NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. HET BOOTHUIS. No. 85. Woensdag 22 October 1890. Negentiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. Feuilleton. AMERSFOORTSCBE COURANT. VOOR Per abonnementsprijs: 3 maanden 1Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Raad van State is Zaterdag in volle vergadering bijeen gewpest, in ver band met maatregelen tot voorziening in de waarneming der Regeering. Waarschijnlijk zullen de Staten Gene raal dus weldra in vereenigde zitting worden opgeroepen om, evenals in het begin van het vorige jaar te bestellen of instelling van een regentschap noodig is. „Moed, Beleid en Trouw." Wij ontvingen mededeeling van de vol gende circulaire, die wij gaarne onder oogen van onze lezers brengen, tegelijk met het verzoek van het bestuur, aan alle inge zetenen van Nederland gericht, om steeds wanneer zij over eene betrekking beschik ken, waarvoor een oud-soldaat, ridder der militaire Willemsorde, geschikt is, daar aan opgave te doen aan een lid van een der afdeelingsbesturen of aan den secre taris van het bestuur, den kolonel der marine F. A. van Braam Elouckgeest te Amsterdam. «Op den 30 April 1890, den 75 jarigen gedenkdag van het bestaan dei Militaire Willemsorde, werd onder de hooge be scherming van Z. M. den Koning eene vereeniging gesticht, die onder de zin spreuk «Moed, Beleid en Trouw" weik- zaam wil zijn in het belang van de rid ders der militaire Willemsorde beneden den rang van Officier. De vereeniging wil die Ridders bij hun terugkeer in de Burgermaatschappij zoo mogelijk aan eene passende betrekking helpen; hen geldelijk steunen, wanneer zij, voor werken ongeschikt, buiten hun schuld in armoede vervallen na hun dood zoo veel mogelijk zorgen voor hun ne weduwen en weezen, Om dat doel te bereiken is er geld, ja zelfs veel geld noodig, doch bij het stichten der vereeniging rekenden wij op uwen steun. Nederland zendt zijne zonen naar Oost en West, ingedeeld bij land- of zeemacht, om te waken voor de eer van Nederlands vlag, om het gezag van onzen geliefden Koning ook in onze schoone koloniën hoog te houden, doch Nederland vergeet die zonen niet. De braven, die, voor dat doel hun leven veil hadden, die, blootgesteld aan de verwoestende ziekten van een tropisch klimaat, aan de duizende gevaren van eer. hardnekkiger! strijd tegen een dap peren vijand uitmuntten boven velen, hunnen kameraden ten voorbeeld waren, en den roem van Nederlands leger en vloot verhoogden die braven worden door u, landgenooten, hoog geschat, gij volgt hen op hun moeielijk pad. Wanneer die dapperen in het vader land terugkeeren, versierd met het kruis voor Moed, Beleid en Trouw, doch dik- wer f met een zwaar geschokte gezondheid, mogen zij niet in armoede vervallen, niet zijn blootgesteld aan zorgen en gebrek. Helpt ons dat te voorkomen. Met vol vertrouwen doen wij een beroep op Uwe medewerking, Uwe offervaardigheid, Uwen steun. Aan eene jaarlijksche gift van minstens f5— is volgens de statuten het lidmaat schap der vereeniging verbonden. Dona teurs zijn zij, die eene jaarlijksche gift van f25,dan wel eene gift in eens van f200.storten. Maar elke gift, hoe ge ring ook, is als blijk van belangstelling in het door ons ondernomen werk har telijk welkom. Vergeet niet, dat met vele kleine gif ten een groot doel kan worden bereikt. Amsterdam, Juli 1890. Het bestuur: jhr. G. M. Verspijck, gep. luit. generaal, adjudant-generaal des Ko- nings; K. van der Heijden, gep,. luit. generaal, adjudant des Konings in buiten gewonen dienst; jhr. F. de Casembroot, gep. vice-admiraal, adjudant des Konings in buitengewonen dienst; J. H. Roms- winckel, gep generaal majoorJ. C. C. den Beer Poortugael, generaal majoor; W. F. H. Cramer, Schout-bij-nacht; F. A. van Braam Houckgeest, kolonel, adju dant des Konings in buitengewonen dienst A. A. F. Lanzing, luit. kolonel; J. F. D. Bruinsma, majoor; A. D. J. de Man, gep. majoor: G. de Wijs, gep. majoor; mr. A. van Naamen van Eemnes, voorzitter van de Eerste Kamerjhr. mr. G. J. Th. Beelaerls van Blokland, voorzitter van de Tweede Kamer; M. W. baron Du Tour van Bellinchave, oud minister van justitie; jhr. mr. J. W.M. Schorer, commissaris des Konings in Nooidhollandmr. G. van Tienhoven, burgemeester van Amsterdam mr. S. A. Vening Meinesz, burgemeester van Rotterdam; mr. F. Alting Mees, presi dent der Ned. handelmaatschappij Charles Boissevain mr. J. G. Gleichman, lid van de Tweede Kamer; mr. E. N. Rahusen mr. F. J. M. A. Reekers, lid van de Tweede kamer; G. A. baron Tindal, oud zeeoffi cier, Ridder der Militaire Willemsorde A. C. Wertheim, lid van de Eerste Kamer." Te Zeist heeft zich een aideelings- bestuur der vereeniging Moed, Beleid, en Trouw gevormd, bestaande uit de heeren jhr. mr. M. I. Pauw van VViel- drecht, voorzitter, J. J. Walland, penning meester, en mr. J. J. Clotterbooke Patijn van Kloetinge, secretaris. Ook voor Zutphen, Gorssel en Warns- veld vormt zich een afdeelingsbesluur, bestaande uit de heeren: Jhr. H. A. D. Coenen, F. El. Umbgrove, B. Cuperus, C. C. Bruriings en K. H. O. van Benne- kom te Zutphen; H. G. J. Völcker en J. Canters te Gorssel er S. A. K. Baron van Nagell te Wainsveid. Gedurende het 3e kwartaal van dit jaar zijn hij het koloniale werfdepot aan genomen 187 personen, nl. 117 Neder landers, 33 Belgen, 25 Duilschers, 4 Zwit sers, 3 Luxemburgers, 3 Zweden en 2 Oostenrijkers, en werden van de ver schillende korpsen van het leger hier te lande overgenomen 135 onderofficieren en minderen als 100 van de infanterie, 27 van de artillerie, 5 van de cavalerie en 3 van de genie. In de le categorie zijn begrepen 1 op zichter 2e klasse der genie, 2 adjudanten- onderofficieren, 1 sergeant majoor, 6 ser geanten en 2 soldaten-schrijver; en in de 2e categorie, 5 sergeanten, 7 korpo raals, 2 hoornblazers en 2 soldaten-schrij ver. Bovendien bevonden zich bij de aangenomenen 29 en bij de overgeno- menen 19 miliciens, die voor den tijd van 2 jaar gedetacheerd werden. Aan handgelden werd in dit kwartaal uitbetaald een som van f 70,795. In dit kwartaal vertrokken naar Oost- Indië in zeven detachementen: 15 officie ren, 28 onderofficieren, 29 korporaals en 311 manschappen, terwijl 5 officieren en 8 onderofficieren afzonderlijk vertrokken. Naar Wcst-Indië werd 1 detachement uitgezonderd, sterk 15 militairen. Uit Oost-Indië keerden te Harderwijk terug 1 Sergeant en 21 miliciens en 1 soldaat van Afrikaanschen oorsprong; en uit West-Indië 8 militairen, die met pen sioen den dienst verlieten. Tot aankoop van meubilair voor- het nieuwe weeshuis te Neerbosch, waarin weder 200 verlaten kinderen plaats zullen kunnen vinden, zal 1 Novem ber te Rotterdam een bazar gehouden worden. Het veelbesproken «Waterpoortje," te Maastricht, dat door het Gemeente bestuur werd afgebroken en welks op bouw door den Minister van Binnenland- sche Zaken is bevolen, ligt nog steeds als puinhoop. Er schijnt met de regee ring onderhandeld te worden over de wijze van opbouw. Die onderhandelingen duren nu reeds zes maanden, tot onge rief van de bewoners van de aan dat poortje gelegen huizen, daar deze thans de verbinding tusschen de beide deelen van den wal missen. Zij wenschen r iets liever, dan dal aan den strijd om dit historisch overblijfsel voorgoed een einde kome. Het barkschip Fan Linderen dreef Zaterdagavond voor de haven van IJmui- den. Het seinde om een loods, die niet te bekomen was, daar de loodskotter niet uit kon zeilen. Het vaartuig ging voor anker liggen, maar weldra lieten de ankers los zoodat 't wegdreef in de rich ting van Zandvoort en daar strandde het. Alle schepelingen werden door de red dingboot van IJmuiden gered. De Zand- voortsche reddingboot sloeg driemaal om en liet een man in de golven achter; diens dochter stierf van schrik Een der matrozen brak een been, een ander de ribben. Een milicien van het 8. reg. infan terie, die, toen hij onlangs met verlof in Belgie was, zich in de uniform van luite nant van het Neder', leger vertoonde, is deswege door den krijgsraad te Leeuwar den tot 1 maand gevangenis veroordeeld. Te Midwolde is overleden J. S. Beukema, oud-strijder van 1830 en '31 en drager van het Metalen Kruis. Tot directrice van het «Toevluchts oord" te Groningen is benoemd mejuf frouw A. Ufkes. Omtrent de vermoedelijke vergifti ging te Roden verneemt de Tlaarl. Ct. nog, dat na het overlijden van het meisje aan den geneesheer geweigerd werd, het lijk te schouwen. Natuurlijk deed deze hiervan aangifte bij de justitie. De mis daad had, gelijk zoo dikwijls zich zelve verradeD. Opmerking verdient nog dat herhaaldelijk doch vruchteloos bij den docler gezonden was om een slaap drank. Ware hij gegeven, waarschijnlijk zou de moeder dan hebben uitgestrooid, dat de drank te sterk en de oorzaak van den dood geweest was. De vrouw had bij allen die haar ken den, een zeer slechten naam. Na het overlijden van haar man was het grid, van hem geërfd, spoedig opgemaakt, evenzoo het erfdeel van den zoon. De bezitting van het meisje was bij den voogd in veiligheiddoch zoodra zij den wettigen leeftijd voor het maken van een uitersten wil 16 jaren bereikt had, liet de moeder haar een testament maken, waarbij zij zelve tot erfgenaam werd benoemd. Te Vlissingen is eene vereeniging opgericht, welke door het verspreiden van tractaatjes het socialisme zal bestrijden en de liefde voor het huis van Oranje zal helpen bevorderen. De vereeniging stelt zich ook ten doel de afschaffing der kermis. Zij telt thans 30 leden. Volgens berichten uit Luxemburg zou, ingeval weder een regentschap moet worden ingesteld, hertog Adolf van Nassau niet persoonlijk naar het groothertogdom komen, maar de beëediging plaats hebben voor een commissie uit de Kamer, die zich daartoe naar 's Hertogs verblijf Ko- nir.gstein zou begeven. De ingenieurs, de heeren J. Kruijt en W. Engelenburg, die in Amerika de petroleum-industrie onderzocht hebben, zijn volgens de Ing. van hunne reis te ruggekeerd en zullen binnenkort in dienst der «Kon. Ned. Maatschappij tot exploi tatievan Pelroleumbronnenin Ned.-Indië" naar de onderneming in Langkat (Dell) vertrekken. Onlangs liet zekere heer Hoek'van Beverwijk, door middel van den noodrem een trein stilstaan, omdat hij doordron- EERSTE HOOFDSTUK. De postwagen. 1) «Zoudt gij zoo goed willen zijn mij te zeggen, mijnheer Pownie, hoe laat de postwagen dezen avond aankomt?" «Niet voor negen uur, meisje." «De regen en wind zullen toch geen groot verschil maken, niet waar mijn heer 1" «Zoo de wind ten minste het geheele span terwijl het van Egford Heuvel af komt, niet het onderste boven smijt." «De eerst sprekende persoon, die voor de toonbank in de herberg de «Zeemeeuw" stond, was een meisje, armoedig gekleed, bevende van koude en omstreeks zestien jaarzij sprong op bij de laatste op merking van den herbergier, wien zij moe dig in het breede, riorsche gelaat zag, waarop zij spot meende te lezen, en zeide toen met een zenuwachtigen lach: «He, dat zou me een windje zijn Goe den dag, mijnheer." Maar mijnheer Pownie antwoordde ver der niet eens op dit goeden dag, maar riep haar na de deur achter zich te slui ten, toen zij naar buiten ging, waar re gen en wind hun best gedaan hadden de straat van mensclren schoon te vegen. Den geheelen dag zetten regen en wind hun woeste spel voort zoo als zij reeds hij tusschenpoozen jaren ach tereen gedaan hadden, want meestal was het onstuimig in dat afgelegen plaatsje, Ilpham-on-the-Cliff, en de zomer duurde er altijd zeer kort en maakte haar daarom niet zeer geschikt vooreen badplaats. Zij lag twaalf mijlen van het spoorweg-station te Wolchester, was klein, had slechte waterleidingen, lag op een biuinen, reus- achtigen heuvel dertig a veertig voet bo ven de zee, die in het lage gedeelte der plaats de lijken soms uit hunne graven spoelde en wel vooral bij het echte winter weder, dal den bewoners van llpham zoo goed bekend is. Bovendien was het eene plaats waar bijna geen schippers woon den voor schepen was zeer ruimen an kergrond en toch brachten dezen er nooit een bezoek, maar bleven altijd een dozijn mijlen van dien eenzamen havendarn ver wijderd. Er woonden een zestal schippers, die de vreemdelingen des zomers op de zee rondroeiden, of op de vloot dienst namen, of te Barwicheene scheeps halen, zestien mijl verder gelegen des winters werk gingen zoeken, wanneer er te llpham niets te verdienen was. Niemand bestond er, zoo als in andere badplaatsen, van de vreemde bezoekers, maar de bezoekers hielpen eenige wei nige winkeliers de huur betalen en gaven hun een weinig meer debiet, terwijl eenige andere der dorpelingen, die gedurende den zomer alleen een winkel opzetten, door de opbrengst van hun tuintje er hun dood gevogelte in de ramen hunner voorvertrekken te koop aan te bieden er ook hun voordeel van trokken. Het was zomer, en de stad want de inwoners noemden llpham eene stad was druk bezocht. Er waren meer dan driehonderd vreemdel'ngen te llpham, hen medegerekend, die in de buitenwijken of in de nabijheid van een akelige plas, het Backwater, logeerden, dat met het getijde in en uitliep, ja, zoo laag uitliep, dat het minder in verzoeking brengen zou tot zelfmoord, dan wanneer de booten van het eene vochtige eiland naar het andere konden varen. Drie honderd men- schen dus, die geen andere uitspanning zochten dan met elkander te praten, nu en dan eens te roeien of te zeilen, op de klip of de havendam le wandelen en ten negen uur des avonds naar bed te gaan, om zich tegen den oostenwind te beschuttener waren oude menschen en ook van middelbaren leeftijd, die weder op hunne beurt kinderen met zich ge bracht hadden, om den geheelen dag in het zand te graven, die de lucht van Wolchester met de zeelucht moesten ver wisselen doch geen enkel jongeheer, tenzij dezen geëngageerd waren, of in het eenige badkoestje moesten rijden, dat bij mooi weder, tegenover de herberg de «Zeemeeuw" stond, maar ook dikwijls met een ketting aan een paal stond vast- gesloten, wanneer de eigenaar naar het land was om te hooien. Londenaars zag men er niet; evenmin als de inwoners van Barwichjongelieden kwamen er niet, ten zij zij er door de eene of andere oorzaak zedelijk verplicht toe warenmaar eenige weinige oudeluidjes hadden het plaatsje lief gekregen door de kracht der gewoonte, en meenden dat llpham de schoonste badplaats der wereld was. Zorg vuldige vaders en voogden brachten hun ne onrustige en romantische dochters en pupillen hier, wetende hoe veilig zij hier waren; jonge vrouwen waren er, terwijl hare echtgenooten hunne bezigheden ver richtten, van Maandag morgen tot Zater dag namiddag tegen vervolging beveiligd, wanneer de postwagen van de markt van Wolchester afreed, om de reis in twee uren af te leggen. Deze postwagen dan moest dien Zater dag avond aankomen, en ten negen uur op de minuut af, volgens de ouderwetsche schildwacht boven den trap van de her berg de «Zeemeeuw," stond het meisje, dal wij reeds naar den wagen hebben hooren vragen, zenuwachtig en in gespan nen verwachting op haren post. Het dun ne doekje, dat haar vroeger op den dag te gen de koude had moeten beschutten, was niet door een dikker kleed vervangen, ofschoon de wind heviger geworden ivns en in plaats van zijlings over het Back water, zooals den geheelen dag, nu recht uit zee kwam. En toch dankte het meisje den Hemel, toen zij opzag naar den don keren hemel zonder sterren dat de regen opgehonden had, en het voetpad bijna weder geheel droog was. Zij stamelde haar kort gebed voor den reiziger uit, die, wie hij ook ware haar meer en meer naderde. Zij had er volstrekt niet aan ge dacht, dat hare schoenen dun, en nog pas hersteld waren van den nattAi toe stand, waarin zij dien morgen verkeerd hadden, anders zou zij niet zoo onbedacht zaam van de eene zijde van den weg naar de andere geloopen zijn, zonder aclil te geven op de plassen, die zij op haren weg ontmoette. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1