d'.
BIÏÏEMSCÜ OVERZICHT.
Gemengd Nieuws.
üeso^
BSO?"'*=3, 'V'i.,stede teHet langst bt. ,™h ar 4 '-"et lig P i -dl.
"f
18* kel'r
VLINDERS.
Gisteravond hield de christelijke
jongelings-vereeniging hare 23e. jaarver-
gadei ing in het kerkgebouw der Luthersche
gemeente. Als sprekers traden daarbij op
de heeren Prof. dr. J. J. P. Valeton,
Eere-Voorzitter, ds. C. Rasch, ds. H. J.
ter Haar Romeny, beiden alhier, ds. G.
Van der Giesen, predikant te Leusden
en T. W. Bolderdyk, Voorzitter der ver-
eeniging. De zangvereeniging «Looft den
Heer" luisterde door keurige uitvoering
van eenige scboone zangnummers de
plechtigheid op.
Hoogland. Van wege het gemeente
bestuur zal den Zelderschen weg, gele
gen onder onze gemeente, aan de zijde
van Baaru tot een straatweg gemaakt
worden. Reeds vroeger was van derge
lijk plan sprake, maar men had nog
geen bepaald besluit genomen. Eindelijk
is tot genoegen van vele ingezetenen en
vooral van de landbouwers uit de buurt
schap Zeldert, dit voorstel aangenomen.
Deze kleiweg was vooral des winters on
begaanbaar.
Boven verwachting heeft de Fraii-
gche Regeering den storm doorstaan,
die over haar is losgebroken door en
bij de behandeling van het wetsontwerp
tot beperking van aanspoiing tot straf
bare bedrijven door middel van de pers:
de nieuwe drukperswet is Zaterdag aan
genomen met 464 tegen 96 stemmen,
nadat hij bij amendement en in overleg
met de commissie enkele wijzigingen had
ondergaan, die aan het karakter der wet
niet schadenonder andere door opne
ming van de bepaling, dat een gearres
teerde wegens persovertreding binnen 24
uren naar het gerechtshof van het ar
rondissement wordt bewezen.
Ruim drie volle dagen is de Kamer van
Afgevaardigden aan die wet bezig ge
weest, en de beste redenaars der ver
schillende partijen hebben zich doen
hooren, waarbij de verdedigers van
het ontwerp dikwerf de ervaring moes
ten opdoen, dat men het niet strijdig
achtte met den goeden toon, hen door
ramoer ouhoorbaar te maken. Den Minis
ter werd het verwijt gedaan dat hij, op
het oogenblik dat hij bezig was de Re
publiek hulde te brengen weger.s de vrij
heid, die zij aan het land had geschon
ken, ketenen gereed maakte om dieviij-
heid te kluisteren. Loubet heeft, met een
paar schitterende redevoeringen, zijn po
sitie als premier uitnemend gehandhaafd.
Eén voorbeeld: Ernest Roche, het ont
werp bestrijdende, gaf een sombere
schilde^"? den socialen toestand van
.zen 'wiiWverAn°gde> dat die niet le
v;i\ zal deelntoemd ,"T13®tregelen van on-
'dr-A vertrokken. -«<-♦ m£Seer,ng nu Ter"
aan de groote massa, beloften doen welke
niet kunnen worden nagekomen. Een
der eerste plichten van hen, die aan het
bewind of bij de wetgeving betrokken
zijn. is aan het volk alleen de waarheid
te zeggen." In het vervolg van zijn rede
ging de heer Loubet in het breede na
en betoogde hij met tal van voorbeelden,
dat de wet van 1881 op de drukpers de
Regeering machteloos doet staan tegen
over sommige misdrijven; men beschul
digt haar dan van zwakheid, maar de
fout is bij de wet. Daarom vroeg de
Regeering goedkeuring van de wijzigings
voorstellen, die reeds in Mei waren in
gediend
Nadat alzoo deze quaestie zeer voor
spoedig was opgelost, kwam aan de orde
een interpellatie over de Panama-
zaak, die dezer dagen op aandrang vari
den heer Ricard, Minister van Justitie,
door de rechterlijke macht zal worden
behandeld. De Minister verklaarde daarom,
dut hij slechts die vragen zou kunnen
beantwoorden, die zaken betreffen buiten
het justitieel onderzoek. Maandag werd
het debat voortgezethet liep hoofdza
kelijk over de quaestie, in hoeverre po
litieke personen zich door geld hebben
laten bewegen om met het gezag van
hun naam en positie een onderneming
te steunen, die rnilliuenen heeft doen
verliezen en voor het geheele land eer.
ontzaglijke finar.ciëele mislukking is. Een
van de betrokkenen in deze tieurige ge
schiedenis, Baron Jacob Reinach, van
wien wordt gezegd dal de sommen tot
omkooping van dagbladen, politieke per
sonen en financiers door zijn handen zijn
gegaan, is plotseling overleden natuur
lijk wordt aan zelfmoord gedacht, maar
een blad, dat ook den voorzitter der
Kamer beschuldigd heeft 300.000 francs
te hebben ontvangen, beweert dat Reinach
is vermoord, om den door zooveel aan
zienlijker personen gevreesden getuige uit
den weg te ruimen.
De zitting van Maandag, waarin de
interpellatie verder werd behandeld, was
zeer woelig. Behalve de interpellant Ar
gelies, die voor de aandeelhouders de
tusschenkomst der Regeering verlangde,
ten einde den totalen ondergang der on
derneming te verhoeden, sprak de heer
Delahaye, van de rechterzijde; hjj gaf
een reeks van zoogenaamde onthullingen,
maar weigerde namen te noemen, die hij
wel zou mededeelen aan een parlemen
taire enquête-commissie, op welker be
noeming hij aandrong en waartoe dan
ook besloten is. Zij telt 33 leden.
Uit Dahomey is bericht, dat gene
raal Dodds de hoofdstad Abomey heeft
bezet, zonder tegenstand, daar zij geheel
verlaten was. Des konings gouden troon
is naar Portonovo gezonden koning Taffia,
die naar het schijnt bestemd is om over
het veroverde land te regeeren, mag er
nu op pronken. De «heilige stad" Kana,
waar zoo fel werd gestreden, is door de
Franschen verbrand.
Keizer Wilhelm opende Dinsdag de zit-
Dnitaclieii Rijksdag
troonrede, Z. M. betreurde, dat
landbouw en van nijver-
geod moet genoemd wor
de oogst overvloedig is j.e-
s.^e Regeering mocht geluk-
"iren, vc de ingesclV e negeering mocni geiua-
-pen" aen'*1* ~'"fl ~«tde ,'i «i :p>.Vl'u^,ortbreneselen nieUWe
voor POoi «v, V-7NL Vrees' dat Cuitsch-
b tih'\ V<'■?-X 1 ï'ri'v'-'^-. zal ge-
ff.h V <a' .'-k* 4I m>V.w1*« »rdert
A-VS-öi VOOrh:.'-"U-VXiJtÜ: v zóter-
her-l T,
verband met het verplicht burgerlijk hu
welijk op den voorgrond is gesteldde
premier, de heer Weckerlé, tevens
Minister van Financiën, verzekerde dal
op dit punt tusschen den Koning en het
Kabinet de volkomenste eenstemmigheid
bestaat.
Ook een afstandsrit I Sedert den
grooteri afstandsrit van Pruissische en
Oostenrijksche officieren van Berlijn naar
Weenen en omgekeerd, zijn in die lan
den afstandswedstrijderi op allerlei gebied
uitgevonden, en wordt het «afstandsiit-
ten" als 't ware iets epidemisch.
Zoo heeft men thans te Dortmund een
afstaridsbierreis ondernomen. Een der
Duitsche bladen deelt daaromtrent liet
volgende mede Het punt van uitgang
was eene herberg op de Markt, deelne
mers waren een aantal jongelieden. De
baan was de Brückslrasse, het doel was
eene herberg bij het begin der Münster-
strasse. Hindernissen waren de 19 langs
den weg liggende herbergen. De deelne
mers moesten namelijk in elk dier her
bergen een maat bier drinken. Twee
prijzen waren uitgeloofd, een voor den
geen, die den weg in den koristen tij
aflegde, een voor dengeen, die onder
be beste omstandigheden aankwam.
Zeven deelnemers hadden zich aange
meld. Nadat zij, de een na den ander,
na korte tusschenruimten, door de scheids
rechters waren afgezonden, begaven
dezen zich dadelijk naar het eindpunt,
om de dingen af te wachten, die gebeuren
zouden.
De eerste looper kwam aan in 62
minuten, met gejuich door zijn vrienden
begroet.
De overwinnaar kon echter geen ver
standig woord uitbrengen, wat den scheids
rechter aanleiding gaf zijn toestand on
gunstig te noemen.
De overwinnaar verzekerde echter, dat
hij nog een zeer vaste hand had, en hij
zou dat bewijzen door den scheidsrech
ter tegen den neus te knippen. Dit ge
beurde echter zóó hardhandig dat beide
vielen, wat een kleine woordenwisseling
ten gevolge had. Ondei wijl was de tweede
aangekomen hij had 73'/, minuut noo-
dig gehad, doch was in zulk een treu-
rigen toestand, dat hij moest worden
«opgeborgen." De derde kwam aan na
92 minuten. De toestand was schappe
lijk en hij maakte aanspraak op den
tweeden prijs. Deze werd echter niet
hem, doch den vierden aankomende ge
geven, die wel is waar eerst na drie
uren aankwam, doch geheel frisch. De
drie anderen bereikten het einddoel niet.
Twee gaven den ren op en de dei de,
van wien men veel verwacht had, ver
dwaalde hij bereikte eerst den volgen
den morgen het einddoel of hij een
eindje om gegaan was I
Bij de reeds vermelde ontploffing
van een stoomketel te Austin, in Penn-
sylvanië, ontstond onder de werklieden
eene vreeselijke paniek. Ten getale van
200 verdrongen zij elkander aan de uit
gangen. Het was een verschikkelijk too-
neel, waarbij van de vuisten het meest
gebruik gemaakt werd. De bejaarden en
zwakkeren geraakten onder den voet eri
verscheidene personen werden in het
hospitaal opgenomen, aan wier herstel
De stukken
alle kanten
van 500 voet
huis totaal
schoolgebouw
den hals
Imuur ver-
JEP «-** .iveöf b Xr„\ii -wangSfe, als band it'-, W IJv**» er
groL jC'e .rL oi sr Hf-.-. .f.cy \W -*-»l V om' '0I?
t "'.--I 1 J? enJ schip" dooddrp'
^rSaf|.' Hf*1 flfiS(]jr><=! .«s'tede toch het r' l^-fae zich V*
tee.^Jtg ie
Gek
tE- 't' P
jze
r Bfe p r"ff
oe.r> -
ting
o ,rkt! l"
nwot"-
d. ST
;de ,.eb ort
iSJ?3"
en I schi
L e'-tin,, la had zich in zijn.»,r- dai »v;ü "VtD O?. ft-,
warme vrienden weten te ma^.f^D^"'6 •"«•'Jtfè' i1 arin^6" r^j-A-r be-
"n zÜn ~".cr
°t'i -oeslun
CV
ie r. 'en eersten dag den besten ki.,'
1st, 1 groepen om hem het «welko. "'6.'1 -\ II
rde»_f^ v brengen, en de oude Antje, diq
.nenids jaren bij dominé was, kc reei
le'_et aan het werk komen, l.md^af
.■^ok
zen
apok, en
l)
Londen verdeeld. Het hedrag is niet
minder dan f380.000 waarvan f300,000
met hetzelfde paard, la Flèche, behaa ld
werd.
Eerbied voor de Koningin. -- De
Koningin van Saksen houdt heel veel van
kinderen, zooals vele vrouwen, die zelf
de moedervreugd niet kennen. Dezer da
gen wandelde zij in hel park te Dresden
en zag een meisje met twee beeldige
kindertjes. Zeker tweelingen?" vroeg zij
vriendelijk. Als 't u Majesteit belieft,"
antwoordt het kindermeisje. «De papa
van dit jongetje houdt vreeselijk veel van
hem; de vader van dit andere kindje is
onlangs gestorven," zei het meisje. «Eu
ik dacht, dat hel tweelingen waren,"
vraagt de Koningin verbaasd. «Uwe Ma
jesteit dacht het en ik achtte het
niet gepast de Koningin tegen te spreken.''
Wederzijdse/ie Kritiek. Uit een
Engelsch vakblad ontleenen wij de 'O
gende humoi isli-clie beschrijving van de
kritiek, die sommige bladen zich soms
moeten laten welgevallen Bij de redactie
kornt iemand, die zich bekend maakt als
de schoenmakei A. Na in den besten
leunstoel van het kantoor te hebben
plaats genomen, begint hij «Uw blad
moet zeer dringend verbetering onder
gaan. U moet meer stadsberichten geven
het gemengd moet met een grootere
letter gezet worden en dan meer
telegrammen, en voor alles betere duik er.
beter papier. U geeft niet genoeg stof
en wat geeft, is niet goed, bovendien
is uw krant veel te duur. Uw houding
tegenover het antisemitisme is geheel
veikeerd en uw beschouwingen overliet
ware Kimberley-tarief zijn onzinnig. Ik
vertel U dit alles, omdat ik uw onder
neming succes toewensch, en ik spreek
tot U als tot een vriend. Ik ben zelf niet
op uw blad geabonneerd, maar ik zie
het dikwijls bij een vriend van mij, en
daar het een openbare onderneming is, zie
ik niet in, waarom ik niet het recht zou
hebben, er kritiek op uit te cefenen. Ik
versmaad nooit een goeden raad, inte
gendeel, die is mij altijd zeer welkom."
«Het doet mij zeer veel genoegen, uw
oordeel gehoord te hebben," zeide de
redacteur, zijn bezoeker een sigaar aan
biedend. «Ik heb wel is waar reeds
lang geweten, dat ik niet volmaakt ben.
doch nog nooit heeft iemand mij zoo
duideljjk aangetoond wat mijn zwakke
zijde eigenlijk was."
De schoenmaker verliet het redactie
bureau in jolige stemming, gelukkig dat
zijn voorstellen zoo gunstig waren ont
vangen.
Den volgenden, dag, toen de man juist
bezig was aan een schoen de laatste hand
te leggen, kreeg hij bezoek van den re
dacteur.
«Ik ben hier gekomen om u op eenige
gebreken te wijzen," begon deze. «Daar
hebt ge in de eerste plaats het leder,
dal ge voor uw schoener, gebruikt; het
is zeer slecht, dan zijn de zooien te dun
en de steken veel te groot. Verder is het
zeker een fout, slechte grondstoffen voor
hakken te gebruiken. Ie lereen klaagt over
uw schoenen, meestal zijn ook nog de
neuzen te smal. En voor zulk werk vraagt
u nog zulke overdreven prijzen.
Tl begrijpt mij wel, ik spreek tut u
als tot een vriend, omdat ik uw voordeel
wil behartigen. Ik versta wel niet meer
van de schoenmakerij, als u van het uit
geven van een krant, maar ik stel be
lang in u, omdat u ook zoo vriendelijk
tegenover mij wsart. Werkelijk, ik
De man van de krant kwam niet verder
en bereikte de straat in gezelschap van
priemen, hamers en ander gei eedschap,
dat hem nageworpen werd. De goede
schoenmaker zwoer bij kris en kras, dat
hij bij geen dier idioten meer over den
drempel zou komen, om hun op hun
fouten te wjjzen.
Een kind van 6 jaren verscheen
wegens bedelarij voor den Loid-mayor
van Londen. Het bleek toen, dat de vader
yet de kousjes en schoentjes van
aIe verbrand had en hem, voor
1 vYGitï nuuieu, 1 1 -
r J i/o-inhoudend moest open doen. S
el> la ping ze telkens naar de voo: j S
J.iV «mins het was om 10 h»iia„ 3eur> 1
usch uiten,.
Me.b\
A(rsT-pJA'.
pu.fc ede
za ont-
*6.4jluis
.uj «dat, was Rtl
«mins het was om te huileri,
lui als er bij domineer kwame,
tegen een vriendin. Waarom
zoove
zei z°t zijn.
huilen wilde wist deze nu wel ni.t °m
C'~s of het uit blijdschap of rou\ ^,e -LE.
Winterdier
-■ igegever n|
iJc
•me ker-y. t - er valt nu fn «stichtelijk was het toch wat
lvJ iVtV P - ,V "■•-.'.•ffcviv i dat vvas waar," 1J
-- an tnnh neen, ny 71-. j
D' -J
jn oudje: «doir 1
en toch
niet thuis te brengen
Weldra komt zij
iemand om u te spreken. Hier is 'u
thee, maar moet ik hem wegzendefi t
«Wie is het hebt ge den naam
gevraagd?"
«Ja wel, maar dominé weet hoe slecht
ik namen onthouden kan Zemel,
Zemel 0, ja, Zemel moet het geweest
zyn.
«Van Zemelen misschien?"
«Ja, ja, dominé; en nog een andei
Goud Gold, ja ik weet het waar
lijk niet meer I"
«Nu laat maar. Verzoek de heeren een
1
<ls die oudjes samen aan he
Awamen, dan hoord' 1 Ver
A ;-■•<- "en Wal.
tï» üi uvj* lief er leed b.
vroJg laten ve.' 0 p
Dee te rijden en dien mèüè te biengcn
om de beurt waar te nemen, doch dominé
Dee is bezet. Nu is ons verzoek aan u
dat gij met ons gaan wilt. O, hoe blijde
zal uw oude gemeente zijn, u weder eens
te hooren.
«Maar vrienden, dat kan niet. De predi
kant heeft u niet tot mij gezondeD. Het
spyt me maar
«Dominé zeg niet neenl We hebben
l —7 1 tiieeuë oogenblik
Sl>mst der «ge sympathie die
dllSf eoP®?ster koesterde; en die
;tijd van hei haalde terugwij-
zijde hij wist dat hij
GEN ®ast 'n dc Paslorle zou
V ediksloel hein misschien,
f1nev'0oor gevraagd had, geweigerd
8,ls e en, en toch die oude
1! hem lief; hij had er de
vader kw^m. zijn leven gewerkt, hij
eren gedoopt; de aanne-
9 32 r* de 0UdeD versterkt, en
er ;en gewonnen. Mocht hij in
j. .veigeren?
i,y dacht, hij overlegde.
Hij wist, dat er in de stad geen andere
hulp te vinden zou zijn.
Verder in den omtrek zoeken eischte
meer tijd dan voorhanden was. Er was
inderdaad hier een groote verlegenheid,
en hjj alleen kon helpen.
«Kom dominé," zeide van Zemelen,
„zeg ja; ik ga dadelijk naar dominé
Hester en vertel hem hoe de vork in den
tr< zit."
«Welnu het zij zoo. Over een uuitje
al ik bereid zijn met u mede te gaan.
Laat me dan nu alleen, opdat ik me nog
een weinig voorbereide."
Een uur later reed van Burgstede met
de ouderlingen mede naar buiten.
Het was een heerlijke wintermorgen;
sneeuw dekte de velden, sneeuw hing in
massa's over de daken der huizen, de
takken der boomen en de hekken langs
den weg. De zon, hoewel van warmte
kracht beroofd, gaf het witte winterge-
waad een zilverglans, en speelde als met
duizend diamanten door bosch en veld.
De beek, wier zacht gemurmel 's zomers
het oor treft, was thans door een ijskorst
tot zwijgen gedwongen, terwijl enkele
kindeien de eerste schaats beproefden op
den gladden spiegel, en handenklappend
hel toejuichten als een van hen uitgleed,
en plof, terneder lag.
Het was een opwekkend, prettig ge
zicht overal, en het kon wel niet anders
of iemand als van Burgstede, zoo gevoelig
voor het schoon in de natuur, moest
ontrukt worden aan iedere meer gediukte
gemoedsstemming, om zich over te geven
aan het gevoel van blijdschap en vrede.
Zij red=n op verzoek van den piedi-
kant even op hel landhuis aan, om aan
van Hoogendam het bericht van de voor
drie stuivers, had overgehaald, barre
voets naar de meeting der werkloozen
in Tower-hill le gaan, waar hij nu, door
een der spiekers, als een levend voor
beeld van ile menschelijke ellende werd
voorgesteld. De Lord-mayor beval zijn
opneming in een wetkhuis en verder
onderzoek der zaak legen den vader.
Een geneeskundige te Moskou,
Von Stein, heeft merkwaardige gevolgen
verkregen met de toepassing van elec-
trisch licht tot verlichting van pijn. Vele
aandoeningen werden als door een too-
verslag genezen door middel van een
kleine gloeilamp van omstreeks 5 cM.
lengte met een trechtervormigen weer-
kaatser, die op de pijnlijke plaats gelegd
werd. Op hoofd en nek hield men het
werktuig 10 of 15 seconden op andere
lichaamsdeelen 1 tot 5 minuten. Von
Stein kreeg genezing bij neuralgie, rheu-
matieke pijnen in den schouder nn vele
andere pijnen. Soms is eenmaal andere
keeren zijn herhaalde toepassingen van
het middel noodig, vóór de pijn ver
dwijnt.
Eenige dagen geleden vond de
concierge van het hoofdpostkantoor te
Parijs, in een hoek van den corridor een
pakje, dat hem zeer verdacht voorkwam.
Hij durfde het niet aanraken en waar
schuwde een jongen, die den adjunct-
chef van den inwendigen dienst van de
vondst in kennis stelde. Onmiddellijk
kwam de chef, vergezeld van een talrijk
escorte, om het verdachte pakket in
oogenschouw te nemen.
Met tol van voorzorgen werd de hel-
sche machine, want dit moest het pakje
zijn, in een bak water gezet. Ongeveer
vijftig personen waren tegenwoordig en
reeds had men de politie gewaarschuwd,
toen een man naderde, die met alle
teekenen van verwondering in den bak
keek. Het was een kantoorknecht. Toen
hij van zijn verbazing was bekomen ging
hij naar den chef toe en vroeg: Wat
moet ik nu vandaag eten
Men had den boterham van den jon
gen man, die hij even in den gang had
gelegd om nog een boodschap te ver
richtten, in het water gelegd.
De Heldersche courant deelde onlangs
mede, dat een marine-officier gepen
sioneerd isomdat hij niet duelleeren
wilde. Althans hierop komt het verhaal
neer, dat zij van dien officier gaf. Hij
had een duel geweigerd en was naar
Indië gegaan. Daar vroeg men, wat men
met hi 111 moest aanvangen en het slot was,
dal hjj naar Holland teruggezonden en ge
pensioneerd werd. Wij wenschen, dat de
Heldersche courant in dit geval bezijden
de waarheid is, anders zal het weereen
van die duistere zaken zyn, die men ge
woonlijk in den doofpot stopt. Maar ver
oorlooft dan de militaire wet wel het
duel terwijl de burgerlijke wet het ver
biedt? Dat zou toch een fout zijn twee
wetten mogen niet met elkaar in strijd
zijn. Of wordt voor militairen een uit
zondering gemaakt, omdat zjj een heel
ander begrip van eer hebben dan gewone
burgers? Maar waarom een ander be
grip van eer Goede burgers van een
vaderland eeren hun land en de regee
ring daarvan en de eer van een mili
tair geldt dan zeker nog meer vaderland
en koning. Als de nood het veieischt,
moeten zij daarvoor strijden, ja hun le
ven ervoor willen offeren, en dat is zeker
mooi verdedigers van 's lands eer en
vrijheid, dat is inderdaad een eerenaam.
De eer van een militair is de eer van
het vaderland, en wie het leger schendt
of smaadt staat gelijk met een landver
rader. Een rechtgeaard vaderlander heeft
daarom ook eerbied voor het leger, kan
er trotsch op zijn.
Maar een bijzondere militaire eer, die
bij de minste persoonlijke beleediging
naar den degen doet grijpen, is heuscb
genomen prediking te brengen.
«Wel dat is goed," sprak deze harte
lijk, «maar goed is het ook dat gij on
verwacht gekomen zijt. Neen, van Zeme
len, als ik u een raad geven mag, waar
schuw dominé Hester niet vooruit. Blijf
hier rusten tot de kerkklok luidt, en ga
eerst op het laatste oogenblik met van
Burgstede mede. Aldus kan er niets meer
gebeuren, maar anders zou ik er niet
voor durven instaan dat de dienst niet
op eenige wijze verhinderd zou worden;
Hester is tot alles in staat."
«Neen, dal kunt u niet meenen, mijn
heer van Hoogendam."
«Ik acht me helaas verplicht te zeggen
van ja."
Var. Burgstede was inmiddels in de
studeerkamer zijns vriends gegaan en
had zich daar voor de schrijftafel gezet.
Hij had nog een goed kwartier, en wilde
dit doorbrengen met nog iets na te
m.
De beide ouderlingen wachtten eerst
in de huiskamer, doch toen van Hoogen
dam zeide, dat hij zelf zijn vriend gelei
den zou, gingen de twee heeren vast
vooruit, daar het hun tijd werd.' Ze zouden
dan wel even aan de pastorie aangaan, het
was nu toch te laat om nog iets aan het plan
te veranderen.
(Wordt vervolgd).