NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. HET BOOTHUIS. verschijnt woensdag en zaterdag. Officiëele Publicatie. binnenland. No 72. Woensdag 9 September 1891. Twintigste jaargang. F euille t on. AMEBSFOORTSCHE COIBINT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Rijt. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentie ni Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gelet op art. 264 der gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 102), Doen te weten, dat het eerste aanvul lingskohier der plaatselijke directe belas ting (Hoofdelijke omslag) over het dienst jaar 1891, goedgekeurd door Gedepu teerde Staten van Utrecht, in afschrift geduiende vijf maanden op de Secretarie der gemeente voor eenieder ter lezing ligt. Amersfoort, den 5. September 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELT US. Ten 9 ure 45 m. Maandagochtend kwamen H.H. M.M. de Koninginnen aan het station Wolflieze. Een meisje bood haar een ruiker aan. De Koninginnen reden in een rijtuig met 4 paarden be- spannen (het gevolg in 2 rijtuigen) naar Heelsum, en verder naar het hoogste punt op de Doorwetsche heide. Van daar hadden zij een prachtig ge zicht over het geheele terrein. De Ko ninginnen stonden nu en dan in het rij tuig, met een kijker gewapend, om het terrein beter te overzien. Het afvuren der kanonnen en het vuren van de ver dekt opgestelde infanterie geschiedde in hare onmiddellijke nabijheid. Duizende toeschouwers uit alle omlig gende plaatsen waren aanwezig. Het ge heele terrein was tijdig door politie af gezet. Ten 12 ure was de oefening, die een prachtig gezicht opleverde geëindigd, en reden de Koninginnen naar Oranje-Nas- sau-oord, om daar het ontbijt te gebrui ken. H.H. M.M. woonden eene revue bij op de Renkumsche heide, en vertrok ken te half vijf naar 't Loo. Aan de Köln. Zeitung wordt uit Arolsen bericht, dat men aan het Hof van den vorst van Waldeck, die eergisteren aldaar van zijn bezoek op Ilet Loo is teruggekeerd, het gerucht voor ongegrond verklaart, als zou H. M. de Koningin- Regentes voornemens zijn eerlang naar Duitschland te komen. Uit den Haag wordt bericht, dat weldra epn centraal bureau voor statistiek zal worden opgericht en dat mr. Van Lijnden, thans referendaris aan Binnen- landsche Zaken tot directeur zal worden benoemd. Alle bij het tarief voor het militair vervoer betrokken spoorwegmaatschap pijen hebben er in toegestemd, voortaan officieren en minderen van zee- en land macht, benevens hun bagage, ook dan tegen de prijzen van het militair tarief te vervoeren, wanneer zij niet in uniform zijn gekleed, mits op vertoon van een bewijs dat hun verlof is verleend. De wekelijksche besprekingen van H. M. de Koningin-Regentes met de mi nisters, welke in het laatst van de jongste ministerieele crisis hadden opgehouden, worden thans hervat. In de hoogere en lagere rangen van het corps zee-ofiicieren kan weldra eene bevordering verwacht worden. Zooals men weet, heeft onder het be stuur van den laatst afgetreden minister van marine, schout hij nacht Kruys, geen enkele benoeming in den rang van kapi tein-luitenant ter zee plaats gehad. Door de centrale anti-revolutionaire kiesvereeniging in het district Emmen is tot candidaat voor de Kamer in dat dis trict geproclameerd de heer J. P. Havelaar, oudminister van waterstaat, handel en nijverheid. De heer D. Fockema, consul in af- deeling II (Utrecht) van den algemeenen Nederlandsclien wielrijdersbond zal, naar wij vernemen, voor deze betrekking be danken, daar hij zich nog in deze maand te Arnhem metterwoon gaat vestigen. De Utrechtsche leden van den Bond zullen zijn vertrek met leedwezen verne men; onder zijne leiding slaagde menige tocht. Ook maakte hij zich in deze pro vincie zeer verdienstelijk met de regeling van verschillende aangelegenheden van dien Bond. Dit jaar werden van de koloniale reserve te Zutfen een 15tal reconvales centen in het herstellingsoord te Milligen verpleegd, en wordt alzoo dat gezondheids etablissement mede gebruikt om de tij delijk afgekeurde militairen van het leger in Oost- en West-Indië, die in het moe derland zijn teruggekeerd en bij de ko loniale reserve zijn opgenomen, weder voor den actieven militairen dienst ge schikt te maken. Vermoedelijk zal het volgend jaar het aantal reconvalescenten van de koloniale reserve, dat in de zo mermaanden te Milligen verpleegd zal worden, nog aanmerkelijk grooter zijn. Men schrijft aan de Amst. Ct. »Dat de opbrengst der perronkaartjes niet zoo heel gering is, kan hieruit blij ken, dat er sedert 1 Juni jl. aan het sta- tion Leeuwarden werden verkocht 14,500, vertegenwoordigende een bedrag van f725, terwijl er aan het station Arnhem dage- lijks gemiddeld 400 van die soort kaart jes worden gevraagd, wat over het af- geloopen kwartaal een som van f1800 moet uitmaken. Het is echter de vraag of de opbrengst der perronkaartjes opweegt tegen de kos ten die de vermeerdering van het per soneel, ten gevolge der nieuwe controle, met zich heeft gebracht. Op het station Utrecht b. v., waar voorheen hoogstens 3 portiers noodig waren, zijn thans niet minder dan 11 van die beambten voor de controle werkzaam, tegen een mini mum daggeld van fl.40. De directie der staatsspoorweg-maatschappij heeft nu ech ter bevolen, dat het personeel aan de stations niet mag worden uitgebreid. Misschien begint genoemde maatschap pij in te zien, dat zij bij opheffing der tegenwoordige controle, die ongetwijfeld in het verschiet ligt, niet zal weten, wat met al die overcompleete controleurs aan te vangen." Als een kenschetsende bijzonderheid van het noodweer op j. 1. Donderdagavond te Nijmegen, wordt nog gemeld, dat de watervloed zoo groot was, dat in enkele straten der benedenstad het water in een ommezien 30 a 50 centimeter hoog stond, zoodat men er schuitje kon varen De aan gerichte schade door het indringende wa ter in huizen en pakhuizen is zeergroot. In den Schouwburg moest de voorstelling door het gezelschap van Le Gras Has pels tijdelijk gestaakt worden, daar de vertooners door den donder en het geraas van den ijsval op het dak en tegen de ramen van het gebouw niet meer te ver staan waren. Een man, die in een iode straat gespoeld gat van ongeveer 2. M. diep en van eene aanzienlijke breedte was geloopen, werd met moeite ge red. Ook een rijtuig geraakte in een gat en kon slechts met veel moeite daaruit gehaald worden. Bij Baarle-Nassau werd eene vrouw door den bliksem getroffen en aan de eene zijde verlamd. Dezer dagen werd gemeld, dat een hotelhouder in den Haag de dupe is ge worden van een quasi-prins, die goede sier maakte en er ten slotte van door ging. Dit is erg, zoo wordt uit de resi dentie aan de /lsser Ct. geschreven, maar nog veel erger is, als 't waar is wat men verzekert, dat mannen als de gezant van Italië en van den H. Stoel, zich door den zoogecaamden neef van den koning van Italië lieten beetnemen en bij hem spijs den. Die EDgelsche kellner moet een han dige kerel zijn geweest, om Italianen er in te laten loopen. Van wege het Kerkbestuur der Is raëlitische gemeente te Nijkerk is jl Woensdag voor de verdreven Israëliti sche Russen gecollecteerd te Spakenburg f 65.02'/j en op Donderdag te Bunschoten f26,86. Men meldt uit Rotterdamaan het Utr. Dagbl. De wonderdokter Sequah heeft ons ver laten, nadat hij lieden nog twee voorstel lingen had gegeven. In de namiddag-zit ting had weder eene zoogenaamd won derdadige genezing plaats op de gewone wijze achter het gordijntje, in tegenwoor digheid van eenige personen uit het pu bliek. De patient was iemand uit Putters- hoek, die sedert vele jaren aan rheuma- tiek heette geleden te hebben en op kruk ken op de tribune verscheen. Sequah ver zocht, dat een paar personen uit het pu bliek hem zouden komen helpen, den pa tient te wrijven, daar deze over het ge heele lichaam zoo vol reuhmatiek zat, dat er meer handen aan te pas moesten ko men. Werkelijk boden zich uit de toe schouwers twee mannnr. daarvoor aan. Toer, de kunstbewerking was afgeloopen, voerde de genezen mumaticus een wal sje uit onder begeleiding van Sequahs orkest, onder luid gejuich van de aanwe zigen.' Eenige personen verschenen op de tri bune, om de verklaring af te leggen, dat zij door Sequahs middelen waren gene zen geworden. De wonderdokter zelf voerde herhaaldelijk het woord, om zich te beklagen, dat hij zooveel tegenwerking had ondervonden. Hij was echter het Rotterdamsche publiek dankbaar voor de ondervonden sympathie. Zijne geneesmid delen zouden verkrijgbaar blijven bij Sna- bilie, voor behoeftigen kosteloos. Des avonds, na eene korte zitting van Sequah, werd de geheele stad in rep en roer gebracht. Eenige zijner bewonderaars (of comperes) hadden Sequahs kermis wagen gehaald, zonder de paarden. Sequah nam in dien wagen staande plaats, het publiek spande zich er voor, en aldus werd hij naar zijn hótel gebracht, gevolgd door eene onafzienbare luidruchtige volks menigte. Eene zeer talrijke politiemacht onder aanvoering van commissarissen van politie en vele inspecteurs was noodig om de orde te handhaven. Voor het hótel school de volksmenigte samen onder gejoel en getier. Sequah (altijd nog in zijn hansworstenpak gekleed) verscheen op het balcon en sprak het volk toe. Hij kon zich echter niet verstaanbaar, maken, daar het gejoel hem overstemde. Het koste aan de politie de grootste inspanning om het publiek in toom te houden; dank zij hare houding, kwam het niet tot verdere ongeregeldheden. Men verneemt, dat de wonderdokter voornemens is van hier naar den Haag te gaan, om daar voor zijne middelen reclame te maken. Opening der zitting der Stateu-Generaal. Het programma voor de opening van de vergadering der Staten-Generaal, le 's-Gravenhage, op Dinsdag 15 September 1891, is als volgt: Artikel 1. Des middags te twaalf uren, zullen de leden der Staten-Generaal zich 89) „Neem dan afscheid van Mr. Delancy.' „Straks," zeide Delancy, met saamgeklemde lippen, „als zij baar hoed op heeft, en ik overtuigd ben dat zij heengaat." Anna, die hem genaderd was, trad weder eenige schreden terug. „Zij gaat nu haar hoed opzetten," zeide Mr. Judge. Zeer goed, maar zij beeft hem nog niet op dat ziet gij immers well" Mr. Judge, die somtijds zelf onbeleefd zijn kon, was verwonderd over de onbeleefdheid van Mr. Delancy. „Duid het hem niet ten kwade, mijnheer," liet Mrs. Delancy spoedig op de woorden van haren zoon volgen, „doch het is heden de eerste dag dat hij mag opzitten, en eene kleinigheid maakt hem thans ontevreden." „En daar dit eene kleinigheid is," zeide Delancy ernstig, „twijfel ik niet of Miss Jndge zal deze gril van mij wel willen inwilligen. Vaarwel, Mr. Judge, goede reis en behouden aankomst." „Vaarwel mijnheer." Zij drukten elkander de hand, waarna Judge door zijne dochter gevolgd de kamer verliet en door den gaDg naar den breeden trap ging, van waar Mrs. Holmes hen wei nige oogenblikken te voren bespied had. „Gij zult tante beneden vinden, als gij dezen trap afgaat, papa. Ik ga van Mrs. Holmes afscheid nemen, mijn hoed opzetten en dau nog even bij Mrs. Delancy gaan eD eenige der meiden zeggen dat ik vertrek, en „Lieve hemel, Anna, hoelang moet dat wel duren!" „Ik zal zoo spoedig voortmaken, als ik kan; maar men moet van mij niet kunnen zeggen dat ik ondaukbaar ben," zeide zij. „Wat komt er dat nu nog op aan?" bromde Mr. Judge, wiens zenuwachtig on geduld, vereenigd met den grondtrek van zijn karakter, den eigenbaat, hem thans niet van de gunstigste zijde deed kennen. „Het komt er voor mij veel op aan." „Zij verliet hem en giug door den gang naar den rechter vleugel waar de kamer der huishoudster was, doch vond ze ledig. Daar op ging zij langs een anderen trap naar be ueden, naar de kamer die aan de hare grensde, vraagde thans aan de üieustboden naar Mrs. Holmes, doch niemand had haar in het laatste uur gezienzij keerde naar den rechter vleugel terug, zag weder in de kamer, vond deze weder ledig, ging toen naar haar eigen vertrek, zette haar hoed op, deed haar doek om, en bemerkte, toen zij in den spiegel zag, dat zij dien morgen zeer bleek was en hare oogeu zeer hol stonden voor een meisje wier vurigst verlangen op het punt was ver vuld te worden. Zij knielde neder en bad dat deze laatste beproeving spoedig mocht voorbijgaan met berouw dat in haar hart op kwam, ondanks haar zelve bad om de noodige krachten om altijd trouw te zijn aan den zonderlingen ouden man, die haar terug- eischte tot zijn gezelschap, zijne vrienden en troosteres. „Op eiken anderen tijd, als Ned sterker was, zou ik het beter hebben kunnen dragen," zeide zijtoen verliet zij hare kamer, liep iu Ned Delancy's vertrek, ja, in Delancy's armen, die voor haar waren uitgespreidzij deinsde tbans niet terug om er een schuil plaats te zoeken, ofschoon zij hem een uur te voren gezegd had voor hem immer Miss Judge, de ongehuwde, te zullen zijn; doch toen wist zij nog niet dat zij hem voor al tijd ging verlaten. „Het is hard voor ons beiden," fluisterde hij„maar wij zullen beiden weder vereenigd worden." „Nooit zullen wij elkander wederzien." „Ja, wij zullen elkander wederzien," her nam hij. „Ik geef geen acht op al de gril len van uw vader mijn hoop is alleen op u." „Het is dwaasheid, Ned." „Zult gij mij schrijven en mij mededee- len „Neen, neen, verlang van mij niet dat ik begin hem te misleiden, reeds bij den aan vang van zijn nieuw leven. Laat mij hem toebebooren, en vergeet mijhet is zoo beter." „Ik zal dau niet van u vragen, Anna, mij te schrijven, misschien is het niet goed, want wij zijn niet met elkander verloofd maar ik zal u weten op te sporen, en hij zal mij vergeven en de tijd zal komen dat hij mij zijn vriend noemt." „Laat mij nu gaan, Ned; ik heb hem reeds zoo lang laten wachten en hij is van daag zoo ongeduldig." „Daar heeft hij reden toe, die arme oude manEn nu, vaarweldenk nu en dan eens aan den organist van Ilpham-on-the-Gliff. God zegene u, Anna!" „God zegene u, Ned, en schenke u spoe dig uwe vorige gezondheid en krachten we- der. En ochwat ik u bidden mag, deuk nooit meer aan mij 1" Toen maakte zij zich uit zijne armen los, en kuste Mrs. Delancy, die haar hartelijk aan haar hart drukte. „Vaarwel, gij die mij eene moeder waart." „En die altijd uwe moeder zijn wil." „Neen, elke gedachte daaraan is niets meer dan een roman, en ik behoor tot het werkelijke leven. Ik bid u vergeef mij leer hem mij vergeten om zijn zelfs wil." Toen onttrok zij zich ook aan hare om helzing en liep blindelings de kamer uit door den gang haar nieuw leven te gemoet. Aan den trap bleef zij staan om hare oogen af te drogen. „Zoo moeten zij mij niet zien, of reeds nu zou hun hart bezwijkeu," stamelde zij. ZEVEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK. Eindelijk bezweken. Tante Judge zat rustig in het portaal on der aan den trap te wachten, terwijl haar hoofd tegen het beschot rustte, nadat haar broeder en nicht naar boven gegaan waren. Zelfs hare handen, die zich eerst rusteloos hadden bewogen, als was zij aan haar hand werk bezig, waren geheel tot rust gekomen, en zij zat daar geduldig hun komst te ver beiden. Wel lag er op dat gelaat een trek van ontevredenheid, doch zij die haar anders gekend hadden zouden er dien morgen min der hardheid in opgemerkt hebben. Zij was op haar gemak, overtuigd als zij was dat zij zich hier op hare plaats bevond en niet te huis behoorde in de fraaie recep tie zaal, waar hare nicht haar had willen doen binnen treden, niet bij die aanzioulij- ken, die Anna gereed stond voor goed te verlaten. Voor goed, ofschoon Anna niet trotsch geworden was, en alleen in zelfbe- heersching en maniereu gewouueu had, in

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 1