NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. HET BOOTHUIS. No. 87. Woensdag 29 October 1890. Negentiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. Feuilleton. AMEHSFOORTSCIE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend, Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Toestand des Koningg. De St. Ct. van Zaterdag meldt: «De lichaamskrachten van Zijne Majes teit den Koning zijn, hoezeer een weinig verzwakkende, voldoende. De stoornis der geestvermogens blijft aanhouden." Paleis het Loo, 25 October 1890. Dr. S. S. Rosenstein. Dr. vlnkhuyzen. J. Vlaanderen Cz. Aan het Vad. is van welingelichte zijde verzekerd dat H. M. de Koningin volkomen bereid is als regentes op te treden, zoodat, spoedig na de aanvaarding van het Koninklijk gezag door den Raad van State, een wetsontwerp met die -strekking kan worden verwacht. Reeds de vorige maal toen de koning onbekwaam was te regeeren, was men het eens ge worden over allerlei voorbereidende maat regelen, formaliteiten, ceremonieel enz., zoodat uit dien hoofde geen vertraging te vreezen is. Uit een Zaterdag aangekomen Deli- Courant blijkt, is op 24 Sept. te Batavia een telegram uit Flores ontvangen, dat na 22 Augustus geen vijandelijkheden meer waren voorgevallen en dat de ge zondheidstoestand gunstig was. Een geschil, ontstaan tusschenden minister van financiën en de Nederland- sche Bank over de laatstelijk opgemaakte balans, moet volgens de wet worden op gedragen aan drie scheidslieden. Alsnu zijn tot scheidslieden daartoe benoemd door den minister van financien mr. U. H. Huber, lid van de Tweede Kamer te Leeuwarden; door de Ned. Bank mr. J. T. Buys, hoogleeraar te Leiden, en door de rechtbank te Amsterdam mr. J. C. de Vries, advocaat aldaar. Deze scheidslieden zullen in het hoogste ressort dit verschil beslissen. De heeren C. A. Engelbregt, le luitenant, en L. A. H. Anemaet, le lui- tenant-adj. te Kampen, hebben aan alle officieren en oud-officieren van het Neder- landsche en Nederl. Oost- en West-Ind. leger een circulaire gericht, waarin zij te kennen geven, dat hun voornemen, om bij gelegenheid van het 40-jarig be staan van het instructie-bacaillon aldaar, een herinnerings-album verkrijgbaar te stellen, dank zij de ondervonden mede werking, ten uitvoer kan worden gebracht. Als illustratie van dat album wenschen zij daarin zooveel mogelijk op te nemen «reproductiën naar portretten van alle officieren, die als zoodanig bij het batail- lon hebben gediend en van hen, die ge heel of gedeeltelijk hunne opleiding tot den officiers-rang bij deze inrichting ont vingen. Honderden portretten werden hun tot dat doel reeds toegezonden en men hoopt ruim duizend portretten te kunnen op nemen van verschillende officieren, die gedurende het tijdvak 18501890 bij het leger hier te lande en in Oost- en West-Indië gediend hebben. Behalve deze portretten-verzameling, zal het herinnerings-album bevatten 1. Eene volledige naamlijst van alle opper-, hoofd- en subalterne officieren, die in den rang van officier bij het in- structie-bataillon hebben gediend. 2. Eene volledige naamlijst van opper-, hoofd- en subalterne officieren, die van 1850 tot en met 1877 hunne geheele opleiding lot officier bij het instructie- bataillon ontvingen. 3. Eene volledige naamlijst van alle officieren, die hunne opleiding tot dien rang eerst bij het instructie-bataillon en daarna bij den aan die inrichting in 1878 verbonden hoofdcursus hebben genoten. 4. Eene volledige naamlijst van alle officieren, die al dan niet bij het instruc tie-bataillon in dienst getreden, hunne opleiding tot dien rang bij den hoofd cursus te Kampen hebben ontvangen. 5. Eene zooveel mogelijk volledige naamlijst van alle opper-, hoofd- en su balterne officieren, die bij het instructie- bataillon hunne militaire loopbaan aan vingen. 6. Eene naamlijst van alle ridders van de Militaire Willemsorde, van de begiftigden met den eeresabel en de eer vol vermelden, die bij het instructie- bataillon in dienst zijn getreden. (Door welwillende tusschenkomst van de kan selarij der beide Nederlandsche Orden verkregen.) 7. Photo-lithographische afbeeldingen, voorstellende verschillende gezichten op Kampen, de kazerne van het instructie- bataillon (ook in onderdeelen), de oefe ningsterreinen (ZandbergScbietterrein) enz. De prijs zal f 4 in geen geval over schrijden. Te oordeelen naar het proefblad, dat wij onder de oogen kregen, belooft het album indeidaad een schoon aandenken aan het 40-jarig bestaan van deze instel ling te worden. Alexander Verheull heeft wederom een bewijs gegeven van zijne gehechtheid aan de Leidsche hoogeschool; hij schonk nl. eene belangrijke gift aan het «Leidsch Universiteitsfonds" ter herdenking van het feit, dat het vijftig jaar geleden is, dat hij daar als student werd ingeschre ven. Zaterdag is de als schrijver van een beleedigend artikel tegen den minis ter Lohman vervolgde mr. J. W. Spin, op eer, geneeskundige verklaring, dat hij zich in slaat van krankzinnigheid bevindt, op bevei der justitie ter verpleging op gezonden naar 's Rijks krankzinnigenge sticht te Medemblik. Twee rijksveldwach ters waren met zijne overbrenging belast. In zijn toestand van verstandsverbijs tering, had mr. S. zich gisteren vervoegd bij een hooggeplaatst rechterlijk ambte naar, die zich verplicht zag hem uit zijne woning te doep. verwijderen. Op straat gekomen, maakte hij kabaal voor het huis van bedoelden magistraat, waaraan de politie een einde maakte. Door den majoor, hoofd der stapel magazijnen te Delft, is op plechtige wijze de gouden medaille met daaraan verbon den gratificatie van f 100 uitgereikt aan den conducteur der artillerie le kl. J. J. Visser, voor 36-jarigen trouwen militairen dienst. Aan den korporaal van Gurp van het 6e reg. Inf. te Breda, is de zilveren medaille voor 24-jarigen trouwen dienst uitgereikt. Voor de Haarlemsche Rechtbank had zich Zaterdagmorgen te verantwoor den Willem Sepp, te Beverwijk, die als fabrikant een zijner arbeidsters, die te laat te werk was gekomen, had geslagen, gestompt en geduwd. Twee getuigen, die er bij tegenwoor dig waren geweest en ook aan den veld wachter hadden verklaard het slaan te hebben gezien, zeiden nu, dat dit niet zoo was, en zij hielden dit vol, ook na dat de beklaagde uit de zaal was ver wijderd en zij dus niet meer voor hem bevreesd behoefden te wezen. Daar de bekiaagde zich had uitgelaten «niets met de zaak verlegen te zitten, daar hij toch niet meer dan boete kon krijgen," en om tevens te laten zien, dat de wel de arbeiders beschermt tegen gewelddadigheden des patroons, requi- reerde de officier van justitie 14 dagen gevangenisstraf. Mr. L. Haffmans schrijft in bet Venl. Weekblad van de bekende motie van den provincialen bond van r.-katho- lieke kiesvereenigingen in Noord-Brabant, dat het doei er van was: aan de r.-katho- lieke leden der Eerste en Tweede Kamer de les le lezen. «Wij kunnen het niet helpen, zegt mr. H. maar dit komt ons voor, wel een weinig hoe zullen wij zeggen? neuswijs te wezen. Tot de afgevaardigden te zeggen«Gij zijt de plank mis. Wij weten het beter dan Gij", dat gaat wat vei Zelfs voor een Provincialen Bond van kiesvereenigingen. Tusschen twee haakjes, wat zijn wij in Limburg geluk kig er geen bond op na te houden! Op zoo'n manier verliezen de afgevaar digden alle zelfstandigheid en gaan wij terug naai de tijden, toen de gedele geerden <t berichtschriftenin hun zak hadden." Mr. Haifmans betoogt verder, dat de afgevaardigden beter in staat zijn omtrent het tijdstip, waarop in deze een defini tief besluit genomen moet worden, te oordeelen dan de leden van den provin cialen bond in Noord-Brabant, hoe knap zij overigens wezen mogen. Eergisteren overleed de oudste inwoner der gemeente Apeldoorn Johan nes van Eewijk, op 92-jarigen leeftijd. Hij was gerechtigd tot het dragen van het Metalen Kruis. Uit Osch wordt aan de N. R. Ct. gemeld Een der jongens, die dagelijks van hier per spoor naar 's-Bosch gaan om daar de scholen te bezoeken, had eergisteren op de terugreis het ongeluk uit den in volle vaart zijnde trein te vallen, met het gevolg, dat hij geheel bewusteloos werd opgenomen en behalve verschillende kneuzingen ook eene herschenschudding bekwam. Geneeskundige hulp, zoowel van Oscii als Rosmalen, was spoedig aanwezig, en er bestaat nog eenige hoop dat men den 14-jarigen jongeling in het leven zal behouden. Op 17 September II. vierde ds. Th. P. Bergsma, predikant te Winterswijk, zijne 25-jarige ambtsvervulling. Van de leden zijner gemeente ontving hij thans naar aanleiding daarvan een in zilver uitgevoerd beeld van den godsdienst met vredepalm, kruis en kruisbanier, terwijl de rechterhand een opengeslagen bijbel opheft, waarin de feesttekst van den jubilaris, Romeinen 1 vers 16, is gegraveerd. Het beeld rust op eene door wolken gedragen globe, met de jaartallen 1865— 1890, en die door een gedeeltelijk a jour bewerkt voetstuk rust op een marmeren piëdestal. Een toepasselijk inschrift is op liet schild aangebracht. Het beeld is geleverd door den heer H. Beukenhorst, te Winterswijk, en ont worpen en vervaardigd in de Kon. Ned. fabriek van de heeren J. M. van Kempen Zonen, te Voorschoten. Te Oist werd eergister het lijk van een knecht van den landbouwer V. in de buurtschap Middel gevonden aan den kant van een bosch aldaar, met een schot in de borst, terwijl de kleederen brandden en een afgeschoten geweer in de nabij heid lag. Genoemde knecht was dien ochtend uitgegaan om toezicht te houden op koeien, die op de spurrie stonden. Hij schijnt toen zijn geweer te hebben me degenomen, vermoedelijk met het doel om te stroopen. Waarschijnlijk is het geweer tengevolge van onvoorzichtigheid afgegaan, en zijn door het schot, dat den knecht in de borst heeft getroffen, zijne kleederen in den brand geraakt. Uit Monster wordt gemeld Zondag middag naderden uit zee twee windhoozen, waarvan de eene, voordat zij den wal bereikte, verdwenen wasde andere dreef het land in en veroorzaakte in en nabij het dorp Monster oog al EERSTE HOOFDSTUK. De postwagen. 3) «Hij moest liever met mij naar huis gaan, mijnheer." «Waar woont gij?" «Aan de andere zijde van het Back water mijnheer." «Het is beter dat hij eenigen tijd hier blijft. Kom aan, herbergier, hoe sta je daar zoo te suffen. Verduiveld, zoo hier een gerechtelijk onderzoek plaats heeft, zal ik over het onverantwoordelijk talmen in de herberg de «Zeemeeuw" klagen, en zorgen dat uw naam in het vonnis ver meld wordt." De herbergier staarde hem verbijsterd aan en het meisje, dat hare handen had staan wringen en alle teekenen van den grootsten angst gaf, uitte op nieuw een schellen gil. «O, ik dacht niet aan u," zeide de jongeling. «Het is zoo erg niet," zeide hij zacht; «maar dat boerenvolk is hier zoo talmachtig, dat men ze wel een weinig bang moet maken. Komt, vrienden, wie wil mij een handje helpen om dezen ouden heer uit den wagen te tillen?" Dadelijk waren eenige handen gereed eenige der passagiers hielpen den man mede optillen en weldra kwam er een lang man uit te voorschijn, met grijs haar, gesloten oogen, open mond, die naar den gelagkamer gedragen werd, waarheen het meisje zich ook een weg baande, in weerwil van de tegenkanting der bedien den, die niet wisten, dat het haar vader was. Aldus kwam op die Juliavond de post wagen te Ilpham aan, en bracht vreemde dingen mede, waaruit vreemde gebeurte nissen zouden geboren worden, gebeurte nissec, die het leven van menigeen, dat tot hiertoe kalm en eentonig geweest was, bij herhaling zouden schokken, zonder nog te denken aan het romantische dat een enkele ruk het rad naar boven kan, doen stijgen even als zulks het geval is met elk rad van den postwagen van W olehester. TWEEDE HOOFDSTUK. Mr. Judge komt tot zich zeiven. Mr. Judge kwam natuurlijk weder tot zich zeiven, maar zjjne eerste woorden waren zonder den minsten samenhang. «Het was geheel hare schuld Het was even erg ais een moord!" «Papa «Ik bid u, mejuffrouw, laat hem nu met rust, spreek niet tot hem;" zeide de jongeling, die zijnen reisgenoot tot hiertoe zoo getrouw had bijgestaan. «Gij zult hem weer in zwijm doen vallen,zoo gij zijne hand zoo aanvat." De hand werd op hetzelfde oogenblik losgelaten. «Ik ben lijdzaam, mijnheer." «Gij zijt te bezorgden ik herhaal het u, het was alleen ten gevolge van den kouden wind, dien hij als passagier boven op den wagen niet kon verdragen." «Hij is het eenige en alles wat ik lief heb, mijnheer bijna" voegde zij er bij, met eene plotselinge beschroomheid, als of er iemand of iets was, dat niet bij de herberg tegenwoordig zijnde, haar tocli dat laatste woord inblies. «Is het waar!" De jongeling sprak op een toon van medelijden en beklag, als dacht hij dat het wel treurig was alle liefde te moeten vereenigen op dien man met dat norsche gelaat, die lange magere gestalte in dien vaalzwarten rok gekleed, die daar in een armstoel dicht bij het vuur zat, nu en dan door eene rilling overvallen en onbestemd in de vlammen starende, die dof in zijne glazige grauwe oogen werden teruggekaatst. Hij was een man die er ouder uitzag dan hij was, want zijn ma ger gelaat met die diepe voren kan voor eiken leeftijd doorgaan. Weinige jaren van ziele- of lichaamslijden, of van beiden hadden er waarschijnlijk hun spoor op gedrukt; want zij die daar voor hem neergeknield lag en hem vader had ge noemd, had op het eerste gezicht en vooral nu, voor zijn kleindochter kunnen door gaan. Bij het heldere gaslicht zag de dochter er bleek en vrij armoedig uit, dacht de jonge vreemdeling, maar toch vond hij dat haar gelaat indruk maakte door den ernst die er op lag, en verhel derd als het was, door een paar groote donkere oogen, die hem steeds vragende hadden aangezien, van zijnen mond alleen de waarheid verwachtten en hem tot in de ziel hadden gelezen, wanneer hij sprak. De vreemdeling trok weder langzaam zijne handschoenen aan zonder echter zijn patient uit het oog te verliezen, en op den achtergrond stonden de herbergier en zijne vrouw de laatste met een zuur gezicht, omdat haar wederheft zuur keek als getuigen van het tooneel, en voltooiden de schilderij. «Zoudt gij denken, dat het weer begint te schikken?" vraagde de herbergier, halfzacht. «O, zeer zeker, hij is spoedig weer in orde," was het antwoord. «Hoe ver is het Back water van hier?" «Geen tien minuten wandelens ais men ginds door het lage land gaat." «Is het r.og zoo ver?" De jongeling scheen te aarzelen, en de herbergier liet er spoedig op volgen «Alle bedden zijn bezet voor dezen nacht, en wij hebben geen enkele karner meer vrij, ook zouden wij gaarne zien dat mijnheer betaalde, wat hij gehad heeft." «Ja, het is zeer lastig als men dat niet kan," zeide de ander op onverschilligen toon. «Dat heb ik al sedert lang bij onder vinding." De herbergier en zijne wederhelft begon nen nu den spreker meer van nabij te beschouwen, die wel goed gekleed was, maar toch een dier Londensche oplichters zijn kon, van welke zij reeds zoo veel gehoord hadden. Misschien waren deze wel een gedeelte eener bende en hoe eerder zij de «Zeemeeuw" uitwaren, des te liever. Het kon wel een list zijn, dacht de herbergier want hij was zeer ach terdochtig en had zijn geheele leven niet te Ilpham gewoond en deze drie be-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1