakte mand reeds op de tram-omnibus
naar Baarn.
Een bloedig drama werd Zondag afge
speeld in het dorpje Rofïit bij Angou-
lème.
Een slotenmaker Vasquez genaamd, ge
boren te Oran in Afrika, van Spaansche
afkomst en 25 jaar oud, woonde sedert
den tijd van twee jaar te Angoulème.
Voor ongeveer een jaar maakte hij ken
nis rnet een jong meisje, Marie Brusgea-
son, die zestien jaar was.
Het duurde niet lang of het huwelijk
tusschen de jongelieden was eene beslo
ten zaak en zou jongstleden Zaterdag
geschieden. Vasquez verklaarde dat hij na
den trouwdag naar Oran wilde lerugkee-
ren met zijn vrouw en dat hij rekende
op zijn aanstaande schoonouders, om 400
francs bij te brengen, teneinde in de
verschillende kosten te voorzien. De bruid
daarentegen trachtte het niet te verber
gen, dat zij hoogst ongaarne mee naar
Afrika zou trekken en de ouders gaven
als huwelijksgift dan ook slechts 100
francs.
Een hooggaande twist ontstond daar
over Vrijdag tusschen het aanstaande
echtpaar, met het gevolg, dat de bruigom
zijn congé kreeg en van bet huwelijk
geen sprake meer was. Vasquez kocht
nu Zaterdagavond op de markt een lang
slagersmes, om zijn wraakplan ten uit
voer te brengen.
Zondag begaf hij zich naar het huis
der Brugseasonsde vader was naar de
stad en de moeder, benevens de dochter
twaren in de keuken. Opgewonden en
driftig door een paar woorden trok Vas
quez zijn mes en bracht de moeder ver
schillende steken toe, die bloedend neerviel
en om hulp schreeuwde. Toen wierp hij
zich op het meisje, dat verstijfd van schrik
en onmachtig, om iets te doen, dit too-
neel bijwoonde, en hij wondde haar in
de borst, in de schouders en in het ge
laat. Op het wanhopig hulpgeroep der
moeder snelde een buurman, Pillot, toe
en zocht den woedenden moordenaar te
overmeesteren, maar ook deze ontving een
steek, die den heelen arm doorboorde.
Toen dit geschiedt was, beproefde de
woestaard in tegenwoordigheid zijner
slachtoffers zich de keel af te snijden,
maar de hand was door de krachtsinspan
ning te vermoeid en het mes door zijn
bloedig werk zoo verstompt, dat hij den
zelfmoord niet geheel kon plegen. Er be-
bestaat hoop hem in het leven te behouden,
teneinde hem de straf der justitie te ver
zekeren. Ook de moeder en de dochter
kunnen waarschijnlijk hare wonden te
boven komen, alleen de buurman is er hel
ergst aan toe. Dit voorval bracht de ge-
heele omliggende streek in beroering en
vermeerderde het ontzettend getal mis-
den in Frankrijk weer met een nieuwe
bijdrage.