NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
Eet Nichtje m den kolonel
Ofïïciëele Publicatiën.
No; 42.
Woensdag 25 Mei 1892.
Een-en-twintigste jaargang.
VOOR
verschijnt' woensdag en zaterdag.
Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
BINNENLAND.
F e uilleton.
AMEBSFOORTSCHE COURANT.
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.—Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten inte/.enden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
ADVERTENTIE Ni
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gezien de aanschrijving van den heer Commis
saris der Koningin in de provincie Utrecht van
den 3. Mei 1892, no. 6 N. M S (provinciaal
blad no. i7)
Gelet op art. 139 der wet van den 19. Augustus
1861 (Staatsblad no* 72.) betrekkelijk de nationale
militie.
Doen te weten, dat op het terrein der
Infanterie-Kazere alhier op Maandag, den 13
juni aanstaande, 'voor middags half tien, door
den Kolonel, Militie-Commissaris in de provincie
Utrecht zullen worden onderzocht alle in deze.
gemeente gevestigde verlofgangers der militie te
land, die vóór den 1. April 1892 in het genot
van onbepaald verlof zijn gesteld, om het even
of zij in den loop van dit jaar al dan niet tot
opkomst onder de wapenen verplicht zijn (met
uitzondering alleen van hen die in Juni a. s.
in werkelyken dienst moeten opkomen) of wel
tot vroegere lichtingen behooren en wegens latere
inlyving of om andere redenen niet met de
manschappen van de lichting waarvoor zij bij de
militie dienen, ontslagen zyn.
Burgemeester en Wethouders herinneren be
langhebbenden hunne verplichling om in uni
form gekleed en voorzien van de kleedingstukken,
hun bij het vertrek met verlof mede gegeven,
van hun zakboekje en verlofpas, op tijd en plaats
voormeld te verschijnen en maken hen tevens
opmerkzaam op,het bij de wet bepaalde dat het
crimineel wetboek en het regelement van
krijgstucht op de verlofgangers van toepassing
zijn gedurende het onderzoek en in het alge
meen wanneer deze in uniform gekleed zijn.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den 20 Mei
1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris
W. L. SGHELTUS.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort, Gezien art. 8 der wet van den 2. Juni
1875 (Staatsblad no. 95), Brengen ter kennis van
het publiek, dat door hen aan L. Van Gelder
en zijne rechtverkrijgenden vergunning is ver
leend om eene slachterij opterichten in het per
ceel, alhier gelegen aan de Stoovestraat, wijk B,
no. 139, kadastraal bekend onder sectie E, no.
1959.
Amersfoort, den 23 Mei 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SGHELTUS.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort, Gezien art. 8 der wet van den 2. Juni
1875 (Staatsblad no. 95), Brengen ter kennis
van het publiek, dat door hen aan G. de Haan
en zijne rechtverkrijgenden vergunning is ver
leend om eene slachterij opterichten in het per
ceel, alhier gelegen aan de Breedestraat, wijk
F, no. 155a, kadastraal bekend onder sectie E,
no. 3374.
Amersfoort, den 23 Mei 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SGHELTUS.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort doen te weten, dat de processen-verbaal
van inlevering en opening der stembriefjes ter
verkiezing van drie leden voor de Provinciale
Staten van Utrecht in afschrift aan het Raadhuis
zijn aangeplakt en gedurende veertien dagen op
de Secretarie voor eenieder ter inzage liggen,
alle werkdagen van 's voormiddags 10 tot 1 uur
des namiddags.
Amersfoort, den 25 Mei 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris.
W. L. SGHELTUS.
H. M. de KoniDgin zal den 30 Mei
de koningin-regentes naar Potsdam ver
gezellen. Te Frankfort zal het verder ge
volg uit Nederland zich aansluiten. De
aankomst te Potsdam zal 's avonds zijn.
Gelria deelt mede
In goed onderrichte kringen loopt het
gerucht dat het lid van de Tweede Ka
mer voor Sneek, mr. W. G. baron Brant-
sen van de Zijp, bestemd zou zijn om de
plaats in te nemen, welke in onze Senaat
door het bedanken van den heer F, G.
baron van Lynden van Hemmen onder
de vertegenwoordigers van Gelderland is
opengevallen. Altijd natuurlijk, wanneer
de antiliberalen door de verkiezing van
den heer J. J. Schüsler te Putten, die in
herstemming komt met den heer mr. baron
van Golstein, hun meerderheid in de Sta
ten van ons gewest kunnen behouden.
De heer Brantsen van de 'Zijp zou dan
in het district Sneek opgevolgd worden
door jhr mr. A. F. de Savornin Lohman,
den candidaat, met wien de anti-revolu
tionairen het in Kampen niet hebben
aangedurft.
Het Kamerlid Van Kerkwijk zal
Je Nederlandsche regeering vertegen
woordigen op het vierde Internationaal
Spoorweg-congres, dat te St. Petersburg
van 20 Augustus tot 3 September (8—22
Augustus Russische tijdrekening) zal
worden gehouden. Zaterdag, 20 Augustus,
is bestemd voor eerste samenkomst, vor
ming van bureaux, enz., terwijl des
avonds de leden bij den minister van
openbare werken zullen worden ontvan
gen.
De volgende dag is bestemd voor een
uitstapje per stoomboot naar de reede
van Kroonstad en ontvangst van de leden
ten stadhuize door het gemeentebestuur.
De wei kzaamheden zullen verder wor
den afgewisseld met tochtjes naar
Tsarskoë Selo en Pavlovsk, naar de
eilanden, naar Peterhof, waar zij van
wege den Keizer zullen worden ontvan
gen, terwijl het congres zal worden be
sloten met een banket vanwege den Kei
zer in het winterpaleis aangeboden.
Na het einde van het congres zullen
tochten worden ondernomen naar Finland,
Moseou en Nisny-Novgorod.
Het programma van den zeilwedstrijd
op het Sneeker meer, den 20n Juni a. s.
welke zal worden bijgewoond door de
beide Koninginnen, is vastgesteld als
volgt
le klasse, beurt-en vrachtschepen, met
ronde luiken, prijzen f25, (50, f75 en
5 gratificatiën van f 402e klasse,
boeiers, 3 prijzen, luxe-voorwerpen
3e klasse, jachten en booten van 5.75
M. en daar beneden, 3 prijzen, luxe-voor
werpen 4e klasse, booten met spriet
zeil, lang 4.4 M. en daarbeneden, en niet
meer dan 1.72 M. buitenwerks, 3 prijzen,
luxe-voorwerpen.
Voor dezen wedstrijd, met de regeling
waarvan zijn belast de besturen van de
zeilvereenigingen Sneek en Oostergoo, zijn
door de beide Koninginnen uitgeloofd
voor elke klasse een gouden, een zilveren
en een bronzen medaillede overige prij
zen zijn aangeboden door het provinciaal
bestuur.
Buiten verwachting is de deelneming
aan den optocht, op 10 Juni a. s, te
Utrecht te houden, zoo algemeen gewor
den, dat alle groepen, zullen kunnen
voorgesteld worden. Met het oog op den
korten tijd, die H. H. M. M. te Utrecht
vertoeven, zal de optocht dien dag slechts
enkele straten doortrekken, om, zooals
wij vernemen, tien dagen later een om
megang door het geheele Sticht te hou
den.
Door wijlen den heer VV. A. Schol
ten, overleden te Groningen, is bij testa
ment bepaald, dat van zijne uit te geven
levensbeschrijving een exemplaar gratis
zal worden gezonden aan iedere volksbi
bliotheek, aan iedere afdeeling der Maat
schappij tot Nut van het Algemeen, aan
iedere werklieden vereeniging en aan
iedere leesinrichting in Nederland.
Hoewel de eerste heerlijke Mei
avond eer naar buiten lokte dan naar
een vergaderzaal, was de zoogenaamde
«Protestmeeting," in het lokaal «Deligen-
tia" te 's-Gravenhage Maandag avond
belegd, zeer druk bezocht. «Kiesrecht
voor alles" was de machtspreuk, die zoo
velen daar had doen samen komen.
De heeren C. V. Gerritsen, A. van Assen
en Helsdingen, de laatste ter vervanging
van den heer F. Dornela Nieuwenhuis,
protesteerden in sterk gepeperde taal;
de heer B. L. Tijdens, liet radicale
Kamerlid, was door ongesteldheid verhin
derd, met hen mee te doen.
Ten slotte werd bij opsteken der han
den een motie aangenomen, waarin ook
van het standpunt der regeering de ach
terstelling van het kiesrecht als verraad
gekenschetst wordt, de vergadering het
verklaarde eens te zijn met de meening
dat de belangen van het volk niet veilig
zijn in handen van deze vertegenwoor
diging, en ten slotte geprotesteerd wordt
tegen de achterstelling der kiesrechther
vorming.
Aan de uilnoodiging tot bijwoning der
meeting door Kamerleden was alleen
gevolg gegeven door de heeren Pyttersen
en Heldt.
Dr. C. E. van Koetsveld, hofpre
diker, vierde gisteren zijn 85. verjaardag.
Naar het Vad. verneemt, is men
aan het Departement van Financien bezig
opgaven te verzamelen van de opbrengst
in 1890 der weg en watertollen, door de
provinciën, gemeenten, waterschappen en
particulieren geheven. Men brengt dit
in verband met plannen, om zoo moge
lijk tot een afschaffing van alle tollen te
geraken.
Uit Vianen meldt men De eige
naars der vele kersenboomgaarden alhier
ontwaren, dat de vorst aan deze vrucht
geen schade heeft toegebracht. De vrucht
moge iets later rijp worden, omstreeks
half Juli, maar de hoornen beloven een
ontzaggelijke hoeveelheid; overal staan
ze overvol.
De proeven met snelvurende ka
nonnen te Oldebroek, te nemen door
eene commissie van Nederlandsche artil
lerie-officieren, zullen ook worden bijge
woond door den gepensioneerden kolonel
der artillerie van het Indische leger Gude.
Gister ochtend zijn reischeidene hoofd
en andere officieren naar Oldebroek ver
trokken,
In de afgeloopen week deden zich
te Rotterdam vier nieuwe gevallen van
pokken voor, waarvan drie in één gezin.
Al de gevallen van pokken, welke tol
nog toe hier voorkwamen, waren gewij
zigde; een geval van natuurlijke pokken
deed zich nog niet voor.
Wilhelm Schröder, die, uit de ge
vangenis te Winschoten is ontvlucht,
heeft het zware slot zijner celdeur weten
los te krijgen en een ijzeren tralie voor
een raam verbroken. Vervolgens heeft
hij het laken en een deken van zijn bed
aan een der tralies vastgeknoopt en zich
zoo naar beneden laten glijden. Hij kon
over geene andere breekmiddelen beschik
ken dan over de gaspijp en het zink van
een emmer, die zich in de cel bevonden.
Als men nu weet, dat W. S. van ten
gere gestalte is, staat men verbaasd over
't verbreken van 't slot en de tralie.
Politie en justitie zijn onvermoeid bezig
om den vluchteling op te sporen. Het
schijnt, dat het uitbreken van 't slot en
de tralie weinig geluid heeft veroorzaakt,
want slechts een enkele gevangene heeft
dien nacht iets gehoord, evenmin als de
beambten, die wel in 't zelfde gebouw,
maar niet in de gevangenis sliepen. Men
veronderstelt, dat W. S., toen hij buiten
de gevangenis was, de vlucht genomen
heeft door het St. Vitus Hout en de
Westerleesche Venen, want een arbeider,
met name Gerrit Ravensberg, moet hem
daar gezien hebben. Hij moet dan eenige
Uit het Italiaansch van
E. KASTELNUOVO
dook
FREDDY.
Dit bemerkende had de vader hem voor
eene moeilijke keuze gesteld. Hij moest of
binnen een jaar den doctoralen graad be
halen, óf dadelijk naar Londen vertrekken,
waar een oud vriend van den kolonel, die
als koopman rijk geworden was, gaarne
Italiaansche jongelieden tot zich nam om hen
na eeD langeren of kortoren leertijd, in een
zijner filialen te San Francisco of te Sidney
te plaatsen.
Frederik die van promoveeren niets hooren
wilde, koos het tweede voorstelbeter vond
hij het zelfs nog mijnwerker in Californië
of herder in Australië te zijn, dan gebogen
te zitten over een dik wetboek of zich de
hersenen te pijnigen met de haarkloverijen
van een advocaat.
En hij was met een onverschillig voorko
men vertrokken, hetgeen de kolonel, slecht
menschkundige als hij was, aan een ontaard
gemoed bad toegeschreven, terwijl, Frederik
op zijn beurt zwaar gebukt ging ouder de
schijnbare ongevoeligheid van zijn vader en
zooals meer gebeurt bij een misverstand dat
zich niet dadelijk opheldert, was de ver
koeling steeds grooter gewordenvader en
zoon beschuldigden elkaar in stilte van ge
brek aan gevoel, en wisselden slechts korte,
koele en onbeduidende brieven.
Inmiddels was Bice bij hem in huis ge
komen, baar komst spreidde voor de eenza-
zame woning een nieuw waas van jeugd en
ontnam er de somberheid en verlatenheid
aan die er in de eerste weken na Frederiks
vertrek, geheerscht hadden. Zonder het te
willen, zonder het zelfs te vermoeden, be
rokkende het meisje haar neef hierdoor eenig
nadeel. Een gezegde van haar oom deed
het haar inzien. Laten wij niet over dien
vluchteling spreken, zeide hij eens tot
haar. Van nu af aan moet gij zijne plaats
innemen.
De plaats van Frederik innemen Neen,
dat kan, dat mocht zij niet. Zij verklaarde
aan haar oom dat zij, veel liever dan een
dergelijk voorstel te accepteeren, naar de
kostschool zou terug keeren, zij het dan ook
als assistente der directrice.
Allengs werd zij kalmer, maar vatte vast
beraden bij zich zelf het plan op, al haar
invloed aan te wenden om die huiselijke
oneenigheid op te lossen. Maar al heel
spoedig merkte zij dat die onderneming geen
kleinigheid was en alle omzichtigheid eischte.
Het viel haar niet moeilijk met Frederik
in betrekking te komeo, daar haar oom haar
zelf opdroeg hem in zijne plaats te schrij
ven. Frederik antwoordde in den beginne
afgemeten en ietwat achterdochtig, maar
gaandeweg werden zijn brieven langer en
onderhoudender. Aan haar alleen openbaarde
hij zijne droefheid voor de scheiding, tot
haar alleen sprak hij over het heimwee dat
hem zoo dikwijls overviel, over zijn afkeer
van eene nog verdere verwijdering van Italië
en over de geringe verwachting die hij koes
terde omtrent eene uitbreiding der zaak.
Maar bovenal sprak hij met haar over de
kunst, die hem meer dau ooit lief was, die
hij in 't geheim beoefende en waarin hij
misschien niet een der minst bedrevenen
kan worden, indien hem werd toegestaan
zich er geheel aan te wijden.
Kolonel Bedeschie had wel den aard van
een despoot, maar geenszins dien van een
spionhij zou het derhalve beneden zijne
waardigheid geacht hebben de correspondentie
van zijn nichtje na te gaan. Uit de brieven,
die zij van Frederik ontving, hoorde hij
slechts datgene wat zij goed vond hem te
vertellen, en het valt te begrijpen, dat zij er
hem een herziene en hier en daar verbe
terde uitgave van aanbood. Zij wees met
nadruk op de geregelde leefwijze van den
jongeling, op den wensch dien hij koesterde
om mettertijd weer de liefde en achting van
den vader te wiDneu terwijl zij er zelve
verlegen bijvoegde, dat er naar bare meening
geen reden bestond naar eene langere ver
banning te Londen en nog minder voor eene
nog verdere verwijdering.
De eersten keer dat Bice dit punt had
aangeroerd was de woede van Bedischi gren
zeloos geweest. Zoo, wilde zij hem bij
geval de les lezen? Zij, nog half een kind,
wat voor ervaring had zij Zou zij misschien
zoo goed willen zijn op haar eigen zaken
te letten, zonder zich in die van andere te
mengen
Wanneer Frederik slechts onverschillige
zaken wilde behandelen, dan mocht hij haar
schrijven zooveel hij maar wilde, en ook zij
mocht hem dan even vaak antwoorden, maar
zij moest niet de wijsneus gaan uithangen.
Had zij dat goed begrepen?
Het meisje was in 't geheel niet uit 't
veld geslagen door dit norsche antwoord
vol moed hield zij haar doel in 't oog. Bij
elke voorkomende gelegenheid was zij haar
voornemen gedachtig, verdroeg zij in engel
achtige lijdzaamheid de woede van haar oom,
die het in den grond van zijn hart eigeu-
lijk niet betreurde dat zij haar neef verde
digde. Maar de kolonel stond bekend als een
man van karakter, een standvastig mensch
en er zijn in de wereld repertories, die men
als een vaderlijk erfdeel in eere moet hou
den.
Bedeschi wilde voor geen geld ter wereld
dat men van hem zou kunnen zeggen, dat
hij met de jaren toegefelijker werd. Maar de
ineusck is vol tegenstrijdigheden. Ofschoon
de kolonel het zich zelf niet durfde beken
nen, voelde hij zich sterk tot Bice aangetrok
ken, juist om de edelmoedigheid waarmede
zij de partij voor Frederik opnam, in de
zelfde mate echter dat zij hem dierbaarder
werd, voelde hij miuder het gemis van zijn
zoon. Dat was nu met recht de plank mis
slaan. Bice zag dit in en veranderde daarom
van tactiek. Gedurende twee of drie maanden
sprak zij niet over Frederix, dan wanneer
het hoogst noodig waszij scheen zich niet
alleen te schikken in het verblijf van haar
neef te Londen, maar ook in zijn vertrek
naar Sidney of San Francisco.
Wat is zij grillig en trouweloos, even
als alle vrouwen, dacht de oud-militair.
Wat is het vuur van haar strijdlust spoe
dig uitgebluschtI
En bij was haar niet dankbaar voor hare
onderwerping. Hij was er minder zeker van
gelijk te hebben, nu niemand hem ongelijk
gaf.
Zij, intusschen woog zijn woorden, bestu
deerde het stilzwijgen, de gebareu, de uit
drukking van zijn gelaat, waagde zich van
tijd tot lijd aan eene enkele opmerking even-