NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
EN
UTRECHT EN GELDERLAND.
ONDER 'T OORDEEL. ORT.
I\o. 12.
Zaterdag 11 Februari 1893.
Twee-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
PACHTCONTRACT.
Feuilleton.
BINNENLAND.
iMERSFOORTSCHE CODBANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten iutezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Er zijn weinig onderwerpen, die
meer de belangstelling wekken en ook
inderdaad verdienen, dan de grond
slagen voor een betere verhouding
tusschen landeigenaars en pachters.
Geen wonder, want de belangen van
vele duizenden onzer medeburgers zijn
er mee gemoeid. En niet alleen in
Nederland, schier overal in Europa
is deze quaestie aan de orde van den
dag. In vergaderingen van landbouw-
maatschappijen en haar afdeelingen
wordt over deze zaak van gedachten
gewisseldstaathuishoudkundigen van
naam geven in tijdschriften hun mee
ning dienaangaande ten beste, en
verschillende stelsels worden ontwik
keld, die niet alle uitmunten door
eenvoud en practische bruikbaarheid,
- waarvan zelfs sommige tamelijk
wel in strijd zijn met de bestaande
opvattingen van eigendomsrecht, en
reeds daarom slechts een theoretische
waarde bezitten.
Op de vraag, of de bedoelde ver
houding bepaald slecht is te noemen,
loopen de antwoorden zeer uiteen.
Het hangt natuurlijk af van het ge
deelte des lands, waarover het oor
deel looptniet overal is gelijke mate
van welvaart, en niet iedere landei
genaar houdt op dezelfde wijze reke
ning met de eischen der billijkheid.
En nu moet men, bij het bespreken
van het vraagstuk, niet afgaan op
persoonlijke ervaringen. Dat er, wan
neer door onvoorziene omstandighe
den, als slechte weergesteldheid, na
tuurrampen, gedrukte markten, kleine
winsten worden gemaakt, landeige
naars zijn die uit eigen beweging
reductie toestaan op de bedongen
pachtsommen, neemt niets weg vanrarpett?n
het feit, dat rechtens al de schaden eD ve' er
rusten op de schouders der pachters. ,zien
Er zijn zelfs gevallen, waarin het nietj,#evoegd
mogelijk is, dezen eenige tegemoet-
koming te verleenen, al is de billijk
heid boven eiken twijfel verheven ;nn
namelijk, wanneer het land eigendom-^ij
is van een vennootschap, of voor
minderjarigen wordt beheerd.
In onzen tijd, nu de winsten van
het landbouwbedrijf over het algemeen
beneden het normaal peil blijven, ware
het zeer gewenscht, een regeling te
vinden, die ten opzichte van alle be
langhebbenden de rechtvaardigheid
betracht. Dus evenmin onteigening
als handhaving van het onbeperkte
prerogatief der grondbezitters. Dewijl
de meeste hervormingstelsels, in den
laatsten tijd aanbevolen, in den een
of anderen vorm onteigening als uit
gangspunt hebben, is het zaak te
onderzoeken, of niet langs anderen
weg het doel, het verkrijgen van meer
zekerheid en van ruimer winstaan
deel voor den gebruiker van den grond,
te verkrijgen is.
Het kan toch gebeuren, en het
is gebeurddat deze, als hij zijn
huur, zijn arbeidsloonen en zijn exploi
tatiekosten heeft betaald, niets over
houdt, dat hij dus alleen gewerkt
heeft voor den landheer en voor de
arbeiders, en zijn eigen onderhouds
kosten heeft moeten afnemen van
het bedrijfskapitaal. Dat is één der
nadeelen van den tegenwoordigen
toestand. Een ander is, dat hij vol
strekt geen zekerheid heeft voor de
toekomst Soms worden boerderijen
verhuurd voor één jaar, en als er dan
iemand komt, die meer wil geven, of
als de (eigenaar eischen stelt waar
aan de gevestigde pachter niet kan
voldoen, dan moet hij vertrekken. In
den regel zal hij, voor zoo korten ter
mijn gebruiker, niet dan het aller-
noodigste gedaan hebben om den grond
Itfllo')
erijen,
anten,
niet voldoende geregeld. Hebben daar
toe, in overleg en met goedvinden van
den eigenaar, buitengewone werkzaam
heden plaats gehad, waarvan de vruch
ten bij het afloopen van het contract
slechts gedeeltelijk zijn genoten, dan
zal wel in zooverre de billijkheid
worden betracht dat den vertrekken-
den huurder een gedeelte van zijn
geldelijke opofferingen worden ver
goed maar een formeel recht daarop
bestaat niet. Voorts zal een aandach
tige lezing van Boek III Afd. IV van
het Burgerlijk Wetboek, van de re
gelen welke bijzonder betrekkelijk
zijn tot hum' van landerijen," ieder
moeten overtuigen, dat de verschil
lende bepalingen meest in bet voordeel
der eigenaars zijn.
De vruchten van elk landbouwbe
drijf zijn, gelijk van ieder ander,
verkregen doer twee facto: kapitaal
en arbeidhet eerste in den vorm
van grondbezit, dat een bepaalde
geldswaarde vertegenwoordigt, bene
vens huizen en schuren, en het be
drijfskapitaal, vee en werktuigen van
den boer. De tweede factor is de
arbeid van den pachter en zijn werk
lieden de laatsten zijn door den boer
betaald, het daartoe noodige geld is
alweer een vast deel van de opbrengst.
De arbeidsloonen zijn niet afhanke
lijk van de hoeveelheid, evenmin van
de prijzen der producten; alle risico
komt dus uitsluitend op den pachter.
Het deel van het kapitaal staat vast.
In vroegeren tijd was het dikwijls
gebruikelijk, land te geven »om de
helft," dat wil zeggen, de eigenaar
DOOR
mevr. kautzhann-van oosterzee.
FHOBT
sfoort, zal
ri 1803,
koffiehuis
44) Hoe te handelenhjj wist het niet'
O, had hij in dat uur eens het vollaymYi
hart kunnen lucht geven aan de borsr
van een trouw onzelfzuchtig vrieDd I MaamiS 1892.
wie waren zijn vrienden? lende
Zouden zij hem helpen, hem steunenj
nu de nood nabij was? I fl Tl fl PTl
O, vreugdeloos bestaan dat leven gelRRROU
noemd wordt. Wat blijft me over darjjgfqqrt
de hand aan me zelf te slaan En tocf„(jn Eem-
ijzingwekkende gedachte, dat de dooc gt hiico-
niet het einde is van ons leven I de fjaar
«Waarvoor heb ik geleefd," vroeg higu,Kerma'
bitter zichzelf af; «was ik niet de smart
rojjner moeder, de verleider van de on-v reide
schuld, de vernieler van het geluk dier
dierbare die thans voor immer heen is genoemde
O, indien de jongeling zijn weg mocht
overzien, zooals de man dien later terug-^
blikkend ziet, hoeveel zou er anders en
kreeg, hetzij in natura, hetzij in geld,
Eene groote collectie der He helft van de opbrengst. Up kleine
StofTeu en vele andere Non VperceeRjes wordt deze premitieve
en PANTALONS, kan ik U^,orrn van contracteeren nog wel hier
Daar ik met een groot pe daa).
dragen (daar ,k «elf _ged.pl Hoe „ebrëekPki„
te
mogelijk de goederen binnen d..— gebrekkig deze manier ook
nevensgaand prijs-courantje zal 'Un moSe> ,heeft fit voor, dat de
onmogelijk is. '1S1C0 verdeeld wordt. Ware het nu
Neem de proef en ik beiiet doenlijk, in dezelfde richting de
bij mij zal laten vervaardigen, iplossing te zoeken van het pacht-
In afwachting van UEd. orrraagstuk? i oogen der economisten, weten we
De werkelijke opbrengst eener I nietmisschien zijn er wel bezwaren
pachthoeve is van jaar tot jaar vast
te stellen, als er behoorlijk wordt
boek gehouden van inkomsten en
uitgaven. Er zijn landbouwers, die
het in den kunst van boekhouden
niet ver hebben gebracht, maar er
bestaat ook geen enkele reden,
waarom zij het niet zouden leeren.
Heeft men te doen met een man,
die deze kennis bezit, dan is het
ook niet moeielijk te bepalen dat
niet een vaste pachtsom van hem
zal worden gevorderd, maar een
bepaald percentage van de netto
bedrijfswinst. Een contract, op dien
grondslag gemaakt, en dat dan, om
den boer eenige zekerheid aangaande
de toekomst te geven, voor een ruim
tijdsverloop zou moeten gelden, heft
vele bezwaren op, aan het tegen
woordige pachtstelsel verbonden.
Het. contract zelf moet nauwkeurig
de wederzijdsche verplichtingen, wat
betreft ook de grondverbeteringen en
de daarvoor toe te kennen schade
loosstellingen, regelen. We zouden
wel in overweging willen geven, eens
een model-contract op te maken,
met een bepaald soort van bedrijf
afs type, en dan eens na te gaan,
hoe hoog bij een gemiddelde opbrengst
het percentage voor de pacht zou
moeten zijn, om rekening te houden
met de belangen van beide partijen.
Is eenmaal zulk een model aange
nomen, dan behoeven er voor de
bijzondere gevallen slechts kleine
wijzigingen in gebracht te worden
het zou aanbeveling verdienen, die
overeenkomsten vrij te stellen van
zegel en alles zoo in te richten, dat
er bij het aangaan zeer weinig on
kosten zijn te maken. Bepalingen
omtrent de hoeveelheid en den aard
der meststoffen, de wijze van be
bouwing, de soort van te telen
producten, zouden niet mogen ont
breken
Of een oplossing in den hier aange
tegen, die wij op dit oogenblik niet zien,
zoo niet, dan is deze weg vrij eenvou
dig, en ware een proefneming ge
wenscht. Er zal dan ook van de
zijde der landeigenaars wat meer gelet
worden op het .gehalte der pachters,
op hun vakkennis in de eerste plaats;
en dezen zullen er vanzelf toe gedwon
gen worden, gebruik te maken van de
bestaande gelegenheden, om die ken
nis te vermeerderen. Ook een niet te
versmaden voordeel.
geven zin genade zal vinden in de
In de troonrede van 1891 is door
de regeeiing toegezegd, dat zij zich met
ernst bezig zou houden met de pensio
neering der oude werklieden. Naar aan
leiding daarvan heeft de vereeniging.
Werkmansbelang" te Amsterdam, be
staande uit een twintigtal voorzitters
en oud-voorzitters van groote werklieden
en volksvereenigingen, zich in verbinding
gesteld met den minister mr. J. P. R.
Tak van Poortvliet. Deze bleek door
drongen te zijn van het groote gewicht
der zaak en vroeg o. a. aan de vereeni
ging, of zij van haar kant hem wilde
inlichtingen omtrent de verschillende
wenschen der arbeiders in het algemeen
en of zij ook wenken kon geven voor
de samenstelling eener pensioenwet. Ter
voldoening aan die uitnoodiging werden
twintig vragen en opmerkingen opgesteld,
die deels door de vereenigingen, deels
door afzonderlijke leden beantwoord
werden.
Dezer dagen heeft nu de vereeniging
verzocht bij den minister toegelaten te
worden, teri einde van hem persoonlijk
te vernemen, hoe de zaak thans staat.
Met de meeste welwillendheid werd
een commissie ontvangen, bestaande uit
de heeren F. Lensen, voorzitter van
«Neèrlands Werkman"W. C. J.Passloors,
id. van den »Ned. R.-K. Volksbond";
D, Sizoo, id. der afdeeling van Pratiimo-
nium"; A. Post, id. van de Schilders-
vereemging", en A. J. Stokvis, ondervoorz.
van «Handwerkers Vriendenkring".
Nadat deze commissie den minister
haar wenschen nogmaals had voorge
dragen, verklaaide deze ook namens zijn
ambtgenooteri te spreken, indien hij mede-
iO, wat vermag de moederliefde niet.
een, zoo verstokt is geen zondaaar, die
et op sommige oogenblikken getroffen
ordt door de macht van de moederlijke
|^j het moederverdriet. Het was im-
e>a
bond ik mij ten 2mers haar eenige herinnering aan een
-j—j kort gelukkig verleden, de baud die haar
_L r hechten bleef aan den jong gestorven
t. Zeer rijke kenze li
Cheviots en vel
en COI
15, 16, 17; 18,^19,'
GEKLE
vader. Het was een kind van veel tranen
en veel gebeds.
En thans lag hij bij haar op de knieën,
het hoofd gebogen in haar schoot, en
de brandende kussen die hare haoden
bevochtigden, zeiden het haar dat dit tot
17 18 19 20 21 m3n 8egroe'8 kind nog evenzeer als voor-
- i heen haar hulp en voorspraak behoefde.
Zeer fijue Vertel me alles mijn zoon," smeekte
cu ze, en hjj kon niet weigeren. Hij ver
en» haalde haar van een leven vol schuld,
F» Prachtige kenze b.ToVande verve|ing eener badplaats waarin
_«g 14, 15, 16, 5ara a|s een gewenschte afleiding ver-
f§ PANTALONS icheen, die hij nimmer bedoeld had te
o* 5 6 7 8 <uwen doch eenvoudig als tijdverdrijf be-
S3 zhouwde. Hij verheelde haar zijn schuld
Hopende met UEds. orders Pch z'jn bitteren spijt toen hij bespeurde
TI it hij voor die bedrogene onmisbaar
Verblijf ik Hoogach^ dM zij hem a)g haar afgod yer.
rde.
Hij wilde die afgod niet zijn, hij ver
erp het speelgoed dat hem niet langer
?ide en achtte zich vrij, als zoovelen
misschien niet minder schuld op hun
geweten hebben. Het was een jongens
streek geweest, maar die helaas thans
gewroken was. Kort voor zijn huwelijk
had hij vernomen, dat de arme niet al
leen nog leefde, maar ook zijner gedacht
en een kind had.
Wat moest hij doen? Het was te laat
om de geachte familie Vernande te doen
lijden onder een woordbreuk; dus zond hij
Sara eenig geld, en schreef haar dat ze
hem niet meer lastig moest vallen.
«Doch juist dit was voer de arme een
prikkel om mij te zoeken tot ze mij
vond, en toen ze mij gevonden had, liet
ze me niet meer los. Ik beloofde haar
geld, goede voorspraak, opvoeding voor
haar zoon. Moeder, ze vervolgde me tot
in rnijn huis, sprak mijne vrouw, en he
laas het verdere weet ge. Toen ik bij
haar werd aangetroffen, was ik er om
haar tot reden te brengen, hrar te dwin
gen Coblenz te verlaten, en ergens stil
als weduwe te leven. Het is nu alles uit
Ada heeft me verlaten, en ik sta als
een verworpeling tegenover u. Wat blijft
me over dan me thans te wenden tot
die vrouw en dat kind!"
En dan wilt ge leven naast eene waan
zinnige; neen, neen, mijn zoon, dat mag
niet geschieden Wat het kind betreft,
hem kunt ge tot u nemen als de moeder
er van afstand wil doen maar de vrouw.
beter ware het zoo ge haar in een huis
voor ziekenverpleging deed."
«Neen moeder dat kan niet. Zoo krank
is ze niet, al heeft ze vlagen van krank
zinnigheid. Maar indien gij mij liefhebt
schrijf dit alles dan aan Ada misschien
zal ze vergeven en me een klein plaatsje
in haar herinnering laten behouden.
Thans verlaat ik u moeder geef me
uw afscheidsgroet, uw zegen."
Hij ging wankelend; hij was blijkbaar
diep geschokt. Zijn moeder oogde hem
na; wat was er van dezen veelbelovenden
zoon geworden? Verlaten van vrienden
en dierbaren, beroofd van zijn fortuin
door eigen schuld, ging hij thans een
toekomst tegen zoo donker, dat de vrouw
onwillekeurig dacht, och of gij, gij mijn
kind, gestorven waart toen gij jong waart
en onbevlekt.
Hij ging de straat op, wandelde lang
zaam naar het hotel de Bellevue en
trad de kamer van Sara binnen.
De zon scheen helder ia het ordelijk
vertrek, het kind sliep geheel gekleed
als zou het uitgaan, en de dienstbode
pakte den laaisten koffer dicht. De jonge
vrouw rnet het schoon Medusahoofd zat
op de sofaze glimlachte toen hij bin
nentrad en reikte hem de hand. «Mijn
vriend," zeide ze kalm, .ge ziet, ik ga
op reis. Wilt ge me vergezellen? Mjjn