BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Ingezonden.
zich een ketel «et haard, van zulk een
vorm, dat het een nog het ander in het
oog valt. Alleen is een beduidend stoom-
lekken te zien. Midden in het voertuig
staat een toestelletje waarmee het be
stuurd wordt, waar de stoomfluit werkt
en de hefboom tot het in gang stellen
en stilhouden ook aanwezig is. Voor
eenige maanden nam men te Gent reeds
proeven, waar men het een en ander
omverreed, doch deze reis (het was een
proefrit) is goed geslaagd."
Ter zake van de a. s. behande
ling der kiesrechtuitbreiding meldt men
uil 's-Gravenhage aan de Telegraaf, dat
by de meerderheid der liberale Kamer
leden het plan zou bestaan, met behulp
van de Katholieken het wetsontwerp te
doen vallen. Daaitoe zou het op art. 3 een
voor de regeering onaannemelijk amen
dement worden ingediend.
Van andere zijde wordt dit gerucht
bevestigd, en er bijgevoegd, dat in dat
geval de Kamer niet zal worden ontbon
den, maar waarschijnlijk een ministerie-
Roêll zul optreden.
Deze geruchten komen tot ons uil
goede bron, maar wij deelen ze niet zon
der eenig voorbehoud mede, zegt genoemd
blad.
De Maasbode schrijft aangaande de
vergadering van de Noord-Brabantsche
Tweede Kamerleden;
«De afgevaardigden van N.-Brabant
zullen den 31sten dezer een vergadering
houden te 's Hertogenbosch, waar de
kieswet het ontwerp der verhandelingen
zal wezen. Moge deze vergadering het
succes hebben, geen minder dan dat, het
welk de wet van Bergansius uit de we
reld hielp. Wij wenschen haar kracht en
vooral moed en vastberadenheid toe; wat
men hiermede wint, heeft de Noord-Bra
bantsche motie geleerd, die ons volk voor
zulk een groote ramp heeft bewaard.
Er hangen weer allerlei geruchten in
de lucht over concessiën, en de liefelijk
ste vredesmuziek doet zich achter ze
kere schermen hooren. Voorposten, half
gewonnen naar men meent, worden uit
gezet om het teirein te verkennen en
bier en daar bij verrassing een verove
ring te maken. Maar die liefdelijkheden
mogen niemand bedriegen, en die intri
ges niemand inpakken. De toekomst van
Nederland hangt van de gebeurtenissen
der eerstvolgende weken af, en nogmaals
ziet Noord-Brabant de gelegenheid voor
zich geopend, om ons volk een schier
onwaardeerbaren dienst te bewijzen. Moge
het met mannenmoed die gelegenheid
aangrijpen I"
Zondag had te Amsterdam een druk
bezochte meeting plaats voor Algemeen
Kies- en Stemrecht. Verschillende spre
kers en spreeksters voerden het woord.
Er heerschte een vroolijken prettigen toon
en waarschijnlijk ook wel daardoor een
voorbeeldige orde. Het aantal bezoekers
wordt op 15000 geschat, waaronder ver
tegenwoordigers van een vijftigtal ver-
eenigingen uit alle oorden des lands.
Bij den raad van State is thans een
wetsontwerp op den leerplicht aanhangig
gemaakt.
Door den Minister van Oorlog is be
paald, dat de miliciens der lichting 1893,
die binnen tien maanden tijd, gerekend
van den dag hunDer indiensttreding, blijk
geven van bruikbare korporaals te zijn
en zich door een zeer goed gedrag on
derscheiden, daardoor recht krygen op
verlof voor den tijd van twee maanden,
met behoud van soldij.
By een militaire marsch van het
garnizoen te Breda bleven, zooals gemeld
wordt, dezer dagen wegens het warme
weder de helft der soldaten achter. Naar
aanleiding daarvan heeft dr. Kuhne, offi
cier van gezondheid le kl. te Breda, aan
den Minister van Oorlog een request ge
richt, waarin hij verklaart, dat voor den
infanterist niet deugen: lo. de zware
schako 2o. het riemstelsel3o. de zware
aan, en alles zeker in afspraak met haar,
want anders zou hij het niet wagen
en nog twijfel ik, waarom Alice hare
stelling zoo ernstig verdedigt! Daar is
dan de tegenpartij te zoeken. Ik heb
iemand met gesloten vizier te bestryden,
die bovendien nog alle voordeelen van
zyn standpunt bezit. Voor den duivel,
dat is geen gelijken strijdnu zal ik ook
mijn bondgenooten in het vuur moeten
brengen, om de krachten gelijk te maken.
Was hij maar niet zoo onhandig! Maar
daartoe zal hy toch wel te gebruiken
zijn, om dien geheimvollen onbekende
tot opening van zijn vizier te dwingen,
of tot het opgeven eener betrekking, die
hem in staat stelt, zich dagelijks beter
in Alice's gunst te kunnen indringen,
terwijl ik misschien in weken geen gele
genheid vind, haar te zien of te spreken."
Hy was met die alleenspraak den be
diende langzaam vervolgd en bevond zich
weldra voor het helder verlichte hotel
Sunderland. Met een kort besluit trad
hij het portaal in, klom den beneden trap
op en wendde zich toen rechts af naar
de kamer van lord Spencer.
VII.
De gravin van Clancanty was des an
derendaags 's morgens nog aan haar toi-
bepakking; dat daardoor in oorlogstijd
de soldaten in massa zullen achterblij
ven en deze bepakking zullen wegwer
pen. Hij wenscht daarom dat de schako
veel lichter zal woiden en de handschoe
nen zullen vervallen; voorts wil hij den
ransel doen vervallen en de achteitasch
doen vervoeren met transportkarren.
Nu Davenport geen vergulden wa
gen meer heeft en ook andere vertoonin
gen, als maaltijden enz., achterwege blij
ven, is het met zijn roem gedaan en
koopt men zijn olie niet meer. Te Dord-
decbt, waar hij séances gaf, kwam slechts
weinig publiek en dat er den laatsten
avond verscheen, kwam er om herrie te
maken, of maakte althans herrie, tenge
volge waarvan de zaal ontruimd werd.
TWEEDE KAMEK.
De Tweede Kamer heeft gisteren hare
werkzaamheden hervat. Tot voorzitters
der verschillende afdeelingen werden ge
kozen de heeren Goekoop, Kerkwijk, Bahl-
raan, Van Delden en Van Houtentot
ondervoorzitters: de heeren Borgesius,
Mees, Keuchenius, Kaay en Roëll. Daarna
werd het openbaar debat geopend over
het wetsontwerp, regelende de kiesbe
voegdheid.
De heer Travaglino kreeg het eerst het
woord en bestreed de grondgedachte van
het ontwerp als democratisch en dus in
strijd met de monarchale beginselen, en
beweerde, dat het tot gevaarlijke com-
sequentiën moest leiden. Hij achtte de
kenteekenen, geschiktheid en welstand
niet in overeenstemming met art. 80 der
Grondwet. De regeering eischt in haar
ontwerp voor beide negatieve bewijzen
en de Grondwet wil positieve. Ook zijn
de kenteekenen lezen en schrijven zwak
en onvoldoende.
De heer Travaglino verklaarde zich
verder een warm voorstander van het
Haagsche adres, dat ook door Heemskerk
den vader der grondwet, was geteekend.
Hij smeekte verder, dat God Oranje met
Nederland en Nederland met Oranje
mocht behoeden tegen deze noodlottige
en door niets gemotiveerde ontwerpen,
waartegen alle conservatieve elementen
in de Kamer zich moesten verzetten.
Amst. Crt.
De spanning, welke tegenwoordig, ook
naar aanleiding van Siam, tusschen
Frankrijk en Engeland bestaat, heeft een
der medewerkers van de Figaro aanlei
ding gegeven Sir Charles Dilke, den
bekenden Engelschen staatsman, te inter
viewen over de quaestiën welke beide
landeD scheiden. Sir Charles Dilke zag
in de Siameesche quaeslie volstrekt geen
gevaar, althans indien Frankryk niet tot
annexatie van Siam overging.
Ernstiger echter achtte hij de quaestie
omtrent de visscherij aan de kust van
New-Foundland. De laatste incidenten
aldaar doen ieder oogenblik een uitbar
sting tusschen de verbolgen visschers
vreezen en een oorlog tusschen beide
landen zou in dat geval niet onmogelijk
wezen. Nog altijd wordt de visscherij
op de bedoelde kusten geregeld door bet
tractaat van Utrecht, maar dit tractaat
voorziet in lang niet alle gevallen. De
Engelsche staatsman zou het zeer wen-
schelijk achten, indien eene oplossing
voor dit geschil werd gevonden, b.v. door
Frankrijk een schadeloosstelling te geven
voor den afstand der visscherij, maar
niet alleen deze quaestie eischt een op
lossing. In de eerste plaats heeft men
nog het Egyptische vraagstuk, waarin
Sir Charles Dilke, hoewel ontkennende
dat Frankryk in het Nijldal grootere
rechten heeft dan eenige andere Luro-
peesche staat, toch aan de zijde van
Frankrijk slaat, omdat z. i. de bezetting
van Egypte uit een militair oogpunt voor
Engeland gevaarlijk is.
In de quastie omtrent Madagascar
echter meent Sir Charles, Frankrijk tot
het uiterste te moeten bestrijden. Frank
rijk moet het eiland verlaten, daar hel
er zich nooit zal kunnen vestigen dan
ten koste van een vreeselijken oorlog.
De toestanden op het vasteland van
Afrika gaven volgens den heer Dilke geen
reden tot bezorgdheid of spanning, en hij
sprak als zijn overtuiging uit, dat door
wederzijdsche concessiën een toenadering
in de koloniale quaestien tusschen beide
landen wel mogelijk zou zijn.
let bezig, toen haar broeder zich bij
haar aanmelde.
«Wat voert Charles zoo vroeglydig tot
mij," dacht zij en liet hem verzoeken,
haar in de salon te willen wachten.
Toen zij die binnentrad zag zij den
lord midden in de kamer staan, zoo stijf
en onbeweeglijk als een der modelpop-
pen in de magazijnen, aan welke de
kleerenhandelaars hun hautes nouveautés
laten bewonderen.
«Goeden morgen, Charles," groette zij
hem hartelijk, «verschoon mij, dat ik u
zoolang heb laten wachten. Maar gij
zijt nimmer zoo vroeg bij de hand,
ten minste niet om uwe zuster te
bezoeken. Waarom neemt gij niet
plaats? Gij zult toch niet gekomen zijn,
om dadelyk weder te vei trekken."
(Wordt vervolgd
In de Europeesche vraagstukken ech
ter 20ude:i Frankrijk en Engeland nooit
samen kunnen gaan. Nimmer zou het
Lagerhuis een penny toestaan voor een
tusscheukomst van Engeland hetzij ten
gunste van Frankryk, hetzij ten bate der
triple alliantie. De Engelsche politiek zal
altijd moeten zijn een politiek van strikte
onzijJigheid.
Deze uitlatingen van Sir Charles Dilke
hebben te meer beteekenis, omdat hy
bekend is als diegene der Engelsche
Staatslieden, welke tegenover Frankrijk
altijd de meeste sympathieën heeft be
toond.
DeFransche minister van buitenl. zaken
heeft Zondag de helft van een lang tele
gram ontvangen, dat hem uit Bangkok
is toegezonden. Siam stemt niet in met
de volledige erkenning dei i echten van
Annam en Cambodja op den linkeroever
van de Mekong, maar schijnt de rechten,
die Frankrijk ten Zuiden van den 18den
breedtegraad doet gelden, als onbetwist
baar te beschouwen.
Op dienzelfden dag seinde Reuter
Office uit Biussel: Het antwoord van
Siam op het ultimatum van Frankrijk is
op geen enkel punt bevredigend en werd
niet aangenomen. De Fransche zaakge
lastigde zal waarschijnlijk den 26en dezer
Bangkok verlaten aan boord van de For
fait. Door onmiddellijk tegengeweld zul-
leu alle vijandelijke handelingen op Fran
sche schepen tusschen Bangkok en de ver
sperring in de rivier onderdrukt worden.
De groote mogendheden zullen morgen
met de blokkade worden in kennis ge
steld.
Met de reeks van stemmingen, die
Woensdagavond laat in het Engelsche
Lagerhuis gehouden werden, is de behan
deling der artikelen van het home-rule-
ontwerp, die ongewijzigd zijn gebleven,
ten einde gebracht.
Er blijven nu nog slechts ter behande
ling over de nieuwe regeling der finan-
cieele gevolgen van het wetsontwerp, de
overgangsbepalingen en eenige door de
regeering nieuw voorgestelde artikelen.
De beraadslaging hierover heeft Donder
dag een aanvang genomen.
Uit alle gehouden stemmingen blijkt,
dat de regeeringsmeerderheid aan den
heer Gladstone getrouw bleef. Wanneer
uil de slemmencijfers eenige vermindering
dezer meerderheid bleek, was dit telkens
toe te schrijven aan de Parnellistische
afgevaardigden, voor wie verschillende
artikelen niet ver genoeg gingen en op
wier steun dus voor het ministerie niet
altijd te rekenen viel.
Onze stadgenoot de heer H. J. van
der Zoo de Jong, leerling der Hoogere
Burgerschool, heeft met gunstig gevolg
deelgenomen aan het vergelijkend examen
voor de Kweekschool voor machinisten
te Amsterdam.
De heeren M. W. F. J. de Jong,
W. A. Croockewit, Mr. J. G. A. Van
Zijst, H. W. Van Esveld en G. J. baron
Van Hardenbroek van Ammerstol hebben
de benoeming tot lid van den gemeen
teraad aangenomen.
Alhier is overleden in den ouder
dom van 94 jaren de oud-strijder van
1830—31 Christiaan Boeten, gerechtigd
tot het bijdragen van het Metalen kiuis.
Door eenige ingezetenen is aan den
gemeenteraad een rekest ingezonden,
waarin verzocht wordt het vervaardigen
van de verslagen der zittingen van deri
gemeenteraad, thans aan de firma L. E.
Bosch Zn. te Utrecht opgedragen, in
het vervolg te doen geschieden door den
heer P. J. Frederiks, lid van de firma
A. H. Van Cleeff alhier, om, zoodoende
een bedrag van f 000 dat jaarlijks thans
naar Utrecht verhuisd, in de gemeente
te behouden.
Wij gelooven niet dat dit rekest
het gewenschte gevolg zal hebben, daar
reeds het vorig jaar door den uitgever
dezer voor een gelijk bedrag (f600) werd
ingeschreven, als waarvoor de levering
der raadsverslagen aan de firma L. E.
Bosch Zoon werd gegund.
J.l. Zondag werd te 's-Hertogenbosch
het stoffelijk overschot van de heer J. J. P.
van der Eist, in leven Kapitein-Kwar
tiermeester bij het 5e regiment infanterie,
tei aarde besteld.
Eene deputatie van de officieren van
het 5e regiment, bestaande uit de heeren:
kapitein F. H. A. A. Wagner, le luit.
kwartiermeester H. L. C. Mulder van de
Graaf en de 2e luit. J. E. Gleysteen,
woonde de plechtigheid bij en legde
namens het officierskorps een fraaie krans
op het graf. Kapitein Wagner herdacht
bovendien in weinige doch veelzeggende
hartelijke woorden den trouwen kameraad.
Het Militair Hospitaal werd dezer
dagen gëinspecteerd door den kolonel
C. C. Vigelius eerstaanwezend officier van
gezondheid der le klasse te Utrecht.
De ondernemende eigenaar van het
bekende Café «de Arend" heeft voor de
volgende week weer iets nieuws uitge
dacht. Ditmaal is de beurt aan de jeugd.
Donderdag 3 Aug. a.s. dus morgen
over acht dagen stelt hij zich voor
des avonds in den a giorno verlichten tuin
een kinderbal champètre te geven. Ons
dunkt dat een dergelijk bal onder leiding
van den heer Dumoulin, muziek door
Stafmuzikanten van het 5e regt. Infanterie,
in een tuin als die van «de Arend" slagen
moet. (Zie verder achterst, advert
Volgens de ontwerp concessie te
verleenen aan de Nederlandsche Bell-
telefoon maatschappij en het ontwerp
van het met deze maatschappij te sluiten
contract zal de abonnementsprijs voor
Amersfoort zijn: bij de toetreding van
minstens tien abonnés fbO, van meer
dan tien f50, van minstens twintig f40.
Zoodra een openbare intercommunale
spreekcel in exploitatie zal zijn gebracht,
zal de maatschappij verplicht zijn haar
abonnés desverkiezende intercommunaal
te vei binden, tegen het tarief en op de
voorwaarden daarvoor tusschen de maat
schappij en het Rijk overeengekomen of
overeen te komende maatschappij zal
alsdan verplicht wezen, het door de
Gemeente aan te wijzen lokaal voor
publieke spreekcel tevens voor centraal-
bui eau in te richten en te bezigen. Het
bovengenoemde tarief geldt voor eige-
naais of gebruikers van lokalen in de
gemeente gelegen binnen een kring van
1250 M. gerekend uit een dooi B. en W.
va-l te stellen punt in het midden van
het plein, genaamd «de Hof." Voor lokalen
buiten dien kring gelegen, zal de maat
schappij bijzondere, echter uniforme
voorwaarden voor de verbinding aan haar
centraalbureau mogen stellen, onder
goedkeuring van B. en W., met dien
verstande evenwel, dat de jaarlijksche
abonnementsprijs nimmer meer zal mogen
bedragen dan het dubbele van den
abonnementsprijs binnen den kring en
dat een abonné nimmer voor langer dan
zes jaren zich zal behoeven te abonneeren.
Abonnés binnen den kring gelegen, be
hoeven zich niet langer dan voor éenjaai
te verbinden.
De maatschappij zal tusschen haar
centraalbureau en vier door B. en W.
aan te wijzen plaatsen kosteloos verbin
dingen moeten maken, onderhouden en
bedienen, zoodra zulks door B. en W.
ten behoeve van den publieken dienst
wordt verlangd. Zij zal op werkdagen
gedurende minstens 10 uren, en op Zon
dagen gedurende éen uur de gelegenheid
moeten geven tot het maken van ver
bindingen aan haar centraal-buieau, zul
lende wijders de vaststelling der dienst
regeling in overleg met B. en W. ge
schieden. Bij toetreden van minstens
honderd abonnés zal, op verlangen van
B. en W., gelegenheid tot het maken
van verbindingen moeten gegeven wor
den op werkdagen gedurende twaalf
uren.
Bij den boekhandelaar G. J. Slot
houwer ligt onderstaand adres ter tce-
kening, dat aan den Minister van Water
staat, Handel en Nijverheid, zoo mogelijk
nog in den loop dezer week, zal worden
verzonden
Geven met verschuldigden eerbied te
kennen, de ondergeteekenden, allen in
woners van Amersfoort of van omliggende
Gemeenten,
dat zij met genoegen ontwaard hebben,
dat de Kamer van Koophandel en Fa
brieken te Amersfoort zich tot Uwe
Excellentie wendde met het eerbiedig
doch dringend verzoek, het daaiheen te
willen leiden om het nieuwe Centraal
station te doen bouwen in de onmiddel
lijke nabijheid der Gemeente en aan de
stadszijde.
De Raad der Gemeente heeft dit adres
bereids ondersteund en daarbij doen uit
komen, dat, bij den bouw van het tegen
woordig Centraal-station, de Gemeente
een subsidie verleende, op voorwaarde,
dat dit station op geen verderen afstand
zou worden geplaatst dan 300 Meter van
de voormalige Utrechtsche poort.
Wordt dus reeds uit een oogpunt van
billijkheid aangedrongen op den bouw
van het nieuwe station zoo dicht moge
lijk by de stad, adressanten herinneren
aan de bezwaren reeds in het adies
van de Kamer van Koophandel ontvouwd
en wijzen er op hoe èn de handel,
én de vele reizigers, én de leerlingen,
die uit omliggende Gemeenten ter school
komen, groot nadeel zouden ondervinden
door het bouwen van een nieuw Centraal
station op zulk een grooten afstand van
het centrum der Gemeente als thans door
de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maat
schappij wordt voorgesteldgezwegen van
het groote gevaar, dat velen zullen loopen
en den last dier. de handel zal onder
vinden indien het station niet aan de
stadszijde wordt gebouwd en de passage
dus elk oogenblik zal worden gestremd
door rangeerende treinen.
Adressanten zijn geïnformeerd, dal ook
Kamerleden, bekend met de plaatselijke
toestanden van Amersfooit, eveneens
Uwer Excellentie hebben verklaard, dal
het ontwerp- H. IJ. S. M. zeer ten onge
rief zou strekken aan de Gemeente.
Zij richten daarom tot Uwe Excellentie
het eerbiedig doch dringend verzoek, wel
te willen handelen in den geest der over
dit onderwerp gezonden adressen en nim
mer toe te laten, dat het nieuwe Station
gebouwd worde op het door de H. IJ. S. M.
gekozen terrein, te meer, daar bedoelde
Maatschappij alleen tot die keuze kwam
om op dat terrein alle treinen te kunnen
splitsen en rangeeren, waardoor Amster
dam wel zou ontheven worden van een
grooten last, doch Ameisfoort zeer zeker
de dupe zou woiden van dezen ti ij arbi-
trairen maatregel.
't Welk doende, enz.
In de iV. A. Courant, Zaterd. 8July,
wordt onder het opschrift Vlinders, d e
nieuwe wandelgids een enkel woord
gezegd over mijn boekAmersfoort,
777158Q. De schrijver is van meening,
dat «door een andere indeelinp en meer
populaire behandeling hel boek aan
aantrekkelijkheid zou gewonnen hebben."
Ik twijfel er geen oogenblik aan, of de
schrijver van die aan- of opmerkingen
zou een veel betere kronijk of geschie
denis geleverd hebben. Toch zou ik, als
de sloffe op nieuw door mij behandeld
moest worden, dezelfde indeeling en den
zelfden vorm behouden. Met slechts één
enkele wijziging. Ter wille van den lezer,
die minder met het oud-Hollandsch be
kend is, zou ik de verkortingen met cur-
cyf gedrukte letters aanvullen. Geruimeu
tyd, nadat mijn boek verschenen was,
werd door het Historisch Genootschap te
Utrecht bel voorstel gedaan en vastge
steld, de verkortingen, op de wijze nis
gezegd is', wéér te geven. De indeeling
of liever de chronologische volgorde zou
ik echter geheel onveranderd laten. En
dat, om het groot belang der zaak. Wil
men in het bezit komen van de geschie
denis onzer steden, waaraan zóó groote
behoefte bestaat, dan is het niet vol
doende, dat er hier of daar in den ,loop
der eeuwen een greep gedaan, deze of
die gebeurtenis meer uitvoerig veihaald,
dit of dat gebouw beschreven wordt,
maar dan is het een eerste vereischle,
dat men vermeld vindt, zóó nauwkeurig
en zóó uitvoerig als het gevoegelijk ge
schieden kan, wat er van jaar tot jaar
heeft plaats gehad. Van de meeste steden
bestaat wel een of andere beschrijving,
maar geen geschiedenis. Wat ontbreekt
er aan Ik deel hier mede, wat reeds
jaren geleden een beoefenaar onzer ge
schiedenis mij persoonlijk zeide: «bij al
die beschrijvingen onzer steden ontbreekt
een boek als het uwe. Wij missen overal
de chronologische opgave der feiten. De
grondslag voor een geregeld geschied
verhaal ontbreekt. Zulk een werk is
Amersfoort. Zooals aan hjjna alle stads-
beschiijvinged, ontbreekt ook aan het
boek van v. Bemmel de chronologische
volgorde. De stof of liever de geschiedenis
der stad is in hoofdstukken ingedeeld,
waarin omtrent een of ander onderwerp,
bijv. de St. Joris-kerk, de O. L. V. Toren,
enz. de belangrijkste bijzonderheden wor
den medegedeeld. Dat maakt den arbeid
voor den schrijver tamelijk gemakkelijk,
en de lezer leert ook wel een en ander
kennen, maar hij krijgt geen overzicht
van het geheel, leert niet hoe Amersfoort
langzamerhand zich gevormd en ontwik
keld heeft, hoe de stad vooral in de mid
deneeuwen groot en machtig geworden
is. Kan zulk werk aanspraak maken op
den naam van geschiedenis?
Nu er een werk bestaat: Amersfoort
7771580, kan er door een of anderen
liefhebber der geschiedenis zeer gemak
kelijk een beknopt, lezenswaardig en aan
eengeschakeld vei haal van de stichting
en lotgevallen der stad tot 1580 geschre
ven worden.
De tweede op- of aanmerking betreft
de behandeling. De schrijver van boven
genoemd Artikel meent, dat door meer
populaire behandeling het boek aan aan
trekkelijkheid zou gewonnen hebben. Het
kan en zal wel zyn, zooals de schrjjver
zegtmaar door zulke meer populaire
behandeling zou het boek veel van zijn
waarde verloren hebben. De verschil
lende berichten zijn thans medegedeeld,
juist zooals zij in de charters en Revo-
lutieboeken en Protocollen, enz. geschre
ven staan: d. i.in de taal en in de
spelling, met de verkortingen ir, die da
gen gebruikelijk. Daardoor heeft iederen
medeaeeling of elk bericht zulk een ka
rakter van waarheid, dat daaraan met
volkomen gerustheid vertrouwen geschon
ken kan worden. De eenige viaag die
iemanl doen kan, is deze: heeft de
schrijver wel goed gelezen? Waar echter
slechts de minste moeilijkheid bestond,
is door mij in den gedrukten tekst een
plaats opengelaten, of een vraagteeken
geplaatst. Zordra men een geschreven
stuk uit de XlVde 0f XVd® eeuw over
brengt in de taal van onze dagen, kan
er twijfel ontstaan, of de veitalei bet
oorspronkelijk wel goed begrepen en ten
tweede, of hij wel juist weêrgegeven
heeft. Ieder is gerechtigd een vertaling te
wantrouwen. Daarom wordt dan ook in
belangrijke aangelegenheden meestal de
overlegging der originalen ei langd. De
betrekking van beëedigde vertalers is
volstrekt geen article de luxe. Waar de
documenten worden medegedeeld in de
eigen taal en spelling van die dagen,
daar is de hulp van een tusschenpersoon
overbodig. Ieder kan zelf lezen en beoor-
deelen, wat er geschreven staat.
Nu in de Amersf. Cour. aan- of opmer
kingen omtrent mijn boek gemaakt zijn,
veroorloof ik mij de vrijheid de recensie
gedeeltelijk af te drukken van den z66
geleerden helaas, te vroeg ontslapen
Hooft van Iddekinge in het Tijdschrijft,
Bijdragen voor Vaderlandsche geschie
denis en Oudheidkunde, f880.
«Dit werk, meer dan duizend bladzij-