BUVOEGSEL.
Nieuwe Amersfoortsche Couraat
I
Zaterdag 5 Maart 1892.
BINNENLAND.
Plaatselijke berichten.
behoorende b(j de
van
Naar het Vad. verneemt, is het
rapport, door de inspecteurs der krank
zinnigengestichten aan burg. en weth. van
's Hage uitgebracht over den toestand
van het gesticht aldaar, niet zeer gunstig.
Op de vraag van burg. en weth., of zij
met gerustheid kun Den voortgaan de pa
tiënten daarheen ter verplegiug te zenden,
moeten de inspecteurs niet bevredigend
hebben geantwoord.
De influenza heeft de Utrechtschs
bevolking duchtig geteisterd. De cijfers
bewijzen dit. Daaruit blijkt dal in de
stad Utrecht in Januari 1891 overleden
207, in dezelfde maand van 1892 daaren
tegen 316 personen. In die maand van het
vorige jaar sliet ven in de provincie Utrecht
567, in Januari van 1892, 742 personen.
Het sterftecijfer was dus in dit jaar in
de stad niet minder dan 53 pet., in de
provincie 31 pet. hooger dan die van het
vorige jaar.
Zondag e.k., 6 Maart, zal er in de
Remonstrantsche kerk alhier geen gods
dienstoefening gehouden worden.
De officier van Gez. 2e klasse Dr.
Romijn van het 1 Regt. Veld. Art. al
hier is wegens 8 jarige dienst béVorderd
tot kapitein.
Het aantal arbeidskaarten bedoeld,
in artikel 10 der wet van 5 Mei 1889
(Staatsblad no 48) alhier in 1891 uit
gereikt bedraagt 158, terwijl dat der
fabrikanten en werkbazen, die met be
schermde personen werken en dus zijn
voorzien van een door of namens den
burgemeester in dat jaar gewaarmerkte
arbeidslijst, overeenkomstig art. 11 der
genoemde wet, beloopt 36. Het aantal
geldige arbeidskaarten, ultimo 1891 in
deze gemeente in omloop, beloopt voor
jongens tnsschen 12 en 13 jaar 25 en
voor meisjes 3; voor joogens tusschen
13 en 14 jaar 37 en voor meisjes 15;
voor jongens tusschen 14 en 15 jaar 62
en voor meisjes 7 voor jongens tusscheu
15 en 16 jaar 86 en voor meisjes 16;
totaal alzoo 251. Het totaal-aantal fabri
kanten en werkbazen, die met beschermde
personen werken, bedroeg op 1 Januari
178. Dagelijks werden in het afgeloopen
jaar de verschillende fabrieken en werk
plaatsen geïnspecteerd.
Het aantal weezen ten laste van
het burger-weeshuis bedroeg op 1 Janu
ari 1891 tien jongens en zestien meisjes,
van welke er in den loop van dat jaar
acht het gesticht verlieten; daarentegen
zijn er twee opgenomen, zoodat op 1
Januari 1892 in het weeshuis aanwezig
waren zeven jongens en dei tien meisjes,
terwijl één wees buiten het gesticht
wordt verpleegd. De weesmeisjes ont
vangen in het gesticht thans onderwijs
van mejuffiouw wed. D. F. van Slooten-
Spruyt, die den heer J. Verwey is opge
volgd, aan wien, op zijn verzoek, eervol
ontslag werd verleend.
In de Woensdagavond gehouden
vergadering der Amersfoortsche begrafe-
nis-vereeniging is verslag gedaan van de
werkzaamheden over 1891, waaruit blijkt,
dat door hare tnsschenkomst 92 begra-
Feuilleton, vervolg van hel eerste blad.
nevens zich fluisteren en mompelen als uit
de fijne snaveltjes der kwikstaartjes.
„Cette pauvre baronesseWat ziet zij er
weer bleek en ziek uit! O, die slechte
zoon, die slechte jonge baron, die Frits
het moet een einde nemen, het moet!"
„Zeg mij, beste vriendin, men spreekt
daar zooveel over hebt gij er iets naders
fail gehoord? Je vous en prie."
„Wel zeker, maar in vertrouwen.
„Certainement! Onbepaalde discretion!"
„De arme barones weet zich zijne zwaar
moedigheid in 't geheel niet te verklaren en
de stiefvader ook niet, hij loopt dagen lang
alleen, bleek en somber in het park, in 't
gebergte, hij spreekt niet, point de mots,
met haar, met haren man of als hij het
doet, onverstaanbaar, verward, alsof zijn ver
stand vous comprenez. Je disais toujours
het is altijd erg nog eens te trouwen, als
men volwassene kinderen heeft, en zoo
heel gauw na den dood van den eersten
man I"
„Mais le baron est si charmant, zulk een
fijn beschaafd man.
,,Nn juist dat schijnt zoo, dat schijnt
zo°- Gij weet immers, zijn broeder
de vroegere gemaal van de barones, de vader
van den baron Frits stierf plotseling op
de jacht il y a un an aan eene be
roerte ou dit maar anderen zeggen
mais discrétion, ma clière I zij zeggen
tenissen hebheu plaats gehad, als: vol
gens de 1 klasse 15 personen boven '12
jaar; volgens de 2 klasse 9 personen
boven 12 jaar en 5 beneden dien leef
tijd; volgens de 3 klasse 10 personen
boven 12 jarigen leeftijd en 4 beneden
dien ouderdomvolgens de 4 klasse 22
personen boven 12 jaar en 18 beneden
dien leeftijd, waaronder 15 begrafenissen
voor rekening der gemeente Amersfoort
en 9 personen boven den 12 jarigen leef
tijd volgens de 5 klasse. Bij het einde
des jaars lelde de Verceniging 371 leden,
tegen 347 op 1 Januari 1891. In de
plaats van den heer G. Prins, die aan
de beuit van aftreding en niet terstond
herkiesbaar was, werd tot bestuurslid
verkozen de heer A. M. Kollewijn Nz
die in de vervolgens gehouden bestuurs
vergadering tot voorzitter werd benoemd,
terwijl den heer H. W. de Heus bij ac
clamatie (bij vernieuwing) het secreta
riaat der vereeniging werd opgedragen.
Beide benoemden hebben zich de keuze
laten welgevallen, zoodat liet bestuur
thans bestaat uit genoemde heeien, be
nevens de heeren Dr. K. H. J. Koker,
J. C. Leinweber en E. L. H. Van Lan-
schot Hubrecht. De aansprekers, thans
in dienst der veieeniging, z(jn J. Renes,
J. de Valk, H. de Vrij, D. Veenendaal,
J. Kroes en G. J. Siddré.
Eergister, Donderdagavond, trad de
lieer Mr. H. Goeinan Borgesius in »Ami-
cilia" als spreker op in eene vanwege
het departement Amersfoort der maat
schappij »Tot Nut van 't Algemeen" uit
geschreven volkslezing. Spr. behandelde
de vraag: Staatsbemoeiing met den ar
beid of staatsonthouding 9 Welke weg
inoet worden ingeslagen.
De heer Borgesius begon met te wijzen
op de veranderde houding der geestelijk
heid ten aanzien van het ai beids-vraag-
stuk. Terwijl weinige jaren geleden nog
de brief van kardinaal Manning waarin
op krachtige tusschenkomst ter. behoeve
van de arbeiders werd aangedrongen, in
katholieke kringen werd gebrandmerkt
als ketterij, zijn die denkbeelden nu ge
meen goed geworden door hunne beves
tiging door den paus in diens Encycliek,
terwijl dezelfde gedachtengang is waar te
nemen in de rede van dr. A. Kuyper bij
de opening van het congres te Amster
dam.
Men ziet, dat het niet meer aangaat
de lagere klassen eenvoudig tot berusting
aan te sporen meer en meer wordt de
noodzakelijkheid erkend om de stoffelijke
belangen dier klasse beter dan vroeger
te behaitigeo. Wat zijn nu de redenen,
dat de geestelijkheid katholieke en
protestantsch orthodoxe zoo zeer van
inzicht is veranderd Spr. schreef dit toe
allereerst aan de omstandigheid, dat door
de bestaande sociale wanverhouding de
geestelijkheid in haar werk belemmerd
wordt, en haar invloed veimindeit, daar
ze de huizen vei laten vindt door de in
de fabriek werkende bewoners en in de
fabriek wordt geweerd. Een groot deel
der arbeidende klassen heeft zich gewor
pen in de armen der sociaal-democratie,
en deze is niet alleen socialistisch, maar
ook atheïstisch. Meer en meer vervreemdt
de arbeidende klasse van de begrippen,
door godsdienst haar ingeprent, dikwijls
zelfs ondanks den wil der personen, die
echter door hun voortdurenden omgang
met sociaal-democraten geen kracht meer
bezitten, zich aan de verderflijke begrip
pen te ontrekken. De geestelijke Gühre,
die drie maanden als fabrieksarbeider
onder de arbeiders leefde, om de toe
standen beter te leeren kennen, geeft
daarvan menig staaltje. Maar ook een
ander, edeler doel beweegt de geestelijk
heid. De kerkelijke partijen worden be
wogen door een gevoel van sociale barm
hartigheid, door diep meegevoel voor den
nood van duizenden en honderdduizenden.
Zeker is er vooruitgang waar te nemen,
als men de toestanden der arbeiders en
der lagere klassen van nu vergelijkt bij
dien van vroeger. Men stieeft naar ver
betering van den toestand, en vooral om
dat hij doodgeschoten is op de jacht en
doch ik wil het ik kan het in 't geheel
niet tegenspreken."
„O, ik bid li, ik bid u!"
„Nu, geheel in vertrouwen, men zegt dat
iemaud hein doodgeschoten heeft cn dat de
jonge baron zou weten, wie eene hem na
bestaande, zeer na bestaande.
Zij braken baastig af. Het knetterde en
ruischte als zijde en men vernam een rozen
geur.
,,Mon petit enfant, ik ben zeer bang dat
gij moe zijt en u hier een weinig verreien
zult," zeide de baronnes vriendelijk, Rachels
vingertoppen vattende, „wilt gij in de bui
tenlucht, in het park oui? venez done
daar buiteu wacht de bonne, die ik voor
u bestemd heb. Maar 's avonds komt gij
weder bij ons en vermaakt ons met eeu
proef van uw muzikaal talent je vous
eu prie, ma belle! Ayez la bonté!"
Zij voerde Rachel door de zaal en Rachel
gevoelde bijna, hoe aller oogen zich op haar
vestigden en haar tot aan den uitgang ver
gezelden.
Zij was buiten. Aan de hand van eeue
oude vrouw ging zij eenen langen gang door,
eene trap en vervolgens nog eene, die kor
ter was, af en om haar heen geurden nu
de bloemen en suisde het loof van lommer
rijke boomen iu den zachten wind. Onder
hare schreden knarste fijne kiezel en van
dien te leeren kennen. Er wordt geën
quêteerd" wat de lieer Lohman, een
jaar of drie geleden, nog sterk in de
Kamer afkeurde. Maar zoolang domheid,
onkunde, verdorvenheid en natuurkrach
ten nog hare werking voortzetten zullen
armoede en ellende niet verdwijnen, al
wordt tengevolge ook van de enquêtes
veel verbeterd. Zou het nu onmogelijk
moeten geacht worden, de voordeelen van
Jen vooruitgang en de beschaving tot
gemeen goed van allen te maken? Spr.
geloofde het niet. Hij hield zich over
tuigd, dat onze maatschappij een
kunstproduct van eeuwen langzamer
hand voor vooruitgang en ontwikkeling
vatbaar is, en men ons in de toekomst
over onze domheid zal uitlachen, dat wij
de rechte middelen niet gevonden heb
ben.
De toestand der industrie is op dit
oogenblik, dal de grootindustrie de macht
in handen heeft, terwijl duizenden kleine
inrichtingen gedrongen worden, de le
vende machines uit te mergelen, om den
strijd met de overmachtige doode ma
chines eenigszins te kunnen volhouden.
Maar Spr. beschouwde den legenwoor-
digen toestand als een overgangstijdperk.
In de nijverheid ziet men thans nog te
veel streven naar verhooging van de
waarde van het product, maar het ethisch,
het zedelijk beginsel wordt te veel over
het hoofd gezien. Men zoekt zich stomp
naar middelen om meer waarde te geven
aan het product, maar bekomineit zich
weinig om de levende werkkrachten. Er
is wel reeds veel goeds verricht door
fabrikanten en patroons, maar de warmte,
de bezielende adem ontbreekt nog. En
eerst als dat zedelijk beginsel tot zijn
recht zal zijn gekomen, zal de fabrieks
nijverheid kunnen medewerken tot ont
wikkeling en beschaving.
Moet de staat nu tusschenbeide treden
om de arbeiders le helpen? Die vraag
beantwoordde de lieer Borgesius door
mededeeling van een zeer uitvoerig en
belangrijk gesprek, door hem gehouden
met een groot fabrikant die hem in zijne
studeerkamer was komen bezoeken om
te trachten hem te bekeeren. De fabri
kant een man die zijn fabriek uitstekend
had ingericht en goed voor zijne arbei
ders was, wilde niets van wettelijke in
menging, van staatsdwang weten. Doc
trinair hield hij vast aan het vrijheids
beginsel en, begreep niet dat een man
als Borgesius met zoovele liberalen, die
den vrijheid van handel zoo warm ver
dedigen, de vrijheid van bedrijf willen
beperken en inkrimpen. De fabrikant
hield vol, dat wetsdwang niet alleen voor
de fabrikanten, maar ook voor de arbei
ders eene ruïne is; dat, het wetje van
Van Houten nog daarlatende, de wet-
Ruijs vervloekt wordt door de ouders,
die minder verdienen en hun kinderen
's avonds zien rondloopen en tot niets
goeds opgroeien. En eindelijk beweerde
de fabrikant dat eigenlijk het geheele
streven van de liberale sociale hervor
mers gevaarlijk is, en hen op dezelfde
lijn stelt met de sociaal-democraten.
Tegen dit geheele beloog, en vooral
tegen de laatste bewering, kwam nir.
Borgesius op. De sociaal-democraten wil
len gelijkheid voor allen, willen den Staat
alleen voor allen doen optreden, zien al
leen heil in de gemeenschap, willen de
verantwoordelijkheid van het individu op
heffen, willen naar de behoeften van het
individu beloonen. De liberale hervormers
streven naar vermindering der ongelijk
heid, willen behoud van het stelsel van
mededinging, niet wegneming der mis
bruiken, willen de voorwaarden zien vast
gesteld, waaronder het individu tot ont
wikkeling kan komen, willen de verant
woordelijkheid van het individu verster
ken en willen beloonen naar verdienste.
Noemt men dat komen in socialistisch
vaarwater? Maar is hel dan daarmede
te rijmen, dat de sociaal-democraten
juist op de liberalen hun scherpste pijlen
afschieten en wat deze willen lapmidde
len noemen? Neen, een sociaal-democraat
heeft het eenmaal eerlijk erkend de li-
verre ruischte en kloDk iets als opstijgend
en vallend water. O, zij was buiten in de
vrije lucht onder bloemen en boomen
hoe schoon, hoe vrij, hoe ruim was het hier!
Zij gingen suel voorwaarts; weldra begon
de oude Margareet te praten en werd niet
moede te vertellen van de pracht van het
slot en den rijkdom van den baron eu boe
zij sedert 50 jaar (lit slot diende en den
jongen Frits, den stiefzoon en neef van den
tegenwoortligen lieer von Bielau, als haar
eigen kind had opgevoed en iief gehad en
dat hij zoo schoon was, maar nu zoo bleek
en treurig cn altijd in 't zwart gekleed ging
en
„Daar komt bijl" riep Margareet zacht.
„Laat ons gaan zitten. Misschien gaat hij
voorbij en ziet ons niet. Hij ziet zoo ongaarne
vreemden."
Zij trok Rachel haastig op eene bank ach
ter een boschje. Maar de jonge baron kwam
steeds nader, recht op het boschje af, met
langzame schreden. Rachel hoorde hein komen
en begon te beven, alsof iets dat zeer kwaad
maar tevens veel beteekenend was, haar na
derde. Rachel gevoelde dat zijne blikken
zich op haar vestigden. Maar hij bleef niet
staan, hij zette zich langzaam op de bank
nevens haar neder en zag haar eene poos
zwijgend aan.
,,Gij zijt de blinde viooL-peelster, demoi
selle," zeide bij met eene zachte, maar heel
berale hervormers worden zoo fel bestre
den, omdat hun zoogenaamd lapwerk is
een rem aan de soc.-dem. beweging
Spr. nu wees er op, dat onze maatschappij
nog in vele opzichten een lappendeken
is, die hersteld moet worden, en dat het
zeer nuttig en noodzakelijk kan zijn den
juisten lap op de juiste plaats aan le
brengen. Én als die arbeid door de soc -
democralie als een rem wordt beschouwd
voor bun stieven, dan zegt Spr.: reir.-
men moeler. we, evenals de ervaren ma
chinist, we rijden voort met de stoom-
spanning van de 19e eeuw, maar met
de hand aan de rem, om van station tot
station te kunnen komen, telkens gele
genheid gevende om na te zien of alles
in orde is, geen gevaar dreigt, nieuwen
voorraad op te nemen, en dan weer
vooruit te gaaD tol een volgend slation.
Verklaarbaar is het stieven van de
sociaal-democraten, waar zij de grond
slagen van de maatschappij verkeerd
achten, dat zij het meest vijandig gezind
zijn tegenover hen, die de grondslagen
willen behouden.
Behoeft het overigens te worden ver
meld, dal de heei Borgesius den fabrikant,
die hem in zijne studiën kwam storen,
flink te woord heeft gestaan? Dat hij
hem wees op de beperking, die voor
iedere vrijheid in 't algemeen belang
moet worden toegelaten, op de beper
king, die reeds nu in de geneeskundige
wetten, de wet op de naaml. vennoot
schappen, de drankwet is gelegen; dat
evenzeer als de Staat het onderwijs doet
geven om den strijd des levens te ver
gemakkelijken, hij ook andere middelen
mag aangrijpen; dat de arbeidswetten
hier te lande reeds veel goeds hebben
gedaan eu veel kwaads voorkomen; dat
de kinderarbeid, nu nog toegelaten op
het veld, duizenden kinderen verstoken
laat van goed onderwijs en, vooral bij
de vlasboeren, hun leven verkort; dat
de beperkingen door de wet-Ruijs inge
voerd, heilzaam zijn voor de kinderen en
voor de vrouwen, die niet geheel aan
het huisgezin worden ontrukt, en niet
nadeelig voor den arbeid, daar de erva
ring leert, dat na korten lijd het verlies
in productie wordt ingehaald. Met waar
deering maakte hij daarbij gewag van
de wijze, waarop te Amsterdam, Leiden
en Leeuwarden dames zich het lot der
fabrieksmeisjes aantrekken, door ze
's avonds te ontvangen, le leeren en op
le leiden. Hing het van Spr. af, geen
geli ouwde vrouw, geen huismoeder althans
zou in een fabriek mogen werken, maar
ware dit al le radicaal dan is
zeker de vrijheid na 7 uur, het vrije uur
per dag, de vrijheid's nachts en Zondags,
die de tegenwoordige wet eischt, een der
eerste voorwaarden le beschouwen voor
verbetering van het familieleven.
Uitvoerig stond Spr. vervolgens stil bij
den eisch vari den wettelijken normalen
arbeidsdag van acht uren. Principieel
had bij er geen bezwaren tegen, maar
de wenschelijkheid en opportuniteit be
streed hij. Om wettelijke tusschenkomst
le rechtvaardigen, moet er zijn een maat
schappelijk kwaad, dat door de maat
schappelijke krachten niet beteugeld kan
worden, in de tweede plaats moet de
Staat hel kunnen beteugelen, en in de
derde plaats moet aangetoond worden,
dat door wegneming van het kwaad niel
grooter kwaad in 't leven wordt geroe
pen. Dat ten deze het maatschappelijk
kwaad bestaat, is niet tegen te spreken,
maar aangenomen eens de mogelijkheid,
dat de Staat eene betere verdeeling van
arbeidstijd voor alle burgers zou kunnen
invoeren en handhaven, dan zou dit toch
de werkeloosheid niet doen verminderen.
De werkgever zou dan geen voordeel er
meer inzien, zijne zaken uit te bleiden.
De ervaring leert, dat vermindering van
arbeidstijd niet anders kan geschieden
dan geleidelijk, om liet evenwicht te
herstellen, en Spr. zou vreezen, dat in
dat overgangstijdperk zoovele induslriën
te gronde zouden gaan, dat de invoering
van den maatregel een wezenlijke ramp
zou zijn. Bovendien is de 8-urige arbeids-
weeke stem, „ik keu u. ik heb u in liet
dorp gezien Gaat het goed met vnder en
moeder? Bevalt het u op het slot?"
„Ik ben eerst eeu paar uren
„Ja, ja," viel hij haar in de rede. „Het
bevalt u wel. Gij bevalt ook welGij
zijt schoon," voer bij na eene pauze voort,
„men houdt op hot slot van de schoonheid.
Gij zijt jong, men heeft de jeugd daar gaarne.
Men wil u ziende maken gij houdt het
voor een groot geluk te kunnen zien, demoi
selle, niet waar?"
„Het is een ongeluk, blind te wezen,
mijnheer de baron,' zeide Rachel bewogen,
„wie gevoelt niet den wensch, van zulk een
treurig lijden als het mijne, bevrijd te wor
den
„Hal ja! Demoiselle; ik zeg het is
een geluk blind te zijn en ik gevoel den
wensch van mijn ziel bevrijd te worden.
Laten wij ons lijden met elkaar ruilen en
ga dan weg van liier snel. Ik zeg, gij zult
er berouw van hebben, te kunnen zien.
O, men is slechts gelukkig in de wereld als
men niet ziet!"
„Spot niet, mijnheer de baron," hervatte
Rachel ernstig. „Verzoek het noodlot niet
God laat zch niet verzoeken. Hij zelf ver
zoekt niemand 1"
„God, Godl" lachte de baron. „Gij zijt
blind en bebt God lief? Gij spreekt
wonderlijk, wonderlijk meisje. Wie u die ge
dag eene internationale quaestie. Een
Staat kan daartoe niet wettelijk beslui
ten, waar zijne nijverlieid concui reeren
moet met het buitenland en door den 1
maatregel zeer beuioeielijkl zou worden. 1
Daarbij kon:t, dat de verhouding van 1
den Slaat tegenover volwassenen niet
dezelfde is als tegenover viouwen en 1
kinderen. Waar het zwakken en liulpe-
loozen aangaat, kan men zeggen: eene
industrie, die zonder hun hulp niet kan
bestaan, laat ze teniet gaan, maar waar
het volwassen mannen betreft, kan men
niet zeggen laat anders liever de geheele
industrie teniet gaan. In ons land is de
maatregel voorloopig geheel onuitvoer
baar. Welk getob leveren de beperkin
gen van de wet-Ruys niel reeds op! In
vele iridustriën bij ons is men geheel
afhankelijk van weer en wind, zoodat
men een deel van het jaar langer moet
werken, een ander deel geheel stilstaan.
Dergelijke wet zou ook impopulair zijn
bij de werklieden. Want de sociaal
democraten paren aan den eisch van een
maximum-werktijd dien van een mini-
mum-loon. Het vaststellen nu van een
minimum-loon acht Spr. voor onze in
dustrie niet gewenscht. Het zou óf zoo
laag moeten gesteld worden, dat iedereen
meer kan verdienen, óf zoo hoog dat de
minder valide het niet zou kunnen be
halen, en dus verdreven worden uit de
werkplaats en fabriek, waardoor de
wei keloosheid zou toenemen. Een mini
mum-loon wettelijk vast te stellen is dus
niet mogelijk, en alleen een inaximurn-
werktijd le bepalen, znu de wet zeer
impopulair maken. Er is veel werk
waarvoor 8 uur te veel is, maar ook
ander, dat zonder bijzondere inspanning
12, 13 uur kan worden volgehouden.
Door een uniform-arbeidstijd van 8 a 10
uur vast te stellen zou men den arbeid
geweld aandoen en in een keurslijf ste
ken. Wel zou in het Burg. Wetb. kunnen
bepaald worden, dat als niet over den
arbeidstijd is overeengekomen, de duur
moet gerekend worden op zeker aantal
uren. Evenzoo, dat als niets is overeen
gekomen omtrent extra-werk, daarvoor
hooger loon moet uitgekeerd worden.
Ook zou men arbeidsdagen van 28 uur
achtereen b.v. bij de wet kunnen ver
bieden.
liet gelukte den lieer Borgesius niet,
zijn fabrikant te bekeeren. Deze bleef
mopperen tegen alles, tegen de wettelijke
voorschriften om de veiligheid en gezond
heid in de fabrieken te beschermen, tegen
wettelijke dwang tot verzekering van de
arbeiders tegen ongelukken, tegen wet
telijken eisch tot pensioer.verzekering
waarvan spr. trouwens ook de kosten
niet uitsluitend op den fubrikant en on
dernemer wilde laten drukken, maar ten
deele door den Staat wilde laten dragen;
tégen te groot medelijden met de arbei
ders, waaronder ook vele nietswaardigen
vooi komen. Maar de heer Borgesius hield
zijn standpunt vol, meende dat in vele
gevallen veel van >1e patroons afhaDgt
(de inspecteurs verklaarden aan het werk
volk reeds te kunnen zien hoe de patroon
is")dat de patroons zich in 't algemeen
meer ernstig met het lot hunner werk
lieden moeten bemoeien, gedachtig aan
't bekende woord: «Morality is the grea
test industrial force." Gaat de Staat voor
de eivaiing leert liet de particu
lieren zijn veel meer geneigd om te vol
gen. Waar in ons land nog zulke droe
vige toestanden beslaan als de enquête
ten opzichte b.v. van Leiden geopenbaard
heeft, waar krotten bewoond worden die
25 jaar geleden leeds onbewoonbaar
heetten, daar moet de wet tusschen beide
komen. Eigpnbelang is uitstekend, mits
krachtig gesteund door 't gemeenschaps
gevoel, en waar dit onvoldoende ontwik
keld is, moet de wet liet aankweeken.
Doen de werkgevers als de fabrikant van
spr., die niet voor overreding vatbaar
was, wat zal dan de toekomst geven?
Zal dan de storm uitbreken, door Mod
derman voorspeld? Spr. haalde ten slotte
Ouida's Tricotrin aan als voorbeeld hoe
men vooruitgang kan willen door zelf-
dachte heeft ingegeven, was geen verstandig
man, want wij bidden allonleid ons niet
in verzoeking eu bekoelden daarom niet te
bidden als Hij ons niet verzocht. Maar ik
zeg, wien God verzoekt, die bezwijkt voor
de verzoeking! Slechts ik niet, ik alleen
onder duizenden niet ha. ik bedwing de
verzoeking, wat vader en moeder niet ver
mocht hebben, dat kan ik. Ik zeg: ga
weg, blijf blind en gelukkig en vaarwel!"
Rachel zweeg vol angst en verward. De
baron stond langzaam op, ging eenige schre
den ver en bleef toen staan.
„Gij speelt van avond boven, wonderlijk
meisje?" vraagde hij.
„Merrouw uwe moeder wenscht het."
„En wat mevrouw mijne moeder wenscht,
dat geschiedt," lachte hij zacht en ging lang
zaam heen. „Ik weet het, ik weet het,
want ik ben helaas niet blind ik weet
het."
Rachel wist niet wat zij vau dit zonder
linge gesprek moest denken, maar zij was
tni b diep getroffen door de betoovering van
deze melodische stem. Maar Margereet sprong
op en trok haar omhoog.
„Laat ons gaan, demoiselle, laat ons snel
gaan
Zij gingen haastig naar het slot en half
weg kwam hun reeds een knecht tegen, die,
op last van de baronnes, Rachel verzocht op
het slot le komen.