NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
ONDER 'T OORDEEL.
i\io. 16.
Zaterdag 25 Februari 1893.
Twee-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Bedrpelastioc en BezoWipf.
Feuilleton.
BINNENLAND.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het gekeele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
ADVERTENTIE Ni
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het ontwerp der wet, die bestemd
is de onbillijkheden van de patentbe
lasting te doen verdwijnen en den
staat iuimer inkomsten te verzekeren,
waardoor het mogelijk zal zijn ook in
de personeele belasting zoodanige
wijzigingen te brengen, dat vooral de
druk op de kleine burgerij wat ver
mindert, dat ontwerp heeft reeds
heel wat pennen in beweging gebracht
en heel wat bedenkingen uitgelokt
Te verwonderen is dit niet. Belas
tingzaken zijn teere quaesties, en hoe
zeer we allen zeer goed weten, dat
de rechtvaardigheid vordert ieder naai
gelang zijner draagkracht te doen bij
dragen in de kosten van de huishouding
van den staat of van de gemeente,
het is juist de taxatie dier draag
kracht in vergelijking met die van
anderen, waarover het verschil van
opinie groot is. Voor de meeste men
seden is het een vaststaand feit, dal
van hen te veel wordt gevorderd.
Een belasting, geheven naar den
maatstaf van ieders inkomsten, met
een kleine progressie in de hoogere,
met geheele vrijstelling van de lagere,
en eenig verschil in liet heflings-
procent naar gelang die inkomsten
verkregen worden hetzij uit verinogen.
dus zonder inspanning, hetzij uil
arbeid en bedrijf, in beginsel kan
redelijkerwijze de billijkheid daarvan
niet worden bestreden. De critiek tast
dan ook minder den grondslag aan
van Minister Pierson's belastingwet
ten, dan wel de wijze, waarop hij zijn
stelsel tracht toe te passen.
In een onlangs te 's-Gravenhage
gehouden redevoering heeft een van
de jongere leden derTweedeKamer,
we bedoelden jong in den zin van
deelneming aan den parlementairen
arbeid, de heer De Kanter, de
beroeps- en bedrijfsbelasting behan
deld. Dat hij haar voorstelde als liet
complement van de vermogensbelas
ting, is zeker goed gezien: de spr.
voegde er evenwel bij, dat, zal zij
DOOK
MEVR. KAUTZMANN-VAN OOSTERZEE.
48) Met heftig saamgeknepen lippen
stond Frans voor zijn pupil, en luisterde
hoe haar vader antwoordde nMijne doch
ter, dat kan niet zijn; hij heeft u belee-
digd, vertreden spreek er niet van;
ge kunt thans niet tot hem gaan."
.0, oom Frans, help mij mijn vader
overtuigen van mijn beslist voornemen.
Ik zou kunnen zeggen, ik ga, ik ben
zijne vrouw maar dat wil ik niet.
De liefdevolle wijze waarop gij, mijn va
der, mij in mjjn vernedering hebt ge
steund en gepleegd, dwingt me om eerst
dan te handelen, wanneer gij mijn ge
drag billijkt. En dat zult ge doen, mijn
vader."
»Neen kind, ge hebt ongeljjk indien
hij u riep, maar daarvan taal noch tee-
kenl" zeide Vernande droef.
De professor stond stil en ernstig; zijn
gelaat waarop een inwendige; hevige ont
roering maar al te zeer zichtbaar was,
goed en billijk werken, ook grond- en
personeele belastingen moeten worden
gewijzigd, zoodat het personeel op-
houde te zijn progressief in omge
keerden zin. Met de grondbelasting
is men nu reeds een goed eind op
weg, nu door de aanneming der zoo
genaamde peraequatie-wet liet per
centage is vastgesteldof het nog
zal gelukken, de groote gebreken van
bet personeel weg te nemen, en deze
belasting te maken tot de voornaamste
bron van de gemeentelijke inkomsten,
is zeer de vraag. Ook de heer De Kanter
liet uitkomen, dat die wijzigingen niet
dadelijk zullen ingevoerd worden,
waardoor te vreezen is, dat in den
aanvang vermogens- en bedrijfsbelas
ting reden zullen geven tot ontevre
denheid.
Als dat nu voor een korte poos is,
■uat het zijn voor een geheel jaar,
dan kunnen we ons, met eenige lijd
zaamheid, dat nadeel getroosten.
Overgangstoestanden hebben altijd
iets onaangenaams. Maar met een
woordspeling, aan De Genestet ont
leend, vinden we het verdrietig, dat
zij nooit heel gauw overgaan, en met
name op het gebied van belasting
hervorming is hiervan dikwijls de
ondervinding opgedaan. Het is best
mogelijk, dat de vermogens- en de
bedrijfsbelasting te zamende middelen
niet onbelangrijk zullen doen stijgen,
ondersteld natuurlijk, dat ook deze
laatste door de volksvertegensvoordi-
ging wordt aangenomen. Dan komt
de kieswet al de aandacht der Kamers
in beslag nemen, en vervolgens ja,
wat dan? Als de Tweede Kamer de
meening deelt der Regeering, dat
tussciien de aanneming van de kieswet
en haar invoering de tijd kan gebezigd
worden tot voortzetting van de groote
maatregelen, die zij in haar programma
heeft opgenomen, dan zal defensie
wel aan de beurt moeten komen
men verweet Minister Seyifardt reeds
zoo vaak, dat de regeling der levende
strijdkrachten nog geen stap verder
is gekomen, dat hij, zoo het eenigs-
gaf duidelijk blijk van nadenken. Wat
eischle zij van hem, van hem, die zoo
gaarne, ach maar al te gaarne haar in
de armen gesloten zou hebben om haai
tegen de strikken van dien mun te be
veiligen. En moest nu hij juist haai
voorspraak zijnO, dat was hard, bitter
hard.
Maar toen kwam de gedachte aan den
Goddelijken Meester hem bezielen; hij
zag dien grooten kruisdrager, die hel
heilig voorbeeld van geduld, lijdzaamheid,
liefde geweest was, en die met onfeil
bare schrift dit wooid in de harten zijner
discipelen had neergegiift: »zoo iemand
achter mij wil komen, die neme zijn
kruis dagelijks op en volge mij." Was
hij dan zulk een slecht discipel, hij een
voorganger, dat hij het kruis hem door
Hooger hand op de schouderen gelegd,
ten koste van haar en haar geluk zou
willen afwerpen? Was hel leeds zoover
met hem gekomen dal zijn liefde hoo
ger stond in zijn hail dan zijn plichts
gevoel Neen, dat mocht niet zijn; indien
dan iemand lijden moest, zoo zou hij
het zijn, en de Meester zelf zou zijn
kracht in de zwakheid van den getrou
wen discipel bevestigen.
Eene wijle bleven zijne lippen geslo
ten, toen met een machtige poging op
zich zelf ging hij naar Vernand: »Adu
zins mogelijk is, ook wel eens aan
de beurt zal willen komen om van
zijn ministeriëelen arbeid iets meer
te maken dan een bloot administra
tieve» werkkring. Waar in dat geval
de herziening van bet personeel moet
blijven, zien we nog niet. Wiutdaar-
entegen liet meermalen uitgesproken
gevoelen veld, dat eon Kamer, die
een zoo buitengewoon groote veran
dering brengt in het aantal barer
lastgevers als met de nieuwe kieswet
wordt beoogd, tegelijkertijd afstand
doet van bet recht om, zonder een
nader beroep op baar lastgevers be
langrijke maatregelen van wetgeving
tot stand te brengen, dan komt
de herziening van bet personeel nog
meer in de klem, en zouden wij den
profeet weieens willen aanschouwen,
die ons weet te vertellen tegen wanneer
wij er zoowat op mogen rekenen.
Aan liet slot. van zijn redevoering
noemde de heer De Kanter de be
drijfsbelasting »le couronnement de
1' édilice." Aan die uitdrukking hecht
men gewoonlijk de beteekenis van
iets dat af is, en, de spr. beeft het
zelf, zooals wij hierboven herinner
den, erkend, met deze wet is de be
lastinghervorming niel af. We zullen,
de liernel weet hoe lang, ons verblijf
moeten houden in een onvoltooid
gebouw, en de reeds zwaar gedrukte
middenstand zal daarvan al het on
aangename ondervinden.
Niet het minst zal dit het geval
zijn met hen, die van kleine vaste
inkomsten moeten leven en tot dus
ver niet in het patent zijn aangesla
gen. Den aandrang, om ambtenaren
van staat, gemeenten en waterschap
pen, particuliere onderwijzers enz.
vrij te stellen, deelen wij niet, omdat
het billijk is, alle inkomsten te tref
fen maar wel zijn er redenen aan
te voeren tot het aanleggen van een
anderen maatstaf. Zij, die een nering
of bedrijf uitoefenen, hebben gelegen
heid hun belastingen te rekenen als
productie kosten en die op hun afne
mers te verhalen; dit afwentelings-
lieeft gelijk," zeide hij, szoo ooit, dan is
thans haar plaats aan zijne zijde. Weer
houd haar niet om dien plicht, die roe
ping getiouw te zijn."
Ook Adelheid schaarde zich aan de
zijde haars bloeders.
ïLaat haar gaan," zeide zij, nhet ziek
bed is misschien het eind van >lle kwel
ling en verdriet; wie weet of zij niet
juist door hare nauwgezeite plichtsbe
trachting hem weder voor zich wint."
De professor stond hoog opgericht te
gen den schoorsteenmantel geleund. Nu
en dan streek hij met de rechterhand
over zun voorhoofd, als wilde hij de wol
ken verjagen die zich daarboven samen
trokken. Zijne zuster zag hem aanin
dien blik lag een wereld van liefde en
sympathie. Zij, die zoo jaren lang zijn
trouwe helpster en vriendin was geweest,
vereenigd in het leed, voor wie ook de
geheimste gedachte zijns harten niet ver
borgen bleef, zij wist het wat het hem
kosten moest, thans de slem van nauw-
gezetten plicht te laten spreken. Ze zag
zijn oog dat hartstochtelijk gloeide, wan
neer hij het op de jonge beproefde vrouw
vestigde, ze las er in dat zijn gevoel het
zelfde voor haar was gebleven. Wat was
hij toch nog een schoon, een krachtig
man, een, waarop iedere vrouw zich zou
kunnen beroemen als hij het oog op
systeem ligt niet binnen het bereik
dergenen, die een bezoldigde betrek
king vervullen. Wanneer hij, die een
zaak drijft, komt te sterven, blijft de
zaak in wezenzij vertegenwoordigt
een vaste waaide. Met öert dood des
ambtenaars houdt alles op. Dit laatste
bezwaar vervalt wanneer hij deelge-
reehtigde is in het weduwen- en
weezenpensioen fonds, en terecht wordt
aftrek van het inkomsten cijfer ver
gund voor de premie, aan dat fonds
te betalen. Doch tal van personen,
die een vaste bezoldiging genieten,
verkeeren niet in dat geval, waardoor
hun verhouding tot de beroepsbelas
ting ongunstiger wordt dan die van
anderen.
Deze moeielijklieid zou te onder
vangen zijn door elk bedrag, dat wer
kelijk wordt uitgegeven voor levens-
of pensioenverzekering, niel in het
cijfer van het belastbaar inkomen op
tc neinen. Welk beroep of bedrijf de
verzekerde uitoefent, doet hierbij niets
ter zake. Inderdaad is zoodanige uit
sluiting ook volkomen rationeel, ge
lijk we vroeger reeds getracht hebben
aan te toonen in een beschouwing
van de levensverzekering in verband
met de vermogensbelasting. In een
of anderen vorm komt het bedrag
der uitkeering toch later onder het
bereik van den fiscuseen uitkeering
in eens, de som van f 13.000 te boven
gaande, valt in de termen der ver
mogensbelasting, een pensioen of
lijfrente wordt door de bedrijfsbelas
ting getroffen. Wordt hetgeen men
als premie betaalt, en waarover men
dus eerst in de toekomst hetzij per
soonlijk genot kan hebben, betzij ten
bate van zijn na te laten betrekkin
gen afstaat, ook aangeslagen, dan
treft de iiscus tweemaal.
Om misbruiken tegen te gaan, zou
de wet een maximum kunnen bepalen.
Is een dergelijke, op billijkheids-
gronden volkomen verdedigbare rege
ling te omslachtig, of misschien moeie-
lijk te contróleeren, dan achten wij
het noodig den laagsten aanslag bij
haar vestigde. Bijkans scheen het haar
toe als hadden de jaren hem niet ver
ouderd, hoewel veranderd. Hij had het
lijden leeren kennen, den strijd der aarde,
den persoonlijken strijd ook met eigen
hail en geweten, ze was hem niet vreemd
gebleven misschien was dit juist de
aantrekkingskracht die idj tegenover
ieder had, die nauwer met hem in aan
raking kwam. Hij had een machtigen in
vloed, ja, hij beheerschte als het ware
de gemoederen van hen die hem omga
ven, maar hij beheerschte ze met een
ernstige zachtheid, met aanhoudend ge
duld en liefde, hij schonk vertrouwen
waar hij ontving, en dat vertrouwen was
hem heilig. Zich zelf overwinnend telkens
meer, wist hij vaak de verkeerde invloe
den bij anderen te dooden, en wie zijn
woord hoorde, nu eens krachtig verma
nend, dan weer smeekend overredend,
die kon hem geen weerstand bieden.
Ook thans zag Adelheid, dat Vernande
slechts op zijn hernieuwde aanmaning
wachtte om toe te geven. Zou hij het
uitspreken? Zou hij zoo sterk zijn dat
hij haar opnieuw afstond aan dien man,
die hem liet liefste ontroofd hud om hel
naar willekeur te verlieden. Hij stond
zoo std en afgetrokkenzou hij zich zelf
thans liever hebben dan zijn plicht? Zou
hij bljjven aandringen op de scheiding,
een booger inkomsten-cijfer te be-
ginnnen, opdat voor allen niet slechts
worde vrijgesteld wat voor eerste
levensbehoeften onmisbaar is, maar
ook de som die gemiddeld een ver
standig huisvader aanwendt om de
toekomst der zijnen op bescheiden
wijze te verzekeren. Zooals de voor
stellen thans luiden, ziet het er voor
de kleine burgerklasse, die zeker
niet minder dan de werklieden-klasse
de belangstelling der Regeering ver
dient, niet rooskleurig uit.
Volgens de N. llott. Ct. heeft de
officier van justitie bij de rechtbank te
Leeuwaiden geene-termen gevonden tot
vervolging van mr. P. J. Troelstia, in
zake bet leger, hein opgemaakte proces
verbaal wegens gebezigde woorden in
een vergadering te Appelscha.
In dejongstgebouden raadsvergade
ring van Nijkerk deelde de voorzitter
mede, dat l ij met den heer Schussler
eene vergadering had bijgewoond met
burg. en welh. van Barneveld en Ede
en den heer Krieger, civiel ingenieur, in
zake den aanlag van een locaalspoorweg
NijkerkEde. De heer Ki ipger heeft reeds
vroeger concessie ve'kiegen, maar de
gemeentebesturen achten hel wensche-
uker, zehe de concessie over te nemen,
daar zij eerder eene rijkssubsidie zullen
verkiijgen dan een particulier. De con
cept acte van overdiucht is reeds door
den heer Kr. opgemaakt en zal weldra
den raad bereiken, alvorens een definitief
besluit te nemen. De heer Schussler wees
op het groot belang, dat Nijkerk bij 't
tot standkorneii dezer lijn heeft, en hoopte
•lat zijne mede-raadsleden dit niet uit het
oog zullen verliezen.
De landver huizing uil Zeeland naar
Noord-Atnerika neemt sterk toe. Deze
week vei trokken enkele gezinnen uit Mid
delburg derwaarts, terwijl vele gezinnen
uil Zeeuwsch-Vlaanderen zich gereed ma
ken de reis te aanvaarden.
die haar bevrijden moest en eenzaam
maken? O, in die eenzaamheid zou ze
opnieuw de toevlucht nemen tot haren
voogd, en hij zou haar weder bescher
men als van ouds en in die bescherming
kracht vinden om nog op de toekomst
te hopen.
Maar dan, in dat geval, viel de afgod
neder van het heerlijk voetstuk waarop
het zuslei hart hem sinds jaren geplaatst
had. Hij, de man uil één stuk, de vol
ger van den Hemelschen Meester in
woord en daden zou dan in een oogen-
blik van zwakheid een leven van ver
loochening ijdel maken
Ze zag hem aan; hij weifelde nog, en
ze begreep zijn talmen. O, in dat oogen-
blik had ze als voorheen de armen om
zijn hals mogen slaan en hem toefluis
terde: sFrans gehoor zaam alleen de stem
daarbinnen, die u zegt wat geluk is."
Maar tegenover li rar echtgenoot en
het wachtend vrouwtje mocht ze niet al
dus zijn inwendigen strijd openbaien.
Nu ontmoette zijn blik de hare_: »Ook
gij, Adelheid, laadt Ada het gaan aan?"
nik wil haar behoeden voor een moge
lijk later zelfvei wijt.
(Vt'orrfl vervolgd.)