BIMLANDSCH OVERZICHT.
Gemengd Nieuws.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
begeven naar de zaal, bestemd voor de
zittingen van de Tweede Kamer, en zich
in eene algemeene vergadering vereeni
gen, onder voorzitting van den door H.
M. de Koningin-Regentes benoemden pre
sident van de Eerste Kamer.
Artikel 2. De ministers, hoofden van
ministerieële departementen, leden vaD
den Raad van State zullen zich, des na
middags te één uur, mede in die zaal
vereenigen.
Artikel 3. H. M. de Koningin-Regentes
de vergadering der Staten-Generaal zul
lende openen, zal te één uur met den
volgenden trein van het Paleis afrijden
a. Een commando cavalerie tot ope
ning van den trein;
b. Een hoffourier en twee rijknechts
te paard
c. De ceiemoniemeester, gezeten in een
rijtuig, met twee paarden bespannen,
gaan Je één lakkei naast elk portier;
d. Acht kamerheercn, gezeten in twee
rijtuigen, ieder met twee paarden be
spannen, gaande één lakei naast elk por
tier;
De kamerheeren plaatsen zich volgens
hunnen rang van benoeming.
e. De Groot-Officieren, gezeten in twee
rijtuigen, ieder met zes paarden bespan
nen, gaande twee lakeien naast elk por
tier
Een commando cavalerie;
g. De Opper-Cereinoniemeester, gezeten
in een rijtuig met vier paarden bespan
nen, gaande twee lakeien naast elk por
tier;
h. De Grootmeesteres van Hare Majes
teit de Koningin-Regentes en de dienst
doende Dame du Palais van Hare Majes
teit, gezeten in een rijtuig, met vier paar
den bespannen, gaande twee lakeien naast
elk portier;
t. Hare Majesteit de Koningin-Regentes,
gezeten in een rijtuig, met acht paarden
bespannen, gaande een koetsier naast elk
paard, en vier lakeien naast elk portier;
De Adjudant-Generaal van H. M. de
Koningin, de Adjudanten-Generaal van
wijlen Z. M. den Koning en de Generaal-
Majoor en de Gouverneur der Residentie,
te paard.
De Adjudanten-Generaal rijden, naar
ouderdom van rang, rechts of links van
het Koninklijk rijtuig; de Gouverneur
der Residentie rijdt links.
Hierop volgen de Officieren van het
Militaire Huis van H. M. de Koningin te
paard, rijdende twee aan twee, de oud
sten in rang voor.
j. Een commando cavelerie, tot sluiting
van den trein.
Artikel 4. De trein zal rijden door het
Noordeinde, door Hoogstraat, door de
Gravenstraat, over het Buitenhof, naar
het Binnenhof.
Artikel 5. De trein gekomen zijnde aan
de vergaderplaats den Staten-Generaal,
zal II. M. aan de deur van het gebouw
ontvangen worden door eene Commissie
uit de Vergadering, die voorafgegaan door
den Ceremoniemeester, de Kamerheeren,
de Groot-Officieien en den Opper-Cere-
moniemeester, H. M. zal geleiden naar
de zaal dei Staten-Generaal.
De Giootmeesteres van H. M. de Ko
ningin-Regentes, de dienstdoende Dame
du Paleis van H. M., benevens de Offi
cieren van het Militaire Huis van H. M.
de Koningin volgen onmiddelijk.
Artikel 6. De Grootmeesteres van H. M.
de Koningin-Regentes en de dienstdoende
Dame du Paleis van H. M. plaatsen zich
onmiddelijk ter zijnde achter H. M.
De Gioot-Officieren en de Gouverneur
der Koninklijke Residentie plaatsen zich
achter den Koninklijken zetel.
De Kamerheeren rechts en de Officie
ren van Militaire Huis links van den
Troon.
Artikel 7. De zitting geëindigd zijnde,
gaal H. M. met denzelfden trein waar
mede Hoogstdezelve binnengekomen is,
en in de bij artikel 3 vermeide orde, naar
het Paleis terug; zullende de trein den
navolgenden weg nemen:
van liet Binnenhof, over den Korten
Vijverberg, over den Langen Vijverberg,
weerwil van tante's profectie, dat er van
Anna's verblijf op Thlrby Cross een onge
luk zou voortkomen, dat nieuwo vriendeu en
nieuwe gezichten Anua van hare oude vrien
den zou aftrekken en haar terugtreden tot
het leven met haren vader, haar bijna van
berouw en smart zou doen bezwijken. Het
verheugde haar dat al hare vermoedens ble
ken valsch te zijn geweest, en dat alles was
zooals het wezen moest, nu haar broeder in
zijuo rechteu was getredeu.
Zij zat hierover na te denken, en of Anna
zich met liaars vaders woning zou kuuneu
verstaan, of zij doon zoude, wat zij had be
sloten te docu, bijaldien die vader tooueu
mocht op het huiselijk verkeer met zijne zus
ter niet zeer gesteld te zijn. Zij beschouwde
do familieportretten der Aynards aan den
wand, terwijl zij hieraan dacht, en vond dat
het voorkomen dier afbeeldingen een onaange-
naincn indruk opbaar maakteneuzoo werkten
dit en de hitte van don dag, het eentonig
getik der groote klok, die zij wel hoorde
maar niet zag, de stilte die haar omgaf, de
haar ongewone werkeloosheid samen dat zij
in eene overpeinziug verviel, welke haar ein
delijk hare oogen (leed sluiten en in slaap
vallen.
Eensklaps ontwaakte zij, en sprong op met
gevouwen handen en hare oogen op den trap
gciicht. Zij had in hare droomen een geluat
gezien, dat haar bad doen ontstellen, en zij
over de Plaats, door het Noordeinde,
naar het Paleis.
Artikel 8. Salvo's uit het geschut zul
len het afrijden van H. M. van het Paleis
en het oogenblik waarop Hoogstdezelve
het Gebouw van de Staten-Generaal ver
laat, aankondigen.
Een nieuw Paleis. De heer T. H.
Adr. Tromp bespreekt in het Vad. het
bouwen van een nieuw koninklijk paleis
in de residentie, daar het paleis aan het
Noordeinde niet voor paleis geschikt is
bij afwezigheid van een park en slechte
indeeling. Bovendien is het te klein om
vorstelijke personen te logeeren.
Vooral voor de jonge Koningin, die op
Het Loo aan frissche lucht en een heerlijk
park gewoon is, acht hij het Paleis zeer
onvoldoende.
Hij zou het nieuwe paleis met park
wenschen op de terreinen van H. K. H.
de Groothertogin van Saksen-Weimar aan
den Scheveningschen weg, ongeveer op
de plaats waar thans het buiten van de
Groothertogin staat.
Het oude paleis aan het Noordeinde
zou hij ingericht willen zien voor de ver
gaderzalen der beide Kamers met de
daarbij behoorende Kamers, en voor het
departement van buitenlandsche zaken.
Met het oog op de zoo noodige uitbreiding
van verschillende departementen van
algemeen bestuur, waarvoor tonnen gouds
noodig zullen zijn, zouden de kosten voor
het nieuwe Paleis aanmeikelijk lichter
worden.
Eensdeels omdat er zoo weinig nnder
politiek n;euws is, anderdeels dewijl er
inderdaad veel gewicht aan de zaak wordt
gehecht, hebben in de afgeloopen week
de bladen zich ijverig beziggehouden met
het bespreken van de concessie, door de
Porte aan Rusland verleend ten opzichte
van de doorvaart van Dardanellen en
Bosporus. De Duitsche pers vatte de
quaestie heel kalm op, bewerende dat
alleen Engeland er belang bij had, eri
dus Europa in het algemeen zich die
niet behoeft aan te trekken - in de toon
gevende Brilsche Couranten daarentegen
bleef de ontevredenheid voortduren. Ein
delijk kwam uit Konstantinopel een blijk
baar officiëele mededeeling, waarvan het
doel was aan te toonen, dat geenerlui
inbreuk is gemaakt op de bepalingen
van het verdrag van Parijs. Immers, al
leen de schepen der zoogenaamde vrij
willige vloot van Rusland zullen, varende
onder handelsvlag, de zeeëngte mogen
passeeren, wanneer zij transporten mis
dadigers aan boord hebben, bestemd
voor de verbanningsplaatsen in het verre
Oosten, met de soldaten van het geleide,
of versterkingen voor de garnizoenen al
daar. Wordt zulk een schip afgezonden
dan zal telkens bericht gedaan moeten
worden door den Russischen gezant te
Konstantinopel, en telkens de toestem
ming der Porte gevraagd moeten wor
den; dezelfde formaliteiten zijn in acht
te nemen bij den terugkeer van schepen
met uitgediende soldaten.
Zoo voorgedragen, schijnt de zaak
minder ernstig dan aanvankelijk werd
gedacht; doch men is vooral in Engeland
niet vreemd aan de gedachte, dat er nog
wel eenige geheime schikkingen bij ge
troffen werden, die minder onschuldig
zijn. In elk geval zijn door de Britsrhe
Regeering vertoogen ingediend bij den
Sultan, vóór de openbaarmaking der
bovenvermelde opheldering; als gevolg
van dien stap der Engelsche diplomatie
beschouwt men de aftreding van het
Turksche Ministerie. Zooals het gewoonlijk
te Konstantinopel gaat, werd het weg
gezonden kabinet onmiddellijk door een
nieuw vervangen; men schijnt er de man
netjes alljjd bij de hand te hebben. De
gouverneur van Creta, Djevat-pasja, wien
het gedurende zijn bestuur niet gelukt
is op dat eiland de rust te herstellen,
wordt nu grootvizier; de sinds kort op
noemde den naam ceuer vrouw, voor zij we
der volkomen tot zickzelve gekomen was.
„Onmogelijk, onmogelijk," herbaalde zij
tweemalen, na wild rondom zich gestaard te
hebben en zelfs den trap drie of vier treden
opgeloopeu te zijn om zich gerust te stellen
„die gezichten op die schilderijen hadden mij
bezig gehouden voor ik in slaap viel. Maar
bet was even alsof het werkelijkheid geweest
was. Ik moet zeker aan haar gedacht heb
ben."
Zij ging de treden weder af en had hare
plaats nog niet weder ingenomen, toen haar
broeder beneden kwam.
„Zijt gij daar iemand ontmoet?"
„Een of twee dienstboden. Waarom?"
vraagde hij.
„Niets."
„Er is immers niets gebeurd?" en ont
steld zag hij om naar den trap, welken hij
zoo even was afgekomen. „Gij hebt immers
niets gevien niemand heeft u immers
gezegd dat Anna liever hier blijft, hoop
ik?"
„Dat is toch niet zeer waarschijnlijk?"
,,Dan begrijp ik ook niet waarom gij mij
zoo moet doen ontstellen. Maar luister, daar
komt l ady Uurlinson te huis. ik geloof
waarlijk dat wij Anna niet met ons zullen
krijgen dat er nog iets gebeuren zal dat
haar weerhoudt."
„Gij zijt nog even dwaas ais altijd, John."
getreden minister van oorlog, ghazi
Osman-pasja, de held van Plewna, die
vervangen wordt door Giza-pasja, heeft
dus ook niet veel pleizier van zijn verhe
ven zetel gehad. De namen der overige
nieuwe ministers zullen we bij gelegen
heid wel opgeven, als er van hen wat te
vertellen valt. Volgens sommigen staat
de minister-crisis in verband met het
ontdekken van een samenzwering tegen
den Sultan, die zou hebben moeten uit
breken bij gelegenheid van het feest
zijner vijftien-jarige regeering. Misschien
heeft het toevallig in brand geraken van
eenig vuurwerk, dat toen afgestoken had
moeten worden, aanleiding tot dit gerucht
gegeven; in dezen tijd zijn vorstelijke
personen in het Oosten van nature een
beetje schrikachtig.
In Engeland wordt het denkbeeld op
geworpen, nu de Czaar niet bijzonder
sterk meer schijnt te hechten aan be
staande tractaten, ook maar wat minder
angstvallig op dit punt te worden. Op
die manier gaat het beetje politieke ze
delijkheid, dat men er nog op nahoudt,
geheel verloren. De «Times" wees er op,
dat nu maar voorgoed tot de annexatie
van Egypte besloten moest worden, om
zich intijds te kunnen dekken tegen een
Russischen aanslag op het Suez-kanaal.
De Fiansche «Figaro," geer, erg ver
trouwbare bron, weel te vertellen dat
de Oostenrijksche Regeering er over denkt
de zoogenaamde bezetting van Bosnië en
de Herzegowina te vervangen door een
formeele inlijving.
De ministers-verandering te Konstan
tinopel wordt in het schrijven daarom-
tient aan de vertegenwoordigers der
Porte in het buitenland zeer duidelijk
verklaard als «door de noodzakelijkheid
geboden, zonder dat daarbij andere over
wegingen in het spel waren." Wie 't nu
nog niet begrijpt zal er wel nooit achter
komen.
De commissie, door de Boelgaarsche
Regeering belast met het onderzoek naar
den moord, indertijd op minister Belt-
cheff gepleegd, heeft Zondag onverwacht
een huiszoeking gedaan bij bisschop Me
thodius, den waarnemenden metropoli-
taan der orthodoxe Grieksche kerk. Wat
het resultaat is geweest, weet men niet;
wèl, dat deze stap veel sensatie heeft
verwekt, dewijl liet bekend is dat er bij
de geestelijkheid dier kerk een sterke
Russisch-gezindheid heerscht.
Groote manoeuvres zijn thans aan de
orde van den dag: die van hel Oosten
rijksche leger, te Schwarzenau gehouden
en bijgewoond, op uitnoodiging, door
keizer Wilhelm en zijn Rijkskanselier
benevens den koning van Saksen, zijn
bijzonder schitterend geweest. Bij gele
genheid dier oefeningen waren de vor
stelijke bezoekers en tal van voorname
personen te Götfritz de gasten van Aarts
hertog Albrecht, oom van keizer Frans
Jozef en opperbevelhebber van het Oos
tenrijksche leger. De aartshertog betuigde
zijn ingenomenheid met l,et bezoek des
Duitschen keizers, en begroette namens
de officieren den bondgenoot van zijn
souverein. In zijn antwoord zei keizer
Wilhelm dank voor de hem door keizer
Frans Jozef gedane uitnoodiginghij ver
klaarde er zich over te verheugen, dat
hij zich bevond te midden der dappere
Oostenrijksche soldalen «zijn kameraden,"
en wijdde een dronk aan den keizer, den
aartshertog en het Oostenrijksche leger.
Gisteren zijn in Beieren, in tegenwoor
digheid van Keizer Wilhelm, de manoeu
vres van het Duitsche leger begonnen.
Ter vervanging van den bejaarden gene
raal Blumenthal is Prins Leopold, zoon
van den Prins-regent van Beieren, be
noemd tot inspecteur van de vierde le-
ger-afdeeling.
Dat de politiek aan de bijeenkomsten
der beide keizers niet vreemd is, wordt
afgeleid uit de langdurige gesprekken,
lusschen Keizer Wilhelm en Kalnoky,
tusschen Keizer Frans Jozef en Caprivi,
en vervolgens tusschen de vorsten en
hun eigen rijkskanseliers gehouden.
Te Santiago, de hoofdstad van Chili,
Op hetzelfde oogenblik word er aan de
deur geklopt, en John Judge stond gereed
de deur te opeuen, toen zijne zuster hem
terug hield en boos aanzag.
„Wiens knecht zijt gij, dat gij Lady Bur-
linsou zoudt dienen?"
„Gij hebt gelijk," zeide hij. „Daartoe zijn
ivij te trotsch, Mary. En nu hebben wij
iets om trotsch op te zijn. Ik was somtijds
met het openen der deur belast in het Werk
huis te Worchester," voegde hij er met een
zucht bij. „O, die verschrikkelijke plaats,
welke ik nimmer geheel van mij kan zetten.
Misschien zal eenmaal de dag komen dat ik
er weder naar terug zal moeten keeren," en
bij deze gedachten overviel hem een he
vige beving, tot zijne zuster hem met kracht
bij den arm schudde.
„Gij hebt van daag veel van een zwakke
zenuwachtige vrouw. Het geluk heelt u niet
sterk gemaakt, John."
„Dat zal met den tijd komen."
„Dat geve de hemel."
„Dat geve de hemel," herhaalde hij met
eerbied. „Ik dank God voor de genade die
Hij mij bewezen heeft door mij weder een
vrij man te maken, on hier te brengen, waar
ik mijn hoofd zoo goed als elk ander kan
opheffen."
„Stil, daar is de meid."
De meid opende de deur voor hare gebied
ster, die uit het rijtuig stapte, eu door het
is nu door de Congres-partij een voor-
loopig bewind gevestigd, dnt een circulaire
richt lot de Mogendheden om een spoedige
erkenning te verkrijgen. De regeering
der Vereenigde Staten had daartoe reeds
vroeger de noodige bevelen gegeven.
Uit Australië wordt gemeld dat het
Parlement der kolonie Nieuw-Zeeland
een voorstel heeft goedgekeurd om aan
vrouwen, die domicilie hebben op haar
eigen naam, het stemrecht en de ver
kiesbaarheid toe te kennen. Na dezen
eersten slap zullen de dames nog wel
verder komen.
Twee eigenaardige werkstakingen moe
ten nog vermeld worden. Te Milaan heeft
een groot aantal arbeiders er het bijltje
bij neergelegd om afschaffing van het
werken bij aanneming te krijgen. Juist
hadden de industriëlen aldaar, ten einde
te voorzien in de gegronde klachten over
gebrek aan werk, zich beijverd om be
stellingen uit het buitenland te ontvangen,
bij de uitvoering trachten nu de werk
lieden hen te dwingen in plotseling op
gekomen eischen te bewilligen, wat ver
moedelijk niet gelukken zal, da3r de
publieke opinie niet op hun hand is.
Dat is wel het geval bij de groote
werkstaking in de fabrieken van den
Deenschen staatsspoorweg te Aarhuus,
waar in korten tijd belangrijke vernieu
wingen van materieel moeten plaats
hebben. De werklieden vragen meer loon,
en gedragen zich daarbij zoo ordelijk,
dat de uit voorzorg bijeengebrachte mili
tairen en politie niets te doen hebben.
De Ministers van Binnenlandsche Zaken
is te Aarhuus aangekomen om een schik
king te bewerkstelligen; hij is zeer wel
willend gezind jegens de werklieden die van
onderscheidene zijden steun ontvangen.
In de godsdienstige samenkomst der
Remonstrantsche gemeente alhier op Zon
dag e. k., 13 September, zal als voorgan
ger optreden Dr. L. H. Slotemaker, pre
dikant te Arnhem.
Bij het op 5 en 7 September ge
houden admissie-examen voor de Hoogere
Burgerschool werden tot de eerste klasse
toegelaten de leerlingen Garjeanne, Ham,
de Jonge van der Halen en E. de Waal
tot de tweede klasse Kerbert, de ICoch
en Reiger en als toehoorderes A. Vlaan
deren tot de derde klasse Duquesne en
als toehoorder Blijdenstein. Bij de her
examens slaagden voor de derde klasse
de Bordes, van Delden, Jentink, Kroes
en Kroon.
De uitslag van het 2de toelatings
examen aan het Gymnasium te Amersfoort
gehouden 7 en 8 September 1891, is als
volgt
Toegelaten tot klasse I: A. J. de Niet
en C. Stadermann, afgewezen 1.
Tot klasse IIM. Scheer en C. E. F.
de Vries, afgewezen doch toegelaten tot
klasse I: A. G. van Willenswaard.
Tot klasse IIID. Weerstra.
Tot klasse V L. Vethake.
Ter gelegenheid van den schoon
maak is in de St. Joriskerk eene muur
schildering ontdekt, voorstellende een
bisschop met herdelijken staf. Men ver
moedt, dat nog meerderen te voorschijn
zullen komen.
Een 3'/2 jarig kind van S. dronk
tijdens de afwezigheid van de moeder
uit een flesch met loog gevuld, aan de
gevolgen waarvan het is overleden.
Gevonden op deu openbaren weg|:
Een rozenkrans.
Rechthebbende vervoege zich ter te-
rugbekoming aan het bureau van polite.
Bariieveid. Tot Directeur van het
Postkantoor alhier is benoemd, de heer
J. E. A. Post Uiterweer, thans commies
der Posterijen 3 de klasse.
geritsel van haar zijden japon haar nadering
te kennen gaf. Toen zij binnen was geko
men, bleef zij een oogenblik vol verbazing
voor de bezoekers, die haar wachtten, staan.
„Mr. Judge, niet waar, en Miss Judge,
van Ilpham?"
„Ja; mevrouw;" antwoordde Mr. Judge;
„wij zijn gekomen om Anna te halen wij
gaan op het oogenblik vertrekken."
„Gij gaat op het oogenblik met haar ver
trekken," herhaalde Lady Burljnson. „Hoe
vreemd
Zij zeide op het eerste oogenblik niet, dat
het haar speet, maar na eenig nadenken,
sprak zij niet zonder smart in hare stem
„Gij zult mij van eene lieve vriendin be-
rooven van iemand die ik waarlijk lief
gekregen heb."
„Gij staat haar slechts af aan hen; die
haar meer beminnen, Lady Burlinson," zeide
Marie Judge.
„Ja, dat is zoo. Maar ik houd niet van
zulke verrassingengij had mij eerst behoor
lijk van uw voornemen kuunen verwittigen."
„Mevrouw, wij hebben alleen Anna,s gevoel
geraadpleegd" zeide Mr. J udge. „Ik twijfel geens
zins of het verlies moet groot voor u zijn;
maar wij hebben misschien is het egoïs
tisch alleen aan hare vreugde over deze
hereeniging gedacht."
„Hebt gij haar reeds gezien
..Ja,"
In Spanje, en wel te Saragossa er. om
streken, is plotseling eene erge pokken
epidemie uitgebroken. Ter voorkomiug
van eene uitbreiding der gevreesde ziekte,
zoo snel als in 1890 het geval was, beeft
de regeering uitgebreide maatregelen be
volen, en zijn alle stedelijke en genees
kundige overheden uitgenoodigd, de in
enting van kinderen met alle ten dienst
staande middelen te bevorderen op kosten
des lands, waar het scholen, kostscholen,
armhuizen, gevangenissen en andere in
stellingen van openbaar nut betreft. Daar
echter in Spanje de inenting tot nu toe
alleen verplicht is voor soldaten, matrozen
en burgerlijke ambtenaren, blijft het
altijd bij een verzoek om vergunning
daartoe, en ontbreken nog steeds de
wettelijke bepalingen, die noodzakelijk
zijn voor de invoering der inenting op
grootere schaal. De pokken-epidemie van
verleden jaar heeft wel velen tot een
beter begrip omtrent de noodzakelijkheid
daaivan gebracht, doch de bekende ge
makzuchtige aard der bewoners van Spanje
geeft nog maar weinig hoop. dat derge
lijke onheilen vooreerst zullen worden
voorkomen.
Sophia Grunsberg, het 21-jarige meisje,
dat de ziel was der jongste samenzwering
tegen den Russischen Czaar, heeft zich
thans in hare gevangenis in de vesting
Schlusselberg van het leven beroofd met
een oude schaar, welke zij zich wist te
verschaffen. Zij werd door een krijgsraad
ter dood veroordeeld, maar ingevolge de
talrijke verzoekschriften om gratie uit
Rusland en daar buiten, vooral uit Amerika
en Engeland, werd haar vonnis veranderd
in gevangenisstraf.
Volgens het Engelsche blad Free Russia
heeft het rijkbegaafde en fijngevoelige
meisje «een dier zielen geschapen voor
werken der liefde, maar gedwongen hare
klachten te wijden aan werken der ver
nieling" zich voor een vriend opge
offerd. Men wendde namelijk allerlei
middelen aan, om haar een geheim af te
persen dat zij alleen wist, den naam van
een aanzienlijk man die, op haar verzoek,
de revolutionaire proclamatie schreef,
welke het eenige bewijsstuk vormde in
haar proces. Zij weigerde dien man te
noemen. Maar zij was bang, dat zij in
een oogenblik van zwakheid, in ziekte of
in den slaap, er toe komen zou, zijn naam
te verraden, en om dat te voorkomen
doodde zij zich, opdat haar geheim met
haar begraven zou worden. Tot zoo iets
is alleen een vrouw in staat.
Meermalen gebeurt het, dat personen
zich verschuilen aan booten van schepen,
die weldra een verre reis zullen doen,
om op die wijze een vrijen overtocht te
krijgen. Onlangs hebben dit weer twee
broeders White gedaan op het stoom
schip Colina dat van Glasgow naar Quebec
voer. Na twee dagen varens werd een
der twee ontdekt en aan het werk ge
zet. Na eene reis van twaalf dagen werd
pas de ander gevonden. Hij was niet veel
meer dan een geraamte dat tusschen ba
len hooi lag, het eenige voedsel dat
de ongelukkige man in die twaalf dagen
had kunnen nuttigeD. Hij kon niet meer
spreken en men vreest dat hij zijn ver
stand voor goed kwijt is.
Een dronken koopman in galanterieën
ging van Berlicum naar 's-Hertogenbosch
en hield daarbij den eenen kant der Zuid
willemsvaart, terwijl zijn echtgenoote, op
een hondenkar gezeten, op den anderen
oever de reis maakte. Uit het gesprek,
dat tusschen de echtelieden vrij hevig
van oever tot oever werd gevoerd, viel
op te maken, dat de verstandhouding,
althans voor het oogenblik, nog al wat
te wenschen overliet. Of het nu was een
soort van wraakneming op de kijvende
vrouw, dan wel of het meer onwillekeu
rig geschiedde, maar de dronken kerel
floot de honden en riep ze tot zich en
een oogenblik later kon men kar, vrouw
„Waar is zij
„Zij neemt afscheid van Mr. Delancy, ge
loof ik en zij schijnt vrij lang weg te
blijven," voegde hij er bij.
„En is zij blijde zeer blijde met u te
gaan?"
„Zeer natuurlijk."
„Ik geloof niet dat zij blijde zijn kan."
„Waarom niet?" liet Mr. Judge spoedig
volgen.
„Ik weet het niet, Mr. Judge," was het
eenigszins gemelijke antwoord, „zij is jong,
en gevoelde zich hier recht gelukkig; maar
ik kan u niet zeggen, wat mij zalks doet
denken, gij moet houden alsof ik niets ge
zegd heb."
„Wat blijft zij lang weg," bromde Mr.
Judge.
„Wilt gij zoo lang in de zijkamer gaan
en een glas wijn gebruiken?" zeide Lady
Burlinson.
„Wij willen liever hier blijven," zeide tante
Marv, „wij hebben onzen tijd noodig.
„Zij zou toch niet vertrokken zijn zonder
afscheid van mij te nemen," zeide Lady Bur
linson met een toon, waarin duidelijk hare
verontwaardiging bleek; „zij was toch niet
voornemens als eene diefegge weg te sluipen,
na alles wat ik voor haar gedaan heb, om
haar gelukkig te maken.
Wordt vervolgdj.