NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
HET BOOTHUIS.
No. 89.
Woensdag 5 November 1890.
Negentiende jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG M ZATERDAG.
BINNENLAND.
F euille ton.
AMERSFOORT
COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,10 iodere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Men leest in het N. v. d. D.:
Hoewel niet in ernstige mate, nemen
de krachten des Konings toch langza
merhand af, al moge van dag op dag
schijnbaar geen verandering zijn waar te
nemen.
Z. M. is nog dikwijls eenigszins opge
wonden en brengt dan onduidelijk uitge
sproken klanken voort, voor een enkele
maal afgebroken door gezegden, die het
gevolg van een oogenblikkelijken terug
keer van bewustzijn kunnen zijn.
Na die vlagen van opgewondenheid,
welke soms lang aanhouden vervalt Z. M.
in een toestand van volslagen afgemat
heid.
De Tweede Kamer is bijeengeroe
pen tegen Dinsdag li November, des
namiddags ten half drie ure.
Een bij de Tweede Kamer inge
diend, uit 87 artikelen samengesteld
wetsontwerp strekt ter uitvoering van
de wet tot regeling van den krijgsdienst,
en bevat tevens bepalingen omtrent den
overgang van den met betrekking tot de
nationale militie en de schutterijen be-
staanden tot den nieuwen toestand.
Behoudens noodzakelijke uitzonderin
gen, vervalt de militiewet op den dag
van de in werking treding der wet op
den krijgsdienst. Voor de invoering der
nieuwe wet wordt als tijdstip 1 Januari
1892 voorgesteld.
De schutterijwet blijft tot Januari 1898
in werking, ten einde de schutterijen
tusschen 1 Januari 1893 en 1 Januari
1898 geleidelijk te kunnen opheffen.
Na 1892 zou dan de jaarlijksche aan
vulling van de schutterijen niet meer
plaats hebben; daarentegen zal in 1893
tot en met 1897 de overgang naar de
reserve, van de werkelijk gedienden als
het verleenen van finaal ontslag, na 5ja-
rigen reserve-dienst, op de gewone wijze
geschieden.
De schutterij-lichtingen, reserve inbe
grepen, zal in laatsgenoemde jaren tel
kens met één verminderen, en alzoo da
len van tien tot vijf. De vijf overblijvende
lichtingen der reserve zouden op 1 Janu
ari 1898, zoomede de vrijwilligers bij de
schutterij, dan gezamenlijk ineens van
verderen dienst worden ontheven.
Daardoor blijft het mogelijk, gedurende
het 5jarig overgangstijdperk, waarin jaar
lijks eene lichting dienstplichtigen van
het ieger voor de landweer beschikbaar
komt, van de in de schutterijen aanwe
zige krachten voor 's lands verdediging
partij te trekken, en voor zooveel daar
aan behoefte bestaan zal.
Eene opheffing van de schutterijen, in
haar geheel op 1 Jan. 1893, acht de re
geering niet raadzaam uit vrees aan ge
brek aan beschikbaar personeel voor de
verdediging te land.
Daarom is de reg. tegen het voorstel
der staatscommissie om de schutters, die
oud-militairen zijn, en de geoefende schut
ters beneden de 32 jaar naar de zee- en
landweer te doen overgaan, zoomede te
gen het denkbeeld dierzelfde commissie
om alle overige Nederlanders, daartoe
door hun leeftijd aangewezen, beschik
baar te stellen voor de aanvullingereserve
of de bijzondere diensten der niet-die-
nenden.
De geleidelijke opheffing der schutte
rijen zal bevordelijk kunnen zijn aan de
vrijwillige dienstneming bij de zee- en
landweer, bij laatstgenoemde wapenmacht
in den door de leden der schutterij be-
kleeden rang of graad, behoudens vol
doening aan te stellen eischen, onder
welke niet die van militairen dienst ge
durende ten minste één jaar.
Zij, die, na invoering der nieuwe wet,
hun militiedienst voortzetten, worden,
voor zoover zij niet als plaatsvervanger
dienen, niet ontslagen bij het einde van
den militiedienst, doch hun wordt nieuwe
dienst opgelegd.
Aan de plaatsvervangers, die tot geen
langer dienst dan dien ingevolge de mili
tiewet kunnen worden verplicht, wordt
geen nieuwe dienstplicht opgelegd.
De nummerverwisselaar evenwel wordt
gelijkgesteld met den loteling, die zelf
in dienst is opgetreden.
De overige voorzieningen betreffen de
regeling van den overgang van den ouden
tot den nieuwen toestand, in verband
met de geschillen over de inlijving, de
aangifte tot inschrijving, het ontslag uit
den dienst, de strafbepalingen, enz.
De Commissie uit de Tweede Kamer
belast met de voorbereiding van de leger-
wet, zal de eerstvolgende dagen van deze
week vergaderen tot het opmaken der
uitkomsten van het afdeelings-onderzoek.
Het verslag, dat daarna moet worden
vastgesteld, kan op zijn vroegst in het
begin van het volgend jaar verwacht
worden.
Graaf De Villers, secretaris voor de
zaken van het Groothertogdom Luxem
burg, is, na de instelling van het Re
gentschap aldaar, naar het Groothertog
dom vertrokken. Hij zal aan den Hertog
van Nassau worden toegevoegd. Deze
zal, na zijne beëediging als Regent, niet
te Luxemburg blijven, maar in Duilschland
voorloopig zijne woonplaats houden.
De Minister van Binnenlandsche
Zaken heeft zich Maandag naar Delft be
geven om er eenige gemeente-belangen
te bespreken.
De Delftsclie Ct. maakt melding van
een gerucht dat de vroegere buiten-so-
cieteit sReineveld" zou bestemd worden
tot oprichting van gebo> wen tot uitbrei
ding van het krankzinnigengesticht «het
St. Jans-gasthuis." Men brengt het bezoek
van den minister van binnenlandsche za
ken met die plannen in verband.
Van 1 April tot 1 October zijn bij
hetinstructie-bataillon te Kampen in dienst
gesteld 243 jongelingen, waarbij 3 als
tamboer; van de school te Nieuwersluis
werden overgenomen 27 pupillen. Naar
de reg. inf. werden in dat half jaar over
geplaatst 180 korp.-tit.in het kader van
het bataillon werden opgenomen 16 korp.
overgeplaatst bij verschillende wapens 13
volontairs en 1 tamboer; gepasporteerd
1 serg., 5 korp.-tit., 1 hoornblazer en 16
volontairs; overleden 1 korp.-tit. en 1
volontair.
Hoe groot het gebrek aan predi
kanten is in de Ned. hervormde kerk,
blijkt uit het volgende: Aan den gehee-
len linkeroever van de Waal van Beu-
ningen tot Rossum zijn alle plaatsen op
dit oogenblik onbezet. De laatste, die
onlangs vertrok, was ds. Coenen te
Leeuwen. In den naastliggenden ring
Balenburg zijn van de 10 plaatsen niet
meer dan 4 bezet.
De heer B. A. H. Moubis, stations
chef te 's Bosch, was dezer dagen 25
jaren als stationschef, waarvan 22 jaren
in 's Bosch, werkzaam geweest. Al het
personeel te 's Bosch aanwezig, vereenigde
zich in de versierde wachtkamer om den
jubilaris eene verrassing tt bereiden.
Deze bestond in de aanbieding van een
keurig inktstel van zwart marmer, met
zilver. In 't mijden van het voetstuk rust
het «gevleugeld rad" op een spoorstaafje
en daaronder is een toepasselijk inschrift
aangebracht. Het go chenk is zeer spoedig
en geheel naar eisch uitgevoerd in de
Kon. Utrcchtsche fabriek van zilverwerk
van den heer C. J. Begeer.
De heer Moubis ontving nog meer ge
schenken. Van wege de Kamer van Koop
handel werd hem geluk gewenscht, even
als door tal van anderen in en buiten
de gemeente.
Volgens de regenmeter der rijks
landbouwschool te Wageningen is in de
maand October jl. gevallen 97 mM. regen,
tegen 50'/2 mM. in dezelfde maand van
het vorige jaar.
De heer L. Lir.deboem, docent aan
de theologische school te Kampen, zal,
daartoe uitgenoodigd door de Haagsche
afdeeling van den sociaal-democratischen
Bond, den '17 December e. k. in eene
openbare vergadering in Walhalla als
spreker optreden.
De commissie tot redding van dren
kelingen te Rotterdam, correspondent der
Maatschappij tot redding van drenkelingen
te Amsterdam, heeft in hare vergadering
van 31 Oct. namens bovengenoemde Maat
schappij de zilveren medaille uitgereikt
aan C. Holstein, S. Oostenveld, J. Mari-
not, F. A. Dickman, J. H. Zijderveldt,
W. J. Snelderveert, I. H. Heemen, W.
Q. Dijkman Sommiever, T. de Block, J.
M. Hermes, J. H. Nagtegaal, W. T. van
Vugt.
In Arnhem's omstreken zullen dezen
winter des Maandags en des Donderdags,
op Engelsche wijze, vossenjachten achter
de honden worden gehouden door W.
baron van Heeckeren van Enghuizen op
zijn jacht nabij Sonsbeek. Donderdag 6
November eerste rendez-vous op den Dee-
lensclren weg. De heeren, die zich bij deze
jachten wenschen aan te sluiten, hebben
de zijdelingsche uitnoodiging ontvangen,
zich in den in Engeland in zwang zijnden
rooden rok te steken. Bij een kleerma
ker daar ter stede zijn de boutons de
l'équipage voor die rokken te bekomen.
Overigens kan iedereen zich aansluiten,
zelfs zonder eenige formaliteit. Uur van
samenkomst half twaalf.
Men schrijft uit Hoorn
«In het naburige Oosthuizen werd de
jongste Raadsvergadering door een talrijke
menigte bijgewoond. Zoo iets geschiedt
zelden. In den regel toch wordt op het
platteland van de bijeenkomst der vroede
vaderen door niet een belangstellende
nota genomen. Wat was het geval? In
eene vorige bijeenkomst was besloten in
de plaats van den arts de Bruine, die
tot gemeente-geneesheer is benoemd, eene
vroedvrouw aan te stellen. In tal van
adressen ook uit het tot Oosthuizen
behoorende dorpje Warder was tegen
dit besluit geprotesteerd. Dit had ten ge
volge, dat HH. Raadsleden te Oosthuizen
hunne uit zuinigheid ontstane beslissing
hei riepen en besloten alsnog eene oproe
ping te doen voor een arts."
In de maand October zijn voor den
Indischen militairen dienst aangenomen
107 personen. Van dezen werden in de
verschillende garnizoensplaatsen van ons
land voorloopig, en te Harderwijk defini
tief aangenomen 71, rl. 51 Nederlanders,
9 Duitschers, 8 Belgen, 2 Oostenrijkers
en 1 Zwitser. De overigen 36 werden
overgenomen van de corpsen van het
leger hier te lande, t.w. 27 van de inf.
en 9 van de artt.
Onder de aangenomenen bevinden zich
'1 adj.-onderofficier-kwartiermeester en 2
fouriers; onder de overgenomenen 4 ser
geanten, 4 korporaals en 1 hoornblazer.
Bovendien zijn in de le categorie be
grepen 12 miliciens (waaronder 2 kor
poraals) en in de 2e 3 miliciens, die allen
voor den tijd van twee jaar bij het Indi
sche leger werden gedetacheerd.
Naar het Utr. Dagbl. verneemt is
Dr. Pierre F. Spaink te Baarn bekroond
door de Medical Microscopial Society te
New-York (Brooklyn) wegens de beant
woording van een prijsvraag over den
invloed van alcohol op het organisme en
in het hijzonder op het zenuwstelsel.
Een winkelier in de Boekhorststraat
te 's Hage ging gepasseerden Zondagmor
gen vroeg uit, vergezeld van zijne echt-
genoote, en toen hij 's avonds van dien-
5) Zij lag ver buiten de stad zelfs van
de buitenwijk, waar de bewoners in de
nabijheid van het Backwater, eene klasse
op zich zeiven vormden, zich nauw aan
elkander sloten en door verschillende
middelen in hun onderhoud voorzagen.
De hut scheen denzelfden afkeer van de
stad te hebben als zijn tegenwoordige
eigenaar van den omgang met menschen
zij was met de achterzijde naar de stad
gelegen en hare twee ramen kwamen uit
aan den waterkant, als boden het water
vlak en de modder een levendiger uit
zicht aan dan de stoffige weg en het
weinige groen tusschen haar en de groep
roode daken der stad. Bij dag en met
hoog water scheen er eene uitgestrekt
heid van eenige mijlen waters zich over
het lage land te verspreiden, hier en daar
afgebroken door eilanden, die zich hier
en daar verhieven en niets anders waren
dan deelen van het oude Ilphamdoorde
zee in vroegere dagen ontvoerd, doch als
te zwaar een last nedergelegd, om later
verder te vervoeren. Op ongeveer een
mijl afstands was op een dier eilanden
een boothuis, of iets van dien aard, licht
en dicht opgeslagen, dat ook, in navolging
der woning van Anna Judge naar de eene
zijde over helde; dat huis was het eenige
dat de doodsche vlakte van water en
moeras afbrak en dat een nog spookach-
tiger voorkomen verkreeg door een dof
groen licht, voor het eenige bovenraam.
Op dit licht viel op eens de aandacht
van Mr. Judge, terwijl vader en dochter
op weg waren naar hunne woning.
«Wat is dat, Anna?" vraagde hij, met
zijn stok in die richting over het water
wijzende. Jk ben hier vroeger ook geweest
ik kende deze plaats zeer goed voor
gij geboren waart doch dat groene
licht herinner ik mij niet."
«Tante denkt dat het een sein is voor
hen, die op zee zijn."
»De vuurtoren is aan de andere zijde
van de klip, en dit licht is meer naar
den land- dan naar den zeekant. In mijn
tijd," zeide hij op somberen toon, als
gevoelde hij het dat zijn tijd onherroepe
lijk voorbij was, «waren er in dat huis
een paar booten, die de Aynards toebe
hoorden, maar de schipper zelf woonde
er niet."
«Tweemaal in de week zie ik daar bo
ven licht," hernam Anna; «en ik heb er
zelfs schoon tante mij niet gelooven
wil de gestalte van een man tusschen
het licht en ons gezien. Het vensterraam
is groen, het licht zelf niet."
«Hij moet nog rampzaliger zijn dan ik,"
zeide hij in zich zeiven, «die in zulk eene
plaats moet wonen."
Zij waren langs het voetpad de woning
genaderd en hadden haar eindelijk gena
derd. Voordat hij aanklopte z,eide hij zacht
fluisterend tot zijn kind:
«Zijt gij hier gelukkig, Anna!"
«Ja," antwoordde zij, «bijna."
«Bijna!" herhaalde hij.
«Niet zoo gelukkig als toen wij teza
men te Wolchester woonden," zeide zij
met een zucht, «en ik de huishouding
voor u waarnam, en des avonds naar
school ging, wanneer gij van uwe bezig
heden naar huis terugkeerdet en zelf het
oog over alles kondet laten gaan. O! dat
was een gelukkige oude tijd, vader, en
ik bid God dat hij moge terugkeeren."
«Stil! kind; gij weet niet, waarom gij
bidt."
«Ik was toen altijd gezond, maar ik
studeerde toen ook te veel, en gij vreest
dat ik mijn verstandigen vader oneer zou
aandoen. De Judges waren allen als ver
standig en geleerd bekend; en ik heb
hier ook nog gestudeerd."
«Dat is verkeerd van u, Anna," zeide
hij vriendelijk; «gij zijt nu hier voor uwe
gezondheid. De geneesheer heeft mij gezegd,
dat gij niet te veel leeren moet, maar
eiken dag de buitenlucht moet genie
ten."
«Dat doe ik ook. Ik heb zelfs te veel
versche lucht. Zij dringt hier over het
Backwater, van alle kanten naar binnen
en wiegt rnij 's avonds dikwijls in slaap."
«Uw tante draagt niet genoeg zorg
voor u," zeide hij, haar bij hetgeen zij
zeide verschrikt aanziende. «Zij moet zor
gen dat het niet tocht. Ik zal er morgen
zelf naar zien. Hierin vertrouw ik mij
zeiven alleen."
«O het is niets lieve vader," zeide Anna
trachtende hem gerust te stellen«ik
wordt met den dag sterker."
«God dank, dat ik u zoo hoor spreken
zeide hij op hartelijken toon«misschien
dat wij samen eens weder één te huis
hebben zullen. Het is niet geheel onmo
gelijk dat ik uit.... dat ik eene andere
betrekking krijg," herhaalde hij, «waarbij
het niet noodzakelijk is dat wij op dezen
voet blijven leven."
«En zullen wij dan niet zeer gelukkig
zijn? Wat staat er dan nog aan ons ge
luk in den weg?"
«Uw huwelijk, misschien," zeide hij
eenigzins knorrig.
«Mijn huwelijk! Heb ik u dat dan niet
meer dan eens gezegd, als gij daar over
pruildet, zelfs toen ik veel jonger
was?"
«Wat hebt gij rnij gezegd?"
«Dat ik tot aan liet eind van mijn
leven zijn zal, Anna Judge, de ongehuwde?
Dat is immers reeds afspraak tusschen
ons
«Wel neen volstrekt geen afspraak,"
zeide hij, aarzelende. «Ik wilde u geens
zins aan zulk een wreede afspraak ge
bonden houden, met liet oog op den tijd,
wanneer gij voor mij geen zorg meer
behoeft te hebben. Het was niets rneer
dan scherts, mijne lieve; louter scherts"!
Daar stonden vader en dochter in de
koude avondlucht, als was bun gesprek
van dien aard, dat zij, die daar binnen
hen wachtte, er niets van hooien mocht,
evenmin als elk ander. Zij (luisterden, op
dat hunne tegenwoordigheid daarbinnen
niet zou worden vernomen, en het was
de dochter, die den ouden man het eerst
tot het werkelijke leven terug riep.
«Wat staan wij hier den tijd te ver
beuzelen! en gij zijt zoo koud!" zeide
zij terwijl zij niet hare teedere hand op
de deur klopte.
«Wie is daar? vraagde eene zware,
norsche stem van binnen."
«Ik ben het, en vader. Eindelijk heb
ik hem te huis gebracht, tante."
Een langzame tred weerklonk door het