NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
iMiï
UTRECHT en GELDERLAND.
50 cent
l' r -
ir.
X
ONDER T OORDEEL.
NAJAARSSTORMEN
\r
No. 99.
Zaterdag 10 December 1892.
Een-en-twintigste jaargang.
VOOR
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Zij die zich metle Januari
1893 op dit Blad abonnee-
ren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende num
mers gratis.
MATHILDA ROOS
Werkverschaffing.
2' k
•5Ü
F euilleton.
ZM<
AMERSFOO
abonnementsprijs:
Per 3 iii Aan den 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,4-Q iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
In navolging der groole bladen zullen
wij onzen abonnés af en toe tegen lagen
prijs een werk van een der beste binnen-
of buitenlandscbe auteurs als premie
aanbieden.
Als eerste premie zal in Januari
1893 verschijnen
uit het Zweedse!! vertaald door Pb.
WIJSMAN.
Deze boeiende roman in gioot 8e for
maat omvat 325 bladzijden en kost inden
handel drie gnldeu. Wij stellen hem
vooronze abonnés verkrijgbaar voor slechts
franco per post f9 65. Ook zij, die zich
met den nieuwen jaargang op ons blad
abonneeren, hebben recht op dit premie-
werk.
Bestellingen worden ingewacht voor
1 Januari 1893.
Nu het wintersaizoen weer is
ingetreden, komen ook de gewone
ontberingen weer te voorschijn,
veroorzaakt door gebrek aan werk.
Dat is niet iets van den laatsten
tijd, en het is zelfs zeer de vraag,
of er in dit opzicht vermeerdering,
dus achteruitgang is waar te ne
men. Met het oog op den tegen-
woordigen toestand zou men lich
telijk geneigd zijn, haar bevesti
gend te beantwoorden. Het is zeker
niet gemakkelijk, daaromtrent juis
te gegevens te verkrijgen, dewijl
de statistiek ons hierbij niet voor
licht. Zoowel in de hoofdstad van
ons land als in sommige streken
van Friesland hebben, vooral in
den laatstvoorgaanden winter, op
tochten van werkloozen plaats
gehad, waarvan het doel was, een
krachtiger, indruk van den heer-
schenden nood teweeg te brengen
het is echter niet bewezen, dat
aan deze demonstraties geen per
sonen deelnamen, dan die werkelijk
niet in de gelegenheid waren, ar
beid te bekomen.
Van oudsher was in sommige
vakken, vooral die in de buiten
lucht worden uitgeoefend, des win
ters een tijd van stilstand. Grond
werkers, metselaars en opperlieden
hadden dan niets, timmerlieden en
ververs veel minder dan gewoonlijk
te doen. Men wist dat vooruit, en
kon er zich, zoo mogelijk, op voor
bereiden. Dat geschiedde, door in
den goeden tijd zeer spaarzaam
te zijn, opdat er iets overbleef om
in de kwade dagen van te leven
of ook wel, door bij het gewone
ambacht nog den eenen of ande
ren tak van huisnijverheid te be
oefenen, die gedurende den win
tertijd zoo al geen ruim bestaan
opleverde, dan toch voor den erg-
sten nood vrijwaarde.
Nu schijnen inderdaad in de
laatste jaren onderscheiden om
standigheden ten gevolge te heb
ben, dat in tal van vakken de tijd
van
treedt dan anders
De groot-industrie werkt veel
haastiger, produceert sneller en
heeft dus spoediger de grens be
reikt, door het gewoon debiet aan
gewezen; ook bij den bouw van
gedwongen rust vroeger in
liet geval is.
huizen en van schepen worden
doorgaans zoo korte termijnen ge
steld, dat tijdperken van groote
drukte, waaraan men alles aan het
werk zet, wat maar een stuk ge
reedschap kan hanteeren, plotseling
vervangen worden door tijden van
stilstand, gedurende welke een
groot deel der werklieden naar
huis gezonden wordt. Een voor
de hand liggend middel van ge
regelde werkverschaffing zou dus
zijn, den ondernemers meer tijd
te latenzij behoefden dan niet
meer menschen in dienst, te nemen,
dan hun gewoonlijk ter zijde staan,
zouden geen werkkrachten van
elders hebben te ontbieden, wat
dikwijls oorzaak is dat tal van
hulpbehoevenden blijven in een
gemeente, waarheen het uitzicht
op voordeelig werk hen tot hun
schade heeft gelokt, en konden
meer het geheele jaar door een
beperkt aantal personen aan den
gang houden.
In Friesland zijn het hoofdza
kelijk de ongunstige resultaten van
veenderij en van landbouw, die de
werkeloosheid op ruime schaal
veroorzaken. Het eerste kwaad
vindt zijn oorzaak in het feit, dat
het gebruik van turf in de huis
houdingen en in de fabrieken af
neemt, en vervangen wordt vo
dat van steenkolen, cokes p
daar is niets tentcELfow
de Friesche f \*J~~
een ongeluk, dAB"?'1'
landeigenaar
om den toes^ 0 8 r
weinig be«f
niet die
arbeid doe, -^negta
eerste pk
komen, in de tweede plaats de dat de aard van den arbeid nood-
productiviteit van den bodem en
daarmede de algemeen? welvaart
aanmerkelijk te verhoogen. Geluk
kig hebben dezen winter onder
scheiden eigenaars, hiertoe aange
spoord door de plaatselijke arm
besturen, maatregelen genomen
om door grondverbetering op vrij
ruime schaal den nood eenigszins
te verlichten. Deden allen zoo,
niet alleen de groote maar ook de
minder gefortuneerde eigenaars,
dan zou men veel minder zijn toe
vlucht behoeven te nemen tot
kunstmatige middelen, die toch in
elk geval een schaduwzijde hebben.
Wij bedoelen daarmede, dat
hetgeen gewoonlijk onder den naam
van ^werkverschaffing" doorgaat,
niets anders is dan een vermomde
bedeeling. Door een waarlijk phi -
lanthropische opvatting, die
zakelijk tot die uitkomst leidt, en
omdat bij het verschaffen van werk
gpen rekening kan worden gehou
den met het eigenlijk vak van
dengeen, dien men op die wijze
helpt. Ambachtslieden en veldar-
bpiders worden aan dezelfde taak
gezet, onverschillig of zij er al
an niet geschikt voor zijn.
Daarbij komt nog, dat het met
e geschiktheid, voor wat ook,
|an tal van werkloozen dikwijls
eel treurig is gesteld een onder-
zloek, daaromtrent onlangs in een
|nzer groote steden gedaan, brX* .uc
aan het licht dat slechfs een ges
getal een ambacht harOQ'p'U i toe!
Zeer noodig achterD^l lijv'1'
gelijke onderzr ,v
♦P>
.oorAi-j'
ten zeerste eerbiedigen, hePnn®r" a" r'
de ondersteuning het I—
nns vor fe
r JHv»
Jv-v- ui
aan
derend
karakter
a-h.'rj-sAJ
n
trachten teontnftpzA'
werk verricht
wordt uittK f «G!'s
voel van e; G h
neer wr \,-'e
;ni
toe
1.
3 k-
-X?
Lar.
«luier.
o
.HsT'Ü/
*'<n
ar
8
terla
Z( S
geleg
om in het. orre'
natuurliil"4 '.J/
^rjtelf
DOOB
MEVR. KAUTZMANN-VAN OOSTERZEE.
26 Een bediende bracht thans op een
wenk zijner meesteres eenige spijzen op
een zilveren blad boven, en belaadde
daarmede de rijk ingelegde eettafel.
«Waarom hebt u ons uw overkomst niet
bericht, papa, ik zou u dan beter ont
vangen hebben."
«Doe maar geen moeite, kind ik heb
zooals ge weet weinig behoeften. Doch
kunt ge me een paar nachten berbergen
dan blijf ik bij u."
Iewat verlegen zag de jonge vrouw
naar de oude dame eer ze antwoordde:
«welzeker papamijn man zal ook blijde
zijn met daze schikking, en we hebben
ruimte genoeg."
«Uwe woning is groot genoeg. Maar
kijk me eens goed aan kind, verbeeld ik
het me of zijt ge heel wat smaller ge
worden dan voorheen?"
«Een beetje misschien wel, papa, maar
het heeft zijn reden," sprak het vrouwtje
blozend, en dat kleurtje verborg voor
het sprekend oog het heimelijk verdriet
dat zij te verbergen wenschte.
Eerst tegeri het avondmaal dat omtrent
acht uur genomen werd, trad Von El-
lersleben binnen. Hij zag er opgewonden
en vermoeid uit, en begroette zijn schoon
vader op iewat gemelijke wijze. Zijne
vrouw reikte hij over tafel de hand.
Zijne moeder was voor den maaltijd
vertrokken, en het drietal was schijnbaar
in de beste eensgezindheid bijéén. Menig
ander zou er door bedrogen zijn, maar
het vaderoog ziet scherp, en zyn doch
tertje had nooit tegenover hem vermocht
te veinzen
Neen, dit was niet het geluk van jong
gehuwden, zooals hij gehoopt had hier
te vinden die angstige, beschroomde
blik van de jonge vrouw op haren man,
diens zeldzaam rechtstreeks tot haar ge
richt woord, en haar weinige eetlust
het waren bewijzen die tegen het geluk
pleiten. Waarom vroeg hij haar niet,
waarmede zij de iange uren van zijn
afzijn had doorgebracht; waarom ver
langde zij niet van hem te weten of hij
heden voorspoedig gewerkt had, en of
hij ook vermoeid was? Waarom wei
gerde zij beslist iederen dronk wijn, die
toch voor haar goed geweest zou zijn,
en waarom huiverde ze toen hy de ka
raf t'
het
dee'
dw'
F°\" 'V
-1
L
J9
P.O.
SA
hTS.'
VÜkj
h
-tor
:EF
f
<.o>
4ft
ii.
<-zicii'liet metfeslee-'
pe,. *..«.,^^0016 aantrekkelijkheid van
haar nog kinderlijk wezen.
«O, waarom heb ik haar zoo niet meer
gekend en gezien," dacht Berthuld «waar
om bezit ik het vermogen niet van dien
man om aldus haar tot vreugde te stem
men waarom hebben wij elkander van
u<
..sell U Zt,?, ,^'aPen
fcltl.
domiiie
h mijne cffeó*--'
fielplvizotf Win- lieel wat doen.
over Lvv-"krachten en ge zult cltfFPwin-
nen," wordt tot zwijgen gebracht bij de
een door lafheid, bij den ander door
zelfzucht, genot, gemak of geldzucht. Hoo-
vaardij beheerscht de wereld en de Mach
tige voor wie de Hoovaardij knielen moet
laat soms het geslingerd menschenhart
voor een wijle aan zich zelf over, om
/.ie leen ik u dus voorloopig de be-
yrde tienduizend gld. tegen de lage
interest van '2%. Ik wil u volstrekt niet
haasten met de terugbetaling, en ver
trouw, dat gij het me geven zult, zoo
dra ge het missen kunt."
«Daar is mijn hand er op," zeide Bei t-
hold levendig. «Gij zijt de eerste man,
heer dokter, voor wien ik waarachtig
achting hebben kan."
«Als gjj mijne dochter maar gelukkig