NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
LOUISE STRATENUS,
HOI STIERF ZIJ?
iêuym
UTRECHT en GELDERLAND.
j\o. 76.
Zaterdag 23 September 1893.
Twee-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Aan onze lezers.
PREMIE
Vijftig cent.
Officieele Publicatiën.
BUN IS1 EiN L AJN D.
De uitreiking; der nieuwe Vaandels.
Feuilleton.
C0D8ANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 ïeaiitiden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Wij zijn in staat, bij den aanvang
van het 4e kwartaal, onzen lezers als
aan te bieden een
oorspronkelijke roman
VAN
getiteld
Dit werk, dat in de handel f 2.50 kost,
bieden wij onzen lezers aan tegen
Ten einde evenwel allen onze lezer*
van dit buitenkansje kunnen profiteeren,
wordt het werk aan ons bureau niet
anders afgegeven, dan tegen inwisseling
van den in dit nummer voorkomende bon.
Naar buiten franco toezending na ont
vangst van 60 cents per postwissel.
De uitgever.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gelet op art. 18 der wet van den
4. December 187-z (Staatsblad No. 134),
Brengen ter algemeene kennis, dat
eiken Maandag, 's namiddags te éénuie,
voor eenieder de gelegenheid tot kosle-
looze inenting wordt gegeven in de daar
toe bestemde localiteit, gelegen aan de
Breedestraat, wijk F, No. 133.
Amersfoort, den 21. September 1893.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
W. A. CROOCKEWIT,
Weth. 1". Br.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gelet op de aanschrijving van den heer
Commissaris der Koningin in de provincie
Uliecht, van den *20 September I.I., no.
4, A. Z.,
Bieugl ter kennis van belanghebbenden,
dat volgens mededeeling van den Minis
ter van Oorlog, dd. 16 September j. 1.,
op den 28. September aanstaande en
volgende dagen, van af des voormiddags
te elf uren, van eene batterij, gelegen
in de nabijheid van de kustbatterij vaD
Diemerdam, schietoefeningen zullen ge
houden worden in eene richting gaande
ongeveer 500 Meters ten Zuiden van het
fort Pampus.
De mogelijkheid bestaat, dat nu en
dan, gedurende eenige dagen, het vuren
zal worden gestaakt.
Tijdens het vuren zullen roode vlaggen
worden geloond op het fort Pampus, op
de West-Batterij bij Muiden en op de
batterij bij Diemerdam.
Amersfoort, den 22. September 1893.
De Burgemeester voornoemd,
W. A. CROOCKEWIT,
Weth., |o. Br.
Kostelooze naarechnwing.
HOOFDELIJKE OMSLAG.
De gemeente-ontvanger van Amersfoort
brengt ter keunis van de belastingschul
digen, die de op 1. October vervallen be
talingstermijnen, namelijk 7/'° van
hunnen aanslag over 1893 nog niet heben
aangezuiverd, dat in bet begin dier maand
tol eene vervolging moet worden over
gegaan.
Al degeven die voor hem beschikbaar
gestelde gelden uit de gemeentekas wen-
schen le ontvangen, worden uilgenoodigd
hun aanslagbiljet ten kantore medete-
brengen, opdat de verplichte inhouding
van belasting, vooi zooveel de vei schenen
termijnen betreft, dooi afschrijving daarop
kunne worden aongeteekend.
Amersfoort, den *21. September 1893.
De ontvanger voornoemd,
J. C. LEINWEBER.
Het was een vrooltjk en levendig loo-
neel, dal de stralen der residentie Don
ueroagmorgen opleveiden: overal schit-
leiende uniformen en gala-gewaden;
i idders en oud-strijders slaande trommen
en schetterende trompettenoveral de
tachementen van verschillende troepen-
afdeelingen, trekkend door de stad naai
het Malieveld, waar door de Koningin
aan elk der regimenten infanterie en
cavaleiie een nieuw tnaudel zou worden
uitgereikt.
Om 8 uur kwam het detachement
sterk 10Ü man van het 4e Regiment In
fanterie uil Leiden in de residentie aan,
begeleid door de Stnfmuziek van dat
Regiment, tei bijwoning van de plech
tige uitreiking van vaandels en standaards.
Het muziekkorps speelde gedurende den
weg van het station naar de Oranjeka
zerne, vroolijke marschen.
De manschappen van het ie Regt.
Infanterie met liet muziekkoips kwamen
om 10 uur uit Amsterdam in de resi
dentie en marcheerden met de muziek
aaD het hoofd naar dezelfde kazerne.
Reeds in de ochtenduren brachten lal
van extra- en plezier treinen een groot
aantal reizigers in de esidentie, zoodat
't id de straten reeds vroeg druk was.
Van de openbare gebouwen en uit vele
particuliere woningen wapperde de drie
kleur.
Te twaalf uur bood de Maliebaan een
schitterenden aanblik aan. Aan de eene
zijde verheft zich de tribune, bestemd
voor het corps-diplomatique en de gede
legeerden benevens de leden vau hel
civiele Huis van de Koninginnen, voor
de genoodigde civiele autoriteiten en voor
de officieren der landmacht in Oost- en
West-Indië en van de Zeemacht, benevens
voor enkele vertegenwoordigers der pers.
Recht tegenover de tribune wees de
Standaardvlag de plaats aan, waar de
plechtige uitreiking zou plaats hebben.
En tusschen de trinune en de plaats dei
vorstinnen waren de ridders der Militaire
Willeuis-Orde, de oudstrijders en andere
genoodigden opgesteld. Ter weerszijden
der tribune waren de gepensioneerde
officieren en de oud-officieien van het
legpr, de officieren der schutterij en an
dere militaire autoriteiten geplaatst.
Tegenover de tribune waren de troepen
opgesteld.
By de aankomst van ti.H. MM., die
vau het Baleis door het Noordeinde, de
Heulstiaat, het Lange Voorhout en het
Korte Voorhout naar de Maliebaan waren
gereden eD op dien weg door de talrijke
volksmenigte, die aan beide zijden ge
schaard stond, langdurig werden toege
juicht, werd door de verschillende muziek
korpsen het Wilhelmus uitgevoerd.
Onmiddellijk na de aankomst van den
koninklijken stoet in de Maliebaan werd
langs de gelederen der troepenafdeehngen
geieiien. Het koninklijk rijtuig w.is hierbij
veigezeld door den minister van oorlog,
den generaal-majoor inspecteur der cava
lerie en den luitenant-generaal inspecteur
der infanterie benevens door dealjudan-
ten van H.H. M.M. en het gevolg dat de
koninklijke rijtuigen van het Paleis af
vergezeld had.
Tijdens de inspectie hadden de kolonels
commandanten der acht regimenten infan
terie en der beide regimenten huzaren
naast den bereden staf plaats genomen,
met hunne adjudanten achter zich.
Toen de beide Koninginnen op deze
wijze de troepen hadden geïnspecteerd,
werd overgegaan tot de eigenlijke plech
tigheid van de uitreiking der nieuwe
vaandels. Daart«e werd een carré gefor
meerd, van drie zijden aangesloten op
de tribune, waarbij de koninklijke stand
aard als middelpunt werd genomen.
De rechteiflank werd daarbij gevormd
door de grenadiers en jagers; de batal
jons der regimeuten infanterie vormden
met de batterijen veld-artillerie en de
compagnieën vesting-artillerie, de achter
flank; de huzaren sloten het carré aan
de derde zijde.
Zoodra het carié geformeerd was,
kwamen alle bereden officieren, de niet-
ir.gedeelde generaals en hoofdofficieren,
en de officieren te voet, die voor de
tiibune plaats hadden genomeD, zóóver
vooruit, dat door deze linie de vieide
zijde werd geformeerd.
In het midden hiervan stond het konin
klijk rijtuig.
De coinmandeerende officieieu van het
regiment grenadiers en jagers, van de
acht overige regim mten ïolanteiie en
van de drie regimenten huzaren, benevens
de regiments-adjudanten, begaven zich,
nadat zij waren afgestegen, met de
vaandel- of standaarddragers, die het
oude vaandel, of den ouden standaard
van het korps droegen, naar de plaats
waai Hare Majesteiten zich bevonden en
stelden zich tegenover Hare Majesteiten,
in volgorde van de nummers der regi
menten op; de infanterie op den rechter
vleugel.
De minister van oorlog plaatste zich
aan de linkerzijde van Hare Majesteiten.
De inspecteur der infanterie en de
inspecteur der cavalerie namen plaats ter
zijde van den minister van oorlog.
Op een wenk van de Koningin-Regen
tes deed de gouverneur der residentie
den ban openen.
Aanvangende met het regiment grena
diers en jagers had daarna de uitreiking
der vaandels en standaards in volgorde
der nummers van de regimenten der
infanterie en cavalerie, als volgt plaats:
De adjudant van dienst van H. M. de
Koningin nam het nieuwe vaandel of den
nieuwen standaard over van den onder
officier die dit voorwerp droeg, en na liet
ontdaan te hebben van het foudraal, bood
hij der Koningin het vaandel of den
standaard aan.
De regiments-commandant had intus-
schen het oude vaandel of den ouden
standaard van den adj.-ond.-off. vaandel-
of standaarddrager overgenomen, en dit
voorwerp overhandigd aan den ordon-
nance-officier van dienst van de Koningin,
die het ter hand stelde aan den onder
officier, die het nieuwe vaandel gedragen
had.
In dien tusschenlijd had de regiments
commandant zich begeven naar het
koninklijk rijtuig, waai de koningin hem
het vaandel voor zijn corps overhandigde.
De vaandels en standaardvlaggen wer
den geleverd door de firma W. J. van
Heijnsbergen te 's Hage, en zijn ver
vaardigd van echte, zware oranje Lyon-
sche zijde. Die voor het regiment grena
diers en jagers en de 8 regimenten in
fanterie zijn een meter de standaard
vlaggen voor de huzaren 0,50 M.
De vaandels en standaardvlaggen zijn
aan de eene zijde beschilderd met het
Nederl. wapen; aan de andere zijde met
de gekroonde W., waaronder vermeld
slaat de naam van het regiment waartoe
het vaandel of de standaardvlag behoort.
Het geheel is aan beide zijden om
lijst met een krans van oranje-en eiken
bladeren. Al de vaandels zijn omzet
met gouden franje. Aan den een stok,
vergulden standaard met opschrift«Voor
koningin en vaderland," hangen gouden
kwasten aan gouden koorden.
Het vaandel Van het reg. grenadiers
en jagers is daarenboven aan beide zijden
door
L. II.
13) Het wekte in de gegeven omstandig
heden niet weinig verwondering, toen
men des anderen daags een bediende der
Dangeau's in zijn beste livrei gedost,
door de Louvre zag gaan, om een vrij
taltijk gezelsehap uit te noodigen tot het
bijwonen van eene avond bijeenkomst;
uitdrukkelijk werd er bij gezegd dat
mademoiselle Marie-Rose een sprookje
vertellen zou. Zulk een uitnoodiging
was niets ongewoons, want getrouw aan
de leer der contrasten, luisterden deze
ijdele lichtzinige mannen en vrouwen
menigmaal met de grootste aandacht
naar de eenvoudige sprookjes en legenden,
die Roosje hun in het fransch vertelde
zelfs de konning had zich wel eens
verwaardigd om met een knikje zijn
bijval te betuigen, waardoor Roosje ver
bazend in de achting van Daugeau ge
stegen was.
Het waren Frankrijks beste namen,
die door de kamerdienaren werden af
geroepen opdien gedenkwaardigeu avond.
Schoone vrouwen en kloeke mannen
omringden weidia de bekoorlijke vrouw
des huizes, die echter heden nog ernsti
ger en stiller was dan gewooniijk. Zelfs
Kurt en Laurence, anders de ziel van den
kleinen kring, waren buitengewoon Stil.
Roosje zat als naar gewoonte in een
boekje bij het venster over haar werk
gebogen, en daardoor viel het niemand
op dat zij er zoo bleek en afgemat uit
zag. Wat wel opzien baarde was de
tegenwoordigheid van madame Dangeau
en Laurence die haar pogingen tol toenade
ring altijd had ontweken; niemand
vermoedde dat zij door de drie vrouwen
des huizes haar welverdiende straf zou
ontvangen, niemand behalve misschien
zij zelve. De Jonquille had een onver
klaarbaar gevoel van onrust; haar hart
klopte met verdubbelde slagen, haar
wangen gloeidenmaar dit alles belette
haar niet om met haar gewone coquel-
tene alles in het werk te stellen om
Kurt tot zich te trekken.
Er werd zoete wijn en gebak rondge
diend, en het gezelschap maakte zich tot
luisteren gereed, toen onverwachts de
koning onaangediend binnentrad. Allen
stonden op, maar moesten zich op een
wenk met zijne hand terstond weer ne
derzetten. Dangeau, overgelukkig door
de eer die hem te beurt viel, zette zijri zetel
vuor hem gereed, haalde eene voetbank en
wist van dienstvaardigheid niet wat hij
doen zou. Op een leeken des konings
nam hij een laag stoeltje en ging naast
zijn aangebeden ideaal in den kring der
toehoorders zitten.
«Komaan, kindlief," zei Lodewijk ge
nadig tot Roosje, «hoe heet de historie,
die gij ons vertellen zult'.'"
«Liefde en trouw, sire," gaf zy ten
antwooid.
De Jouquille lachte en fluisterde haar
buurman in het oor: «zeker haar eigen
liefdesgeschiedenis
«Daar was eens," zoo begon Roosje
op hare eigeaardige manier, «in eene
goede oude stad een jonge goudsmid,
die «ene bruid had, waarvan hij zielsveel
hield; en zij beminde hem nog inniger,
zoo dut mogelijk was. Toen de tijd kwam
dHl hij voor ziju hanwerk op reis moest
gaan, nam hij twee gouden ringen, stak
er een aan zyn eigen viüger en een aan
den hare, en soldeerde ze eerst aan den
vinger aan elkander; nu waren zij zoo
nauw, dat geen van beide ze ooit weer
af kon leggen, en dat was een symbool
van hunne onvei breekbare trouw. Daarop
scheidden zij. De bruid spon en naaide
aan baar uitzet, maar toen het gereed
was, bleef de bruidegom uit; vau tijd
tot tijd had hij rnet een terugkeereride
handwerksgezel nog eens bericht gezonden,
maar eindelijk hield ook dat op, en zijn
vrienden geloofden dut luj dood was. Zijn
bruid klaagde en treui de, maai hij keerde
niet terug."
«En toen troostte zij zich en nam een
ander 1" lachte de Jonquille, die door het
woord goudsmid onaangenaam getroffen
was; zij hoorde het nu voor de tweede
maal in de laatste dagen.
«Wel neen I zij schreide zich dood en
men plantte een treurwilg on haar grafl"
merkte een jeugdig cavalier spottend aaii.
Roosje schudde het hoofd. «Zij deed
noch het een noch het ander," vervolgde
zij, «zij pakte haar uitzet bijeen in het
groote eikenhouten koffer, waarin zij ook
haar zilver bewaarde, strooide er lavendel
en rozebladeren in, bracht haar bloemen
naar het graf van haar ouders, nam af
scheid van haar bloedverwanten en vrien
den en toog met eene aanzienlijke dame
naar een ander land, om daar onderzoek
te doen naar den verdwenen geliefde.
«De jonge man had al heel wat van
de wereld gezien, toen hij, nog altijd
met het beelde zijner bruid in het hart,
in eene groote stad kwam."
«De bruid was natuuilijk blond I" spotte
Adelaide.
«Ja, zij was blond," hernam Roosje
en sloeg daarbij zulk een dreigpnden
blik op madame Routhier, dat deze de
oogen neersloep, et zich hoe langer hoe
minder op haar gemak begon le voelen.
Daaiop vervolgde zij «Hij kwum dan
in eene groote stad en die heette Pa
rijs.
Een algemeen «Ah" liet zich hooren.
Nu begon het duitsche sprookje eerst
recht intressant te worden, en de koning
keek al de aanwezige beurtelings onder
zoekend aande waaier in Adelaides
hand trilde zichtbaar en de koning weid
hoe langer hoe oplettender.
«En die heette Parijs," ging Roosje
voort, «en daar vond hij een kundigen
leermeester, die een zeer schoone klein
dochter had."
«Madame Routhier valt in onmacht,"
viel madame Dangeau haar in de rede-,
«Alweer?" zei de hertog de Laroche-
foucauld verwonderd.
«De dame moet oogenblikkelijk tot
zich zelve komen I" zoo klonk 's konings
bevelende stem door het salon, «en naar
het verstelsel luisteren zonder te sloren."
Allen schrikten. Lodewijk was een
tiran, dat wisten zy, maar hij was nooit
onbeleefd tegen een dame.
Wordt vervolgd.)