Gemengd Nieuws. Officieele Publicatiën. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. Het vergaan ran de Prins Freilerik. Het Hbl. bevat het volgende verhaal van een opvarende.Het was dien dag goed helder weder geweest, en's middags te half twee waren wij op 10 mijlen afstands van Ouessant, den uitersten hoek van Frankrijk in het Kanaal, voorbijge- stoomd. Tegen zes uur 's avonds kwam er een dikke mist opzetten, en gaf kapi tein Visman dus order om met halve kracht te stoomen. Bekend is dat er 183 personen aan boord van de «PrinsFrederik" waren, en daarbij 75 man troepen met twee luitenants, waarvan de ongelukkige Van Wijk, de eene was. Ook waren er vijf vrouwen en vier kinderen aan boord. 't Was kwart over tienen. Alle solda ten bevonden zich reeds in hunne hang matten en eenige passagiers hadden zich teruggetrokken. Luitenant Van Wijk, die door zijn gezelligen aard reeds vele vrienden aan boord gemaakt had, was eveneens, ondanks het verzoek der mede passagiers om nog in het salon te blij ven, naar 2ijne hut gegaan omdat hij zich minder wel gevoelde. Overigens was alles in diepe rust en stoomde de «Prins Frederik" langzaam in den dikken nevel vooruit. Kapitein Visman en de eerste en derde-officieren, de heeren Zeelt en Bakker, bevonden zich op de brug. Toe vallig was er dien morgen sloep-exercitie gehouden, dat wil zeggenin tegenwoor digheid van alle militairen en passagiers was er op gewezen en voorgedaan hoe men zich in tijd van nood van de acht sloepen had te bedienen, die het stoom schip aan boord bezat, en toen reeds wer den deze booten over verschillende groe pen van passagiers verdeeld, zoodal ieder der opvarenden in geval van nood wist- naar welke sloep hij zich had te begeven. Weinig vermoedde men dat deze exercitie nog denzelfden dag een zoo voortreffelijk, maar tevens zoo treurig nut zou hebben. De zee was kalm. Er woei een niet sterke wind uit het Zuidwesten, maar de mist belette, dat men eenige meters ver zag. Plotseling, te ongeveer 10 mi nuten voor halfelf, zag de wacht op eene halve scheepslengte de lichten van een naderenden stoomer, die vlak op de «Prins Frederik" aankwam. Natuurlijk was het toen reeds te laat om het gevaar te ont komen. Een hevige schok, een donderend gekraak en de vreemde stoomboot was even aan den voorkant vari hel wa terdichte schot, tusschen de machineka mer en het achtterruim der «Prins Fre derik" binnengedrongen en, toen weer achteruit stoomende, in den nevel ver dwenen. Oogenblikkelijk werd aan boord van de «Prins Frederik" alarm gemaakt. De soldaten en de passagiers, voor zoover ze nog niet ter ruste waren, kwamen oogenblikkelijk op het dek; anderen, die reeds te bed lagen, kwamen in primi tieve kleeding, een doek of jas omgesla gen, aanloopen, en sommigen hadden nog tijd, voorwerpen van waarde of kostbaar heden bij zich te steken. Van meer dan eene zijde is reeds rechtmatige hulde gebracht aan de orde, de tegenwoordigheid van geest, die allen aan boord op het oogenblik der aanva ring bezielde. Natuurlijk was men niet weinig ontsteld, maar op het krachtge vend voorbeeld van de equipage der «Prins Frederik", wier voortreffelijk be leid door allen werd geroemd, schenen allen doordrongen van het denkbeeld, dat redding alleen van kalmte en bedaard heid afhing. Intusschen was het lek gepeild en bleek het. dat de machine geheel verbrijzeld was de machinisten hadden zich ijlings langs de stookplaten naar boven weten te werken en dat er reeds verschei den voeten water in het achterruim ston den. Van de acht reddingsbooten aan boord, waren er twee door de aanvaring onbruikbaar geworden; de zes anderen deels al gevuld met passagiers en mili tairen, werden buiten boord gezet, waarbij het bleek dat het Duinkers-systeem van takeling onschatbare diensten bewees. Inderdaad, dat de booten binnen enkele minuten, gevuld met 35 a 45 personen, buiten boord en los van de «Prins Fre derik" waren, is het behoud van zoovele menschenlevens geweest, want met den achtersteven naar beneden zonk de «Prins Frederik", waarin het electrisch licht middelerwijl was uitgegaan, hoe langer hoe dieper. En nauwelijks acht a negen minuten na de aanvaring, daar zag men het fraaie schip plotseling, onder het he vig opgierend water, in de diepte ver dwijnen, die daar ter plaatse zeer aan zienlijk, 100 vamen, ongeveer 200 M„ is. Nu dreven daar de zes reddingsbooten van de Prins Frederik op de gelukkig vrij kalme zee rond. Waarheen? In de verte hoorde men de Alarpessa fluiten, er, men hield in die richting aan. Een half uur later had men deze boot bereikt. Maar ook op Marpessa was men voor zinken beducht. Zij had eene aan zienlijke schade beloopen aan den voor steven: de boeg was weg en aan bak boordzijde was het yzer geheel omgekruld. Reeds had zij twee harer booten in zee gelaten en, om het schip aan den voor steven te lichten 90 a 100 ton graan over boord gezet. Het bleek echter, dat de Marpessa het wel kon houden, en toen dus \oor haar geen gevaar bestond, wer den de schipbreukelingen van de Prins Frederik door haar opgenomen, wat vrij gemakkelijk langs de stormteer geschiedde. Om halftwaalf waren allen van de Prins Frederik aan boord van de Marpessa, of niet allen, want het bleek hier, dat de ongelukkige Van Wijk en de zes kolonialen, die men vermiste, geen ge legenheid hadden gehad zich te redden en met de Prins Frederik door de diepte waren verzwolgen. Om den voorsteven van de Marpessa die eerst acht maanden geleden te New castle gebouwd was en nu met een la ding stukgoed van Taganrog naar Duin kei ken op reis was, nog meer te lichten werden de kolonialen mede aan het werk gezet om de zware stukken naar achte ren te brengen, terwijl voor de vrouwen de kajuit beschikbaar werd gesteld. De ontvangst aan boord van de Marpessa voor de schipbreukelingen liet niets te wenschen over. De reddingsbooten van de Prins Frederik werden aan boord van de Mar pessa geheschen, voor het geval, dat zij dien nacht nog noodig mochten zijn. Maar gelukkig was dat niet het geval. De Mar pessa kwam 's morgens halftien aan de piers van Falmouth, waar de kolonialen en de equipage in het Zeemanshuis wer den gelogeerd en de passagiers in de hotels een onderkomen vonden." Gedurende de maand Juni zijn bij het koloniaal werfdepot aangenomen 55 per sonen; als 36 Nederlanders, 8 Belgen, 7 Duitschers, 3 Luxemburgers en 1 Zwit ser, terwijl van de verschillende korpsen van het leger hier te landen werden over genomen 66 onderofficieren en minderen, n.l. 50 van de infanterie, 9 van de artil lerie en 7 van de cavalerie. In de eerste categorie zijn begrepen 2 sergeanten-majoor, 2 soldalen-schrijver en 6 miliciens die voor twee jaar gedeta cheerd werden, en in de 2e categorie, 1 korporaal en 1 soldaat voor West-Indië, 1 soldaat en 9 miliciens, die ook voor 2 jaar gedetacheerd werden. Naar Oost-Indië vertrokken in 2 deta chementen 5 officieren, 8 onderofficieren en 150 korporaals en manschappen, ter wijl 5 officieren en 1 officier afzonderlijk vertrokken, en keerden vandaar te Har derwijk terug 9 miliciens, die met groot verlof vertrokken en naar hunne korpsen teruggingen. Uit West-Indië keerden 1 sergeant en '1 soldaat terug, die met paspoort den dienst verheten. In die maand werd aan handgeld uitbe taald f31,610. In het zuiden van Limburg zijn phosphaatvelden ontdekt. Er heeft zich reeds eene commissie gevormd, die zal trachten eene Maatschappij tot ontginning op te richten. De eerste bijeenkomst, om daartoe te geraken, zal Zaterdag a.s. te Maastricht plaats hebben. De zitting der Tweede Kamer van gisteren begon met een belangrijk inci dent. De minister van binnen! zaken, de heer de Savornin Lohman, erlangde op zijn verzoek het woord. Aanleiding daartoe vond hij in het ge zegde waarmede eergisteren de heer Do- mela Nieuwenhuis zijne rede eindigde. Aan den ministerstafel was het niet ver staan, maar naar aanleiding van hetgeen de verslagen bevatten, heeft de minister den heer Nieuwenhuis gevraagd, wat hij gezegd heeft, waarop de heer Nieuwen huis schriftelijk verklaard heeft gezegd te hebben, dat de minister ook een op roermaker is genoemd, dat de Minister en hij elkander dus niets te verwijten hebben en dat, meende de Minister daarin een persoonlijke feit te vinden, hij dat zelf moest weten. De Minister nu acht het hoog noodig op die aantijging te antwoorden. Als zij persoonlijk door den heer Domela Nieuwen huis ware geschied, zou hij er niet op antwoorden, maar hetgeen hij gezegd heeft, wordt hem sinds jaren in politieke en kerkelijke couranten ten laste gelegd. Steeds heeft de Minister daarop gezwegen. Maar nu de aanvoerder van de socialisten ook in deze Kamer, dat woord gebruikt, zou het, onweersproken blijvende, als een fail acquis kunnen aangemerkt worden alsof de Minister werkelijk een rustver stoorder ware geweest en nu wenscht hij te constateeren ten aanhoore der ge- heele natie, dat hij zich nooit schuldig heeft gemaakt aan rustverstoring, noch in private, noch in openbare betrekking. Steeds heeft hij het christelijk beginsel gehuldigd, dat verzet streng moet worden afgekeurd. Dat wil hij hier constateeren en als nu de beschuldiging voortaan weer mocvt worden uitgesproken, dan hoopt de minister, dat het in zoodanigen vorm zal geschieden, dat de Minister het voor den rechter zal kunnen brengen; als minister des Konings mag hij zich toch in zulk een hatelijk daglicht niet doen stellen. Is hij weder als Minister afge treden, dan zal hij zich aan zulke aan tijgingen niet storen, maar als het tijdens zijn ministerschap hier weder gebeurt, dan zal hij T voor den rechter brengen, niet om zich te wreken, maar om te doen constateeren de onwaaiheid. Dit incident liep hiermede af. Het comité van organisatie voor het congres voor nijverhejds-hygiéne en red dingswezen, dat 1 September a. s. en volgende dagen te Amsterdam wordt ge houden, heeft zich tot de spoorwegbe- sturen gewend, met verzoek aan de con gresleden op voortoon van hunne con- greskaart retourLaarten naar Amsterdam af te geven tegen verminderde vrachten, en geldende van 30 Augustus tot 6 Sep tember d, a. v. De heer J. van Dijk te Doetinchem ontving de beide laatste maanden weder tal van gaven voor ■zijne pbilantropische instellingen, als: van den kerkeraad der Ned herv gemeente te Amsterdam, op brengst collecten, f 7S4.33van den heer J. C. Eger te Doetinchem f175, van G. v. d. Z. te S. f 100, van mej. A. G. te Amsterdam, door haar verzameld, f285; onder lett. G. f500, enz. Uit Phillippine schrijft men aan de Midd. Ct. «De mosselhandel, die van Paschen tot Pinksteren geheel stil lag, is reeds in vollen gang. Nog telken jare neemt de verzending toe. Gent gebruikt tegenwoor dig veel mosselen, doch ook andere Bel gische steden als Brussel en en Synghem. Voor Frankrijk is het nog te vroegmet de verzending daarheen zal men eerst over een maand beginnen. De mosselen zijn vet en blank en beloven een goed jaar. De prijs aan de losplaats is 2.50 frans per ton. De garnalenvisscherij, die in den minst drukken tijd onze visschers bezig houdt, heeft een slecht seizoen gehad. Er werd weinig gevangen en de garnaal was dit jaar klein van stuk. De meeste werd naar Relgië, vooral Melchelen en Gent verzon den. Gemiddeld was de prijs derdig cen times per kilo." Dinsdagnacht zijn te Breda acht per sonen van slecht allooi een huis in eene beruchte buurt binnengedrongen, alwaar zij een 27-jarig meisje van verdachte ze den, van het bed sleurden en een aan slag op haar leven pleegden door haar drie messteken in den rug toe te bren gen, waarvan een tot de longen doordrong, met dien gevolge, dat zij, na de eerste geneeskundige behandeling, in levensge vaarlijken toestand naar het hospitaal werd vervoerd. De hoofddader is een zekeren G., orgeldraaier en uit den dienst weggejaagden veld-arlillerist. Er bestaat weinig of geen hoop op het levensbehoud van het slachtoffer. G. is in hechtenis ge nomen. Dinsdag stegen te Weenen drie officieren op met een luchtballon. Op zekere hoogte gekomen, na een paar uur te hebben rondgezweefd, wilden zjj weder naar be neden komen, hetgeen hun echter niet gelukte door een defect aan de veiligheids kleppen. Eerst Woensdagmiddag daalden zij neer op een afstand van 360 kilometer van de plaats, waar zij opgestegen waren. Een sclioone siaapster. Te Amboy, Illinois, slaapt een jong meisje van 19 jaar, Grace Gridley, reeds meer dan twee maan den achterepn. 15 April ging zij in vol maakte gezondheid op het gewone uur naar bed, maar des anderen daags kon men haar onmogelijk wekken. Na een week geslapen te hebben, werd zij wak ker en stond op, maar eenige oogenblik- ken later viel zij weer in slaap en sedert is zij niet meer ontwaakt. Zij ziet er blozend en gezond uit, haar ademhaling is regel matig en haar slaap zoo zacht als die van een kind. Men voedt haar met bouillon. Voor de rechtbank te 's Hage stond dezer dagen terecht zekere V., boeren knecht te Vrijendal (bij Delft). Deze «millioenenheer" heeft den menschen net zoolang allerlei sprookjes verteld, welken hij met valsche papieren een schijn van waarheid wist te geven, dat hij te zamen f 14000 schuld heeft gemaakt. Uit het pleidooi van den verdediger bleek, dat de menschen weder hoogst lichtgeloovig waren geweest en het verhaal van bek)., dat hij f16000 onder den grond had ver borgen, onmiddelijk voor waarheid aan namen. Ook op de terechtzitting hield de bekl. dit nog vol, doch hij weigerde de plaats aan te wijzen. Het O. M. eischte 3 jaren gevangenisstraf wegens valscliheid in geschriften. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORTbrengen ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, die ter erlanging van liet eereteeken we gens eervollen, langdurigen, werkelijken dienst bij de schutterijen in de termen van Zijner Majesteits besluit dd. 5 Decem ber 1851 (Staatsblad no. 149) mochten gekomen zijn en verlangen met het eere teeken te worden begiftigd, dat zij zich tot het doen van de vereischte aangifte ter secretarie kunnen vervoegen op Maan dag, den 14. Juli aanstaande, 's morgens tusschen 10 en 1 uur. Amersfoort, den 4 Juli 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, W. A. CROOCEKWIT. De Secretaris Weth. fd. Br. W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gelet op art. 18 der wet van den 4. December 1872 (Staatsblad No. 134), Brengen ter algemeene kennis, dat el- ken Maandag 's namiddags te één ure, voor eenieder de gelegenheid tot kostelooze inënting wordt gegeven in de daartoe bestemde localiteit, gelegen aan de Breestraat. Wijk F, No. 133. Amersfoort, den 4. Juli 1890, Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester W. A. CROOCKEWIT. De Secretaris, Weth. I". B'\ W. L. SCHELTUS. De COMMISSARIS des KONINGS in de Provincie UTRECHT, Gezien het besluit van Heeren Gede puteerde Staten der provincie Utrecht, dd. 26 Junij 1890, no. 50; Gelet op art. 11 der wet van 13 Junij 1857 Staatsblad no. 87), Brengt bij deze ter kennis van belang hebbenden, dat de opening der jagtbe- drijven, vermeld onder litt. d, en li van art. 15 der voormelde wet, voor deze Provincie is bepaald op Zaturdag den 19 Julij aanslaande, ter plaatse bij art. 1 van het Reglement op pe uitoefening der jagt en visscherij in de provincie Utrecht van 13 Julij 1890 Provinciaal blad no. Ti) aangeduid. En, ten einde niemand eenige onwe tendheid hiervan voorwende, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is. Utrecht, den 30 Junij 1890. De Commissaris des Konings voornoemd, SCHIMMELPENNINCK v. d. O. v. NIJENBEEK. BURGERLIJKE STANDEN. Amersfoort. Geboren: 28 Juni, Leonard, z. van Hen drik Binsbergen en Magdalena Hendriks Smit. Johannes Josephus, z. van Petrus Moltmaker en Anna Maria Stork. 29 Juni, Philip- pus, z. van Jan van der Pol en Christina van Nimwegen. 30 Juni, Johanna, d. van Albertus Gouw en Cornelia Nagelmakers. Elisabeth, d. van Eibert Luigjes en Jacobus Buijs. Maria Johanna Lambertha Albertina, d. van Cornelis Michael Maria Vermolen en Bertha Maria Cornelia de Jong. Maria, d. van Jacobus van Nimwegen en Hendje Middelaar. 1 Juli, Maria, d. van Renger Roethof en Maria Poort. Ondertrouwd: 27 Juni, Gijsbert Rui tenberg en Geertruida Aleida Geitenbeek. 3 Juli, Sander Kraan en Christina Jacoba Sehenkbergen. Getrouwd: 2 Juli. Geradus van Diermen eu Januetje Overhorst. Overleden: 30 Juni, Martinus Antonius van Olphen 48 j. wedr. van PetronellaKrij- nen. Willemina Adriana Rijnders 16 d. 1 Juli, Jacob Fitskie 20 j., ongeh. 2 Juli, Albert van 't Zandt 21 j., ongeh. Hoogland. Geboren: 28 Juni, Jacob zoon van J. van den Brink en J. van Dijkhuizen. 28 Juni, Hendrik, zoon van E. J. Pegman en H. van de Pol. Stonteuburg. Geboren: 1 Juli, Jan, zoon van Jan Lagerweij en van Gijsbertje Veldhuizen. Woudenberg. Geboren: 27 Juni, Gerrit, z. van Hen drik Veenvliet en Alida Cornelia ter Burg. 30 Juni, Teunisje, d. van Cornelis van de Stroet en Elisabeth Bos. Overleden: 29 Juni, Maria Lagerweij, 73 j. 2 Juli, Rosa Gabriels, 35 j. MARKTBERICHT. AMERSFOORT, 4 Juli 1890. Tarwe f O.-af 0.— i Rogge - o.— - 0.— 1 Boekweit - 0.- - 0— per Appelen 0— - 0— hecto- Peren - 0.— - 0— liter. Kleiaardapp. - 0- 0.— Zand - 2.50,,- 3.50 Hoendereiereu - 3.50,,- 4 P lOOst. Boter - 1— 1.15 p. kilo. Margarine - o.- - 0.- p. Zoetem. kaas - o—„- 0.— p.50 Kippen - 0.70,,- 1— 1 Kuikens - 0.60 - 1.10 Piepkuikens - 0.30 - 0.80 Ganzen - 0— - 0— Per- stuk Oude eenden Jonge - 0.60 - - 0.— - 0.90 0— Hazen 0.- 0— Wilde konijnon - 0.— - 0— Tamme - 0.20 - 1— Duiven - 0.30,,- 0.90 per paar. Biggen - 6.50 - 10— i Schrammen - 15—,,- 27— Vette koeieu - 0— - 0— Guste - o— - 0 per stuk. Kalf - 0—„- 0 Kalfvaarzen - o.- - O— Pinken 0.- 0— Pinkstieren - 0— - 0— Guste vaarzen - 0— - 0— Aangevoerd waren ongeveer heet. Tarwe; heet. Rogge; heet. Boek weit; heet. Appelen; heet. Peren; heet. Kleiaardappelen40 heet. Zand- aardappelen; 10000 stuks Hoendereieren; stuks Eendeneieren; 1800 kilo Boter; Vette varkens - 0.- 0.kilo. kilo Margarine; kilo Kaas; stuks vee. Aan onzen stadgenoot Dr. J. Doyer en aan onze vroegere stadgenooten Dr. R. A. Kollewijn en D. F. van Esveld is de onderscheiding te beurt gevallen van tot leden van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap voor Kunsten en Wetenschap pen te worden benoemd. Wij vestigen de aandacht onzer le zers op achterstaande advertentie, waarin de directie van de Hollandsche IJzeren spoorwegmaatschappij bericht, dat gedu rende de zomermaanden Juli en Augustus, weder eeu excursietrein zal loopen op eiken Woensdag van verschillende stations naar Rhenen, Nijmegen, Groesbeek en Kleef. Wie bekend is in die heerlijke oorden, alwaar de natuur al hare pracht tentoonstelt, en men volop geniet van de schoone vergezichten, zal zeker van deze gelegenheid gebruik maken. Zij die deze oorden nog niet hebben aanschouwd, sporen wij aan, van deze goedkoope ge legenheid gebruik te maken. Zij zullen alsdan ervaren dat er in ons land tal van heerlijke plekken zijn, niet over troffen door die in het buitenland, waarheen zich velen tot genieten begeven. Baarn. Gisteren Vrijdag, bracht de Commissaris der Provincie aan onze Ge meente zijn eerste bezoek. Van al de openbare en van vele particuliere gebou wen wapperde de driekleur. Z.E.xc be zocht de Vuursche en daarna de kom onzer Gemeente. De school met den Bijbel en daarna de i. openbare school werden mede met een bezoek vereerd. Voor de betrekking van onderwijzer aan de 2. openbare school alhier hebben zich 30 sollicitanten aangemeld, waaron der 2 met acte gymnastiek. De jaarwedde bedraagt 600 guldenkennis van gym nastiek strekt tot aanbeveling. Van den Trompenberg te Hilversum steeg Woensdagavond 6.20 uur de koene luchtreiziger Herman Rodenhof met zijn nieuwe ballon Jupiter voor de 56e maal op. Staande op den rand zijner mand, wuifde hij tot driemaal de duizenden toe, die, uitgelokt door prachtig zomerweder en den schoonen omtrek, hier waren samengestroomd. De ballon rees statig en verdween in oostelijke richting naar Baai n. Ruim zever, uur werd het anker uitge worpen op het weiland van P. van den Bremer, en kwart voor acht stond de gepakte mand reeds op de tram-omnibus naar Baarn. Een bloedig drama werd Zondag afge speeld in het dorpje Rofïit bij Angou- lème. Een slotenmaker Vasquez genaamd, ge boren te Oran in Afrika, van Spaansche afkomst en 25 jaar oud, woonde sedert den tijd van twee jaar te Angoulème. Voor ongeveer een jaar maakte hij ken nis rnet een jong meisje, Marie Brusgea- son, die zestien jaar was. Het duurde niet lang of het huwelijk tusschen de jongelieden was eene beslo ten zaak en zou jongstleden Zaterdag geschieden. Vasquez verklaarde dat hij na den trouwdag naar Oran wilde lerugkee- ren met zijn vrouw en dat hij rekende op zijn aanstaande schoonouders, om 400 francs bij te brengen, teneinde in de verschillende kosten te voorzien. De bruid daarentegen trachtte het niet te verber gen, dat zij hoogst ongaarne mee naar Afrika zou trekken en de ouders gaven als huwelijksgift dan ook slechts 100 francs. Een hooggaande twist ontstond daar over Vrijdag tusschen het aanstaande echtpaar, met het gevolg, dat de bruigom zijn congé kreeg en van bet huwelijk geen sprake meer was. Vasquez kocht nu Zaterdagavond op de markt een lang slagersmes, om zijn wraakplan ten uit voer te brengen. Zondag begaf hij zich naar het huis der Brugseasonsde vader was naar de stad en de moeder, benevens de dochter twaren in de keuken. Opgewonden en driftig door een paar woorden trok Vas quez zijn mes en bracht de moeder ver schillende steken toe, die bloedend neerviel en om hulp schreeuwde. Toen wierp hij zich op het meisje, dat verstijfd van schrik en onmachtig, om iets te doen, dit too- neel bijwoonde, en hij wondde haar in de borst, in de schouders en in het ge laat. Op het wanhopig hulpgeroep der moeder snelde een buurman, Pillot, toe en zocht den woedenden moordenaar te overmeesteren, maar ook deze ontving een steek, die den heelen arm doorboorde. Toen dit geschiedt was, beproefde de woestaard in tegenwoordigheid zijner slachtoffers zich de keel af te snijden, maar de hand was door de krachtsinspan ning te vermoeid en het mes door zijn bloedig werk zoo verstompt, dat hij den zelfmoord niet geheel kon plegen. Er be- bestaat hoop hem in het leven te behouden, teneinde hem de straf der justitie te ver zekeren. Ook de moeder en de dochter kunnen waarschijnlijk hare wonden te boven komen, alleen de buurman is er hel ergst aan toe. Dit voorval bracht de ge- heele omliggende streek in beroering en vermeerderde het ontzettend getal mis- den in Frankrijk weer met een nieuwe bijdrage.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 2