NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND
ONDER 'T OORDEEL.
Offlciëele Publicatie.
No. 88.
Woensdag 2 November 1892.
Een-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Provinciale berichten.
Feuilleton.
KMERSFOORTSCIE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag an Vrijdag.
Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer B Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van Amersfoort, doen te weten,
dat op Maandag, den 7. Nov. aanstaande,
's voormiddags te elf uren, ten raadhuize
de uitloting zal plaats hebben van zes
aandeelen in de geldleening van 30 Aug.
1889, aflosbaar op 31 Dec. 1892, ten
kantore van den gemeente-ontvanger te
Amersfoort en van de firma Jan Kol te
Amsterdam.
Amersfoort, den 31 Oct. 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester.
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
Zondagmorgen woonden H.H. M.M.
de Koninginnen met gevolg de godsdienst
oefening bij te Apeldoorn onder gehoor
van ds. Hattink, die naar aanleiding van
de kerkhervorming sprak, en tot tekst
had gekozen 2 Cor. 6 4.
De Koninginnen keeren den 3n of
4n December naar 's-Gravenhage terug.
De Minister van Oorlog heeft, naar
aanleiding van een door generaal Den
Beer Poortugael in het Hbl. tot hem ge-
richten open brief met betrekking tot
's Ministers mededeeling omtrent voor
stellen van een vroegeren kommandanl
der stelling van Amsterdam nopens de
inrichting van het westelijk front diei
stelling, aan de Staten-Generaal in origi-
nali overgelegd de na te noemen beschei
den, welker raadpleging moet strekken
om, tegenover de opmerkingen van den
generaal, de juistheid van 's Minislei
mededeeling in hel licht te stellen
lo. De door den generaal-majoor Den
Beer Poortugael den 7 Dec. 1889 inge
diende memorie betreffende de stelling
van Amsterdam met een bijlage;
2o. Hel dd. 9 Augustus 1889 ingediend
advies nopens hel westelijk gedeelte der
stelling van Amsteidam met een bijlage;
3o. Het dd. 28 April 1890 ingediend
rapport met bijbehooienden brief van
den inspecteur der genie van 1 Mei 1890,
nopens de werken, welke in aanmerking
zouden komen voor dr inrichting van den
zoogenaamden «veiligheidsgordel" voor de
stelling van Amsterdam wel te onder
scheiden van de lijn van duurzame ver
dedigingswerken in voege als werd
bedoeld bij de beschrijving van het oor
spronkelijk plan voor die stelling, in de
memorie van beantwooiding ter zake van
de vestingbegrooling voor den dienst van
1892.
Daar bovenvermelde bescheiden ver
schillende détails bevatten, waarvan de
openbaarmaking zeer zeker ten nadeele
van de belangen der verdediging zou zijn,
heeft de Minister bedoelde stukken uit
sluitend ter kennisneming voor de leden
der Staten-Generaal overlegd.
De min. van binnenl. zaken brengt
ter algemeene kennis, dat volgens de bij
hem ingekomen ambtsberichten in de
afgeloopen week als aan Aziatische
cholera overleden zijn aangegeven
in Geldei land: te Brake), 1 persoon;
in Zuidholland: te Gouda, 1 persoon;
te Koudekerk, 2 personen;
in Noordhollandte Amsterdam, 1
persoon
in Utrecht: te Jutfaas, 1 persoon; te
Mnniseveen, 1 persoon; te Utrecht, 3
personente IJselstein, 2 personen.
Door den minister van binnenland
sche zaken zijn van de commissarissen
de volgende opgaven gevraagd:
1. of en zoo ja in welke gemeenten
in de provincie, waar de schutterij dienst
doende is, dit of in het vorige jaar ge
bruik is gemaakt van de bij art. 42 der
schutterijwet verleende bevoegdheid, om
de daar bedoelde oefeningen op Zondag
te doen plaats hebben.
2. Welke de redenen zijn, die aan
deze oefeningen de voorkeur aan den
Zondag hebben doen geven; of dit ge
schiedde ten aanzien van de schutterij in
haar geheel, dan wel slechts voor een
gedeelte er van; of aan de leden der
schutterij, die tegen deelneming aan de
oefeningen op Zondag gemoedsbezwaren
hadden, gelegenheid is gegeven tot oefe
ning op een anderen dag, en welk deel
var. den Zondag voor de bedoelde oefe
ning weid bestemd.
3. Of en zoo ja in welke gemeenten
wapenschouwingen, als waarvan in art.
43 der schutterijwet sprake is, op Zon
dag plaats hadden, en, voor zoover deze
op dien dag worden gehouden, gelijke
bijzonderheden mede te deelen als met
betrekking tot de in art. 42 bedoelde
oefeningen worden gewenscht.
De bouw van een lijkoven (crema
torium) te Hilversum gaat door. Echter
ontbreekt aan het «Fonds voor Lijk-
ovens" der «Vereeniging voor Lijkver
branding" nog f20,000 welk bedrag men
tracht te veikrijgen door vrijwillige bij
dragen en het uitgeven van aandeelen
aan toonder groot f 100, splitsbaar in
halve van f50. Zoodra de Quancieele
toestand der vereeniging het vergunt,
zullen de heele aandeelen allengs worden
uitgeloot met f 125 en de halve met
f 62.50. Het »Forids voor Lijkovens" be
draagt thans ruim f22000.
De vereeniging telt 766 leden, d. i. 32
minder dan het vorige jaar.
Zaterdag 26 November a.s. zal te
Haarlem de 17de jaarvergadering worden
gehouden.
Niets ondermijnt meer het gezag
dan wetten, die niet nageleefd worden,
wat met het onderwijs in de gymnastiek
het geval is. De meeste gemeenten zoe
ken zich van dezen plicht te ontslaan
door argumenten, dat de gemeentekas
de noodige uilgaven niet veroorlooft of
met een gevoel van medelijden voor den
onderwijzer.
Daar deze argumenten, ofschoon niet
steekhoudend, toch de gewenschte uit
werking hebben, heeft het gemeentebe
stuur te Alblasserdam zich van het nieuwe
argument bediend, dat vrijstelling van
gymnastiek gevraagd wordt, omdat de
kinderen met klompen ter schor
komen. Heeft Alblasserdam ook
argument succes, dan mogen
landsgemeenten haar voor
vinding, die op allen toef
den, wel dankbaar ziiSy
Volgens dei„-
landbouwscho^y
de gevallen rek1.
ber jl. 82 i- •- .'v -
dezelfden m_ 1891. -r-
jg I n8ar
Jonathan, de populaire schrijver van
«Waarheid en Droomen," ds. J. P. Hase-
broek, viert Zondag a. s. zijn tachtigsten
verjaardag.
Een paar dagen geleden bemerkte
het hoofd van een der lagere scholen te
Haarlem, dat een jongen een klein fleschje
bij zich had, dat er uitzag als een reageer
buisje. Hij nam het den jongen af en
ontwaardde tot zijn verbazing, dat het
fleschje kleine korreltjes bevatte en dat
er een etiket op was geplakt met het
woordt «Strychnine." Het bleek, dat de
jongen het fleschje op straat gevonden
had, reeds door eenige kinderen van die
korreltjes was genuttigd en deze er on
gesteld door zijn geworden. Een ondetzoek
wordt naar die zonderlinge vondst inge
steld.
H. Cf.
Te Nijmegen is gister 1 November
de Kneippsche inrichting, onder leiding
van dr. F. B. Bannine, geopend. Wegens
de vele aanvragen zijn in het gebouw
aan het Keizer Karelplein met spoed de
de noodige veranderingen aangebracht
en met de vergrooting van het hotel
Keizer Karei zal binnenkort een begin
worden gemaakt, zoodat het in het aan
staande voorjaar kan worden opgeleverd
en in zijn geheel worden betrokken.
zich in den hoogsten dorpskerktoren
mocht (en nog mag) verheugen, om den
toren aldaar te meten. Maar des nachts
na den dag der meting wisten de inwo
ners van Tzum het touw te bemachtigen,
dat bij de meting gebruikt was en er een
stuk af te snijden, zoodat de Oldeboorn-
sters daardoor gefopt werden en te kleine
maat meè naar huis namen. Van dien
lijd at aan zouden de Oldeboornsters
«termijtters" (torenmeters) en de Tzum-
mers «lijntjesngders" heeten.
Een graanhandelaar vermiste gis
teren op de Rotterdamsche beurs een
portefeuille met ruim f2000 aan bank
papier. Of hij die verloren heeft, dan wel
of de portefeuille hem ontrold werd, is
niet bekend.
De toren te Oldeboorn scheen
neiging te hebben om te tuimelen
althans zoo meende men, en de gemei
teraad zag reeds in de verte het spr,
van dure reparatie opdoemen. Da»e>
lieten B. en W. door den heet Hr
dijk van Sneek met den
tect een onde-' »«**''v
toestand v-r
lijken.
heere.»
f
Bnusclioteu. De collectie voor de
school met den Bijbel, in de Ned. Geref.
Kerk alhier gehouden, heeft opgebracht
f 110.39'/,
Hoevelaken. Tot wethouder dezer
gemeente is verkozen Willem van Bielen,
ter vervulling der vacature ontstaan door
het bedanken als wethouder door Gerrit
Laseur.
Hoogland. Tp«-**-'I. Vrijdag morgen
de landbouwet Her--
DOOR
MEVR. KAUTZMANN-VAN OOSTERZEE.
15) «Van Hoogendam was den laatsten
tijd niet recht in orde; we willen hopen
dat hg aan de badplaats volkomen her
stel vindt."
«Zijt ge wel eens te Wiesbaden ge
weest, mama?"
«O ja, herhaaldelijk, toen ik nog jong
was. Het is er een heerlijke streek, ge
zond en matig warmik kan me be
grijpen dat, nu ze er zijn, ze er wel wat
blgven zullen."
«Ja, en dan kan ik ze er misschien
op mijn reis naar Coblenz zienze ko
men mg wellicht op hun terugreis be
zoeken. Coblenz moet een prachtige stad
zgn; Von Ellersleben heeft me er zoo
veel heerlijks van verteld, dat, als de
helft waar is, ik tevreden kan zijn. En
dan ons huis, een keurige villa met een
groot park, vijver en boschwerk I Nu, ge
moet ons maar eens spoedig bezoeken,
mamaatje."
«Wanneer uw vader den volgenden
zomer vacantie neemt, hopen we op dit
uilstapje."
„En ge zult u dan in ons geluk kun
nen verheugen. O mama, soms zie ik
dapper de toekomst tegen, soms vrees
ik dat.... maar neen, ik wil aan die
twijfelende meisjesgrillen niet meer toe
geven. Als Berthold komt, zal hij zijne
vrouw bereid vinden, om hem vol vreugde
te volgen."
In de eerste klasse van een Duitschen
spoorwegwaggOD bevond zich dien namid
dag een reiziger. Hij had den conducteur
een extra fooi beloofd, indien hij hem
alleen liet zitten, en bij ieder station,
waar eenig oponthoud was, slaken de
passagiers, die nog plaatsen behoefden,
de hoofden bijeen en wenkten dat daar
nog een ledige wagen was, doch telkens
bracht de conducteur hen elders terecht,
en behield de reiziger zijn gewenschte
eenzaamheid. Nu en dan strekte hij de
beenen uit op de bank, dan weder las
hij in de Hollandsche bladen die hij bij
zich had, dan weder blies hij dikke
tabakswalmen rondom zich of streek zich
met de hand door het dichte, donkere
haar dat zijn hoog voorhoofd sierde. Een
kleine, fijn gepunte knevelbaard bedekte
slecht3 ten halve de zwellende lippen, en
lieten toe, de spijtige wijze op te merken,
waarop de witte ondertanden soms in
noogste uit yriesia.
«arom trokken eenige Oio
Tzum, een dorp bij Franeker;-ua>.
den bovenlip beten, als om een onaan
gename gedachte te verjagen, die telkens
opnieuw hem te binnen kwam.
Dit was Berthold von Ellersleben, de
aanzienlijke koopman, die thans tot het
rijke huis zijner ouders terugkeerde, om
ten spoedigste zijn geërfde villa te meu
beleeren en voor de ontvangst der jeug
dige meesteres gereed te maken. Waar
peinsde de jonge man over?
Hij had dien morgen zijne Ada voor
de laatste maal verlaten; het schoone
kind, dat hem liefhad en vertrouwde
het meisje, dat hij beminde. O, waarom
waren er in zijn leven vlekken, die wan
neer zij ze kende, hare reinheid en on
schuld bezoedeld zouden hebben; waarom
had hij haar niet jaren vroeger leeren
kennen, toen hij het oog nog schuldeloos
lot iedere vrouw mocht opslaan, zonder
te moeten blozen bij de herinnering aan
een bevlekt verleden? Neen hij mocht
voor hare oogen nimmer het masker
opheffen dat zijne ware gedaante voor
haar had bedekt. Het was dan ook maar
goed dat Holland weldra voor goed ach
ter hem lag en achter haar.
Was ze maar eerst de zijne, dan zou
hij haar met liefde en teederheid be
handelen, en zijn zorg voor haar zou
goed maken, wal vroeger was geschied.
Maar waarom moest hij juist heden dat
Medusahoofd zien, dat hem vaak in zijn
droomen had bezocht en vervolgd, be
angstigend te meer, omdat bij liet ver
geten waande. Waarom moest hij, juist
nu de zon van het geluk voor hem be
gon te schijnen, herinnerd worden aan
eene, die hij eens maar hij wilde er
niet meer aan denkenWeg, wreed beeld
uit het verleden, duivelachtig schoon
wezen dat midden in nacht en onweer
tot mij kwaaml, om me te helpen, te
koesteren. Had ik u weergevonden, eer
ik die kleine Ada hartNen hand bood, ik
zou u gevolgd zijn en u niet hebben los
gelaten; maar het lot heeft ons geschei
den,- en ik hoorde, dat gij gestorven
waart. Ik betreurde u niet, want ik was
vrij, vrij van den smet, om mijn naam
te moeten geven aan eene die in alle
opzichten beneden mij stondvrij om
eene keuze te doen uil de schoonste en
liefste meisjes, die ik kende. In Bonn
ontmoette ik haar, die kleine blonde
Ada, en onverwacht was haar beeld in
mijn hart geslopen. Weg dus, vreeselijk
beeld der wraak, mij zult ge niet tref
fen, want ik heb lief, en de liefde maakt
veel overtredingen goed.
En toch, terwijl hij zoo mgmetde en
peinsde, brak het angstzweet hem uit;
snel opende hij het kleine raampje, stak
zijn hoofd naar buiten en liet de frissche
spele
Ni
de c>'
men
roe
te
dei-
leg
Tv
zette, leg.
in de kussens
van iemand die mets
heeft, dan gedurende de reis te sic,
en te rusten.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Aan den straatweg die van U. naar
het doip V. en verder geleidt, lag toen
maals een prachtig buitengoed. Het was
eerst sinds een tiental jaien daar aan
gelegd, en wie nu diestreek bezoekt, zal
hel niet terugvinden uit de vele villas,
die later in de nabijheid er van zijn ge
bouwd. Toenmaals echter was het de
kioon uit den omtrek, bekend om den
wonderschoonen aanleg van hetpaik,de
fontein, die wanneer ze sprong, hel rijke,
groote giastapijt drenkte, en het als iriel
glanzende juweelen tooide, en de levens-
groote antieke beelden, waarvan sommi-