NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. IN DEN STRIJD DEPROEFD. Ofïïciëele Publicatiën. No. 40. Woensdag 18 Mei 1892. Een-en-twintigste jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG M ZATERDAG. advertentien: BINNENLAND. Provinciale berichten. F euilleton. AMERSFOORTSCHE COIIANT. VOOR Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzondert ij ke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten iulezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gezien art. 8 der wet van den 2 Juni 1875 (Staatsblad no. 95), Brengen ter kennis van bet publiek, dat door hen aan D. Ilubers en zijne rechtverkrijgenden vergunning is verleend om een gas- en petroleurn- motor te plaatsen in het perceel, alhier gelegen aan de Krommestraat, wijk F, no 226, kadas traal bekend onder sectie E, no 3524. Amersfoort, den 16 Mei 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De Burgemeester en Wethouders vau Amers foort, Gelet op art. 6 der wet van den 2 Juni 1875 (Staatsblad No 95), Brengen ter kennis van het publiek, dat een door Chr. Pleines ingediend verzoek, met bij lagen, om vergunning tot het oprichten van eene zeepziederij op het perceel alhier gelegen buiten de voormalige Bloemendalsche poort, wijk H. no 25 bis bij het kadaster bekend onder sectie A, No. 1450, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Maandag, den 30 Mei aan staande, des voormiddags te elf ure, gelegenheid ten raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het gemeentebestuur of van een of meer zijner leden bezwaren tegen het oprichten van de inrichting intebrengen. Amersfoort, den 16 Mei 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Voor het bezoek van HH. MM. de Koninginnen aan Sneek en aan den zeil wedstrijd op het Sneeker Meer, op Maan dag 20 Juni a. s., is het volgende pro gramma vastgesteld: 's Morgens tien uur ongeveer aankomst der Koninginnen per extra-trein te Sneek. Daarna rijtoer door de stad en ontvangst ten Raadhuize. Ongeveer halfeen begeven de Vorste lijke personen zich per stoomjacht van Fop Smit naar het Sneeker Meer, om den grooten zeilwedstrijd bij te wonen, aangeboden door de stad Sneek. De regeling van den wedstrijd is op gedragen aan de zeilvereenigingen Sneek en Oostergoo. Na afloop van den wedstrijd zetten de Koninginnen koers naar de Oude Schouw, om vandaar met rijtuigen naar Leeuwarden terug te keeren. De minister van waterstaat heeft op het verzoek van den Nederlandschen Bond der bestrijding van den overdreven Zondagsrust op het gebied van post- en telegraafverkeer, gevestigd te Leeuwarden, om uitbreiding van het aantal uren van openstelling van de post- en telegraaf kantoren op christelijke feestdagen, ge antwoord, dat de geringe toeloop van het publiek aan de post- en telegraaf kantoren op de bedoelde dagen geen grond geeft om te onderstellen, dat er behoefte zou bestaan aan de door den Bond gewenschte vermeerdering van de diensturen dier kantoren en er alzoo geen aanleiding is gevonden om aan het ver zoek gevolg te geven. Ingeval van een oorlogstoestand zullen bij de korpsen een zeker aantal paarden bij particulieren moeten worden aangekocht, tot het aanspannen van Rijks voertuigen. De paarden moeten alsdan voorzien worden van brandmerken, die alle Rijkspaarden hebben. Teneinde dit op gelijkmatige wijze te doen geschieden, hebben de infanterie-korpsen instructies ontvangen, waarin die bewerking is om schreven. Naar de Haagsehe correspondent der IV. Groninger Ct. schrijft, zal de Tweede Kamer waarschijnlijk Vrijdag 20 dezer op reces gaan en tot 5 of 12 Juli met vacactie blijven. Nu de kiesrechtre geling van minister Tak gereed en bij den Raad van State ingekomen is, wordt het mogelijk, dat tijdens het aanstaand reces die wet bij de Kamer inkomt „En dan zal de groote strijdvraag ontbran den: wat moet voorgaan: kiesrecht of belasting-hervormingBij vorige gelegen heden bleek daarover reeds in den boe zem der liberale partij groot verschil te bestaan. Wanneer thans de oppositie zich met de liberalen vereenigt, die aan 't kiesrecht de prioriteit willen geven, dan kon het zeer wel gebeuren, dat in Juli werd besloten, eerst die kieswet-wij ziging te onderzoeken en af te doen,ten einde na de samenstelling eener nieuwe Kamer het belasting-vraagstuk aan de orde te brengen. En daartoe kan wel licht nog iets anders aansporen. Indien het waar is, wat men beweert, dat nl. minister Pierson zeer spoedig gereed zal zijn met zijn bedrijfsbelasting en de herziening der wet op het per soneel, zoodat die voorstellen hij de Kamer zouden zijn voordat de discussie over de andere belasting-voorstellen aan vangt, dan ware de positie van degenen, die deze discussie willen verschuiven, zeker krachtiger, omdat men dan in elk geval ook nog zou kunnen beweren, dat alle belasting-ontwerpen, als een com pleet, te zamen dienen te worden aan de orde gebracht." De correspondent verneemt verder, dat de regeering het zoogenaamd huisrnans- kiesrecht zal invoeren, «hetgeen neer komt op een op 't kantje af, aan 't alge meen stemrecht naderend stelsel. Voorts wordt beweerd, dat voor de Tweede Kamer en Provinciale Staten hetzelfde, voor de gemeenteraden een gansch ver schillend kiesstelsel zal worden ingevoerd, en dat bij het laatste een soort van evenredige vertegenwoordiging zou wor den voorgesteld." Onze landgenoot, de heer Kiderlen, de bekende wielrijder, vertoevende te Bordeaux, heeft het behoud van zijn leven aan zijn groote vlugheid en lichaamskracht te danken. Eenige dagen geleden namelijk, meldt de NedSpirt, wilde hij, na den geheelen dag op zijn fabriek werkzaam te zijn ge weest, nog een luchtje scheppen, en wan delde de kade op, alléén gewapend met een dun stokje. Deze fabriek is op een half uur afslands van Bordeaux gelegen. Onverwachts weid de heer Kiderlen van achteren met beide handen de keel dicht- genepen er ontstond een worstelstrijd en beiden vielen op den grond, doch de aanvaller, die nog altijd de keel dicht kneep, lag onder. Nu wist de heer Kiderlen hem met dat stokje zoodanig op het hoofd te ranselen, dat de aanval ler geheel bebloed losliet en bewusteloos op den grond bleef liggen. Onmiddelijk daarop deed hij aangifte bij de politie, die zich naar de plaats begaf, waar de snoodaard was blijven liggen, doelt de vogel was gevlogen men vond niets anders dan de sporen van bloed. Den volgenden morgen meldde zioh in een der hospitalen een man aan, wien een oog was uitgeslagen, en zoo kwam de justitie achter den naam van den aan valler. Het sociaal-democratisch program wordt herzien. Tot leden van de commissie tot her ziening zijn gekozen Domela Nieuwen- liuis, Fortuyn, Cornelissen, Van Enrmenes en Vliegen. Een paar oudheidlievende arbeiders te Ermeloo hebben onlangs, bij het om- verwerken en omwroeten van een tumu lus (een grafheuvel of eene begraafplaats) op de zoo uitgestrekte Ermeloosche heide, in de diepte een urn gevonden, omgeven door een aantal scherven en doodsbeen deren. Met de grootste voorzichtigheid werd het als deeg zoo zachte voorwerp uitgegraven en naar boven gebracht. Nu het aan den invloed der lucht was bloot gesteld, had hel al zeer spoedig de ge wone hardheid verkregen. De urn, ruim 13 centimeters hoog en 14 centimeters wijdte van boven, heeft een zeer fraaien vorm en is van keurig snijwerk voorzien. Pleiten die form en die figuren voor de vereering den doode toegedragen, er blijkt tevens uit welke vorderingen de oude bewoners van de Veluwe voor achttienhonderd en meer jaren reeds gemaakt hadden in het pot tenbakkersvak. Deze vondst is alzoo een nieuwe bijdrage tot de kennis van onze kunstnijverheid in lang vervlogen eeuwen. Bij gelegenheid der verkiezing op Dinsdag deed zich, volgens de Tijdte Siltard de volgende vermakelijke scène voor. Een ingezetene, die ook kiezer was, ging vdór eenigen tijd de stad metter woon verlaten. Alvorens te vertrekken begaf hij zich tot een der candidaten (dien wij X. zullen noemen) en verzocht hem, wanneer hij zich werkelijk candi- daal stelde, hem alsdan eene circulaire te willen zenden: dan zou hij uit oude kennis en vriendschap dien dag naar Sittard komen, om voor hem te stemmen. De heer X. stelde zich als candidaat en zond ook aan zijn vriend, die hem zulk een bewijs van achting en genegen heid had komen aanbieden, een circu laire. De dag van de verkiezing was daar, en onze vriend was, als man van woord, present; hij begaf zich naar het stem bureau, vroeg een briefje, vulde dit in, stak het in de bus en wilde zich ver wijderen. »A propos vriend," vroeg de voorzitter vari het stembureau, au zult toch zeker op uw vriend den heer X. hebben ge stemd, daar ik vernomen heb dat u daar voor uitsluitend naar hier zijt gekomen." «Wis en waarachtig," klonk het ant woord, »wat denki u wel van me Ongelukkigerwijs had de vriend van den heer X. na het invullen van zijn stembriefje dit gedroogd met een vel vloei, dat op de tafel lag, en daar ston den nu duidelijk de namen der tegen partij van den heer X. te lezen; de naam echter van zijn vriend, om wien hij opzettelijk naar Siltard was gekomen was nergens te vinden. Toen de voorzitter hem dit toonde, stond hij beschaamd en verlegenmeer dood dan levend verliet hij het stembu reau onder den uitroep: «Ach jeminil ach jeinini 1 had ik liever 100 frank ver loren Van zijn viiender. moet men het tegen woordig in Siltard hebben! Soest. Heden had in de r. k. kerk het aannemen van nieuwe lidmaten plaats. 54 kinderen werden tot de H. Communie toegelaten. Bij het rondgaan in de kerk had een der kinderen het ongeluk te dicht met de kaarsvlam bij den hoed te komen, zoodat deze in brand vloog. Door de tegenwoordigheid van geest van den kapelaan, die den brandenden hoed op den grond uitdoofde, werden grootere onheilen voorkomen. Zaterdagmorgen brak er in een der vrije woningen, toebehoorende aan het r. k. armbestuur, eene felle brand uit. Een vijfjarig kind, alleen thuis ge laten, had met lucifers gespeeld en bin nen weinige oogenblikken stond het huis in vlam. Twee van de acht huisjes, meer bekend onder den naam oSemina- Novelle VAN f. JUSTUS. 11) Zij las de weinige regels en gaf ze ver volgens aau den president. De brief was van de hand der weduwe en gaf al de snijdende ellende te kennen, waarvan de ongelukkige vrouw vervuld was. „Mijnmau is vau morgen gestorven," schreef de arme, „en morgen moet ik bij de rechtbank mijne insolventie aangeven. O, Eveline, dat dat alles, alles zoo plotseling over ons losbarsten moet! Ik heb het wel lang geweten dat het wel zoo komen zou, maar nu het zoover is gaat bet bijna boven menschelijken krachten. En te moeten denken dat door mijn man onze oude moedei het hare verloren heeft er misschien op haar ouden dag gebrek zal moeten lijden 1 Ik begrijp zelve niet, dat ik altijd nog tranen heb in mijne ellende en mijn harteleed! Nu ben ik op de gedachte gekomen of er niet uit een of ander fonds, uit een of andere weldadige inrichting, een klein jaargeld voor moeder zou te krijgen ziju. Ik bid u, spreek er met uwen heer den president, eeus over deze zwakke hoop is thans de eenige lichtstraal in mijne ellende Geschokt vouwde hij den brief w eder dicht. „Uw zwager was koopman?" vroeg hij op de goede, zachte wijze, die tegenover bedroefden en ougelukkigen hem nooit verliet. Zij knikte slechts, hare ontroering belette haar to spreken. „En heeft vermoedelijk in gewaagde spe culaties het kleine kapitaal uwer moeder gebruikt?" voer hij voort op denzelfden toon, om haar de smart te sparen van verdere ver klaringen. „Zoo is het!" sprak zij zacht. „Indien hij in leven en gezond was gebleven, ware misschien de- schade te herstellen geweest, want mijn zwager zag niet tegen werken op en had een helder doorzicht. Maar zijn lichaamskrachten begaven hemde ongenees lijke tering waartegen hij zich eerst met al zijue krachten verzette, laat haren buit nu eenmaal niet los. Ik wist reeds lang dat hij aan de moorddadige ziekte moest bezwijken. Toen reeds, toen ik dezen zomer de inijuen bezocht, zag ik het dat zijne dageu geteld waren-" Nu was het als daagde er plotseling een licht voor zijne oogen op. „Eveline 1" riep hij hartstochtelijk, „dat is het geweest? Daarom hebt gij Westheim uw jawoord ge geven Liefde heeft hij niet van u gevraagd eu die kondt gij hem niet geven maar gij hebt u voor de uweu willen opofferen Zij antwoordde niet; doch hare tranon die onophoudelijk vloeiden, zeiden hem dat hij juist had gezieu. ,.En ik," ging hij bevend van opgewon denheid voort, „ik stond op het punt u valsch te beoordeelen, heb het misschien reeds gedaan, want ik kon mij niet losmaken van de gedachte, dat de mammon, de uiterlijke glans u had bekoord eu verbliud. En ofschoon er honderd maleu eene stem in m ij n bin nenste riep, dat het niet waar kon zijn ik heb toch niet altijd, niet elk oogeublik het geloof aan uw edel, fier, zelfstandig karakter kunnen bewaren." „Dat zou het ergste nog niet zijnant woordde zij door hare tranen heen glimlachend. „Ik zelve durf van mij getuigen, dal ik mij zelve niet heb verloren en dat bewustzijn heeft mij steeds doen staande blijven. Ik heb mijn jawoord gegeven, mot het oog op mijne arme moeder, op den eeuzamen, kom mervollen ouderdom, die haar wachtte; en God weet hetik zou voor Westheim een trouwe echtgenoote geweest eu gebleven zijn. Aan misleiding jegens hem heb ik mij niet schuldig gemaakt, ik heb hem geschreven en hem alles, alles ronduit medegedeeld. Maar dat mij dit liefdelooze leven gespaard is gebleven o mijnheer, nadat de eerste schok over het plotseling uiteinde van den armen Westheim was overwonnen, heb ik mij verwijten gedaau, dat er eeu gevoel van geluk in mij opwelde, waarvoor ik geen naam kon vinden. Het was niet goed, ik weet het, dat dit gevoel bij mij kon opko men; want iu het behing der mijnen moest ik immers wenschen dat ik in staat zou ziju, om voor heu te zorgen. Hoe het nu met hen gaan moet, weet ik niet eu ik zal het gelaten in Gods handen moeten over geven." „Wilt gij mij veroorloven, de zorg voor de uwen met u ie deelen, juffrouw Eveliue \roeg hij aangedaan. „Ik heb getwijveld; maar dat kwam alleen, kon alleen, daarvan komen, omdat gij mij reeds zoo onuitsprekelijk lief waart geworden. Ik gunde u aan geen ander al moest ook door een zeldzaam spel van het noodlot, die andere juist de persoon zijn die mij het eerst de oogen opeude voor uwe volle waarde. En toen ik u nu werkelijk verloren had, toen geleek ik in ui ijn eigen oogen op don herder van den Kyffuauser, die lichtzinnig geen acht geeft op de blauwe bloem en daardoor den toegang tot den won- derberg verspeelt. Het zelfde gevoel overweldig de mij ook thans weder, nu ik mijne nicht ontmoette en begreep, dat die schitterende en toch zoo koude vrouw nooit uwe plaats mocht vervangen, nooit de leidsvrouw mij ner kinderen mocht worden. Dat ik ooit op die gedachte ben gekomen, kan wel als bewijs er voor dienen dat ik in den zielestrijd de helderheid van den geest had verloren. Hoe had het ook anders kunnen gebeuren, dat ik aan u, aan u, Eveline, ook maar eene seconde lang twijfeldeEn nu, nadat gij mijue biecht hebt gehoord, vraag ik uWilt gij hem vergiffenis geven en hem aauuemen, den berouw volleu man?" Hare gestalte beefde, als had zij de koorts op het volgende oogeublik gevoelde zij zijnen arm om haar middel geslagen en een kus op hare lippen, en, als in een gelukkigen droom, vernam zij uit zijnen mond de woorden van haar lied „Kom aau mijn hart, dat ik u weer be- zitte." Einde.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1892 | | pagina 1