BINNENLAND.
Plaatselijke berichten.
Gemengd Nieuws.
vrijheidstelling onder voorwaarde
van verder goed gedrag, kunnen
zonder eenig voorbehoud worden
toegekend. Want als hij, wien een
dezer gunsten ten deel valt, haar
onwaardig is, en zulks toont door
een nieuwe misdaad, dan is het
slachtoffer de lijdende partij. Hem
zou het toegebrachte leed niet zijn
overkomen, als de dader zijn straf
tijd had uitgezeten.
Het is niet gemakkelijk te zeggen,
aan welke soort van voorwaarden
de ontheffing van een gedeelte der
straf gebonden moet zijn dat hangt
geheel van den persoon af. Dat
hij zich in de gevangenis goed
gedragen heeft, bewijst wel iets,
maar toch niet veeldaar toch
ontbreekt degelegenheidomkwaad
te doen. In elk geval zou moeten
blijken, dat hij zijn vrijheid waard
is, en haar goed zal gebruiken;
het is van belang te weten, of hij
een bestaansmiddel heeft of zal
kunnen vinden, dat hem in staat
stelt zich op den goeden weg te
handhaven: voorts zal hij wel
onder scherper politietoezicht moe
ten staan dan voor gewone burgers
noodig is. Stuurt men hem de
wijde wereld in, zonder verder
naar hem orn te zien, dan wordt
het gevaar voor recidive grooter.
Ook zou moeten blijken, dat liet
doel der strafoplegging ten zijnen
opzichte is bereikt, dat hij er door
tot inkeer is gekomen en het slechte
van zijn euveldaad inziet. Berouw
is de eerste stap tot verbetering,
en deze stap moet werkelijk door
hem zijn gedaan, wil men verzekerd
zijn, dat de overige schreden niet
achterwege zullen blijven.
Het vraagstuk, dat we hier
vluchtig hebben besproken, is van
het uiterste gewicht uit een oog
punt van bestrijding der misdaad.
Vroeger, toen men de ergste boos
doeners eenvoudig ophing en de
overigen tot longen dwangarbeid
verplichtte, dacht men over deze
dingen niet. Thans eischen zij
ieders aandacht.
Naar de ilaasb. uit goede bron
vei neemt, heeft de minister van marine
op de begiooting van 1893 een post voor
een paar groole oorlogschepen gebracht.
De bij geruchte gemelde weigering
door het hoofd van hel gemeente-bestuur
te 's-Gravenhage van de gevraagde ver
gunning tot het houden van eerie meeling
op 18 September ten gunste van hel
-n rn ym stemrecht, blijkt gegrond te zijn
advies van de geneeskundige auto-
die in deze dagen het houden van
v volksvei zamelingen heeft outiaden.
te. v
'jr De minister van Binnenl. zaken heeft
i aald, dal, ten aanzien van personen
'nende uit Rusland, Hamburg, Altona,
twerpen of Havre, ieder die, een of meer
'leisonen, komende uit genoemde plaat-
en, in zijne woning huisvest, vei plicht is
nmiddellijk na aankomst van dien per
soon of die personen daarvan kennis te
geven aan den burgemeester van elk
verdacht ziektegeval in zijne woning,
mitsgaders van het vertrek van bovenbe
doelde personen en van de plaats, waai-
lieen zij alsdan vertrokken zijn.
Uit Tilburg wordt gemeld:
«Op de werkplaatsen der Stautspooi-
wegen 'zijn deze week verschillende werk
lieden ongesteld geworden en van hun
werk huiswaarts gebracht. Ook gister
ochtend werd weder een 21-jarige werk
man plotseling ongesteld en dadelijk naar
de ouderlijke woning vervoerd. De ziekte
nam zóó hevig toe, dat de jongeling heden
middag overleden is. Naar inen verneemt,
is door den dokter cholerine geconstateerd.
Het lijk is hedenmiddag ter aaide besteld.
De kleederen en het beddegoed zijn ver
brand, de woning gedesinfecteerd en ver
der zijn de noodige voorzorgsmaatregelen
in de werkplaatsen genomen."
Alhoewel bepaald is, dat, zoodra
zich in Nederland een behooilijk ge
constateerd geval van Aziatische cholera
beeft voorgedaan alleen in dringeude ge
vallen aan de militairen van de landmacht
veiluven mogen worden veileend, heeft
de M. v. O., met het oog op hel belang
der koloniale werving, bepaald, dat aan
Nederlanders, die zich te Harderwijk voor
den kolonialen militairen dienst hebben
verbonden, het gebruikelijke verlof wordt
toegestaan, onder uitdrukkelijk voorbe
houd, dal geen verlof zal worden ver
leend naar plaatsen, waar een besmet
telijke ziekte lieerschl of waar in de laat
ste acht dagen voor het ingaan van het
vei lof «cholera asiatica" is voorgekomen.
Mocht in een plaats of in een streek,
waarheen aan een militair van hel Kol.
Werfdepot verlof is verleend, gedurende
dat verlof, „cholera asiatica" voorkomen,
dan behooren op zoodanige personen, bij
hun teiugkoinsl te Harderwijk, maatre
gelen voor desinlectie en observatie ie
worden toegepast.
Verder moet, ingeval te Harderwijk
cholei a mocht voorkomen, het geven van
vei lof onmiddellijk weiden gestaakt
De Gemeeriteruad van Soest heeft
een jaarlijksche subsidie van f 1000 toe
gekend aan den heer Stevens voor diens
aan te leggen paardentram van Baarn
naar Amersfoort, via Soesldijk en Soest.
De generaal-rnajoor Hennes, comman
dant der le divisie Infanterie, die vanaf
31 Augustus l.l. met zijn staf gevestigd
was te Laren, vertrok heden naar Soest-
dijk om daar met het hoofdkwaï tier der
divisie te blijven tot den 20en dezer
maand.
Een inan te Zullen bood een jon
gen van 12 jaar een paar centen aan
indien hij er in slaagde een duif van het
dak van een huis te halen. De knaap be
proefde het, wilde zich, boven gekomen,
aan den schoorsteen vasthouden, doch
weldra liet een steen las, en de jongen
viel van de betrekkelijk aanzienlijke hoogte
met het hoofd naar beneden op den
grond. Hij bekwam eenige kneuzingen,
doch kon na verbonden te zijn, huiswaarts
gaan.
Vreemd zag eene familie te Bergurn
(I''r.) dezer dagen op, toen zij onverwacht
bezoek kreeg van een neefje, le Krom
menie woonachtig. Nog vreemder hoorde
zij op, toen de jongen verleide dat hij in
4 dagen van Amsterdam geloopen was.
Hij had daar bij zijn oom gelogeerd, met
wien hij wat ruzie gekregen had, en toen
had hij koers gezet naar de familie in
Friesland. Per telegraaf werd papa
te Krommenie van zoons reis op de hoogte
gesteld en den volgenden dag kwam deze
over, om den jeugdigen voetreiziger naar
den Zaankant terng te haieri.
Na de opening van de Kamer der
Staten-Generaal zullen H.H. M.M. de
Koninginnen zich naar het paleis Hel Loo
begeven.
Den 25slen September zal te Apeldoorn
in tegenwoordigheid van H.H. M.M. de
inwijding van het nieuwe kerkgebouw
der Ned. Heiv. Kerk plaats hebben.
De onder-olïicieren van de hoofd
cursus te Kampen' die het officiersexamen
hebben afgelegd, vertrokken den lOen
dezer naar de verschillende infanterie-
korpsen, waartoe zij belmoren, ten einde
aldaar hunne benoeming tot officier af te
wachten.
Uit Barneveld meld men
Tijdens een groot feest, door Baron
van Nagell, Van de huize Schaff'elaar den
ingezetenen aangeboden, had een hevige
vechtpartij plaats. De boerenknecht G. B.
werd door eenige jongelieden mishandeld.
Hij trok toen zijn mes en gaf G. Vlastuiri,
een snede over hel gezicht, dwars over
liet oog, zoodal hij wellicht dat oog zal
verliezen. Verder een diepe snede over
de hand, waardoor de hand hoogstwaar
schijnlijk onbruikbaar wordt.
Aangezien wij vernamen dat enkele
personen (gelukkig zijn bet zeer enkelen)
in de meening verkeeren dat zij geen
gevolg behoeven te geven aan den last
tot herstelling van sekreten of tot op
ruiming van mestvaalten, brengen wij de
deswege bestaande bepalingen, vervat in
de verordening houdende voorschriften in
het belang der openbare gezondheid in
herinnering, luidende:
Art. 11. «Wanneer de eigenaars van
sekreten, welke herstelling of vernieuwing
behoeven, in het aanbrengen daarvan
nalatig zijn, zijn zij gehouden op aan
schrijving van Burgemeester en Wethou
ders, die binnen den daarbij bepaalden
termijn in voldoenden toestand te bren
gen."
Art. 14. «Het is verboden binnen de
bebouwde kom der gemeente eenige ver
zameling van mest of vuilnis te hebben
of te houden, tenzij met schriftelijke ver
gunning van Burgemeester en Wethouders,
tot wederopzegging en op de daarbij te
stellen voorwaarden verleend, welke ver
gunning op aanvrage van de ir. aiukel
24 genoemde pei sonen zal moeten worden
vertoond."
Bij art. 25 der verordening is tegen
overtreding van artikel 11 of 14 eene
geldboete van hoogstens vijfentwintig
gulden bedreigd. Bovendien geeft artikel
6 der wet op de besmettelijke ziekten,
van 4 December 1872 (Staatsblad no.
134), aan Buigemeester en Wethouders
de bevoegdheid om alle verzamelingen
van mest en ander vuil, waar die zich
ook bevinden, te doen opruimen of on
schadelijk maken, goten en slooten te
reinigen en andere voorzieningen ter be
vordering der openbare reinheid te treffen,
teiwijl verzet daartegen bij art. 31 dier
wet strafbaar is gesteld met eene boete
van hoogstens honderd gulden.
De in de vorige week saamgeslelde
cholera-commissie is aangevangen met
het instellen van een onderzoek naar
den toestand van huizen en erven in de
gemeente.
Ter Donderdagavond gehouden verga
dering der Kamer van Koophandel en
Fubiieken, is inet algemeene stemmen
besloten, bij een zelfstandig adies aan
den minister van financiën, het verzoek
van de Kamer te Winschoten om afschaf
fing van de wet op In t plakzegel, te onder
steunen. Dit besluit werd genomen, nadat
de heer Van Dam als zijne meening had
te kennen gegeven, dat er een juichtoon
onder den handelsstand zou opgaan, wan
neet de hoogstlastige en ongelijkmatig
diukkende wet werd opgeheven, en de
heer A. F. R. Verinolen, benevens de
voorzitter, de heer J. Ger. Kleber, den
ongelijkmatige» druk, en de onbillijkheid
waartoe de wet aanleiding geeft, door
enkele vooi beelden in het licht hadden
gesteld.
Men betoogde dat de kleinhandel ten
zeeiste werd gedrukt door de Wet. en
vooral de tusschenpersonen in den bundel,
terwijl de groothandel dien druk in veel
geringer mate ondervond. De laatste
brengt n.l., zonder dut dit eenig bezwaar
ontmoet, het te bezigen plakzegel, op de
nota in rekening, doch de eerste, die
dit betaald en wel door de wet is ge
rechtigd hetzelfde le doen, huivert daar
voor, óf omdat hij een klant het daarom
niet lastig durft maken, óf omdat de
conciii rentie hem belet het le doen. Zoo
doende betaalt de kleinhandelaar twee
malen hel plakzegel en diaagt het zegel
recht zelfs in veel grooter male, wanneer
men nagaat dat voor eene kwitantie
van f 10,01 evenveel zegelrecht verschul
digd is als voor eene van f 10000. Na
tuurlijk woiden er meer kwitantiëi» van
eerstgenoemd dan van lautsgenoemd be
drag afgegeven, en, wanneer men dat
bedenkt, dun springt dadelyk de grove
onbillijkheid in het oog.
Kon men alzoo met vele van de grie
ven in bet adres dei Kamer van Win
schoten vervat medegaan, echter niet
met de bewering dat er gevaar voor
frauduleuze handeling bestaat door het
plakzegel van eene kwitantie op eene
uiet-betaaide nota overtenrengen, en het
gedeelte der voldaan-teekening op hel
zegel voorkomende, bijtewerken.
In de tien jaren die de wet bestaat,
is zulks nimmer voorgekomen, en op
grond daarvan meende de kamei dat dit
door de Winschoter Kamer gereleveerde
bezwaar legen de wet hersenschiinnig
was te noemen. De redactie van het
adies werd opgedragen aan de lieeren
H. C. Van Dam, A. T. R. Vermolen en
den secretaris den heer H. P. Van llase-
len. Het verzoek der Nedei landsche
Kamer van Koophandel te Londen om
ondersteuning van haar adres tot verge
makkelijking der formaliteiten die moeten
wonlen in achtgenomen lot behoud van
de nationaliteit door in den vreemde ver
toevende Nederlauders, werd voor ken
nisgeving aangenomen.
De 65 jarige P. W., aan bijziend
heid lijdende, is Donderdagavond in de
binnensingelgracht reruakt, en, hoewel
nog levend op het droge gebracht, gister,
Vrijdag, overleden aan de gevolgen.
Ter hedenmiddag gehouden zitting
van den gemeenteraad is een voorstel
van Burgemeester en Wethoudeis aan
genomen tot plaatsing van eene pomp
aan het einde van het Kleine Spui, nabij
de Koppelpoort, ter voorziening in de
behoefte aan goed drinkwater in deom-
geving van Markenhoef. Tot dusverie
kunnen de bewoners van die buurt geen
goed diirikwater bekomen dan op vrij ver
verwijdeide» afstand, n.l. uit de pomp
aan de algemeene begraafplaats of uit
die op het Zand.
Dit was het motief waarop het voor
stel van het dagelijksch bestuur was ge
grond en dat de gemeenteraad aanleiding
gaf tot zijn besluit om aldaar eene pomp
te doen plaatsen.
De Burgemeester, die mededeeling
deed van de voorzorgsmaatregelen in
zake de Aziatische cholera reedsgenomen,
als daar zijn het reinigen van straten,
goten en riolen, het inrichten van de
localiteit voor lijders aan besmettelijke
ziekten, het verspreiden eener kennisge
ving onder de ingezetenen, de plaatsing
van een brancard in een houten gebouwtje
nabij het politiebureau en het doen op
ruimen van meslhoopen, erlangde voor
het dagelijksch bestuur een onbepaald
crediet tot bestl ijding van nog mogelijke
uitgaven in deze te doen.
Bij monde van de heeren Visser en
Van Zijst werd het dagelijksch bestuur
dank betuigd voor de genomen voor
zorgsmaatregelen.
Tot leden der commssie voor de straf
verordeningen, bedoeld bij art. 166 der
gemeentewet, werden benoemd de heeren
M. L. Celosse en Mr. J. G. A. van Zijst.
Vervolgens had de samenstelling der
raadsufdeelingen plaats. Het lot bepaalde
dat tot de le afdeeling zullen behooien
de heeren Van de Wall Bake, Van Esveld,
Van Beek, Van Ilardenbroek, Heyligers,
De Jong, Van Lanschot Hu bi echt en
Zandijk, en tot de 2e afdeeling de heeren
Groeneboom, De Koningh, Tengbergen,
Van Zijst, Van der Want, Visser en
Kleber, terwijl de le afdeeling zal wor
den gepresideerd door den wethouder
Celosse en de 2e afdeeling door den
wethouder Croockewit.
Ter tafel werd gebracht een adres
va» de kerkcruden der gereformeerde
kerk A, der gereformeerde kerk B en
der Vrije gereformeerde kerk, waarin
a/'schaffing van de kermis wordt verzocht.
De raad verzond hel adres aan Bur
gemeester en Wethouders om prnead-
vies. De Vooizitter deelde, naar aan
leiding eener viaug van den heer Van
Zijst mede, dat het bij Burgemeester
en Wethouders een punt van overweging
uitmaakt of zij een voorstel zullen doen
om de kermis dit jaai, met het oog op
de in het buitenland heerschcnde cholera,
niet te doen houden.
i«oi r iii»».ii"M»aw I _l_ la»
Dezer dagen moest in de nabijheid van
Guben, in Duitschland, een spooitrein ten
gevolge van een jongens-grap stoppen.
Verscheidene knapen waren iu de nabij
heid der stad bij de spnoibaan aan het
spelen, toer. een hunner, een twaalfjarige,
hel voorstel deed orn den van Breslau
komenden personcu-trein tot staan te
brengen.
De jongen ging, zonder zich om het
gevaar te bekommeren, op de rails zitten
en voegde zijn kameraden toe dat men
hem zeker niet zou overrijden. De trein-
beambten trachtten den jongen te verjagen
dooi hein met stukken steenkool le gooien,
maar slaagden daarin niet. Eerst toen
men den trein had doen stoppen, stond
de jongen, die zijn doel bereikt had, kalm
van zijn gevaailijke plaats op.
Een geducht pakt slaag en een stienge
straf op school waren de eerste belooning
van zijn «heldendaad." Meer dan waar
schijnlijk zal hij zich ook voor den rech
ter te verantwoorden hebben wegens het
doen ontslaan van gevaar voor een
spoortrein.
De bekende hardrijder M. Kingma, te
Grouw (Fr.), die tot nog toe het boeren
bedrijf beoefende, zal de boerderij verlaten
en gaan varen. Hij heeft de Grouw-
ster stoomboot aangekocht, om daaimede
naar de markten te Leeuwarden, Sneek,
enz. te varen.
Des winters, als er ijs is, heeft hij dan
al den tijd, zich le oefenen en aan wed
strijden deel le nemen.
De vermindering van het aantal ge
boorten in Frankrijk doet zich vooral
gevoelen bij de toepassing der nieuwe
legerwet. Reeds moeten plannen in de
lucht hangen, om de bepaling in te voeren
dal huwelijkscandidaten slechts één jaar
behoeven te dienen, wanneer zij bij een
te houden examen blijken hebben gege
ven voldoende inet den dienst bekend te
zijn. Tegelijk zou dan den huwelijkscan
didaten de verplichting worden opgelegd
binnen een zekeren tijd ook werkelijk
te huwen. Zijn zij dan nog ongehuwd,
don kunnen zij weder worden opgeroepen.
De substituut van deri procureur des
konings de Ryckere, te Brugge, is Maan
dag namiddag ten 3 ure, in de speelzaal
van de Kurzaal te Oslende gekomen, ver
gezeld van vier gendarmen in burger-
kleeren. Na zijnen naam en hoedanigheid
te hebben doen kennen, trad hij plot
seling de speelzaal binnen en gaf bevel
aanstonds het spel te staken. Terwijl
twee gendarmen de wacht hielden, om
te zien dat niemand de kaarten of den
inzet aanraakte, liet de heer de Ryckere
zich al de boeken toonen, de aannemings-
registers enz. Alles was, zegt inen, in
orde, maar de substituut nam het mobi
lair en den hoogen inzet, die op de tafels
lag, in beslag. De gebeurtenis heeft in
de stad veel opschudding veroorzaakt.
Veischeidene vreemdelingen, die zich op
't oogenblik van 't bezoek des magistraals
in den kring bevonden, hebben bij hunne
consuls eene klucht neergelegd. De speel
zaal wordt nu door de gendarmen be
waakt.
Het stoomschip Campania, het grootste,
dat sedert de Great Eastern gebouwd
werd, zal te Govan van stapel worden
gelaten voor de Cunardlijn en zul gereed
zijn tot vervoer van passagiers naar de
tentoonstelling te Chicago. Ten volle ge
laden, zul het een waterverplaatsing
hebben van 19'000 ton, zijnde 3000 ton
meer dan eenig bestaand koopvaardij-
of oorlogsvaartuig. Men rekent er op
een gemiddelde snelheid over de geheele
reis te behouden van 21 knoopen of24.1
mijl en gelooft, dat na eenige reizen
gedaan te hebben de snelheid zal ver
meerderen. Het gewicht der boot zal bij
het te water loopen ongeveer 9000 ton
bedingen. De machinerie bestaat uit twee
triple compound machines ieder van
15,000 paardenkracht en twee schroeven
van phosphor bronze. De stoom wordt
voortgebracht in 12 stalen ketels en de
beide schoorsteenen zijn de grootste, die
ooit vervaardigd zijn.
Behalve het roer is alles in Engeland
gemaakt. Dewijl het roer uit een enkelen
stalen plaat wordt gemaakt, is er in
Engeland geen machinerie om die te
vervaardigen en is deze bij de firma Kiupp
te Essen besteld. Een tweede dergelijk
schip is voor dezelfde lijn in aanbouw.
Eene bouwmaatschappijte Woolwich,
werd dezer dagen gewaar, dat de admi
nistrateur knoeide. Een onderzoek werd
ingesteld en nu bleek, dat de boeken al
15 jaren waren vervalscht en daarmede
40,000 p. st. was verduisterd. Een bevel
tot inhechtenisneming van deh ontrouwen
administrateur volgde, maar hij had al
wegens zwakke gezondheid zijn ontslag
ingediend en was zoo vrij geweest om
met de noorderzon te vertrekken.
De reis van den President.
Ieder heelt met veibazing, met angst,
docii zonder genoegen gezien en gelezen,
hoe vlug Sadi Cainot, de president der
Fransche Republiek, zijn reisprogramma
alwerkt in enkele uren. Twee en zeventig
uur heeft hij gereisd en bijna onafge
broken heeft hij dien tijd in den trein
gezeten, met een oponthoud, aan de be
langrijkste stations, van twee of drie mi
nuten. Men heeft zich bijna suf gedacht
over de wijze hoe men eenig ceremonieel
in acht zou kunnen nemen bij deze korte
oponthouden, om daardoor le voldoen aan
de bewoners van de streken, welke onze
sloompresident doortrekt.
Gedurende die twee ruimten, kan de
maire geen rede tol den president houden
daarom is er besloten, dat alle maires
over het gar.sche traject slechts één rede
voering zullen uitspreken en dat de pre
sident, maar één antwoord zal geven.
Alben Millaud, de moppen-redacteur
van de Figaro, vindt dit denkbeeld zoo
kolossaal vernuftig, dat hij niet kon nalaten
het verder uit le werken.
De heer Carnot vertrekt om 8 uur 15
van Fontainebleau en houdt om 9 uur
43 op le Laroche, vanwaar hij om 9 uur
48 moet vertrekken. De maire nadert:
„Mijnheer de president," zegt hij, «het
is een gelukkige dag voor mij en voor
de gemeente, die ik beheer...."
Carnot valt hem in de rede: «En het
is ook voor mij, mijnheer de maire, een
der schoonste dagen van mijn leven
Gil van de stoomfluit. Vertrek. Men
komt aan de Nuits oin 10 uur 54. De
maire is ook daar aanwezig en hij ver
volgt
«die ik beheer, dat wij uw
dooiluchtige persoon hier zien, die Fran-
kiijk heeft gekozen om haar le verte
genwoordigen
Daar de minuut om is, valt Carnot in
«dagen van mijn leven, in
deze zoo door en door Fransche streek,
een werkzame en ijverige bevolking te
mogen begroeten
De twee minuten zijn om. De trein
rolt weg.
Dyon, drie minuten oponthoud. De maire
nadeit buiten adem en ratelend neemt
hij den draad op, die te Nuits was af
gebroken
vertegenwoordigen. Wees wel
kom in de hoofdstad van een land, waar
van men kan zeggen Bourgogne is ge
lukkig!"
Hier begint weer Carnot en vervolgt:
Ik begroet in u een eerwaardigen
grijsaard en ik wensch u toe
Al weer op weg. Bij Macon. Hij komt
om 2 uur 27 min. aan en vertrekt om
2 uur 30 min. De maire is zoo bewogen,
dat hij niet anders kun zeggen dan
Geluk gelukkig!"
En Carnot reikt hem de hand en ver
volgt waar hij te Dyon is gebleven
wensch u toe alle geluk en voor
spoed, voordeelige oogsten en vruchtbare
wijnoogsten
Enz. enz. enz. Wanneer de rede bij
het einde der reis nog niet geheel geëin
digd is, zal zij bij de volgende worden
voortgezet.
Nood leert bidden. Een meneer uit
de provincie, die Amsterdam een bezoek
bracht en den eersten dag den beste een
kijkje ging nemen, ontmoette al spoedig
eenige vrienden.
De heeren namen 'ter goed van, zelfs
zoo goed, dat onze provinciaal, toen hij
naar zijn hotel wandelde lot de ontdekking
kwam geen geld ineer te hebben om zijn
hotel te betalen.
Goede raad was duur, poffen in een
hotel, een der voornaamste uit de stad
ging niet. Bovendien had hij zijn naam
des middags reeds ingeschreven, en een
naam op te houden. Peinzend over een
middel om aan geld te komen, nam hij
plotseling «zijn draai," trok zijn pantalon
uit en wierp hem in de gracht. Toen zijn
lango regenjas weder dichtknoopende, kon
niemand zien dat hij geen pantalon aan
had. Des morgens wakker wordende, be
gon hij om zijn pantalon te schellen.
Het heele hotelpersoneel kwarn op de
been, om den broek van meneer te zoeken,
die natuurlijk niet te vinden was.
Dan is hij gestolen. De hotelhouder
kwam er aan te pas en verklaarde, dat
dit nog nooit in zijn hótel gebeurd was.
Men begreep echter, dat meneer niet
zonder pantalon in het hotel zou zijn
gekomen.
De hotelhouder, beangst voor de repu
tatie van het hötel, verzocht meneer asje
blieft te zwijgen. Hij zou onmiddelijk een
pantalon laten halen en vergoeden, wat
er in zat.
Zestig gulden antwoordde de logé.
Een paar uur later stond hij met een
nieuwen broek en f60 er in op straat,
rnet moeite zijn lachen bedwingende.
Toen het geld op was, vertrok de logé
en zond van huis het geld en de kosten
van den broek aan den verbaasden hotel
houder, die er in gevlogen was.
Hij verzocht vriendelijk hem het middel
om aun geld te komen niet ten kwade
te duideD, want, schreef hij, in zulke
omstandigheden leert men bidden.