NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
HET BOOTHUIS.
No. 9.
Zaterdag 30 Januari 1892.
Een-en-twintigste jaargang.
verschijnt woensdag en zaterdag.
Handelsbelangen.
F e uille t on.
E -
4MÏRSF00RTSCHE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 ikAaudcn 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Volgens de berichten der cou
ranten, en deze kunnen te dien
aanzien moeielijk anders dan juist
zijn, dewijl het eenvoudig een
quaestie van noodzakelijkheid
geldt, hebben aan ons Depar
tement van Buitenlandsche zaken
langdurige besprekingen plaats
gehad tusschen den Minister en
onzen Gezant te Parijs over de
regeling van onze handelsbetrek
kingen met Frankrijk.
Men weet waar het om te doen
is. Tot voor korten tijd had Frank
rijk met de meeste Mogendheden
afzonderlijke handelstractaten, en
de verschillende tarieven, daarin
voorkomende, vormden met elkan
der het zoogenaamd conventioneel
of algemeen tarief, op welks grond
slag de Regeering steeds onder
handelde bij het sluiten van
nieuwe overeenkomsten, met dien
verstande, dat elke verlaging ten
goede moest komen aan eiken
Staat, die in de rechten trad van
meestbegunstigde natie, gelijk o.a.
bij den vrede van Frankfort in
1871 aan Duitschland moest toe
gestaan worden.
Nu is, in den laatsten tijd, in
Frankrijk de wind sterk gaan bla
zen uit den protectionistischen
hoek. Waren er reeds op vele
artikelen vrij hooge invoerrechten
gelegd, dat hleek lang niet te vol
doen aan degenen, die onder
voorwendsel van het algemeen
belang te bevorderen, hoofdzake
lijk die van hun eigen bedrijf op
den voorgrönd stelden en deze ook
bij de stembus hadden doen gel
den. De afgevaardigden, onder
zulke invloeden gekozen en aan
118) Deze plaats zou zijn tijd wel duren
en hom niet begeren, zoo als alle hoop hem
begeven had. Getrouw tot in den dood zou
Aynard's Hol hem zijnhet was niet gelijk
eene vrouw.
Met het rijzen van den vloed, nam ook
de storm toe, en het Hol wiegde en schudde
steeds heviger, doch zijn vertrouwen stond
vast. En al mocht dit nu wankelen, het be
trof hier hem alleen, en het leven was hem
immers een last. Zonderlinge schaduwen deed
het flikkerende lamplicht rondom hem zwe
ven, zoo zelfs dat hij eens naar den hoek
ging waar zijn koffer stond, om zich te over
tuigen, dat niemand zich daar bevond om
hem te bespieden.
Zijne zinnen schenen verbijsterd, en zelfs
in zijn „te huis" was hij niet gelukkig, want
hij legde zijne armen op de tafel en verborg
er zijn hoofd tusschen, om nogmaals na te
denken over alles wat hij verloren had, over
al de dwalingen zijns levens, die hem hoe
langer hoe meer het spoor des geluks had
den bijster doen worden.
Op eens werd de deur geopend en even
en de Regeering, wilde
Volks-
zekere toezeggingen gebonden,
moesten wel aan hun beloften
voldoen
zij den steun dier »vrije
vertegenwoordigers niet missen,
zag zich wel genoodzaakt aan al
de wenschen der beschermers van
eigen nijverheid en handel te ge-
moet te komen.
Daarom werden al de bestaande
verdragen tegen 1 Februari 1892
opgezegd, en bracht de Regeering
een nieuwe tariefwet ter tafel,
die eindelijk, na langdurige be
sprekingen door Kamer en Senaat
is goedgekeurd.
Volgens die wet zullen er zijn
een maximum- en een minimum
tarief. Het eerste voor die landen,
met welke Frankrijk tot geen
overeenstemming is gekomen, en
dat zoo hoog is, dat het met een
absoluut verbod van invoer gelijk
staat. Het andere, bestemd voor
de Staten, die aan Frankrijk gun
stige voorwaarden toekennen, is
evenwel nog belangrijk hooger
dan het conventioneel tarief dat
tot den huidigen dag geldende
was.
Daarbij is nog de bepaling ge
maakt, dat de Regeering ook be
neden dat minimum kan onder
handelen. Eerst scheen het alsof
haar daartoe een onbeperkte be
voegdheid zou worden verleend,
maar dit denkbeeld vond bij de
Kamer van Afgevaardigden krach
tige bestrijding, vooreerst omdat
het niet klopte met het hij de
Grondwet aan de Kamers gewaar
borgde budgetrecht, ten anderen
dewijl met dit voorbehoud het
heele minimum eigenlijk een doode
letter zou zijn. En toch kunnen
zich omstandigheden voordoen,
waarbij het wenschelijk is voor
een of ander artikel een lager
recht vast te stellen, als er eenige
gewichtige concessie door verkre
gen kan worden. De zaak werd
dus zóó geschikt, dat de Regee
ring de door haar gewenschte
bevoegdheid behoudt, maar elke
overeenkomst van dien aard aan
de bekrachtiging der Volksverte
genwoordiging is onderworpen.
Voor Nederland is het geen
onverschillige zaak, goede handels-
relatiën met Frankrijk te onder
houden inzonderheid de uitvoer
onzer zuivelproducten zou een
belangrijke vermindering onder
gaan, als dat land niet meer
onder onze afnemers mocht geteld
worden. Niets natuurlijker, dan
dat de aandacht zeer gevestigd is
op deze zaak.
Nederland, dat zijn grenzen niet
heeft afgesloten voor zijn huren,
doch slechts een uiterst gering
fiscaal recht heft ongerekend de
plaats van herkomst, heeft er zeker
alle aanspraak op, door die buren
goed behandeld te worden, en wij
gelooven ook dat zulks algemeen
wordt erkend. Wilde dus onze
Regeering eenvoudig een overeen
komst sluiten, waarhij Frankrijk
ons zijn minimumtarief toekent
en wij daarentegen verklaren dat
land te behandelen op den voet
van meestbegunstigde natie, dan
zou dat, meenen we, gemakkelijk
genoeg gaan.
Maar eigenlijk zouden we wel
iets meer willen. Er bestaat ge
gronde aanleiding, juist omdat wij
van memand hooge tarieven heffen,
ons een schreefje voor te geven
en gebruik te maken van de pas
vermelde bepaling betreffende
rechten beneden 't minimum. Ware
Frankrijk geheel vrij in zijn be
wegingen, dan zou dat misschien
ook wel gaan, en zouden we, met
name voor onze kaas, wel op
eenige toenadering mogen rekenen.
Echter, iedere verlaging, ons
toegestaan, zou krachtens het
Frankforter tractaat, onmiddellijk
ook aan Duitschland ten goede
motten komen, en daar zit, dunkt
ons, het 'grqote bezwaardeze
overweging zal Frankrijk weer
houden, de grens van het mini
mum op eenig punt ten onzen
behoeve te overschrijden.
Er zijn twee punten, waarop
Frankrijk belang heeft met ons de
lijn niet te strak te trekken. Het
een is de wijnaccijns, dien we be
loofd hebben, bij elk tractaat,
niet te zullen verhoogen, teneinde
den invoer van Fransche wijnen
niet te belemmerenhet andere
is de bescherming van den letter
kundigen eigendom. Hierin ziet
men vrij algemeen een wapen,
waarvan we ons kunnen bedienen
om Frankrijk tot eenige toege
vendheid te nopen: dat land heeft
er groot belang hij, dat Fransche
boeken hier
drukt.
Wat dat laatste aangaat, is onze
meening, dat deze quaestie er
geheel buiten moest blijven. Be
trachting van de eerlijkheid ten
aanzien van de buitenlandsche
uitgevers en schrijvers is een zaak
van nationale zedelijkheid, en niet
van handel. Een redeneering als
deze: Wanneer gij ons geen lager
invoerrecht toestaat, zullen wij niet
beletten dat men uw boeken hier
nadrukt, kan niet door den beugel
der billijkheid, al zouden ook
honderdduizenden beweren, dat
men in de politiek daar niet naar
vraagt. Met den wijn accijns is het
niet worden nage-
"t uit W.
heel iets anders; daaromtrent
zouden wij ons volkomen vrijheid
van handelen moeten voorbebou-
den, tenzij Frankrijk genegen"
mocht zijn ons voor het prijsge
ven dier vrijheid een voldoende
vergoeding te verleenen. Echter,
wanneer wij tegenover het genot
van het minimumtarief niets an
ders wetr clan behan
deling cO £an p,an mocht S?eestbe-
gunstir ^'gaan, neem mijAaroP za^
het dl moet
reken i.
het feit,
wijnlevera |c>n, ac prijzen.
Eén din< rijke
ring niet wi 1S
loren, name, 'en'
wenscht is en jjc|, ze|(er ,©D.
langen duur - Hondijk, wee
is, haar aan ylen, voork'óll
den, en eenvo' 'rgang 18
heid wederzijd. °oede 0I'
vast te stellen.
vreemd van did/'TT/er
Frankrijk druk b.\ e
zijn tariefwet, weir ar«
tensporig dan de n
1 Tr- i 1 ,1 --riooren
Mc Kinley-bd'compaKn
Wat ten aan .arde. Lat^$
is voorspel aie.»
door schade^ULEIw
de protection. T
zou halen, zij lit
rukjes te gelijk, prenfabni.
verwezenlijkt, en rol 4.
er
gei
ct ook,
in den Rijksdag
ekomen, dat de
handelsbalans heeft diA
gaan. Wellicht zal
diezelfde ontdek ló;§
dan moeten
een heter tr.
onder de tèltg>ed en onder
digheden mo, jxtie.
9
spoedig gesloten. Hij zag op, en eene nieuwe
schim vertoonde zich even onbestemd als de
vorige door het schijnsel der lamp, doch zij
bleef bij de deur staan, in een zwart slee-
pend gewaad gekleed en staarde hem roer
loos aan.
Dat was de gestalto des doods, dacht hij
eindelijk en inderdaad hij bemerkte een aan
gezicht een treurig bleek gelaat hield on
afgebroken den blik op hem gevestigd. „Ben
ik inderdaad waanzinnig geworden vraagde
hij zich af, of was het waar dat de gedaante
hem met uitgestrekte armen naderde en ge
heel het voorkomen aannam van iemand, die
hij weleer bemind had?
De gedaante kwam nader en nader, eu
legde hare beide handen op zijnen arm.
„Hugh", was het woord dat hem flauw
in de ooren klonk.
„Clara," antwoordde hij„zijt gij bet zelve,
of zijt gij eene verschijning uit het graf?"
EEN EN ZESTIGSTE HOOFDSTUK.
Het einde van Aynard's Hol.
„Zijt gij het inderdaad, of is het eene
verschijning uit het graf?" riep Aynard uit.
„Ik ben het zelve," was het antwoord,
dat hem met eene zwakke stem werd toege
fluisterd, „en ben gekomen om u aan het
even terug te geven, zoo gij het mij wilt
vergunnen.
„Ach, dat is eene taak boven uwe krach
ten."
„Ik ben gekomen om u vergeving te vra
gen voor al het verledene, Hugh."
„Alle9 is vergeven."
„En om u de geheele waarheid te zeg
gen," vervolgde zij.
„De waarheid is mij maar al te bekend."
„Neen die is u niet bekend."
Hij zag haar oplettend aan, en durfde
nauwelijks gelooven dat zij het zelve was, of
dat zijne eerste liefde bij hem zijn kan in
dat ellendig verblijf, in zulk een verschrik-
kelijken nacht. Hare taal was zoo geheel
ander9, haar gelaat drukte zoo veel ernst en
medelijden uit zij vraagde vergeving voor
zich zelve dat hij meende te droomen,
en die Clara daar voor hem was de Clara
zijner droomeD, niet die der werkelijkheid.
Hoe was het mogelijk dat zij, eene zwakke
vrouw hem met gevaar van haai leven daar
kwam opzoeken, in een weder dat zelfs het
moedigste hart zon doen versagen. Ja, het
was een droom een aangename droom,
dien hij bad dat nog lang zou mogen voort
duren een droom die hem tot vertroos
ting gegeven was.
Maar toen zij naast hem stond en zijne
handen met de haren aanraakte toen hij
in hare oogen de tranen zag glinsteren, eu
bemerkte hoe zij beefde, en dat hare kleede
ren nat waren van het zeeschuim, zag hij
dat zij het zelve was.
„Zijt gij dan Clara Burlinson zelve?"
vraagde hij.
„Ja, ik zelve."
„Hoort gij de storm daar buiten Hoe is
het mogelijk dat gij hier gekomen zijt Hoe
kunt gij terugkeeren
„Ik ben tegen den wil van allen her
waarts gekomen, behalve een, en die een
heeft het gevaar met mij gedeeld."
„Edmund Delancy vraagde Aynard.
„Ja. Hij is beneden."
„Welke boot heeft u bij zulk een storm
door de branding kunnen voeren?" zeide
hij nog eens twijfelende.
„De reddingsboot en hare bemauning.
Wij hebben haar in onzen dienst aungeno-
men. De dood is hier, Hugh, in deze ver
schrikkelijke plaats."
„Het kan zijn," zeide hij, toen een nog
verschrikkelijker rukwind dan te voren het
geheele gebouw deed schudden„en gij moet
ten minste aan dat gevaar u niet verder
blootstelleu. Ik bid u, vertrek dadelijkgeen
macht is in staat mij van besluit te doeu
veranderen. Ga en neem mijn zegen met
u, Clara mijn zegen voor een verder ge
lukkig leven, dat mijne tegenwoordigheid
niet weder zal verstoren. Ga nu, en geloof
dat ik nu reeds gelukkiger ben bij de
dachte dat gij u hier hebt durven wagen,
j
zeide Aynard op k*. y.Dafis'
de laatste goedhartige^ 'te G u u hij mij
ypendst^
om mij nog eer
„Niet zonderj P
„O, hij heeft u
is"
hij mij
speelt, wetende dat uw invj jjf mij grooA
ter zijn zoudo dan de zijne. Denk nu in de
laatste oogeublikkeu niet meer aan mij. Ikr
daeht niet veel meer aan u, want ik heb
mijn gansche vermogen aan Anna Judge ver
maakt, mits Edmund Delancy haar liuwe,
want hij bemint haar nog. Zeg hem dat.
Tracht hem te vergeten, Anna Judge niet
als eene gelukkige mededingster en hem als
uw vriend te beschouwen."
„Van hem heb ik reeds afstand gedaan,
maar u, Hugh, wil ik niet verliezen," ant
woordde zij, „want ik heb eindelijk mijn ei
gen hart leeren kennen, en het is vol van
liefde voor u."
„Clara, Clara, zoudt gij mij willen doo-
den," riep hij uit. „Is dit de rol die gij
hier speleu moet om mij tj misleiden?
om den krankzinnige uit zijn cel te lokken?"
„Het is de waarheid, Hugh," antwoordde
Clara, hare hand op zijn schouder leggende.
„Vergeef de vrijmoedigheid, waarmede ik
het u beleid, maar uw leven is in gevaar
en ik alleen kan het redden. Ik ben immer
eer e eigenzinnige, jfdoersche vrouw geweest
en zal misschien tot aan het einde zwak en
"verzucktig blijven maar ik beminde