NIEUWS Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. HET BOOTHUIS. No. 26. Woensdag I April IS9I. Twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BLTTElSLANDSf.il OVERZICHT. BINNENLAND. Feuilleton. AMEBSFOOBTSCII COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezendeu uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentie ni Van 1 6 regels f 0,4-0 iedere regel meer 6 Cent. Adrertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Het is niet de aangenaamste taak, een beknopt relaas te geven van de gebeurtenissen gedurende een week, waarin niets gebeurd isde stille week voor Paschen, die ook de poli tiek doet stilstaan, is voor den jour nalist een kwade tijd. We moeten ons dus nu maar vergenoegen met het stadium aan te teekenen van de vraagstukken die op dit oogenblik aan de orde zijn, en ter ontwarring van welke wij hopen dat de heeren diplomaten, zoodra de Paaschrust door nieuwen arbeid zal zijn vervan gen, hun beste krachten zullen in spannen. Laat ons beginnen met Italië, dat in zijn koloniale politiek een harde pil te verduren heeft. Italië, eenmaal groote mogendheid geworden, heeft sinds eenige jaren gemeend ook mede te moeten doen in den wedstrijd naar huitenlandsche bezittingen, en toen Afrika door de grootmachten van ons werelddeel werd beschouwd als een te verdeelen buit, kwam het ook zijn aandeel opeischen. Duizenden men- schenlevens en millioenen aan gelde lijke offers heeft die waan gekost, tot dusver zijn de uitkomsten verre beneden het middelmatige gebleven. De Italiaansche nederzetting te Mas- soa aan de Roode Zee, met veel inspanning veroverd, is thans voor het gouvernement een bron van ver drietelijkheden, nu gebleken is dat daar op een schandelijke manier is huisgehouden. Meer Zuidwaarts ligt Abessinië, met welks koning Menelik men hoopte vooreerst een grensrege ling te treffen, ten tweede een ver drag te sluiten waarbij hij zijn rijk onder het protectoraat van Italië zou stellen tot dat einde zijn door Graat Antonelli langdurige onderhandelin gen gevoeld, waarhij Italië zich ver bond een leening te waarborgen om den koning aan geld te helpen. Maar in 't eind is het Antonelli gebleken, dat de Afrikaansche Majesteit Negus is zijn eigenlijke titel, hem maar wat aan de praat hield ph weinig lust had de eischen van de Italiaansche regeering te bewilligen de heeren kregen toen twist, eu de Graaf achtte het geraden maar zoo spoedig mogelijk, rnet een haast die zijn vertrek op een vlucht deed ge lijken, naar Massoa terug te keeren vanwaar hij naar Rome het misluk ken der zaak meldde. Een later be richt meldt wel, dat de Negus be rouw heeft gekregen en zijn best doet om de onderhandelingen te her openen, maar dat moet nog nader bevestigd worden. Een tweede quaestie, welker op lossing nog heel wat beleid zal vor deren, betreft de vischvangst op de kusten van Newfoundland. Dat eiland werd in 1713 bij den vrede van Utrecht door Frankrijk aan Engeland afge staan, onder beding dat Fransche visschers er hun bedrijf zouden mogen blijven uitoefenen. Hoofdzakelijk wor den er kabeljatiwen en kreeften ge vangen, ter conserveering waarvan de Franschen op den wal inrichtingen van blijvenden aard hebben gebouwd. Daar komen de Newfoundlander die, ofschoon een Engelsche kolonie vor mende, toch een eigen gouvernement hebben, evenals Canada, waarvan het eiland slechts door een smalle zee straat is gescheiden, tegen opstand jes tussclien de visschers der beide nationaliteiten zijn natuurlijk niet uitgebleven, en de beide Regeeringen waren wel genoodzaakt, zich deze dingen aan te trekken. Ruim twee jaren is er over van gedachten ge wisseld, maar men komt niet verder Engeland zegt: kreeften vangen en kreeften in blikken doen is niet het zelfde, Frankrijk beweert dat men aan de kreeften niets heeft zoo men ze niet dadelijk voor het gebruik ge schikt mag maken. Wat de zaak nog verergert is, dat op Newfoundland een partij, die afscheiding van En- land en aansluiting bij de Vereenigde Staten verlangt, in kracht toeneemt zij eischt, gesteund door de bevolking, volstrekte uitsluiting van de Fran schen van het vischrecht. Engeland en Frankrijk, niet gezind om wegens die Kreeften historie met elkander te gaan vechten, hebben goedgevonden de zaak aan de beslissing eens scheids rechters te onderwerpen, doch dat is den Newfoundlanders ook niet naar den zin uit St. Johns (de hoofdstad) wordt gemeld dat overal groote agi tatie heërscht, en men in alle steden meetings houdt, om tegen het besluit der Engelsche regeering te protestee ren. Een deputatie is thans te Londen aangekomen; in afwachting der be sprekingen is de beslissing omtrent het voorstel tot het inroepen een er scheidsrechterlijke uitspraak, dat in het Hoogerhuis aan de orde moest komen, verdaagd. De Regeering der Vereenigde Sta ten heeft zich de zaak van den vleesch- uitvoer naar Duitschland sterk aan getrokken weldra zal een decreet verschijnen, behelzende voorschrif ten tot een nauwkeurig microscopisch onderzoek, vóór de verzending plaats heeft, opdat de Duitsche Regeering den invoer in haar havens niet meer zal kunnen weigeren op grond dat het vleescli schadelijk is voor de ge zondheid. Mocht evenwel de Duitsche Regeering dit onderzoek niet vol doende achten, waar wel eenige kans op bestaat, gelooven wedan zou Amerika voornemens zijn den invoer van Duitsche beetwortelsuiker, waarvan de Vereenigde Staten elk jaar voor zestien millioen dollars ont vangen, te beletten. Vrijdagavond is te Sofia, de hoofd stad van Boelgarije, een moordaan slag gepleegd, waarvan de heer Bent- clielf, Minister van Financiën, het slachtoffer is geworden. Na afloop van den des namiddags gehouden Kabinetsraad maakten de Ministers gezamenlijk een wandeling en gingen daarna in een koffiehuis tegenover het paleis een verversching gebruiken. Toen zij om acht üren huiswaarts keerden, werden er eensklaps twee revolverschoten gelost in de richting van Bentchefï, die viel en bijna on middellijk den laatsten adem uitblies. Het gelukte den dader, in gezelschap van drie hem begeleidende personen te vluchten. Het telegram uit Weenen, dat dit feit vermeldt, voegt er nog bij De geheele stad is in agitatie, men vermoedt dat de dader tot de partij der oppositie behoort (zeer waar schijnlijk van bevriende zijde ontvangt men in den regel geen revolverscho ten Reeds zijn een twintigtal per sonen gearresteerd en niemand mag Sofia verlaten, dat geheel door sol daten is ingesloten. Bentchelf's dood vindt veel deelneming in de stad. Een later bericht meldt, dat te Sofia de staat van beleg is afgekon digd, en dat het getal arrestatiën reeds '250 bedraagt. De aanslag moet eigenlijk gericht zijn geweest tegen den Ministerpresident Stamboeloff die ook gewond is geraakt. De gewe zen minister Karaveloff, het hoofd der Russischgezinde partij, is mede in hechtenis genomen. Uit Calcutta wordt geseind dat Quinton, Commissaris-generaal van Assam, met twee regimenten inland- sche troepen (Goerka's) was opge rukt om een hoofd te arresteeren, die den Radja had afgezet. De bevol king deed een aanval op de troepen, wier ammunitie spoedig was uitgeput, zoodat zij op de vlucht sloegen. Van de Goerka's zijn 460 man gedood Quinton en zeven Engelsche officieren worden vermist, Drie regimenten zijn thans naar Manipore vertrokken. Onder de mijnwerkers in België blijft nog altijd een sterke gisting heerschen, ofschoon de verwachte werkstaking wel eenigen tijd zal uit- b!ij\en. Maandag nam een agent van politie te Seraing een zwaarbeladen wagen in beslag, die hem verdacht voorkwam van de drie mannen, die het voertuig geleidden, namen twee de vlucht, terwijl de derde werd aan gehouden. Bij onderzoek bleek dat de geheele vracht bestond uit kisten dynamiet. Sedert eenigen tijd worden uit de kolenmijnen in den omtrek belangrijke hoeveelheden van dat ge vaarlijk goed vermist. De wijzigingen in de postwet ge bracht zijn voor zooveel liet publiek er rechtstreeks bij betrokken is de volgende. Het port der couranten is nu, na aan neming van een paar amendementen, bepaald op '/2 cent per nommer van 40 gram; op 1 cent boven 40 tot en met 100 gram, en voorts voor elk meerder gewicht van 50 gram of gedeelte 50 gram 1 cent daarboven. Ook zal, op door den Koning te bepalen wijze, de heffing op liet courantenport kunnen geschieden bij wijze van abonnement. Het port van monsters werd bepaald op 2'/2 cent per 75 gram of gedeelte van 75 gram. Er is een stadsport bepaald van 3 cent voor brieven van 15 gram en van 5 cent voor brieven van 15 tot 200 gram. De commissie van rapporteurs wenschte het nog goedkooper, namelijk 2'/2 cent, maar kwam daar later op terug. De Staat behoudt het monopolie van brieven (niet van drukwerken); maar daaronder zijn niet begrepen en kunnen dus door ieder ander worden vervoerd brieven, vervoerd binnen den kring van een post- of hulpkantoor met het doel ze ter post te brengen; brieven, betrek king hebbende op voorwerpen waar mede ze vervoerd worden; brieven afkomstig van één persoon of van personen tot één gezin behoorende (of één brief tegelijk); brieven per scheepsgelegenheid aange bracht in een van de havens des rijks brieven, vervoerd binnen den kring van een post- of hulpkantoor krachtens ko ninklijke vergunning. Het zal voortaan vergund zijn de ver- volgkopij bij de drukproeven te verzenden. Het maximumreclit voor postwissels en postbewijzen werd gebracht op 5 ets. voor bedragen van f 12,50maarop2'/2 voor bedragen tot en met f 5. {Arnh. Ct.) 45) De tijd heugt me nog, Miss Judge, toen het werkhuis nog maar zeer klein was en een kwartmijl van hier stond, doch hel is al langer hoe grooter gewor den zoodat men mij nu bijna al het licht door dien verschrikkelijke muur benomen heeft. Maar de armoede neemt hand over hand toe, en de wet zegt, dat er voor alle armen plaats moet zijn. Zij mogen ons laten doodhongeren als wij er in zijn, maar zij kunnen er ons niet buiten laten als wij te Wolchester geboren zijn. Als ik ook eens oud geworden ben, dan wordt het ook mijne woning." Hij zeide dit op een bijna triomfeeren den toon, als een man die het zich ook daar naar zijn genoegen maken zou, als zijn tijd gekomen was. Vervolgens poog de hij op nieuw zijn hoofd door de ven sterruit te steken, doch moest het weder opgeven, waarna hij^weder in zijn hoek nederviel en met het schoonmaken der handschoenen voortging. «Is het eene zeer goede'tijding vraag de hij eindeljjk igjj kunt het mjj gerust zeggen, Miss Judge." nik zal ze mijn vader liet eerst mede- deelen, hij heeft daar recht op." «Ja, en hij zal zeker komen, geloof ik ofschoon het al na vijven is," zeide hij zacht, sen misschien zal het gaan rege nen." «Regenen!" zeide Anna Judge. «O, van daag zeker niet." nik geloof zelfs dat het reeds een wei nig begint," zeide Mr. Smith, zijne hand door de glasruit stekende, op het oogen blik dat Anna twee grijze beenen lang zaam langs het venster zag gaan, en, tot Anna's verbazing, greep Smitb een dier beenen aan en hield hem stevig vast. «Wat doet gij daar, Smitb?" boorde zij van buiten roepen. iiHoe is het met je? Kom niet bene den. Spreek geen enkel woord ik moetje een oogenblik spreken," riep Mr. Smith door het venster. >Ik kom dadelijk bij u." «Dat is toch mijn vader niet?" riep Anna. «Wel neen, mijn kind," zeide Mr. Smith, van de werktafel springende, en een pak kleederen er van onder te voorschijn ha lende, waarna Lij de trappen opliep. «Een oude klant, en gij hebt geen gezelschap noodig dan uw vader, geloof ik. Wacht een oogenblik. Stil, hond!" Hij sprong de trappen op naar buiten, waar de man, dien hij bij het been ge grepen bad, hem wachtte. «Hier is uw pak kleeren, Judge," zei de hij, driftig Duisterende, terwijl hij de- deur behoedzaam achter zich sloot»je moet je hier of daar zien aan te klee- den en dan kunt gij binnen komen." «Maar..." «Houd je mond. Uw dochteris beneden." «Lieve hemelWat komt zij hier doen?" «Zij brengt goede tijding. Houd je mond maar, eD maak dat je weg komt." En vervolgens trad Mr Smith weder glimlachende zijn keldervertrek binnen en nam het deksel van den ketel en zag naar de kokende massa, bestaande uil oude vodden en verfhout. «Daar zal mooi rood van komen, denk ik," zeide hij; oen dan heb ik Zondag een mooi vestje, nik weet het niet," voegde hij er bij, «maar ik vrees dat uw vader dezen avond niet te huis komt." «O, wat moet ik dan doen? Waar is zijn kantoor?" «Dat is zeer ver van hieren niemand mag hem daar spreken. Maar Dinsdag avond gebeurt het wel meer dat hij om zeven uur te huis komt. Somtijds slaapt hij op het kantoor, en vooral als hij re keningen te schrijven, of veel geld af te tellen heeft." »Is het eene groote zaak?" «Ja, zeer groot, miss," zeide Mr. Smith, zijn vest loeknoopende om zijne plaats op de weiktafel weder in te nemen. «Maar als hij niet komt, zal ik iemand zenden om hem te doen weten, dat gij gekomen zijt. Het zou mij niet verwon deren, als hij van den anderen kant kwam." En Mr. Smith ging in den anderen hoek zitten en zag naar buiten. «Regent het?" vraagde Anna. «O neen, het is het mooiste weer van de wereld," antwoordde hij, «en alleen drukke bezigheden kunnen hem weerhou den en dat geloof ik toch niet dat het geval zijn zal, als ik mij wel bedenk. Zoo waar als ik leef, daar komt hij aan, deftig in 't zwart! Wat ziet hij er goed uit; men kan toch altijd den fatsoenlijken man in hem herkennen, al is hij arm. Blijf zitten, mijn kind, en laat hern door uwe drift niet te veel ontstellen. Ik zeide het wel, dat hij komen zou." Op hetzelfde oogenblik werd en met een stok op de deur geklopt. «Ik er niemand te huis?" hoorde men Mr. Judge vragen. «Ja Abel Smith, en Miss Anna Judge, van Ilpham, die u goede tijding komt brengen," was het antwoord van den verver. Mr. Judge kwam dadelijk den trap af; zijn gelaat stond zoo ontsteld en was zoo bleek, als of het bericht van goede tij ding hem had verschrikt, maar hij hield zich goed, en scheen niet half zoo ver rast zijne dochter daar te vinden, als Anna Judge wel gedacht had. «Mijn lieve kind," zeide, hij terwijl hij zijne armen om haren hals sloeg en haar aan zijn hart drukte, «dat is eene onver wachte ontmoeting, maar toch ben ik blijde, zeer blijde u te zien. ACHTTIENDE HOOFDSTUK. Gevonden. Na Anna verlaten en Primrose Street achter zich te hebben, begaf Mr. Edmund Delancy zich naar het meer fatsoenlijk gedeelte van Wolchester, hield daar voor het hotel «de Draak" stil, gaf zijn paard en chais aan de zorg eens bedienden over en begon daarna te overleggen wat hem nu te doen stond. Hij wist het bijna zelf niet, hoe hij de drie uren, die hij wachten moest, het best zou doorbren gen. Toen hij een weinig op en neder ge wandeld had, zeide hij, «ik vrees mijne familie door een onverwacht bezoek te verschrikken. Waarlijk, dat zou wel eens

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 1