NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
HET BOOTHUIS.
No. 9.
Zaterdag 31 Januari 1891.
Twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG M ZATERDAG.
De vaccine-wet.
Feuille ton.
BINNEiNLAND.
AMIRSF10RTSCII COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukkeu en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het verslag van liet afdeelingson-
derzoek der Tweede Kamer voor het
wetsontwerp tot gedeeltelijke herzie
ning van de wet tot voorziening
tegen besmettelijke ziekten heeft ons
niet den indruk gegeven, dat de meer
derheid der leden gezind zijn, deze
poging van de Regeering te steunen.
Wanneer we hier spreken van
meerderheid, dan bedoelen we zulks
niet in de beteekenis van politieke
partij. Het is van algemeene bekend
heid, dat aan de rechterzijde de ge
voelens over deze zaak zeer verdeeld
zijnniet alle anti-revolutionnaire
Kamerleden zien de noodzakelijkheid
voor deze wetsvoordracht in, terwijl
men de Katholieken zou kunnen
splitsen in twee groepen, n. 1. hen,
die in een voorstel tot wijziging van
den bestaanden toestand zouden kun
nen treden, mits niet zoo ver gaande
als het wetsvoorstel. Daarentegen zou
het ons zeer verwonderen, als aan
de linkerzijde een enkele stem ten
gunste van de wijziging werd ver
nomen.
Men weet waar het om te doen
is. Onderscheiden veranderingen wor
den in het ontwerp voorgesteld, die
misschien even zooveel verbeteringen
kunnen heeten, maar waarover leeken
op modisch gebied zich niet druk
hebben te maken. Of het bijv. wen-
schelijk is om de mazelen te schrap
pen van de lijst der besmettelijke
ziekten tegen welke bijzondere voor
zieningen noodig zijn; of het aanbe
veling verdient, die ziekten te splitsen
in twee groepen, een waarop de wet
ten allen tijde van toepassing is en
eer., waarbij dit alleen kan geschieden
onder bepaalde omstandigheden, op
aanwijzing van het geneeskundig
staatstoezicht, wij zouden waarlijk
niet weten wat er van te zeggen.
Evenmin hebben wij een gevestigde
overtuiging omtrent de vraag of het
opnemen in de wet van kraamvrou-
28) Als men tante Judge daar zoo zag
zitten, zou men zich kunnen voorstellen
dat zij een soort van stomme lijkzang
speelde op een nieuwmodisch instrument;
maar bleef het oog eenigen tijd op haar
rusten dan zou men meenen eene vrouw
voor zich te zien, die eene gelofte gedaan
had haar werk niet te staken meer
eene vrouw die boete deed dan kant
maakte.
«Hebt gij het geld ontvangen?" vraag
de zij driftig, toen Anna binnentrad en
de deur achter zich sloot, die zij zeiven
had opengedaan, daar tante Judge haar
slechts op de klink had gesloten, de tijd
haar ontbrekende die te sluiten.
«Ja, tante."
«Leg het in de doos op den schoorsteen
mantel," zeide zij met het oog op haar
kantwerk gevestigd; en haast u dan met
uw avondeten om weer spoedig aan het
werk te gaan, ten zij gij u te vermoeid
gevoelt."
«Neen tante, dat gaat nog al."
«Daar er werk is dat af moet, moeten
wenkoorts noodzakelijk is te achten.
Om geen dezer redenen zou ook
de Regeering thans tot herziening
van de wet betreffende besmettelijke
ziekten overgaan. Het cardinale punt
is het voorstel tot opheffing van de
indirecte verplichting tot vaccinatie
voorgeschreven, als men zijn kinderen
wil doen gebruik maken van open
baar of bijzonder onderwijs, of,
zooals men het kortheidshalve noemt,
van den vaccinedvvang.
Ligt er in dat laatste woord iets
kwetsends. iets onaangenaams, dat
tot tegenstand prikkelt of verzet uit
lokt Als wij holle klanken voor ar
gumenten in ontvangst nemen, dan
kunnen wij ons wellicht thuis gevoe
len in de redeneering dergenen, die
met hun begrippen van vrijheid voor
den dag komen, en de Staatsgemeen-
schap het recht ontzeggen, daarop
inbreuk te maken. Het woord »dwang"
heeft slechts voor hem een ongunstige
beteekenis, wiens egoïsme opziet
tegen offers, ter wille van het alge
meen belang gebracht; men ?ou
evengoed van »belastingdwang" een
militairen »dienstdwang" kunnen
spreken, zonder daarmee aan de zaak
zelve iets te veranderen.
Doch de Staat, zeggen de tegen
standers, mag de hand niet slaan aan
de lichamen onzer kinderen. Niet?
En als straks de Staat goedvindt, ter
verzekering van zijn voortbestaan,
u uwen zoon te ontnemen, en hem,
in de nabijheid van den vijand te
plaatsen op een post waar de kans,
dat hij het leven zal verliezen, hon
derd tegen een is, wat zult gij
daar aan doen
Het geldt hier de verdediging te
gen een vijand, die ons iederen dag
kan overvallen, die in vroegeren
tijd, toen nog geen middel bekend
was om zijn woede te beteugelen,
duizenden nederveldeen tienduizenden
verminktedie in stulp en paleis
binnentrad en niemand spaarde. Se
dert de vaccinatie tot op zekere
hoogte verplicht is gemaakt, boezemt
wij het ook doen, of ik ten minste, want
liet is eigenlijk geen werk voor u. Gij
moest toch liever maar naar bed gaan
uw vader zou denken dat ik te veel van
u vergde, zoo hij u thans zien kon."
«Ik wilde liever nog wat opzitten. Ik
ik heb u iets te zeggen, tante."
De blik die Tante Judge op haar sloeg
had wel iets achterdochtigs. Zij was eene
vrouw, die weinig vertrouwen in de men-
schen stelde, daar zij ongelukkigerwijze
genoodzaakt was geweest de menschelijke
natuur van hare ergste zijde te leeren
kennen, gedurende haar vijf en dertigja
rigen leeftijd. Van daar die ernst en
stuurschheid in haar gelaat: want daar
zij alles van de donkerste zijde beschouw
de, gaf dit geen innemender voorkomen
aan hare trekken, maar maakte die in
tegendeel nog harder en scherper.
Anna naderde den schoorsteen, legde
het geld op den mantel en zette zich
toen aan de tafel om haar avondeten te
gebruiken, doch wierp al ras haar bord
ter zijde, als ware haar hart te vol om
iets te kunnen gebruiken.
«Hebt gij reeds iets bij Lady Burlin-
son gegeten?" vraagde hare tante aan
wier aandacht niets scheen te ontgaan,
ofschoon haar oog voortdurend op haar
werk gevestigd was.
«Niets."
zijn nadering geen schrik meer in,
en terecht is door een groot genees
kundige gezegd, dat het een schande
voor een volk is, wanneer het door
de pokken wordt geteisterd.
Maar gij kunt u, zeggen de tegen
standers, in onze bezwaren van
godsdienstigen aaid niet indenken;
ook in het Verslag komt deze uit
drukking voor, als het advies eener
minderheid. De aanwending van de
vaccinatie is een verzoeken van liet
Opperwezen. Ja, maar in hetzelfde
verslag vinden wij ook vermeld dat
in 1847 de naar Amerika uitgeweken
Christelijk-gereformeerden toen gevaar
van pokkenbesmetting dreigde, zich
vrijwillig lieten inenten. Dus was het
toen, bij het werkelijk aanwezig zijn
van het gevaar, geen «verzoeken"?
Een onderzoek, ingesteld door de
Vereeniging van Koepok-inrichtingen
in Nederland, heeft doen zien, dat
het aantal van hen, die ernstige ge
moedsbezwaren tegen de vaccinatie
hebben, gering is en dat bovendien
die bezwaren bijna uitsluitend voor
komen onder de zeer onontwikkelden
in enkele deelen van het platteland.
Welnu, laat ons hopen dat ook dezen
tot beter inzicht komen, en inmiddels
het wapen tegen een zoo afschuwe
lijke ziekte niet uit de hand leggen.
Ook tegen andere ziekten nemen de
zelfde lieden immers ook wel voor
zorgen te baat?
Te eerder zal dat beter inzicht
zich openbaren, als met de meeste
duidelijkheid blijkt dat ook de zoo
genaamde medische bezwaren of
denkbeeldig zijn, of door toepassing
van de animale vaccinatie en de in
achtneming van groote behoedzaam
heid geheel zijn weggenomen. Kwamen
in heel, heel enkele gevallen voorheen
weieens schadelijke nawerkingen voor,
toegeschreven aan de overbrenging
van ziektekiemen van den eenen
mensch op den andere, bij de tegen
woordig algemeen gebruikelijke me
thode, waarbij de entstoi genomen
wordt van een zorgvuldig onderzocht
»Ja, dan heeft men er u zeker veel
lieve woordjes gezegd," zeide zij op schim
penden toon. «Lady Burlinson schijnt eene
viouw te zijn, die veel houdt van fiaaie
woorden en effect zoekt te maken."
«Bevalt zij u niet, tante?"
«Niet zeer."
«Iedereen prijst haar hier," zeide An
na, met eene beweging met hare hand,
waarmede zij de bewoners van het Back
water wilde aanwijzen.
«Welnu zij geeft hun geld en heeft het
recht zich daarvoor lof te koopen«Wij
verdienen ods geld met eere en hebben
daardoor hel recht te spreken, zoo als
wij denken."
«Zij schijnt zulk eene vriendelijke da
me."
«Zoo zeide hare tante zeer lakoniek.
Intusschen had Anna ook haar kussen
gekregen, het op haar schoot gezet en
tegenover Tante Mary plaats genomen
maar welk contrast dat heldere oper.e
oog en dat bevallige wezen met het
voorkomen der stuursche vrouw. Gedu
rende eenige oogenblikken zwegen beiden,
en het getik der klossen die zich boven
elkander heen bewogen was het eenige
dat de stilte van den nacht afbrak.
«Gij zeidet mij dat gij rnij iets te zeg
gen hadt," zeide Mary eindelijk, op lang-
zamen ongevoeligen toon, die geen groote
kalf, is dat niet meer mogelijk.
De Regeering geve dus niet toe
aan die veelsoortige «bezwaren", doch
bevordere met al de haar ten dienste
staande middelen een verstandige
toepassing, waartoe zij trouwens
in het ontwerp zelf den weg heeft
voorgeschreven, maar dat eveneens
kan gebeuren zonder aan de bestaande
wet iets te veranderen. Dan zal zelfs
deze poging, ofschoon op zichzelf
met onvruchtbaarheid geslagen, in
direct iets goeds hebben uitgewerkt,
namelijk de natie meer doordrongen
hebben van het inzicht, dat men ten
behoeve van het algemeen belang
zich sommige dingen moet laten
welgevallen, die men voor zichzelf
niet aangenaam vindt, ten tweede
er toe geleid hebben dat èn autori
teiten èn geneeskundigen nog meer
samenwerken om de vaccinatie voor
allen gemakkelijk verkrijgbaar, voor
niemand schadelijk te maken.
De verhooren der eerste afdeeling
van de Staatscommissie van de arbeids-
enquète, in zake de spoorwegen en de
stoom- en paardentrammen, zijn thans
nagenoeg geheel geëindigd. Er zal nog
slecht binnen weinige dagen een laatste
verhoor worden gehouden, waartoe o. a.
de directeuren van enkele Maatschappijen
zijn opgeroepen.
De commissie van deskundigen, door
B. en W. te 's-Hage benoemd tot onder
zoek van den invloed der zomerspuiing
op het zeewater, is tot de conclusie ge
komen, dat het spuien in den zomer geen
schadelijken invloed uitoefent op het bad
water.
Uit naam van den «Provincialen
Bond der r.-k. kiesvereenigingen" is eene
circulaire verspreid, waarin de inhoud
der thans aanhangige legerwet in het kort
wordt samengevat, met het doel dal het
wetsontwerp meer naar waai de zal kun
nen worden beoordeeld.
Het door den bond uitgegeven overzicht
nieuwsgierigheid aan den dag legde.
«Ik dacht dat het u onverschillig was
het te vernemen," antwoordde Anna een-
igzins spijtig.
«Ik weet niet waarom gij dit denken
zoudt; ik heb daarvan niets gezegd," her
nam hare tante«begin. Wellicht zal zich
daaruit verklaren, waarom gij zoo lang
weggebleven zijt en aldus den kostbaren
tijd hebt veispild, dien wij zoo goed kun
nen gebruiken."
«Den verloren tijd zal ik nu weder in
halen."
«Verloren tijd kan niet ingehaald wor
den. Dat weet gij beter," merkte Mary
Judge ernstig aan.
«Ik zal het u liever morgen vertellen,"
zeide Anna. «Gij zijt vermoeid en een
weinig uit uw humeur, tante. En ik zou
u zoo gaarne in de beste luim zien, wan
neer ik het u vertel!"
De barsche gelaatstrekken namen eene
min of meer zachtere uitdrukking aan,
toen Mary hare nicht een oogenblik aan
zag.
«Uit mijn humeur, niet waar," herhaal
de zij«nu, daar heb ik alle reden toe,
want het is alsof ik inet dit werk niets
vorder; en gedurende uwe afwezigheid
heb ik eens nagerekend hoeveel ik er
aan verdienen moet en hoeveel ik er waar
schijnlijks slechts voor krijgen kan, en
raakt enkel de meest ingrijpende bepa
lingen der wet en spreekt o. a. niet van
de zeemacht, als zijnde een onderdeel.
Bij iedere in het kort weergegeven be
paling is vermeld, waar die in de wet
of in de memorie van toelichting is te
vinden.
De verschillende onderdeelen onzer
verdedigingsmacht, zooals die door de
regeering is voorgesteld, nl. leger, land
weer, reserve en landstorm, worden elk
afzonderlijk omschreven, terwijl een af
zonderlijke titel wordt gewijd aan de wijze,
waarop de landweer de schutterij zal
moeten vervangen.
Reeds meldden wij, dat het 44ste
Nederlandsch Landhuishoudkundig Con
gres te Zwolle gehouden zal worden van
29 Juni tot 3 Juli a. s.
Het bestuur vraagt thans aan belang
stellenden, om vóór 15 Februari e. k.,
voorstellen en vraagpunten ter behande
ling te mogen ontvangen, zoo mogelijk
door de voorstellers in te leiden; de te
behandelen onderwerpen zullen als ge
woonlijk in twee afdeelingen worden ge
splitst, waarvan zich de eerste met land
bouw, hout- en veeteelt, benevens zui
velbereiding, de tweede met volkshuis-
houd- en natuurkunde zal bezighouden.
Zeer waarschijnlijk is het. dat het
standbeeld voor den gewezen gouverneur-
generaal J. P. Coen, nog dit jaar binnen
Hoorn zal verrijzen. Met zekerheid toch
kan gemeld worden, dat het kapitaal,
daarvoor benoodigd, volteekend is. De
commissie, indertijd tot dat doel benoemd,
heeft zich Coen's zinspreuk »ende déses-
péreert niet" wel degelijk voor oogen
gehouden.
Wederom zijn door den luitenant-
generaal inspecteur van het wapen der
infanterie aan den minister van ooilog
voorstellen gedaan, om, op denzelfden
voet als dit in de drie laatste jaren plaats
had, eenige bataillons infanterie in 4
achtereenvolgende seriën in de legerplaats
bij Zeist te oefenen in het vuren op
groote afstanden en het gevechtsschieten.
Het voornemen bestaat, de eerste serie
infanterie daartoe den 8. Mei a. s. in die
legerplaats te doen aankomen, ten einde
gedurende een negental dagen een kamp
te betrekken, vervolgens de drie andere
seriën voor een gelijk getal dagen, dat
dan stemt dat verschil niet zeeraange-
naam. Doch ik mor niet- Ik heb reeds
te lang geleefd om niet te weten, dat dit
tot de rampen van ons leven behoort."
«Gij werkt tegenwoordig ook zoowel
voor mij als voor u zelve, tar.te."
«O, gij bedruipt u zelve geheel," was
het antwoord. «Gij zijt wel niet zoo aan
houdend bezig als gij kondet zijn, maar
toch gij veroorzaakt my geen meerdere
uitgaven*"
«Ben ik hier dan van eenig nut."
«Gij loopt niet in den weg. Gij voor
ziet in uwe eigen onderhoud, en de zee
lucht breng ik u niet in rekening, Anna."
«De zeelucht ja, vader zegt dat die
mij het leven gered heeft."
«Zeer waarschijnlijk. Ik zou, toen gij
hier kwaaint, niet veel voor uw leven ge
geven hebben zoo ik veel te geven
gehad had."
«Herinnert gij u nog wel dat gij vader
eens op zekeren avond zeidet, dat het
beste voor mij was, zoo ik maar stierf
«Dat heb ik hem ook gezegd, want de
man zou gek geworden zijn uit ongei ust-
heid over u."
(Wordt vervolgd).