NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND „De VR00L1JKE HUISVRIEND." Het Herkenningsteeken, Zaterdag 28 October 1893. W-i^ioov ooïjbJ Tuee-euTLwiutigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Aan onze lezers. JÏTENLAND. BINNENLAND. F euilleton. \o. 86. Hu «l> qb l'rr/ /jJ aovui» V 1070 riflG)8 Jirlo^ed 'id J-U I' I >iuJ-2 ioq 01.1 t lol Ov.Ol nnv dors (is n9i!ini ,les isrnail 9b99wT 9Q jnil i'jl»l A .leiJtoO 9b na» l9J8toov Jsri mi f,o ii.noilqii 19J oiüfi en agonb ,Ja'fl» "'JV •GSSj 0'.^;lll99blB 9b lil ,.8 .VoiÓ 4l lov yb 01! .n .0 «isfoosisbao J»d •ij»«lodtuJO lij t »qioy/Ji« SFOORT VOOR da i abonnementsprijs: ""er 3 maanden 1.— Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. .gezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Te beginnen met le Jaunari 1894 stellen wij voor als PREMIE bij ons blad te voegen het gëillnstreerile Humoristische Weekblad I*n der eerstvolgende nummers ■z*' prospectus en inteekeubiljetten 'gelegd waarop de voorwaarden orden omschreven de Redactie. Mi, e Rossen te Parya. ;^gt feestmaal dat Maandagavond plaa ,Su in de Galerie de Treote Mètres op li-ït' Champ de Mars, wordt nog liet volgende vermeld Hier wv»a 112 tafels aangericht, iedei voo ja^ffsonen, behalve de eeretafel, waaraan „plaats was voor 200 gasten. as rijk versierd met Fransche he vlaggen, aan reusachtige tgehecht, terwijl een zee van „jicht den luister verhoogde, /icntc, £He galerij, evenwijdig aan de eeretale, 'vas een geïmproviseerd tooneel opgeslagen, waarop het corps de ballet van de Groote Opera na afloop van het diner hi eerste bedrijf van het ballet La Malaijetla speelde. De gasten von den op hun plaats een takje vergeet-mij- niet met een driekleurig lintje versierd, en onder bun set vet een bord, met de wapens van Frankri k en Rusland, dat bun door de firma E. Bourgeois als sou venir aan het feest werd aangeboden. Het banket nam te 7 uur een aan vang, en telkens als er bekende perso nen binnenkwamen, werden zij met ge juich ontvangen. Tegen 8 uur verscheen admiraal Avellan met zijne officieren; al de aanwezige gasten stonden op en zwaaiden met hunne servetten, terwijl de muziek het Russische volkslied en daarna de Marseillaise aanhief. De ad miraal nam aan de eeretafel plaats, naast den voorzitter, Senator Ranc, president van de vereeniging van republikeinsche journalisten. Aan dezelfde tafel zaten voorts de ministers, de voorzitters van de Kamer en den Senaat, generaal Saus sier enz. Er werden geen officieele toasten ge houden. Aan het einde van het banket stond de voorzitter op en riep, met een beeker champagne in de hand»Leve Rusland!" welke uitroep door admiraal Avellan beantwoord werd met een «Leve Frankrijk 1" Voor dezen rrusachtigen maaltijd warer. aan het werk gezet 100 hofmeesters, 60 koks, 100 keukenjongens, terwijl 400 kellners voor de bediening zorgden. Het cervies bestond o. a. uit 32,000 borden en 20,000 glazen. Er werden gebruikt 1200 liter soep, die in één reusachtigen ketel gekookt was, 800 kilo ossenvleesch, 700 fazanten, 40 vaatjes Rusische sardines, 500 kilo druiven, om van de andere gerechten niet te spieken. Daarbij werden gedron ken 25 vaten wijn, 2000 flesschen cham pagne, 50ü liter cognac fine champagne, 4000 flesschen mineraalwater. De koffie werd gezet in een reusachtig toestel, dat 80 kilo koffie hevatte, waarvan 4000 koppen geschonken werden. Te 9 uur ging de gordijn op voor de opvoering van «La Malladeta. Het or kest was verstrekt tot 150 executanten. Na afloop van het feestmaal werd het groote vuurwerk op het «Champ de Mars" ontstoken. Tot besluit van den feestdag werd den Rusischen officieren in den «Cercle militaire een souper aangeboden, waarop generaal Saussier een hartelijken toast op Rusland uitbracht. Zondag is het lijk van Mac-Malion in den grafkelder van het Hotel des In valides bijgezet. De minister-president Dupuy zeide in zijn rede bij den lijkdienst o. a. het vol gende «De maarschalk heeft vóór zijn dood kunnen zien, dat Frankrijk in den nieu wen politieken toestand een krachtigen waarborg voor den vrede gevonden had. Zijn vaderlandslievend soldatenhart had de zedelijke strekking begrepen van de feesten, die den Russischen vrienden aan geboden werden, welke nu hun rouw met dien van Frankrijk vereenigen, en die kunnen bevestigen, dat de republiek het beeld van het Heilige Vaderland bo ven alles stelt. De begrafenis begon onder zeer grooten toevloed ten li ure. Er waren vele commisiën met kransen. Alle troepen waren op de been, het geschut werd afgevuurd. De gouverneur van het Hotel des Invalides nam het lijk in ontvangst. De Italiaansche gezant en een Italiaansehe deputatie evenals de Russische officieren trokken zeer de aandacht. Een aantal vreemde vorsten hadden zich doen ver tegenwoordigen. Onder de bewijz.en van deelneming, die door de wednwe van den maai schalk De Mac-Mahon van alle zijden werden ontvangen, wordt bijzonder op prijs ge steld het rouwbeklag van den keizer van Duitschland, dat daar in het gezonden telegram door den Duitschen gezant te Parijs is overgebracht «De keizer van Duitschland heeft, zoodra hij kennis heeft gekregen van het smar telijk verlies, dat door u is geleden, mij belast, doordrongen als hij is van een innige sympathie, in zijn naam een kians neer te leggen op de baar van den dap peren en edelen maarschalk, Teiwijl ik u, mevrouw, mijne persoonlijke gevoelens van hartelijk rouwbeklag aanbied, verzoek ik u mij wel te willen doen weten den dag en de plaats, waar ik de eer zal heb ben mij van deze hooge zending te kwijten. Graaf Von Munster." Waai nagenoeg de geheele pers een stemming een eere-saluut aan de lijkbaar van Mac-Mahon is komen brengen, mag de schoonste hulde gezien worden ir, een artikel, dat de «Figaro" aan de nage dachtenis van den overledene wijdt, en wel omdat het neergeschreven werd door Jules Simon, den staatsman, die zulk een werkzaam aandeel genomen heeft in de gebeurtenissen, die aan de laatste peri ode van het presidium van den maarschalk voorafgingen. Het blijkt, dat de oude vriend van Thiers geen wrok meer gevoelt over het gebeurde van den 16den Mei 1877, toen de heer Jules Simon met zijn ministerie het veld moest ruimen. Om deze reden juist vslt zooveel waarde te hechten aan de karakteristiek, die een oud-minister van Mac Mahon van diens bestuur ten beste geeft. «Zijn bestuur, zegt de lieer Jules Simon, was een voortdurende strijd tegen Gambetta, gesteund door de oppo sitie van Thieis en zijn vrienden. Gam betta wilde als president optreden om met één Kamer liet clericalisme te fnui ken. Thiers wilde weder als president optreden om ondei den naam van repu bliek inderdaad de constitutioneele mo narchie voort te zetten. Zoo zagen deze beiden in Mac-Mahon een overweldiger, die tijdelijk de hun toekomende plaats innam. Hij was min der eerzuchtig dan zij. Zijn ideaal was evenals d3l van Thiers eene republiek met monarchale instellingen, maar hij had niet diens liberale neigingen en stelde zich vooral de versterking van het gezag voor oogen." Over de Kamerontbinding in 1877 vervolgt de heer Simon, dat hij bij den maarschalk alle gedachten aan een staatsgreep uitgesloten acht. «Zijn inzet bij dit spel was zoo hoog, dat hij eigenlijk reeds den 16en Mei 18/7 zijne ontslag-aanvrage teekende. Hij moest slagen of van het tooneel verdwijnen. Zonder spijt verliet hij zijn post. Daarna bewaarde hij het stilzwijgen. Hij bleet geene militaire of politieke hofhouding houden. Anders dan Thiers of Bismarck kon hij niet als staatsman in ruste zijn land met gesprekken of redevoelingen regeerenIn 't kort, maarschalk Mac-Mahon was groot als legerhoofd en als burger en een rechtschapen mensch." Deze woorden doen zoowel den man, aan wien ze gewijd zijn, eer aan, als hem, die ze neerschrijvende, zichzelf be titelde als Iemand, die den overledene veel kwaad heeft toegebracht. Hier is blijkbaar meer aan het woord dan de gewone waardeering, die den gewezen vijand aan gene zijde van het graf altijd ten deel valt. Men schrijft uit 's-Hage: «Naar men verneemt is de door den Minister van Financiën toegezegde ge deeltelijke herziening van de wet op de personeele belasting, aan het Departe ment voltooid. Een wijziging in de successiebelasting en in de zegelbelasting zouden o.a. het equivalent moeten leveren voor de ver mindering van ontvangsten, die daaruit voor de schatkist voortvloeit. Het moet in de bedoeling liggen de partieele herziening zooveel mogelijk ge lijktijdig met de bedrijfsbelasting ir> te voeren, zoodat de indiening der voorstel len niet lang meer zal uitblijven." De commissie in zake Neerbosch is, naar ons gemeld wordt, voortdurend werkzaam. De omvang van het onderzoek is evenwel oorzaak, dat zij hare taak niet zoo spoedig zal kunnen voleindigen als in den aanvang verwacht werd. In deze maand zijn de verschillende sub-commissies aan den arbeid geweest. In het begin er volgende maand zal waarschijnlijk wederom eene vergadering der geheele commissie worden gehouden, waarin rapporten van de sub-commissies zullen worden behandeld. Voor eenige dagen vervoegde zich een man bij de stadsarmenkamer te Leeu warden om tot betalen van zijne huishuur een voorschot te mogen ontvangen op den «trek», dien hij in den aanstaanden winter als «werklooze" zal ontvangen I De verbeterde sabel, die door den Franschen kolonel Devué is uitgevonden, is door ons legerbestuur als wapen aan genomen. De uitvinder is benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau. In Drente is de voorraad aardap pelen dit jaar zóó groot, dat vele arbei- deis, die in den regel zeiven hunne be- noodigde aardappelen verbouwen, thans liet overschot vnn hunner, oogst verkoo- pen tegen den ongehoord lagen prijs van 50 cent per H.L. Er zijn daar boeren, die honderden H.L. aardappelen, voor verkoop bestemd, nu als veevoedsel zullen gebi uiken. Thans is beslist, dat ook de rijks- leei school te 's Bosch met 1 Mei 1894 naar Nijmegen wordt overgebracht. Aan adressanten, die verzochten om de leerschool eerst begin of midden Aug. '94 te doen overplaatsen, is door den minister te kennen gegeven, dat aan hun verzoek niet kon worden voldaan. Het jachtveld in Friesland is dit jaar rijk van wild voorzien. Het getal hazen is belangrijk grooter dan vorige jaren, een gevolg van hun ongestoord verblijf in de dioge sloten gedurende de langdurige droogte. Patrijzen zijn minder aanwezig; zij zijn bovendien zeer schuw en moeiehjk onder schot le krijgen. VAN A. GODIN. IV 6) Het was een regenachtige dag; een van die, welke in den zomer zoo verkwik kend zijn, wanneer men voor afwisseling ook gaarne eens in de kamer blijft en het regelmatige vallen der droppels dat op andere tijden melancholisch kan wer ken, eene aangename verfrissching biedt, Helene van Dalen vond het ten minste zoo. Wij willen in hare woonkamer binnen gaan, waarvan wij tot nu toe slechts de vensters leerden kennen het is de liefste en tevens de bekoorlijkste ruimte, die rijkdom en smaak vermoch ten te scheppen. De jonge vrouw rustte op eene chaise- longue, haar nog verbonden voetje op een kussen, de sierlijke vingers met eenig borduurwerk bezig, waarvan zij niet op zag. Voor haar zat Feldheim, een boek in de hand, waaruit hij juist had voorgelezen. «Waarom houdt gij op?" vroeg Helene opziende. «Omdat gij niet luistert," zeide Feld heim, en zag haar ernstig aan. «Gij zijt verstrooid, gij zijl. «En wat ben ik, dat men het niet uit spreken wil?" «Wat ik bij u nog niet opgemerkt heb, Helene droomerig!" Een lachje speelde om de lippen der jonge vrouw. «En is dat zulk eene staatsmisdaad, dat mijn strenge mentor mij daarop met zulk een donkeren blik aanziet? Is het niet geoorloofd ook eens te droomeu? Ik ben hier geboeid als een vogel in eene kooi, zingen en sjilpen kan ik toch niet den geheelen dag, dan laat men wel eens de gedachten haar vrijen loop en bij het geluid van uw melancholisch lezen droomt het zoo aar dig." Feldheims voorhoofd fronste. Hij sloot met eene snelle beweging het nog open geslagen boek. «Daarvoor is Shakespeare te goed," antwoorde hij kort. Helene lacntte. «Laat ons liever praten," zeide zij op zachtaardigeD toon, «gij hebt gelijk, ik ben heden waarlijk geene goede toehoorster geweest. Vertel mij van het geen gisteren zij hield op, een ge spannen trek vloog over haar gelaat. Feldheims gelaat betrok, even als zy had hij de huisdeur hooren openenhij stond haastig op en plaatste het boek in de boekenkast. Helene had den slependen tred der nicht op de trap herkend en herhaalde nu op zachten toon: «Vertel mij toch van liet concert van gisteren I" «Ik beu er niet geweest, gij weet, ik ben geen liefhebber van muziek," ant woordde de majoor droogjes; «gij zult daarover van anderen betere inlichtingen verkrijgen." Helene zag levendig tot hem op; de woorden die haar op de tong zweefden, werden door het binnentreden der nicht, die haastig op haar toesnelde, terug ge houden het goedige gezicht was door het groote verdiiet rood geworden. «De menschen zijn toch slecht, Helene I" riep zij verbitterd. «Wat is er dan gebeurd?" «Mijn horloge is wegl Mijn horloge met de geëmailleerde kast, dat ik nog van grootmoeder heb, dat meei dan honderd jaar in de familie isl Uw meisje heeft mij altijd gezegd, dat ik het niet in het horlogezakje moest doen, dat r.aast de deur hangt, omdat mijne kamer zoo dicht aan den trap is, waar de handwei ksjon- gens altijd voorbygaan. Maar wie had gedacht dat een weikmansjongen zoo slecht kon zijn I Geen half uur was ik uit, en toen ik weer te huis kwam, was liet horloge weg, Wat zal men er nu aan doen I" «Stel u gerust, mevrouw Klinge, uw horloge is zeer kenbaar en zal wel op te sporen zyn," zeide Feldheim. «Ik zal er weik van maken en bij de horlogemakers, vooral echter bij de politie en in de bank van leening aangifte doen." «In de bank van leening I" herhaalde de oude dame, en haar oog flikkerde, «Daarheen wordt het bepaald gebracht! Dat zal ik zelf wel doen -- neen, neen, wees stil, dat laat ik niet zoo gaan, ik ben bovendien nieuwsgierig hoe het in een bank van leening toegaat I Adieu, kindertjes I" «Maar in dien harden regen," bracht Helene in. «Wat zal mij den regen doen!" riep de goede vrouw haastig uit. «Gij hebt mij immers eerst onlangs eene mooie nieuwe parapluie geschonken! Het zijn ook maar een paar schreden naar de naaste straat," en daarop ging zij weg. «Laat haar gaan," zeide Feldheim lach ende, zij is reeds half over haar verlies heen, bij het vooruitzicht, te zien hoe het in een bank van leening toegaal. Dat viiendelijke altijd tevreden gemoed. «Waarvan menigeen iets kan leeren," zeide de jonge vronw; ja, ja, Feldheim 1 gij behoeft mij niet zao vragend aan te zien; was nicht niet tusschenbeide ge komen, gij had reeds eenige minuten vroeger de zedepreek ontvangen, die nu ook niet lang zal uitblijven. Wat is er sedert eenigen tijd met u voorgevallen Ik ken u niet meer! Van u somtijds uitgescholden te worden, ben ik sedert jaren gewoon, maar niet, u onvriendelijk en grommig te zien! Gij spreekt thans op een toon tot mij zoo koel en vieemd, dat ik mij zelf moet bezinnen, gij blijft dagen lang uit, en vraagt men naar de reden dan is er geen." «Wordt ik dan vermist, Helene? vroeg hij, en eene eigenaardige zachtheid ma tigde de iets ruwe uitdrukking der man nelijk schoone trekken, terwijl hij te ver geefs haar oog zocht. «Welk een vraag!" zeide de jonge vrouw bitter, maar met eenige besclu oomd- heid tot hem opziende. Eensklaps vloog een zwak rood over haar gelaat, als het avondlicht over de met sreeuw bedekte bergtoppen. Feldheims oog, dat nog op haar gericht was, fonkelde, een oogen- blik slechts, want reeds wist hij, dat dit meisjesachtig rood niet hem gegolden had. De elastieke tred, die de deur na derde, was ditmaal niet te herkennen, en het luide; «Binnen!" van Helene, klonk tegelijk met hel kloppen van den komende.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1