BIMLANDSCH OVERZICHT. Gemengd Nieuws. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. begeven naar de zaal, bestemd voor de zittingen van de Tweede Kamer, en zich in eene algemeene vergadering vereeni gen, onder voorzitting van den door H. M. de Koningin-Regentes benoemden pre sident van de Eerste Kamer. Artikel 2. De ministers, hoofden van ministerieële departementen, leden vaD den Raad van State zullen zich, des na middags te één uur, mede in die zaal vereenigen. Artikel 3. H. M. de Koningin-Regentes de vergadering der Staten-Generaal zul lende openen, zal te één uur met den volgenden trein van het Paleis afrijden a. Een commando cavalerie tot ope ning van den trein; b. Een hoffourier en twee rijknechts te paard c. De ceiemoniemeester, gezeten in een rijtuig, met twee paarden bespannen, gaan Je één lakkei naast elk portier; d. Acht kamerheercn, gezeten in twee rijtuigen, ieder met twee paarden be spannen, gaande één lakei naast elk por tier; De kamerheeren plaatsen zich volgens hunnen rang van benoeming. e. De Groot-Officieren, gezeten in twee rijtuigen, ieder met zes paarden bespan nen, gaande twee lakeien naast elk por tier Een commando cavalerie; g. De Opper-Cereinoniemeester, gezeten in een rijtuig met vier paarden bespan nen, gaande twee lakeien naast elk por tier; h. De Grootmeesteres van Hare Majes teit de Koningin-Regentes en de dienst doende Dame du Palais van Hare Majes teit, gezeten in een rijtuig, met vier paar den bespannen, gaande twee lakeien naast elk portier; t. Hare Majesteit de Koningin-Regentes, gezeten in een rijtuig, met acht paarden bespannen, gaande een koetsier naast elk paard, en vier lakeien naast elk portier; De Adjudant-Generaal van H. M. de Koningin, de Adjudanten-Generaal van wijlen Z. M. den Koning en de Generaal- Majoor en de Gouverneur der Residentie, te paard. De Adjudanten-Generaal rijden, naar ouderdom van rang, rechts of links van het Koninklijk rijtuig; de Gouverneur der Residentie rijdt links. Hierop volgen de Officieren van het Militaire Huis van H. M. de Koningin te paard, rijdende twee aan twee, de oud sten in rang voor. j. Een commando cavelerie, tot sluiting van den trein. Artikel 4. De trein zal rijden door het Noordeinde, door Hoogstraat, door de Gravenstraat, over het Buitenhof, naar het Binnenhof. Artikel 5. De trein gekomen zijnde aan de vergaderplaats den Staten-Generaal, zal II. M. aan de deur van het gebouw ontvangen worden door eene Commissie uit de Vergadering, die voorafgegaan door den Ceremoniemeester, de Kamerheeren, de Groot-Officieien en den Opper-Cere- moniemeester, H. M. zal geleiden naar de zaal dei Staten-Generaal. De Giootmeesteres van H. M. de Ko ningin-Regentes, de dienstdoende Dame du Paleis van H. M., benevens de Offi cieren van het Militaire Huis van H. M. de Koningin volgen onmiddelijk. Artikel 6. De Grootmeesteres van H. M. de Koningin-Regentes en de dienstdoende Dame du Paleis van H. M. plaatsen zich onmiddelijk ter zijnde achter H. M. De Gioot-Officieren en de Gouverneur der Koninklijke Residentie plaatsen zich achter den Koninklijken zetel. De Kamerheeren rechts en de Officie ren van Militaire Huis links van den Troon. Artikel 7. De zitting geëindigd zijnde, gaal H. M. met denzelfden trein waar mede Hoogstdezelve binnengekomen is, en in de bij artikel 3 vermeide orde, naar het Paleis terug; zullende de trein den navolgenden weg nemen: van liet Binnenhof, over den Korten Vijverberg, over den Langen Vijverberg, weerwil van tante's profectie, dat er van Anna's verblijf op Thlrby Cross een onge luk zou voortkomen, dat nieuwo vriendeu en nieuwe gezichten Anua van hare oude vrien den zou aftrekken en haar terugtreden tot het leven met haren vader, haar bijna van berouw en smart zou doen bezwijken. Het verheugde haar dat al hare vermoedens ble ken valsch te zijn geweest, en dat alles was zooals het wezen moest, nu haar broeder in zijuo rechteu was getredeu. Zij zat hierover na te denken, en of Anna zich met liaars vaders woning zou kuuneu verstaan, of zij doon zoude, wat zij had be sloten te docu, bijaldien die vader tooueu mocht op het huiselijk verkeer met zijne zus ter niet zeer gesteld te zijn. Zij beschouwde do familieportretten der Aynards aan den wand, terwijl zij hieraan dacht, en vond dat het voorkomen dier afbeeldingen een onaange- naincn indruk opbaar maakteneuzoo werkten dit en de hitte van don dag, het eentonig getik der groote klok, die zij wel hoorde maar niet zag, de stilte die haar omgaf, de haar ongewone werkeloosheid samen dat zij in eene overpeinziug verviel, welke haar ein delijk hare oogen (leed sluiten en in slaap vallen. Eensklaps ontwaakte zij, en sprong op met gevouwen handen en hare oogen op den trap gciicht. Zij had in hare droomen een geluat gezien, dat haar bad doen ontstellen, en zij over de Plaats, door het Noordeinde, naar het Paleis. Artikel 8. Salvo's uit het geschut zul len het afrijden van H. M. van het Paleis en het oogenblik waarop Hoogstdezelve het Gebouw van de Staten-Generaal ver laat, aankondigen. Een nieuw Paleis. De heer T. H. Adr. Tromp bespreekt in het Vad. het bouwen van een nieuw koninklijk paleis in de residentie, daar het paleis aan het Noordeinde niet voor paleis geschikt is bij afwezigheid van een park en slechte indeeling. Bovendien is het te klein om vorstelijke personen te logeeren. Vooral voor de jonge Koningin, die op Het Loo aan frissche lucht en een heerlijk park gewoon is, acht hij het Paleis zeer onvoldoende. Hij zou het nieuwe paleis met park wenschen op de terreinen van H. K. H. de Groothertogin van Saksen-Weimar aan den Scheveningschen weg, ongeveer op de plaats waar thans het buiten van de Groothertogin staat. Het oude paleis aan het Noordeinde zou hij ingericht willen zien voor de ver gaderzalen der beide Kamers met de daarbij behoorende Kamers, en voor het departement van buitenlandsche zaken. Met het oog op de zoo noodige uitbreiding van verschillende departementen van algemeen bestuur, waarvoor tonnen gouds noodig zullen zijn, zouden de kosten voor het nieuwe Paleis aanmeikelijk lichter worden. Eensdeels omdat er zoo weinig nnder politiek n;euws is, anderdeels dewijl er inderdaad veel gewicht aan de zaak wordt gehecht, hebben in de afgeloopen week de bladen zich ijverig beziggehouden met het bespreken van de concessie, door de Porte aan Rusland verleend ten opzichte van de doorvaart van Dardanellen en Bosporus. De Duitsche pers vatte de quaestie heel kalm op, bewerende dat alleen Engeland er belang bij had, eri dus Europa in het algemeen zich die niet behoeft aan te trekken - in de toon gevende Brilsche Couranten daarentegen bleef de ontevredenheid voortduren. Ein delijk kwam uit Konstantinopel een blijk baar officiëele mededeeling, waarvan het doel was aan te toonen, dat geenerlui inbreuk is gemaakt op de bepalingen van het verdrag van Parijs. Immers, al leen de schepen der zoogenaamde vrij willige vloot van Rusland zullen, varende onder handelsvlag, de zeeëngte mogen passeeren, wanneer zij transporten mis dadigers aan boord hebben, bestemd voor de verbanningsplaatsen in het verre Oosten, met de soldaten van het geleide, of versterkingen voor de garnizoenen al daar. Wordt zulk een schip afgezonden dan zal telkens bericht gedaan moeten worden door den Russischen gezant te Konstantinopel, en telkens de toestem ming der Porte gevraagd moeten wor den; dezelfde formaliteiten zijn in acht te nemen bij den terugkeer van schepen met uitgediende soldaten. Zoo voorgedragen, schijnt de zaak minder ernstig dan aanvankelijk werd gedacht; doch men is vooral in Engeland niet vreemd aan de gedachte, dat er nog wel eenige geheime schikkingen bij ge troffen werden, die minder onschuldig zijn. In elk geval zijn door de Britsrhe Regeering vertoogen ingediend bij den Sultan, vóór de openbaarmaking der bovenvermelde opheldering; als gevolg van dien stap der Engelsche diplomatie beschouwt men de aftreding van het Turksche Ministerie. Zooals het gewoonlijk te Konstantinopel gaat, werd het weg gezonden kabinet onmiddellijk door een nieuw vervangen; men schijnt er de man netjes alljjd bij de hand te hebben. De gouverneur van Creta, Djevat-pasja, wien het gedurende zijn bestuur niet gelukt is op dat eiland de rust te herstellen, wordt nu grootvizier; de sinds kort op noemde den naam ceuer vrouw, voor zij we der volkomen tot zickzelve gekomen was. „Onmogelijk, onmogelijk," herbaalde zij tweemalen, na wild rondom zich gestaard te hebben en zelfs den trap drie of vier treden opgeloopeu te zijn om zich gerust te stellen „die gezichten op die schilderijen hadden mij bezig gehouden voor ik in slaap viel. Maar bet was even alsof het werkelijkheid geweest was. Ik moet zeker aan haar gedacht heb ben." Zij ging de treden weder af en had hare plaats nog niet weder ingenomen, toen haar broeder beneden kwam. „Zijt gij daar iemand ontmoet?" „Een of twee dienstboden. Waarom?" vraagde hij. „Niets." „Er is immers niets gebeurd?" en ont steld zag hij om naar den trap, welken hij zoo even was afgekomen. „Gij hebt immers niets gevien niemand heeft u immers gezegd dat Anna liever hier blijft, hoop ik?" „Dat is toch niet zeer waarschijnlijk?" ,,Dan begrijp ik ook niet waarom gij mij zoo moet doen ontstellen. Maar luister, daar komt l ady Uurlinson te huis. ik geloof waarlijk dat wij Anna niet met ons zullen krijgen dat er nog iets gebeuren zal dat haar weerhoudt." „Gij zijt nog even dwaas ais altijd, John." getreden minister van oorlog, ghazi Osman-pasja, de held van Plewna, die vervangen wordt door Giza-pasja, heeft dus ook niet veel pleizier van zijn verhe ven zetel gehad. De namen der overige nieuwe ministers zullen we bij gelegen heid wel opgeven, als er van hen wat te vertellen valt. Volgens sommigen staat de minister-crisis in verband met het ontdekken van een samenzwering tegen den Sultan, die zou hebben moeten uit breken bij gelegenheid van het feest zijner vijftien-jarige regeering. Misschien heeft het toevallig in brand geraken van eenig vuurwerk, dat toen afgestoken had moeten worden, aanleiding tot dit gerucht gegeven; in dezen tijd zijn vorstelijke personen in het Oosten van nature een beetje schrikachtig. In Engeland wordt het denkbeeld op geworpen, nu de Czaar niet bijzonder sterk meer schijnt te hechten aan be staande tractaten, ook maar wat minder angstvallig op dit punt te worden. Op die manier gaat het beetje politieke ze delijkheid, dat men er nog op nahoudt, geheel verloren. De «Times" wees er op, dat nu maar voorgoed tot de annexatie van Egypte besloten moest worden, om zich intijds te kunnen dekken tegen een Russischen aanslag op het Suez-kanaal. De Fiansche «Figaro," geer, erg ver trouwbare bron, weel te vertellen dat de Oostenrijksche Regeering er over denkt de zoogenaamde bezetting van Bosnië en de Herzegowina te vervangen door een formeele inlijving. De ministers-verandering te Konstan tinopel wordt in het schrijven daarom- tient aan de vertegenwoordigers der Porte in het buitenland zeer duidelijk verklaard als «door de noodzakelijkheid geboden, zonder dat daarbij andere over wegingen in het spel waren." Wie 't nu nog niet begrijpt zal er wel nooit achter komen. De commissie, door de Boelgaarsche Regeering belast met het onderzoek naar den moord, indertijd op minister Belt- cheff gepleegd, heeft Zondag onverwacht een huiszoeking gedaan bij bisschop Me thodius, den waarnemenden metropoli- taan der orthodoxe Grieksche kerk. Wat het resultaat is geweest, weet men niet; wèl, dat deze stap veel sensatie heeft verwekt, dewijl liet bekend is dat er bij de geestelijkheid dier kerk een sterke Russisch-gezindheid heerscht. Groote manoeuvres zijn thans aan de orde van den dag: die van hel Oosten rijksche leger, te Schwarzenau gehouden en bijgewoond, op uitnoodiging, door keizer Wilhelm en zijn Rijkskanselier benevens den koning van Saksen, zijn bijzonder schitterend geweest. Bij gele genheid dier oefeningen waren de vor stelijke bezoekers en tal van voorname personen te Götfritz de gasten van Aarts hertog Albrecht, oom van keizer Frans Jozef en opperbevelhebber van het Oos tenrijksche leger. De aartshertog betuigde zijn ingenomenheid met l,et bezoek des Duitschen keizers, en begroette namens de officieren den bondgenoot van zijn souverein. In zijn antwoord zei keizer Wilhelm dank voor de hem door keizer Frans Jozef gedane uitnoodiginghij ver klaarde er zich over te verheugen, dat hij zich bevond te midden der dappere Oostenrijksche soldalen «zijn kameraden," en wijdde een dronk aan den keizer, den aartshertog en het Oostenrijksche leger. Gisteren zijn in Beieren, in tegenwoor digheid van Keizer Wilhelm, de manoeu vres van het Duitsche leger begonnen. Ter vervanging van den bejaarden gene raal Blumenthal is Prins Leopold, zoon van den Prins-regent van Beieren, be noemd tot inspecteur van de vierde le- ger-afdeeling. Dat de politiek aan de bijeenkomsten der beide keizers niet vreemd is, wordt afgeleid uit de langdurige gesprekken, lusschen Keizer Wilhelm en Kalnoky, tusschen Keizer Frans Jozef en Caprivi, en vervolgens tusschen de vorsten en hun eigen rijkskanseliers gehouden. Te Santiago, de hoofdstad van Chili, Op hetzelfde oogenblik word er aan de deur geklopt, en John Judge stond gereed de deur te opeuen, toen zijne zuster hem terug hield en boos aanzag. „Wiens knecht zijt gij, dat gij Lady Bur- linsou zoudt dienen?" „Gij hebt gelijk," zeide hij. „Daartoe zijn ivij te trotsch, Mary. En nu hebben wij iets om trotsch op te zijn. Ik was somtijds met het openen der deur belast in het Werk huis te Worchester," voegde hij er met een zucht bij. „O, die verschrikkelijke plaats, welke ik nimmer geheel van mij kan zetten. Misschien zal eenmaal de dag komen dat ik er weder naar terug zal moeten keeren," en bij deze gedachten overviel hem een he vige beving, tot zijne zuster hem met kracht bij den arm schudde. „Gij hebt van daag veel van een zwakke zenuwachtige vrouw. Het geluk heelt u niet sterk gemaakt, John." „Dat zal met den tijd komen." „Dat geve de hemel." „Dat geve de hemel," herhaalde hij met eerbied. „Ik dank God voor de genade die Hij mij bewezen heeft door mij weder een vrij man te maken, on hier te brengen, waar ik mijn hoofd zoo goed als elk ander kan opheffen." „Stil, daar is de meid." De meid opende de deur voor hare gebied ster, die uit het rijtuig stapte, eu door het is nu door de Congres-partij een voor- loopig bewind gevestigd, dnt een circulaire richt lot de Mogendheden om een spoedige erkenning te verkrijgen. De regeering der Vereenigde Staten had daartoe reeds vroeger de noodige bevelen gegeven. Uit Australië wordt gemeld dat het Parlement der kolonie Nieuw-Zeeland een voorstel heeft goedgekeurd om aan vrouwen, die domicilie hebben op haar eigen naam, het stemrecht en de ver kiesbaarheid toe te kennen. Na dezen eersten slap zullen de dames nog wel verder komen. Twee eigenaardige werkstakingen moe ten nog vermeld worden. Te Milaan heeft een groot aantal arbeiders er het bijltje bij neergelegd om afschaffing van het werken bij aanneming te krijgen. Juist hadden de industriëlen aldaar, ten einde te voorzien in de gegronde klachten over gebrek aan werk, zich beijverd om be stellingen uit het buitenland te ontvangen, bij de uitvoering trachten nu de werk lieden hen te dwingen in plotseling op gekomen eischen te bewilligen, wat ver moedelijk niet gelukken zal, da3r de publieke opinie niet op hun hand is. Dat is wel het geval bij de groote werkstaking in de fabrieken van den Deenschen staatsspoorweg te Aarhuus, waar in korten tijd belangrijke vernieu wingen van materieel moeten plaats hebben. De werklieden vragen meer loon, en gedragen zich daarbij zoo ordelijk, dat de uit voorzorg bijeengebrachte mili tairen en politie niets te doen hebben. De Ministers van Binnenlandsche Zaken is te Aarhuus aangekomen om een schik king te bewerkstelligen; hij is zeer wel willend gezind jegens de werklieden die van onderscheidene zijden steun ontvangen. In de godsdienstige samenkomst der Remonstrantsche gemeente alhier op Zon dag e. k., 13 September, zal als voorgan ger optreden Dr. L. H. Slotemaker, pre dikant te Arnhem. Bij het op 5 en 7 September ge houden admissie-examen voor de Hoogere Burgerschool werden tot de eerste klasse toegelaten de leerlingen Garjeanne, Ham, de Jonge van der Halen en E. de Waal tot de tweede klasse Kerbert, de ICoch en Reiger en als toehoorderes A. Vlaan deren tot de derde klasse Duquesne en als toehoorder Blijdenstein. Bij de her examens slaagden voor de derde klasse de Bordes, van Delden, Jentink, Kroes en Kroon. De uitslag van het 2de toelatings examen aan het Gymnasium te Amersfoort gehouden 7 en 8 September 1891, is als volgt Toegelaten tot klasse I: A. J. de Niet en C. Stadermann, afgewezen 1. Tot klasse IIM. Scheer en C. E. F. de Vries, afgewezen doch toegelaten tot klasse I: A. G. van Willenswaard. Tot klasse IIID. Weerstra. Tot klasse V L. Vethake. Ter gelegenheid van den schoon maak is in de St. Joriskerk eene muur schildering ontdekt, voorstellende een bisschop met herdelijken staf. Men ver moedt, dat nog meerderen te voorschijn zullen komen. Een 3'/2 jarig kind van S. dronk tijdens de afwezigheid van de moeder uit een flesch met loog gevuld, aan de gevolgen waarvan het is overleden. Gevonden op deu openbaren weg|: Een rozenkrans. Rechthebbende vervoege zich ter te- rugbekoming aan het bureau van polite. Bariieveid. Tot Directeur van het Postkantoor alhier is benoemd, de heer J. E. A. Post Uiterweer, thans commies der Posterijen 3 de klasse. geritsel van haar zijden japon haar nadering te kennen gaf. Toen zij binnen was geko men, bleef zij een oogenblik vol verbazing voor de bezoekers, die haar wachtten, staan. „Mr. Judge, niet waar, en Miss Judge, van Ilpham?" „Ja; mevrouw;" antwoordde Mr. Judge; „wij zijn gekomen om Anna te halen wij gaan op het oogenblik vertrekken." „Gij gaat op het oogenblik met haar ver trekken," herhaalde Lady Burljnson. „Hoe vreemd Zij zeide op het eerste oogenblik niet, dat het haar speet, maar na eenig nadenken, sprak zij niet zonder smart in hare stem „Gij zult mij van eene lieve vriendin be- rooven van iemand die ik waarlijk lief gekregen heb." „Gij staat haar slechts af aan hen; die haar meer beminnen, Lady Burlinson," zeide Marie Judge. „Ja, dat is zoo. Maar ik houd niet van zulke verrassingengij had mij eerst behoor lijk van uw voornemen kuunen verwittigen." „Mevrouw, wij hebben alleen Anna,s gevoel geraadpleegd" zeide Mr. J udge. „Ik twijfel geens zins of het verlies moet groot voor u zijn; maar wij hebben misschien is het egoïs tisch alleen aan hare vreugde over deze hereeniging gedacht." „Hebt gij haar reeds gezien ..Ja," In Spanje, en wel te Saragossa er. om streken, is plotseling eene erge pokken epidemie uitgebroken. Ter voorkomiug van eene uitbreiding der gevreesde ziekte, zoo snel als in 1890 het geval was, beeft de regeering uitgebreide maatregelen be volen, en zijn alle stedelijke en genees kundige overheden uitgenoodigd, de in enting van kinderen met alle ten dienst staande middelen te bevorderen op kosten des lands, waar het scholen, kostscholen, armhuizen, gevangenissen en andere in stellingen van openbaar nut betreft. Daar echter in Spanje de inenting tot nu toe alleen verplicht is voor soldaten, matrozen en burgerlijke ambtenaren, blijft het altijd bij een verzoek om vergunning daartoe, en ontbreken nog steeds de wettelijke bepalingen, die noodzakelijk zijn voor de invoering der inenting op grootere schaal. De pokken-epidemie van verleden jaar heeft wel velen tot een beter begrip omtrent de noodzakelijkheid daaivan gebracht, doch de bekende ge makzuchtige aard der bewoners van Spanje geeft nog maar weinig hoop. dat derge lijke onheilen vooreerst zullen worden voorkomen. Sophia Grunsberg, het 21-jarige meisje, dat de ziel was der jongste samenzwering tegen den Russischen Czaar, heeft zich thans in hare gevangenis in de vesting Schlusselberg van het leven beroofd met een oude schaar, welke zij zich wist te verschaffen. Zij werd door een krijgsraad ter dood veroordeeld, maar ingevolge de talrijke verzoekschriften om gratie uit Rusland en daar buiten, vooral uit Amerika en Engeland, werd haar vonnis veranderd in gevangenisstraf. Volgens het Engelsche blad Free Russia heeft het rijkbegaafde en fijngevoelige meisje «een dier zielen geschapen voor werken der liefde, maar gedwongen hare klachten te wijden aan werken der ver nieling" zich voor een vriend opge offerd. Men wendde namelijk allerlei middelen aan, om haar een geheim af te persen dat zij alleen wist, den naam van een aanzienlijk man die, op haar verzoek, de revolutionaire proclamatie schreef, welke het eenige bewijsstuk vormde in haar proces. Zij weigerde dien man te noemen. Maar zij was bang, dat zij in een oogenblik van zwakheid, in ziekte of in den slaap, er toe komen zou, zijn naam te verraden, en om dat te voorkomen doodde zij zich, opdat haar geheim met haar begraven zou worden. Tot zoo iets is alleen een vrouw in staat. Meermalen gebeurt het, dat personen zich verschuilen aan booten van schepen, die weldra een verre reis zullen doen, om op die wijze een vrijen overtocht te krijgen. Onlangs hebben dit weer twee broeders White gedaan op het stoom schip Colina dat van Glasgow naar Quebec voer. Na twee dagen varens werd een der twee ontdekt en aan het werk ge zet. Na eene reis van twaalf dagen werd pas de ander gevonden. Hij was niet veel meer dan een geraamte dat tusschen ba len hooi lag, het eenige voedsel dat de ongelukkige man in die twaalf dagen had kunnen nuttigeD. Hij kon niet meer spreken en men vreest dat hij zijn ver stand voor goed kwijt is. Een dronken koopman in galanterieën ging van Berlicum naar 's-Hertogenbosch en hield daarbij den eenen kant der Zuid willemsvaart, terwijl zijn echtgenoote, op een hondenkar gezeten, op den anderen oever de reis maakte. Uit het gesprek, dat tusschen de echtelieden vrij hevig van oever tot oever werd gevoerd, viel op te maken, dat de verstandhouding, althans voor het oogenblik, nog al wat te wenschen overliet. Of het nu was een soort van wraakneming op de kijvende vrouw, dan wel of het meer onwillekeu rig geschiedde, maar de dronken kerel floot de honden en riep ze tot zich en een oogenblik later kon men kar, vrouw „Waar is zij „Zij neemt afscheid van Mr. Delancy, ge loof ik en zij schijnt vrij lang weg te blijven," voegde hij er bij. „En is zij blijde zeer blijde met u te gaan?" „Zeer natuurlijk." „Ik geloof niet dat zij blijde zijn kan." „Waarom niet?" liet Mr. Judge spoedig volgen. „Ik weet het niet, Mr. Judge," was het eenigszins gemelijke antwoord, „zij is jong, en gevoelde zich hier recht gelukkig; maar ik kan u niet zeggen, wat mij zalks doet denken, gij moet houden alsof ik niets ge zegd heb." „Wat blijft zij lang weg," bromde Mr. Judge. „Wilt gij zoo lang in de zijkamer gaan en een glas wijn gebruiken?" zeide Lady Burlinson. „Wij willen liever hier blijven," zeide tante Marv, „wij hebben onzen tijd noodig. „Zij zou toch niet vertrokken zijn zonder afscheid van mij te nemen," zeide Lady Bur linson met een toon, waarin duidelijk hare verontwaardiging bleek; „zij was toch niet voornemens als eene diefegge weg te sluipen, na alles wat ik voor haar gedaan heb, om haar gelukkig te maken. Wordt vervolgdj.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 2