nieuwe
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
Het Herkeeeingsteeken,
l\o. 87.
Woensdag 1 November 1893.
Twee-eo-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
F euilleton.
VOOR
abonnementsprijs:
Her 3 maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers S Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. i. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend,
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De financieele toestand Tan
Amersfoort.
Geen coureet kunnen wy dezer degen
ter hand nemen of de cijfers dwarrelen
ons voor de oogen, want alle vroede
mannen in onie gemeenten lijn bezig de
begrootingen op te maken voor het vol
gende jaar. En overal hoort men klagen
en overal wordt de toestand der gemeente-
financiën treurig genoemd. Er zijn maar
weinig uilzonderingen op dezen regel en
Amersfoort behoort helaas niel onder die
gelukkigen. »Arm Amersfoort" was de
medelijdende verzuchting toen wij het
verslag lazen van de behandeling der
begrooling. Om een anders onvermijde
lijke belastingverbooging te ontgaan,
moesten telfs noodzakelijke werken voor
onbepaalden tijd worden uitgesteld.
Reikhalzend zien wij nu uit naar hulp,
naar redding en het is te hopen, dat die
spoedig komt, anders is er niets anders
op te vinden dan belasting-verhooging
en de belasting is hier toch waarlijk al
hoog genoeg. Eerst wuchten wy dus al,
wat de hooge regeering doen zal ter
verbetering van de gemeente-finajiciën.
Wij behoeven ons echter niet bly te
maken met een aanstaande belasting
vermindering op de een of andere manier
moet het geld er toch komen, omdat
het noodig is. De belasting drukt op
personen omdat zij te ongelijk verdeeld
is en niet voldoende rekening gehouden
wordt met ieders draagkracht. De tegen
woordige regeering heeft hierin reeds
eene groote verbetering aangebracht en
bij de gemaenten kan zij hetzelfde doen,
door de minder bedeelden te ontlasten,
door den druk gelijker te veideelen en
de steden naar vermogen te doen by
dragen in de kosten van het ryk. De
verandering moet komen dooi verplaatsing
van druk. Hervormingen op hel gebied
van belasting zijn toch al moeilijk, maar
vooral zijn zij het, omdat ons tegen
woordige belastingstelsel zoo'n samen
vlechliug en mengelmoes is van rijks- en
gemeentebelastingen.
Een verbetering moge daarom teveos
wel een vereenvoudiging zijn, en eenvou
dig te zijn is ook een vereischte voor
een goed gemeentelijk belastingstelsel.
Nu weten de menschan niet genoeg waar
voor zij eigenlijk moeten opbrengen en
zij kuDrien moeielijk belangstelling tooDen
inde financieele aangelegenheden van hun
stad, als zij zich niel met wainig moeite
rekenschap kunnen geven van de lasten,
die zij aan de gemeente moeten opbren
gen. Hel belastingstelsel is voor de
meesten een verward amalgama, en
nu ja, zij gelooven het wel, of zij be
ginnen te wantrouwen. Eenvoudiger stel
sel moeten wij hebben en een groote
veieenvoudiging zal het reed3 zijn als
rijks- en gemeentebelastingen beter ge
scheiden zijn. Bovendien moet rijk en
gemeente ieder voor het zijne zorgen;
b.v. de schutterij, waarvoor op de be
grooling jaarlyks een bedrag van ruim
2U00 wordt uitgetrokken, is eigenlijk
geen zaak Voor de gemeente-huishouding;
de gemeente heeft zoo goed als niets
met de schutterij te maken, maar na
tuurlijk wel het departement van oorlog;
dus de zorg hiervoor komt aan het rijk,
en zo* is het ook het geval met nog
andere zaken.
Wij zeiden reeds, dat wjj niel behoe
ven te tekenen op vermindering, of al
thans een aanmerkelijke vermindering
van belasting. Immers de noodzakelijke
uitgaveu blijven dezelfde en de behoef
ten en eischen der hedendaagsche maat
schappij worden er niet minder op. Die
toeneming der behoeften, waarmee die
der ontvangsten geen gelijken tred hield
is ook de oorzaak van onzen tegenwoor-
digen ongunstigen financieelen toestand.
In de laatste 25 jaren is de bevolking
met drie duizend zielen toegenomen,
waardoor de stad is uitgebreid en de
uitgaven zijn gestegen zonder dat de
rijkdom der inwoners grooter werd.
Om aan de eischen van den tijd te
voldoen, zyn iu die jaren vele verbete
ringen noodig geweest; gaan wij alleen
maar eens na hoe het onderwijs sedert
verbeterd is, en br. de invoering van
den reinigingsdienst in 1884 die zeker
wel in een behoefte voorzien heeft. De
kosten van het openbaar lager onderwijs
bedroegen voor 25 jaar nog geen f6000,
in 1891 reeds meer dan 115000 na af
trek van ryks-subsidie en schoolgelden.
Sedert hebben wij ook een inrichting
voor middelbaar onderwijs en is de latijn-
sche school tot Gymnasium geworden.
De hoogere burgerschool kost jaarlyks
aan de gemeente na aftrek van rijkssub
sidie en schoolgelden een som van f8000
en het gj'iuuasium eveneens na aftrek
van subsidiën en schoolgelden ruim f 7000.
Zoodal het geheele onderwijs, dat inder
daad ten som van ruim 70 duizend gul
den vereischt, aan de gemeente jaarlijks
kost ruim 80 duizend guldeD. Als wij al
de voordeelen in rekening brengen, die
Amersfuoit van zijn uitstekende inrich
tingen voor onderwijs geniet, dan kunnen
wij die som niet te hoog noemen, al
moeten wij toestemmen, dat zij voor eeD
stad als deze hoog genoeg is. Maar op
het ondeiwijs mag niet beknibbeld wor
den, dit is geen schadepost 'i alleen op
de materieele zijde lettend, zouden wij,
als wij eens gingen narekenen, waar
schijnlijk nog tot het resultaat komen,
dat de stad indirekt veel meer dan die
30 duizend gulden terugontvangt.
De reinigingsdienst werd vroeger ver
pacht en toen bestond de bepaling, dat
vóór 9 uur de asch en vuilnis moest op
gehaald zijn; nu hebben wij een beter
ingerichte reinigingsdienst, die jaailijks
sluit met een nadeelig saldo en nu wordt
er geen tijd bepaald en hebben wij het
genot de heerlijk riekende karren nog op
veel latere uien door de straten te zien
trekken.
Ons dunkt, daarin kon nu toch ook
wel verbetering worden aangebracht.
Bezuinigen doet de stad genoeg, dus wij
behoeven niet zooals de heeren Schut
en Kuipers in de Amsterdamsche ge
meenteraad deden, op iederen post van
de begrooting iels af te dingen. Alleen
wilden wij vragen, of wel altijd ook bij
kleinigheden de noodige zuinigheid be
tracht wordt, want het is ook goed op
de kleintjes te passen daar vele kleintjes,
zooals het spieekwoord luidt, één groote
maken. Voor het gemeenleraadsverslag
wordt betaald f 600, voor het opnemen
der officiëele Publikaliën in een der cou
ranten f 150. Ons dunkt, het eerste kan
men voor minder gedaan knjgen en
daarvoor zou ook wel een stadgenoot te
vinden zijn. En wat de tweede post
betreft, die kan geheel wegvallen ja mis
schien kan de gemeente er nog geld bij
toe kiijgen. Vele kleinigheden, bv. liet
drukken vaD kleinere stukken voor reke
ning van de gemeente woiden aanbesteed,
al is het ook maar ondershands, waai om
helzellde ook hier niet gedaan? Het zyn
kleinigheden, maar door ze te winnen,
zou men andere noodzakelijke kleinighe
den niet behoeven af te wijzen.
In 1868 werd de begrooting vastge
steld tot een bedrag van f 109734 in
ontvangsten en uitgaven, nu tot een be
drag van f 182962, men kan dus na
gaan hoe bij een betrekkelijk geringe ver
meerdering van inwoners, de eischen
honger zijn geworden en van zelf ook de
belastingen zijn opgevoerd. In het eerst
genoemde jaar werd geconstateerd, dat
de iinaiitieele toestand der gemeente
eenigszins gunstiger werd; sedei t heeft
men echter een dergelijk heugelijk feit
met meer wam „enomen. Een volgende
keer zullen wij meer in bijzonderheden
.ip dit onderwerp terugkomen.
H. M. de Koningin-Regentes heeft
de plannen, lot liet bouwen van arbei
derswoningen op de heide, in eene cir
culaire vun den Oranjebond van Orde
ontwikkeld, gesteund door het nemen
van 3 aandeelei Een bedrag van acht
duizend gulden is thans voor het doel
bijeen.
Aan de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp, bevattende de voorschrif
ten, vereischt om te geraken tot de aan
wijzing van hen, die tot krygdienst ver
plicht zulleu zijn.
Dit ontwerp bevat 199 artikelen. De voor
gestelde bepalingen zijn hoofdzakelijk van
zuiver adminislratrieven aard. Ofschoon
ze verband houden met de militie- en
schutlerijvoorstellen, kunDen ze geacht
worden noodig te zijn bij elke regeling
van den verplichten krijgsdienst, waaraan
net beginsel van algemeenen dienstplicht
voor de mannelijke bevolking van zekeien
leeftijd, voor zoover zy lichamelijk tot den
dienst geschikt is en niet onwaardig is om
bÜ zee- of landmacht te dienen, ter grond
slag ligt.
Door deze voorschriften in een afzonder
lijke wet op te nemen zal beter een wen-
schelijke scheiding worden vei kregen tu«-
schen het tijdstip waarop de burger met
betrekking tot den dienstplicht nog niet
onderworpen is aan het militair gezag en
dat, waarop hij deel zal uitmaken van de
krijgsmacht te water of te land.
Binnen kort zal eene Leidsch stu-
deiiten-geheel outhouders-vereeniging wor
den opgericht.
Naar wij vernemen bestaat aan
hooger hand het voornemen de bepaling,
om aan kapiteins bij de infanterie de functie
van bataljons-adjudant op te dragen, we
der intetrekken. Een intrekking dezer
bepaling zou een grooten stilstand te
weegbrengen in de promotie voor de
subalterne-officieren bij dat wapen.
De toestand van den heer Keuche-
nius blijft nog altoos even tragisch.
Schijnbaar deert hem niets. Evenals
gewoonlijk zit hij nog, geheel gekleed,
op zijn studeerkamer, en het zelf bedwang
is in zoo hooge mate bij hem ontwikkeld,
dat aan zijr, gelaat alleen door den ken
ner bespeurd kan worden, wat pijn hij
doorstaat. Toch weet men, helaas, maar
al te goed, dat deze pijn opkomt uit een
steeds zich verbreedende wonde in het
verhemelte, die bezig is zijn leven te
sloepen, en dat de medische wetenschap
nog altoos geen kruit kent, legen deze
bedenkelijke krankheid gewassen.
Naar wij vernemen, zal door de
firma Schillenians Van Belkum te
Zulpheti een nieuw geïllustreerd tijdschrift
voor Jongens en Meisjes verschijnen onder
den titel *De Kinderwereld"
Het zal hoofdzakelijk bestemd zijn voor
kinderen die voor liet tijdschiftje »Voor
de Kinderkamer" wat te groot zijn ge
worden, maar nog niet in alle opzichten
van «Voor 't Jonge Volkje" kunDen ge
nieten. Dat de wèlbekende schrijver
voor de jeugd, de Heer P. Louwerse,
ook van de y>De Kinderwereld" de re
dactie op zich heeft willen nemen, mogen
wij als een waarborg beschouwen voor
passenden inhoud, zooals die behoort te
wezen voor den leeftijd van circa 8 tot
12 jaar.
Te oordeelen naar het ons toegezon
den prospectus belooft iDe Kinderwereld"
een aanwinst te zullen zijn voor alle
bibliotheken, voor school en huisgezin.
Ook om de voorgenomen practische
inrichting meenen wij het met vertrou
wen te mogen aanbevelen.
Zaterdagavond jl. ontdekten de huis-
genooten van den notaris te Oisterwijk
(N. Br.), dat er onraad in huis was, en
bij nader onderzoek bleek, dat een paar
dieven bezig waren om de brandkast open
te breken. De dieven gingen in allerijl op
de vlucht en toen de huisheer, die op de
VAN
A. tlODIX.
7) Olto Schaumberg wendde zich levendig
tot haar. ïWaarom u niet te overtuigen,
al was het ook slechts, om by deze ge
legenheid onze profane mannenoogen in
zicht in uw schatten te doen geven?"
Hij had met buitengewone levendigheid
en verhoogde kleur geeproken. Helena
werd onder zyn uitdrukkingsvollen blik
rood tot aan de slapen, schudde echter
ontkennend het hoofd, en zeide op een
eenigszins capricieusen toon: Wanneer
ik mij volstrekt voornam, mijne gemak
kelijke houding op te geven, dan zou het
slechts zijn om muziek te maken. Ik heb
de vierhandige symphoniën, die gij mij
zondt, reeds doorgegaanwillen wij er
mede beginnen?"
In plaats van te antwoorden sprong
Otto snel op, opende de piano en schoof
een voetkussen er onder, waarna hij
zyne patiente, by het gaan van de sofa
naar het instrument, zorgvol ondersteunde.
De oude dame had mompelende de
kamer verlaten. Feldheim trok zich stil
zwijgend in eene vensterbank terug en
aanschouwde met ernstigen blik en ge-
ki uitte armer, de beide spelenden, die
leeds iu hun vuoinemen verdiept, zijne
aanwezigheid vergaten. Terwijl hy legen
het venster leunde, zonder zich te be
wegen bruisebte en kookte het in hem
als in eene vulkaan. Hij zag onophoude
lijk naar Helena, wier gelaat naar hem
gekeerd was. Hoe lang reeds kenue hij
dit zachte gelaat, en toch scheen het
hem, als had hij het nooit te voren ge
kend nooit met deze uitdrukking
gekend, die het thans had 1
Was het dan een droom, een ijdele
droom geweest, toen Feldheim voor nog
weinige weken met zulk eene gelaten
zekerheid de bekoorlijke vrouw als de
zijne dacht? En nul Hij dacht terug
aan de vervlogen dagen, als een scha
duwspel gleden ze aan zijn oog voorbij.
Toen hij Helene zes jaren geleden voor
het eerst leerde kennen, was hem hel
hart over het verlies eener geliefde bruid
loodzwaar geweest; het lieve wezentje, het
goede hart der jonge vrouw had hem voor
eerst weer een zwak aandeel in het leven
afgewonnen.
Het huis, waariu zij als een zonneschijn
heerschte, was hem het eenige asyl
geweest, waar hjj zich niet weemoedig
en troosteloos gevoelde.
Als een tijdgenoot, vriend en familielid
vaD haar echtgenoot, was hij in dit huis
steeds huiselijker geworden, en toen Ernst
van Dalen voor eenige jaren stierf, had
hij Feldheim tot executeur testamentair
en raadsman der weduwe benoemd. Zoo
hartelijk was de tegenwoordige verstand
houding ontstaan, dat Feldheims verplaat
sing van München naar Bamberg, Helene
overgehaald had, later ook daarheen te
gaan.
Hij zelt zou nauwelijks weten te zeggen,
hoe lang het zou broederlijke gevoel in
hem heerschte genoeg, het was hem
sedert eenigen tijd maar al te duidelyk
geworden, dat hij Helene met eiken hart
slag tot de zijne begeerde!
Herhaalde afwijzing van jonge schitte
rende vereerders had hem tot voorzich
tigheid aangemaand, en reeds zweefde
de beslissende vraag hem op de lippen,
toen de eerste ontmoeting der vrouw
met Schaumberg plaats had. Met dat
zeldzame intstinct, dat ieder in zyn geluk
bedrogen gevoel, een gevaar dadelijk
doet kennen, ondervond Feldheim van
het eerste oogenblik af, dat hij in zijn
illusies bediogen was.
Voor den eersten keer in zijn leven
worstelde hij met de woedende kwaal
eener jaloezie, wier doorn zich iles te
dieper in zyne ziel boorde, naarmate hij
ondervond, hoe noodzakelijk zelf belieer-
sching was, wilde hij zich niet met zijne
groote ondervinding aan de klip der be
spottelijkheid bloot stellen.
Zoo lang hij zonder werkelijke mede
minnaars tegenover Helene stond, had hij
bet onderscheid in jaren, die liaar van
hem scheidde, nauwelijks opgemerkt. Hy
beminde met al den gloed zijner ziel,
met al de kracht van een rijk, nooit
verkwist gevoel. Door de vrouweD
tot op dit oogenblik bevoorrecht, ja ver
wend, had mets hem daaraan herinneid,
dat ook hem het leven verbitterde; hy
gevoelde zich zelf nog jong en rijk genoeg
om eene tweede ziel in den vollen stroom
der ondervinding met zich te laten on
derduiken. Nu echter, tegenover de jon
ge geslachten die elkaar voor zyn oogen
zoo eensklaps zochten en vonden, scheen
hij zelf een bedelaar, een dwaast
Hy, op de helling des levens, met de
grijzende haren, hij zou willen wedijve
ren met den mar. daar, die hem in jeugd,
in levensvolle frischheid zeer ver over
trof I Zijn trots, meer dan dit, een diep
schaamtegevoel worstelde in hem, bij de
gedachte, dat ergens een oog kon ont
dekken wat er in hem omging voor
al bet oog van Heienel En toch ver
mocht bij niet altijd tegenover haar de
rustige houding te bewaren, die hij wensch-
te. De weinige weken die de jonge ai ts
dagelijks tot Helene gebracht hadden,
waren voldoende, eene betrekking tus-
schen hen te doen ontstaan, die in de
muziekletteis haar voorwendsel, in de
dagelijksch aangroeiende vertrouwelijk
heid bare uitdrukking vonden. Een on-
verdragelyk gevoel doorsneed Feldheims
ziel, toen hij, zooals juist nu, moest zien,
hoe de jonge man naar Helene zag hoe
haar blik den zijne zoo schitterend samen
trof, dat een nieuw, zielvol leven haar
trekken in zijne tegenwoordigheid ver
helderde.
Nog weerklonken de volle tonen der
Eroica, toen, door de bezielde spelenden
niet gehoord, de majoor in stilte de ka
mer verliet.
TWEEDE HOOFDSTUK.
Otto Sohaumbbrg.
I.
De zomer had reeds een tijd lang
geduurd. Bij Helene van Dalen, de anders
zoo reislustige, werden echter, tot stille
bevredigiDg der oude nicht, dit jaar geen
toebereidselen voor een of ander reisplan