Gemengd Nieuws.
Uit de Kamers.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
De algemeene beraadslaging over de
Legervvet werd in de vergadering der
Tweede Kamer van Dinsdag 21 April
geopend door den heer Schaepman, die
bevestigend antwoordde op de vraag, of
deze wet voldoet aan het doel, dat men
aan een Nederlandsch leger stellen moet.
Met de hoofdgedachte: een zooveel mo
gelijk en zoo goed mogelijk ingericht
leger, en daarin geen algemeene dienst
plicht maar opkomst in tijd va» nood,
gaat Spr. mede. Niet alzoo de tweede
vraag, of deze regeling rekening houdt
met de kracht van ons volk? De lasten
worden verhoogd, en de persoonlijke
dienstplicht is in onzen volksgeest nog
niet genoeg doorgedrongen. Dat vooral
de Katholieken dien hestrijden. vindt zijn
grond in hun uitsluiting in vroegere
tijden; ook heerscht onder sommige offi
ciersrangen een soort van luidruchtig
anti clericalisme, dat schade doet aan den
goeden naam van het leger. Spr. hoopt,
dat de Regeeiing niet al te vasthoudend
moge zijn, opdat hij haar op den weg
van gemeen overleg zal kunnen steunen.
De heer Viruly Verbrugge juichte het
toe, dat eindelijk partij gekozen wordt
tegen de plaatsvervanging, maar komt
op tegen den verhoogden financiëelen
druk. Een veldleger zoo sterk als hier
is voorgesteld hebben we niet noodig;
het is ijdel vertoon, en zou in tijd van
ooi log slechts moeieiijkheden baren. De
financieel» lasten zijn voor Spr. een on
overkomelijk bezwaar. Door zoovelen op
te roepen voor een den lande schadelijk
doel brengt men bovendien ellende over
het volk. Alleen voor de verdediging
achter de liniën wil Spr. geld voteereri
voor het veldleger niet. Eindelijk nog
acht Spr. een wettelijke organisatie onzer
levende strijdkrachten dringend nood
zakelijk.
De heer Van der Schrieck was van
oordeel, dat een kleine, geleidelijke ver
hooging van de jaarlijksche contingenten
ons een voldoende legermacht geschon
ken zou hebben. Een bezwaar tegen deze
wet is, dat zij tot steeds vermeerdeiende
uitgaven voor pensioenen enz. zal leiden.
Dat de loting moet beslissen wie langer
of korter zal dienen, acht Spr. onbillijk
ook de vrijstelling der zoogenaamde kost
winners is af te keuren. Spr. deelt niet
het ongunstig oordeel, over de plaats
vervangers uitgesproken zij zijn meeren-
deels van hetzelfde gehalte als de vrij
willigers en gewoonlijkgeoefendesoldaten.
Het vermoeiende kazerneleven is minder
geschikt voor de jongelieden der meer-
gegoede klassen dan voor die uit den
minderen stand. Met een gerust geweten
zal Spr. tegen de wet stemmen
De heer Van Vlijmen meende dat de
Regeerirg de taliijke en moeielijke vra
gen, die zich bij de verbetering onzer
levende strijdkrachten voordoen, onbe
antwoord laat. Wat zij voorstelt is na
bootsing van 't buitenland; tiaar stelsel,
var. dienstplicht is slechts rechtvaardig
in schijn, waut het gaat uit van het
onjuist begrip dat byv. een student in
de medicijnen voor de maatschappij even
veel waaide heeft als een poldergast.
Voorts zal men met een ongeoefende
aanvullingsreserve niets kunnen uitrich
ten; ook in dit opzicht zal het vertrou
wen op de versterking onzer weerkracht
niet toenemen.
In de vergadering van Woensdag zijn
rede voortzettende, beschouwde de heer
Van Vlijmen de opheffing der dienstver-
vanging als in strijd met art. 181 der
Grondwet, dat de vrijwillig dienenden
vooropstelt, en plaatsvervangers zijn niets
anders dan beroepssoldaten. Als meerge-
goeden in de gelederen komen zal noch
het physiek gehalte, noch de krijgsvaar-
digheid, noch de tucht van het leger ver
meerderen. Het militiekader zal weinig
beduiden, gelijk in Duilschland blijkt.
Ook voor ons neutraal standpunt ziet
spr. in deze wet een gevaar. Uitvoerig
zette spr. zijn bezwaren tegen het voor
gestelde reseiveleger uiteen, waarboven
hij aan de schutterij, mits beter georga
niseerd en geregeld geoefend, de vooikeur
geeft.
De heer Van Nunen betoogde dat bij
ons volk geen geestdrift bestaat voor de
defensie, bij de bestaande onzekerheid
of men zich wel zal kunnen verdedigen.
Spr. heeft groot bezwaar tegen de ver
meerdering van persoonlijke lasten. Onze
neutraliteit en niet het formeeren van
een vrij machtig leger, dat ons toch niet
kan beschermen, is de beste steun voor
onze onafhankelijkheid. Over de mobili
satie, een hoofdpunt, is door de Regeering
niets gezegdwelke waarborg geeft zij,
dat we bij oorlog, daar waar ze noodig
zijn, genoeg soldaten zullen hebben om
den vijand tegen te houden? De gewa
pende natie kan zeer wel een zuiver
defensieven oorlog voeren, maar daarom
behoeft men van haar geen militaire
natie te inaken. Spr. hoopt dat het ge
zond verstand zal zegevieren over de zucht
om groote sommen te besteden voor za
ken van twijfelachtig nut.
De heer Guyot had een afzonderlijke
regeling voor de zeemacht gewenscht.
Omdat geen stelsel is aangenomen waar
bij de defensie aan het geheele volk is
opgedragen, acht Spr. deze wet onaan
nemelijk. Ook de oefening, zoowel van
de manschappen als van het kader, is
onvoldoende; terwijl elders drie jaren
noodig zijn, stelt men zich hier metéén
jaar tevreden.
De heer Domela Nieuwenhuis betreurt
de behandeling dezer zaak door een ster
vende Kamer, en is het eens met de
waarschuwing van den heer Van Houten
tegen de klimmende financiëele eischen
van het legerbestuur. Een goede maat
regel, de afschaffing der plaatsvervanging,
wordt hier gebezigd om iets kwaads bin
nen te smokkelen. Met groote kosten
wil men ons tot een militairen staat ma
ken; daarin gaat Spr. niet mee, en stelde
een motie vari orde voor ter afkeuring
van de hoofdstrekking van dit wetsont
werp.
De heer De Geer begon met te wijzen
op eenige onduidelijkheden in den vorm,
en kwam vervolgens op teger. den ver
meerderden persoonlijken en financiëelen
druk, die van deze wet het gevolg zal
zijn. De dienstplicht bederft de carrière
van velen en stelt hen onder ongunstige
rechtstoestanden; zal men nu nog meer
Nederlanders daarin brengen? Resul
taten zijn van de voorgestelde regeling
niet te wachten, dan dat leger, reserve
en landweer achtereenvolgens in de pan
gehakt zullen worden, en daarna komt
dan nog de landstorm.
Vergadering var. Donderdag. De heer
Heldt deed uitkomen, dat in de lagere
volksklassen wel degelijk verzet tegen de
dienstvervanging bestaat, zooals blijkt uit
de talrijke adressen: alleen de R. K.
Volksbond heeft zich niet uitgesproken.
De gevaren, die van het kazerneleven
worden gevreesd, gelden evenzeer voor
de rningegoedenSpr. beweert daaren
tegen, dat het gezond is en lichamelijk
ontwikkelt. De plaatsvervanging is een
vorm van slavernij, die afgeschaft moet
worden.
De heer Seyffardt verdedigde het stel
sel medewerking van allen aan de de
fensie, de jongeren voorop, de gehuwden
en ouderen achteraan. Algemeene weer-
plicht onderstelt geen langdurigen oefen-
plicht of lang verblijf in de kazerne. De
talrijke vrijstellingen bij onze kleine na
tie maken dat slechts de helft dei jonge
mannen hun plicht vervullen. De voor
gestelde landweer is het zwakste punt;
zonder invoering van herhalingsoefenin
gen zal men slechts onbruikbaretroepen
hebben. De eenige waarborg voor onze
onafhankelijkheid moet gezocht worden
in het weerbaar maken van het geheele
Wederlandsche volk.
Op een vraag van den heer Schepel
of de Regeering bereid is het advies van
Jen Raad van State over te leggen,ant
woordde de Minister toestemmend.
De heer A. Van Dedem wees op de
verdeeldheid der rechterzijde over dit
onderwerp. Sp., ofschoon geen voorstander
van persoonlijken dienstplicht, zou om dit
beginsel een goede regeling niet verwer
pen. Het zal voor de tucht niet bevor
derlijk zijn, verschillende maatschappelijke
klasseri in de kazernes bijeen te brengen.
Met het stelsel van den heer SeyfTardt
kan spr. zich niet vereenigen. De Sezwa-
'ren der Katholieken zijn niet van kerke-
lijken aard; spr. deelt dieniet. De finan
ciëele bezwaren zijn niet overwegend
wij moeten rekening houden met hetgeen
elders geschiedt. De wijziging, door den
heer Schaepman voorgesteld, zal weinig
bijval vinden uit personen, slechts drie
maanden geoefend, is geen kader te vor
men. De minachting, door den heer De
Geer aan den dag gelegd voor den mili
tairen stand, heeft geen grondsoldaat
zijn is een eer, een soldaat is een man
van orde en tucht. De militaire rechts
pleging is zooveel slechter niet dan de
burgerlijke.
De heer Schimmelpenninck van der
Oye oordeelde dat het ontwerp voldoet
aan hetgeen van ons kan worden gevor
derd, en dat zulks onze krachten niet
te boven gaat. De lasten die men nu
voorstelt, zijn niet zwaarder dan voorheen,
in verhouding tot onzen verbeterden
économischen toestand. Spr. ontkent dat
de persoonlijke dienstplicht niet noodig
iszoo er bezwaren bestaan wegens het
kazerneleven, men verbetere dat.
De heer Travaglino had gewenscht den
dag niet te beleven dat dit ontwerp werd
ingediend door een Katholiek Minister, in
een Kabinet uit de rechterzijde voortge
komen maar spr. aanvaardt den strijd,
want hij heeft honderdduizenden achter
zich. Het verzet spruit alleen voort uit
de zucht om zoo weinigen mogelijk bloot
te stellen aan de gevaren voor ziel en
lichaam, aan het kazerneleven verbonden.
Ook de financiëele gevolgen der voorge
stelde regeling zijn voor spr. een bezwaar.
In naam der moeders smeekt hij den
Minister, als vader, af te zien van zijn
heillooze plannen.
De heer De Vries verdedigde den per
soonlijken dienstplicht, maar heeft bezwaar
tegen de vrijstelling van eenige zoons.
Spr. zal de wet gaarne tot stand zien
komen, en hoopt dat de Regeering de
persoonlijke en financiëele lasten zooveel
mogelijk zal verminderen.
De heer Van den Borch van Verwolde,
voorstander van persoonlijken dienstplicht,
had liever een geleidelijken overgang ge
wenscht. Een vermindering van hetjaar-
lijksch contingent zou spr. zeer in het
belang der financiën achten, en veler ver
zet tegen dit ontwerp doen verdwijnen.
Afschaffing der plaatsveivanging met be
houd van nummerverwisseling tusschen
manschappen van dezelfde lichting beveelt
spr. zeer aan. (Wordf vervolgd).
«Dikwijls heeft men kunnen verhalen
hoe staten verdwijnen. Zeldzamer is de
gelegenheid om te vertellen hoe staten
ontstaan." De Figaro gebruikt deze wooi-
den naar aanleiding van het bericht, dat
men in Zuid Afrika bezig is een nieuwe
Hollandsche Republiek te vormen. Met
al hun kunstvaardigheid om koloniën te
stichten, schijnen de Engelschen met de
Hollanders toch niet te kunnen opschie
ten. Het oude, koppige volk, dat eeuwen
ling al wat Engelsch was heeft gehaat,
blijft, in den Engelschman nog steeds zijn
geboren vijand zien, of acht zich te groot
om voortdurend testaanonderheerschappij
der Engelschen. De herhaalde «trekken"
der boeren geven er de beste getuigenis
van.
Opnieuw maken de oude, stoere Hol
ders zich gereed om een groote uittocht
te ondernemen, zelf een republiek te
stichten en zoo een eigen bestaan te
leiden, een eigen regeering te bezitten
en te leven onder wetten, die door hen
zelf zijn gemaakt. Met leede oogen zien
de Engelschen dit aan; ongaarne missen
zij een gedeelte van de vlijtige bevolking
harer Zuid-Afrikaansche koloniën en alle
pogingen worden dan ook gedaan om
dezen strek," die beschouwd wordt als
een uiting van vijandschap tegen de En
gelschen, te verhinderen. Zoodra het ge
rucht omtrent die groote verhuizing de
ronde deed, heeft de heer Loc.li, gou
verneur van Kaapstad, aan Paul Kruger
geseind
«Er zijn geruchten ter oore gekomen
van Hare Majesteits regeering, omtrent
een trek van Transvaalsche boeren naar
Mashonaland en dat de vestiging eener
republiek op dat grondgebied reeds geheel
is ontworpen.
De regeering deelt Uwe Excellentie
mede, dat zij dien trek beschouwt als
een vijandelijke daad tegenover de ko
ningin en vraagt de onmiddellijke verze
kering eener loyale medewerking van den
Transvaal, overeenkomende met de con
ventie omtrent Swaziland."
Het antwoord van Kruger was kort.
nik heb den trek tegengehouden en de
leiders bij mij laten komen. De regeering
kent ten volle haar verplichtingen." Niet
tegenstaande die plechtige verzekering
van den Transvaalschen president, dat hij
zoo door en door weet wat hem te doen
staat, schijnt de strek" niet de vrucht
te zijn van een opwelling des oogenbliks.
Vier jaar is men reeds bezig met het
maken der noodige toebereidselen en niet
minder dan duizend huisgezinnen zullen
zich bij deze exodus aansluiten om zich
te begeven in de lichting van Limpopo
en Zambezi.
Tusschen 15 Mei en 1 Juni zullen de
volksverhuizers zich verzamelen aan de
oevers der Limpopo en die rivier over
trekken onder de hoede van vijf duizend
gewapende boeien, en wat vijf duizend
gewapende boeren beteekenen, weten de
Engelschen zelf te vertellen. Op 5 Juni
zal de proclamatie uitgevaardigd worden
van de stichting der «Republiek van het
Noorden," overeenkomstig het grondrecht
der Transvaal van 1858.
Bij den strek" zullen zich aansluiten
verscheiden geneesheeren en geestelijken,
terwijl zelfs een kompleete drukkerij
medegenomen wordt. Vóór tien jaar moe
ten de boeren van den Zoutpansberg en
verschillende inlandsche hoofden reeds
hebben onderhandeld over de gronden,
waar de vreemdelingen zich thans willen
vestigen, het gebied tusschen de grenzen
der Matabelen en het Portugeesche grond
gebied, van de Limpopo tot de Zambezi.
De Portugeezen moeten met hun aan
staande buren vrij wel ingenomen zijn,
vertellen de bladen.
In de plaats van jhr. mr. H. J. L.
van Sasse van Ysselt, naar Wiesbaden
vertrokken, is de heer M. Lagerwey W.z.
tot regent van het gecombineerd St.
Pieters- en Bloklandgasthuis benoemd.
Door den Ontvanger der Registratie
en Domeinen te Amersfoort is op 22
April 1891 te zijnen kantore bij inschrij
ving verpacht voor den tijd van 4 jaren,
ingaande 1 Juli 1891 en eindigde 31 De
cember 1894 het jachtrecht op de na
volgende gronden aan den staat der Ne
derlanden toebehoorende, als
perceel 16 de Grebbelinie van af
Spakenburg tot aan de grensscheiding
der gemeenten Woudenberg en Leersum,
te; grootte van 98.1401 hectaren, aan
den Heer J. B. A. Korte te Utrecht a
f133.'sjaars;
perceel 9 de Grebbelinie voor zooveel
betreft al de werken en grachten behoor-
ende tot de Stelling aan de Grebbe onder
Rhenen ter grootte van 20.7640 hectaren
aan den heer A. Maters te Amersfoort
a f2.10 'sjaars.
perceel 10 en 11 de zoogenaamde Kamp-
velden onder Soest en de ter vergrooting
van de legerplaats van Zeist door den
Staat in 1874 aangekochte gronden onder
Soest en Amersfoort, ter gezamenlijke
grootte van 408.8412 hectaren, aan den
Heer J. H. van Marwijk Kooij te Amster
dam a f40.— 'sjaars.
Voor de overige perceelen waren geene
inschrijvingsbiljetten ingeleverd zoodat het
jachtrecht daarvan nog niet verpacht is,
zijnde:
perceel 7 en 8 de Grebbelinie voor
zoover die gelegen is onder de gemeen
ten Leersum, Amerongen. Veenendaal,
Lunteren en Ede ter grootte van 23.3360
hectaren
en perceel 12 de Vlasakkers onder
Amersfoort, ter grootte van 109.0920
hectaren.
De Centrale Kiesvereeniging «Ne
derland en Oranje," in het hoofdkies
district Amersfoort hield Woensdag te
Baarn eene vergadering. De opkomst was
bevredigend, de discussiën over het con
cept-program waren levendig.
Een drietal amendementen werden
daarop aangenomen en zullen aan het
Centraal Comité worden medegedeeld.
Punt 2 werd geamendeerd door tus-
schenvoeging der woorden- «liefst pro
portioneel," zoodat nu aan de deputaten
vergadering zal worden voorgesteld om
dat punt aldus te lezen:
«Bevestiging van onze constitutioneele
«vrijheden door invoering nu reeds, voor
«zoover de Grondwet toplaat, van een
nliefst proportioneel kiesstelsel op den
«algemeenen grondslag van een kies-
«recht der gezinshoofden," enz.
Punt 3 werd geamendeerd door tus-
schenvoeging der woorden «zoo spoedig
mogelijk" zoodat dat punt zou moeten
worden gelezen
«Herstel, voor zoover dit aan de over-
«heid staat, van den Godsdienstvrede in
«het land, door de uitvoering van art. 20
«van het Antirevolutionair program bij
«organieke wet zoo spoedig mogelijk voor
te bereiden", enz.
Terwijl vóór punt 6 evenzeer het woord
«spoedig" werd gewenscht, zoodat de
aanhef zou moeten luiden: «Spoedige
herziening van onze Finantiëele wetge
ving" enz.
Tot stemhebbend deputaat naar de
algemeene vergadering werd bij accla
matie gekozenDs. G. van Goor van
Bunschoten.
De afgevaardigde die thans voor het
district zitting heeft, de heer J. E. N.
Baron Schimmelpenninck van der Oye
werd, eveneens bij acclamatie, voorloopig
candidaat gesteld.
Lijst van brieven, geadresseerd aan
onbekenden, verzonden van het postkan
toor te Amersfoort, over de 2. helft der
maand Maart 1891.
1. W. Heekers Amsterdam.
2. W. Dekkers
3. J. van Valk Rotterdam.
4. J. A. Strovijaards Veenhuizen.
Duitschland
1. Wed. J. C. van Roest Gronau.
•aMW»» ■■■■ates-y
Buusclioteii. Maandag j.l. is door
een visscherrnan uit Spakenburg op de
Zuiderzee gevangen een postduif, gemerkt
„Vereeniging Antwerpen."
Vervalsching van diamanten. Bij
het gerecht te Antwerpen is eene zaak
aanhangig gemaakt, die in de handels
wereld algemeen opzien heeft gewekt. Het
betreft niet meer of minder dan eene
vervalsching van diamanten tot een be
drag van 25 millioen francs. Volgens de
Liberté zijn het Antwerpsche diamant
handelaars, die zich aan deze vervalsching
hebben schuldig gemaakt. Zij leverden
reeds geruimen tijd diamanten voor stee-
nen van eerste kwaliteit, die later ble
ken niets anders te zijn dan gele steenen
van geringe waarde, die door inwerking
van aniline een bedriegelyk zuiveren glans
hadden gekregen.
De beide Antwerpsche huizen, die van
dezen zwendel beschuldigd worden, deden
op deze wijze den anderen diamanthan
delaars een zware concurrentie, daar zij
hunne vervalschte steenen, die zelfs door
kenners niet van echte waren te onder
scheiden, ver beneden den gewonen prijs
konden leveren.
Het onderzoek levert zeer vele moei
lijkheden op. ,De meeste kooplieden, die
met of zonder weten vervalschte steenen
verkocht hebben, durven hunne leveran
ciers niet beschuldigen, uil vrees van in
moeilijkheden te zullen komen. Een van
hen heeft echter verklaard van Antwerp
sche kooplieden voor 170,000 francs aan
diamanten te hebben gekocht. Later
merkte hij dat ze vervalscht waren, waar
na hij zich haastte ze onmiddelijk aan
een Amerikaan te verkoopen. Deze con
stateerde de vervalsching door ze in
sterkwater te dompelen, waarbij zij hunne
oorspronkelijke gele kleur terugkregen.
De Amerikaan, woedend door dit bedrog,
dreigde zijn leverancier gerechtelijk te
zullen vervolgen, wanneer hij hem r.iet
onmiddellijk eene schadeloosstelling van
50,000 francs gaf, hetgeen de leverancier
dan ook deed.
Daar ook van andere zijde, vooral uit
Parijs, klachten inkwamen, kwam de zaak
ter oore van de justitie, die nu bezig is
een nauwkeurig onderzoek in te stellen.
Op den Steenweg van 's Prinsenbage
naar Breda reed eene net gekleede vrouw
deze week een kinderwagen voort, zorg
zaam en voorzichtig als slechts eene moeder
kan doen. Zij had de gordijntjes van den
wagen stevig gesloten, doch dit belette
niet, dat een haar op zij komend man,
toevallig een commies, argwaan kieeg,
vooral toen de dame, hem ontwarende, in
galop begon te rijden.
Hij wist haar echter in te halen, nam
de vrijheid het gordijntje te openen, om
in plaats van een kindje, 65 kilo zout
onder het dekentje te aanschouwen en
daarvan wegens frauduleuzen invoer pro
ces-verbaal op te maken.
Een zeer ongewone werkstaking is op
het punt uit te breken in Denemarken.
Aan de buffetjuffouwen in de spoorwegsta
tions is door de directie van de staats
spoorwegen verboden verder het kapsel
»a la Froufrou" te dragen. Liever dan zich
aan dit bevel te onderwerpen, zullen de
dames den at beid staken.
De telephoon schijnt in de journalistiek
hoe langer hoe meer te zullen worden
gebruikt. De Indépendance beigeuitge
geven te Brussel, staat nu reeds met de
drie voornaamste steden van Europa in
telephonische gemeenschap, nl. met Parijs,
Londen en Berlijn. Met de laatste stad
staat het blad eerst sedert eergisteren in
verbinding.
De pokkendie gedurende eenigen tijd
tamelijk hevig te Brussel geheerscht heb
ben, beginnen te verminderen. Wel wor
den er nog hier en daar personen door
de ziekte aangetast, maar schier uitsluite-
lijk niet gevaccineerde.
Wijlen Mevrouw de Wed. Bell van
Craigmore heeft haar vermogen, tusschen
de 60 a 70.000 pd. st., aan het Heils
leger vermaakt.
De heer Buis, burgemeester van Brus
sel, schijnt in zake manifestaties en op
tochten, minder bang voor wanordelijk
heden te zijn, en meer vertrouwen in
de ordelievendheid zijner burgers te stel
len, dan zijn Amsterdamsche collega. De
eerste heeft althans het houden van een
volksoptocht op den len Mei toegestaan,
op voorwaarde dat de te volgen weg door
de overheid zal worden aangewezen, en
dat de leiders van den optocht zullen borg-
staan voor de handhaving der orde.
BURGERLIJKE STMDEJI.
Amersfoort.
GEBOREN: 16 April, Louise Ciasina
Hendrica, d. van Leeudert Cornelis vau der
Straten en Anna Maria Louise Kleuren.
17 April, Everardus, z. van Willem van den
Tweel en Sophia Boerseu. Catrina, d.
van Karei Loden ijk van de Pitte en Janna
Maria van den Brom. Margaretha, d. van
Willem de Gaus en Gerritje van Nus.
18 April, Hubertus Autouius, z. van Theodo
ras van Kalleveen en Johauna Margrietha
vau Keken. 19 April, Jacobus, z. van
Martinus Berendse en Francieutje de Vries.
ONDERTROUWD16 April, Pieter van
Asselt en Jacoba van Bloemen. 23 April,
Teunis Kamerbeek en Rijntje van Nieuwen-
huizen. Joseph Christiaan Gerardus Heuuks
en Jacoba Rietveld. Leonardus de Conija
en Gerarda Hendrika Schinnij. Matthijs
Cator en Berendina vau Goor.
GEHUWD: 22 April, Joaunis Hooijer en
Elisabeth Wakelkamp. Johan Blackstone
en Daatje Uding.
OVERLEDEN: 16 April, Elisabeth Sophia
Langras 2 m. Wülemijna Hoogeveld, 71 j.
wed. van Frans Walet Boersse. Willem
Frederik Furing, 44 j. echth. van Marie
Hermandine Lubbers. 18 April, Jan
Zwart, 53 j. ongeh. Gerrit Kolfschoten,
73 j. ongeh. 20 April, Frederik Gerritsen,
3 j. Wilhelmina Maria Theodora Sleu-
rink, 4 j. 21 April, Elbert van den
Hoek, 2 j. Willem Garel van der Welk,
48 j. echtg. van Neeltje Pronk. Gerardus
Wilhelmus Leonardus Bonnier, 19 j. ongeh.
Bunschoten.
GEBOREN10 April Melis, z. van Wou
ter Heiuen en Aaltje Klok. Jan, z. van
Tijmen Zwaan en Engeltje Koops. 15
April, Albertha, d. van Jan Bos en Albertje
Koelewijn.
ONDERTROUWDTeunis Pruijs en
Hendrina Schaap. Harmeu Schaap en
Jannetje van Twülert. Klaas van Twillert
en Rikje van Halteren. Zeger van Twillert
en Jaapje Varenkamp. Jan Poort en
Jannetje ter Beek.
GEHUWD: Oth Dekkers en Anna Wil
deman. Aart Meester en Geertje Koele
wijn.
OVERLEDEN21 April, Jacob Boekema,
27 jaar.
Hoogland.
GEBOREN: 17 April, Alijda, d. van J.
den Ouden en J. Smiuk. Gerrit, z. van
W. Posker en R. den Ouden. 20 April,
Willem, z. van J. Buis en H. Woudenberg.
Antje, d, van A. van Ruitenbeek en P. de
Goede.
leusden.
ONDETRTOUWD: 23 April, Hermanus
Lambertus de Jong en Maria Tolboom.
OVERLEDEN: 22 April, Neeltje Oude
geest, 83 j., echtg. van Reinier van Vulpen.
23 April, Reinier van Vulpen, 84 j., wedr.
van Neeltje Oudegeest.
Stontenbarg,
OVERLEDEN20 April, Een lev. aang.
kd. van Jacobus van Valkengoed en Evertje
van Beek.