NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
gëiilustreerd ZONDACtSBLAD.
Het Herkeeningsteekee,
t\o. 96.
Zaterdag 2 December 1893.
Twee-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Sint-Nikolaas.
BINNENLAND.
F euilleton.
AMEKSFOOR
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 li.auiidon 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 ó'eni.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 6 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend,
ftroote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Wij vestigen de aandacht onze
lezers op de bij dit nimmer ge
voegde prospectus van ons
Voor slechts 25 centen per kwar
taal (naar buiten franco per past voor
31'/. cent) bieden wij onze abonnenten
deze vroolijke opwekkende lectuur aan.
Z(| die zleli met 1
ItMAKI 1804 op dit
BLAD ABBOA'NEEREA ontvan
gen de tot dien datum verscho
nende nummers gratis.
De Administratie.
Sinte Niclaes Bisschop! goet heylich man,
Wilje wat in mijn schoentje geeven, Godt loont
u dan.
Geeftemen een beurs met bellen.
Soo sal ickje niet meer quelle»
Soo langhe als het Godt geliefft.
Heb ik Sinte Niclaesjen lieff.
't Is een oud kindergedichtje uit het
jaar 1658. Men ziet, het gebruik der
kinderen om een schoentje voor den
heilige neer te zetten dagteekent niet van
gisteren. Het heeft zich van geslacht tot ge
slacht in ons vaderland voortgeplant. Zal het
eens ophouden en zal b. v. de kerstboom
viering eenmaal het feest van onzen na-
tionalen heilige verdringen? Wij hopen van
niet. Sint-Nicolaas is een nationale feest
dag. Allan doen mee, in de eerste en
voornaamste plaats kinderan, maar toch
ook de ouderen, allen zonder onderscheid
van rang of stand, de Israëliet zoowel
als de Kristen, de Protestant zoowel als
de Katholiek, voor allen is 6 December
met den daaraan voorafgaanden avond
een tijd van feestvreugde.
Wat h«l Kerstfeest in Duitschland,
Nieuwejaar in Frankrijk is, is St.-Nico-
Iaas bij ons. Hel is de dag van geschen
ken, van verassingen. Door bergen van
zoetigheid worden de kleinen overstelpt
en waar geen zorgzame huismoeder toe
ziet, moet den volgenden dag de hulp
van dokter of apotheker ingeroepen wor
den. Geheimzinnige pakjes, liefst zod
ingepakt en vastgemaakt, dat het uit
pakken slechts langzaam kan plaats heb
ben, en de zenuwachtige opening des te
meer moet steigen, worden meast door
onbekende personen aan huis bezorgd.
Met verschillende gewaarwordingen wor
den de geschenken van hun omhulselen
ontdaan.
Kijk, wat lief, dat is bepaald van mijn
lieve vriendinroept de schoone
dochter des huizes uit, terwijl zij hoog
rood van kleur ("va" inspanning?) een
verraderlijk briefje zoo snel mogelijk ver
bergt. Menigmaal is hel spreekwoord:
veel geschreeuw en weinig wol, op de
als verrassing aan huis bezorgde pakken
toepasselijk, en staat de innerlijke waarde
in omgekeerde verhouding tot den omvang
van het pak. Gewaagde grappen en pla
gerijen moet men op dien avond kunnen
verdragen. Het beste, dat het slachtoffer
doen kan, is, zelf de grap aardig te vin
den en er het eerst om te lacheD. Doet
men dit niet, wordt men kwaad en zoekt
men het vol wrok op den vermoedelijken
dader te verhalen, dan loopt men groot
gevaar een volgende maal door zijne
kennissen óf geboycot óf nog veel erger
beetgenomen te worden. Sinterklaas ver
oorlooft veel, als men liet maar niet al
ta bout m lakt.
Vraagt men, wie is St.-Nikolaas en
waarom is die 6 December zoo'n feest
dag rijk aan geschenken, dan zal menig
een het antwoord schuldig moeten blijven.
Wel weet haast ieder op de eerste vraag
te antwoorden 't was een bisschop, die
voor heel wat eeuwen ergens geleefd
heeft, maar daarmede houdt alle kennis
aangaande dien merkwaardigen man ook
op. En dit behoeft niemand verwonde
ring te baren als bij weet, dat de ge
schiedenis omtrent dezen bisschop zoo
weinig zekers weet ie vertellen. Er zijn
geweest die er aan getwijfeld hebben,
dat is zoo iels bizonders niet, noemt
maar eens iets op waaraan nog niemand
getwijfeld heeft, of onze bisschop
Nicolaas wel ooit geleefd heeft. De gron
den door hen voor dat beweren aange
voerd hebben, hoewel niet van eenig
gewicht ontbloot, ons het geloof aan zijn
bestaan niet kunnen ontnemen. Dat wij
zoo weinig van onzen goeden bisschop
weten, ligt doodeenvoudig in de omstan
digheid. dat bisschop Nikolaas in hei lot
gedeeld heeft van zoo vele groote en
beroemde personen, n.l. dat hij bijna
onbekend aan en over hel hoofd gezien
door, zijne tijdgeoooten, eerst beroemd
geworden is na zijn dood.
Nicolaas leefde in de eerste helft van
de vierde eeuw onzer jaartelling, eri was
dus een tijdgenoot van keize. Konstanlyn
den Groote. Hij was bisschop van Mura
eeri bekende stad gelegen in Lycië, een
landschap in Klein-Azië. Al degeschnf-
ten der oudheid, die van hem gewag ma
ken, stemmen ten aanzien van deze bizon-
derheden volkomen met elkaar overeen.
Mogen wij dit met tamelijke zekerheid
als waarheid aannemen, zoo gauw wij
verder aan het opsporen van biionderhe-
den uit zijn leven gaan, stuiten wij op
moeielijkheden, daar verdere berichten uit
een weinig betrouwbare overlevering ge
put moeten, worden Wel schijnt men te
mogen aannemen dat hij een vooi vechter
der oithodoxie geweest is en vooral de
leer van Ariua zoo veel hy kon beatroden
heeft. Of hij hierom een tijdlang in de
gevangenis gezucht heeft, is echter een
zeer twijfelachtig bericht.
Onder de deugden, die aan Nicolaas
bovenal toegeschreven worden, moeten
zijne matigheid en hulpvaardigheid ge
noemd worden. Dat hierbij de overleve
ring zich aan de onmogelijke buitensporig
heden niet gestoord beeft, blijkt wat hel
eerste punt betreft uit het volgende staal
tje. Zijn matigheid zou n.l. zoo groot
geweest zijn, dal hij zelfs vóór zijn ge
boorte vastte. Menige zwakke moeder
zal dit lezende, het belreureD, dat die
gaaf van onthouding tegenwoordig niet
meer gevonden wordt. Later heeft men
zulke berichten allegorisch trachten te
verklaren. Van zijne hulpvaardigheid
weet ieder voorbeelden aan te halen, wy
behoeven daarbij dus niet stil te staan.
Evenmin zullen wij hier over ware of
vermeende wonderen, die door Sint Nica-
laas voor of na zijn dood zouden verricht
zijn, spreken. Dal de heilige nu nog tot
stoute kinderen komt met de roede in de
hand, staat misschien in verband met de
volgende overlevering. In zeker klooster
zou Sint Nicolaas jaren na zyn dood
s' nachts in de cel van een monnik ver
schenen zyn, dezen bij de haren uit het
bed geslee'pl en zoo gegeeseld hebben, dat
het gekerm van den monnik door het ge
heele klooster gehoord werd. Dit geschied
de, omdat zooals het vei haal zegt, die
monnik geweigerd had ter eere van de
nagedachtenis van onzen heilige een lied
te zingen. Na zijn dood kwamen van
alle kanten bedevaartgangers naar zijn
graf, dat, volgens de overlering, een wel
riekende reuk verspreidde waardoor zielen
genezen en gezonden verkwikt weiden.
Zijn naam werd alom genoemd, al spoe
dig werd hij in de Giieksche kerk alge
meen geëerd, en nu nog is hij een der
grootste heiligen in Rusland. Reeds in
de achtste eeuw was hij als een buiten
gewoon man bekend en geëerd in Duitsch
land, Frankrijk en Italië. Overal werden
hem kerken toegewijd kinderen naar zijn
naam genoemd. 6 December (sterfdag
van Nicolaas?) werd zijn algemeene feest
dag zoowel in het Oosten als in het Wes
ten Vele jaren na zijn dood zouden de
inwoners van Bari, een stad in Apulie
zijn heilig gebeante naar hun stad hebben
overgebracht.
Hoe is uit dien kerkdijken feestdag
het tegenwoordige Sinl-Nicolaas-feesl ont
slaan? Een volkomen afdoend antwoord
kunnen wij hierop niet geven.
Wij voor ons gelooven dat het in de
bekende hulpvaardigheid van den heilige
zijne verklaring rnoet vinden. Een der
meest bekende verhalen omtrent de goed
hartigheid van Sint-Nikolaas is, dat hij
eens aan een arm soldaat, die met zijne
drie jonge dochters in groote verlegen
heid verkeerde een goedgevulden buidel
met goud schonk, zoodat de soldaat niet
alleen voor altijd van alle zorgen bevrijd
was. maar ook aan zijne drie dochters
bij hun huwelijk een flinken bruidschat
kon meegeven. Een geleerd schrijver wil
uit deze vertelling het kinderfeest op zijn
feestdag verklaren. Hoe dit zij, onmoge
lijk is het niet, dat met de verbreiding
van zijn naam ook zyne goedhartigheid
bekend werd, en dat men zijn vooi beeld,
om zoo geheim mogelijk anderen wel te
doen, navolgde door aan kinderen op
geheimzinnige wijze allerlei verrassingen
te doen toekomen.
Hiermede is zeker alles nog lang niet
verklaard. Hoe komt het, mag men vrageo,
dat in zooveel andere landen, Duitschland,
Engeland enz. het Kerstfeest gevierd
wordt en bij ons het Sint-Nikolaas-
feest? Men heeft zich hiervoor aan aller
lei gissingen gewaagd. Als beste oplos
sing dunkt ons hel volgende. In Spanje
was hel de gewoonte om op 6 Dec. den
avond van Sint-Nikolaas aan vrienden
geschenken Sapate genaamd t
zenden. De gever moest onbekend blijven
en het ("liefst kostbare) geschenk ervoor
het uiterlijk nietig uitzien. Het is bekend
dat van de 15e eeuw af, zoowel tenge
volge van den handel als door vorstelijke
huwelijken onze betrekkingen met Spanje
en Italië veel levendiger en inniger waren
dan met Duitschland en andere landen.
Niet onmogelijk, zelfs natuurlijk, schijnt
het, dal wij *en feest overnamen, dal in
die zuidelijke lauden werd gevierd en
zijne eigenaardige aantrekkelykheid bezat.
Zou hierdoor tevens niet verklaard kun
nen worden, dat Sint-Nikolaas volgens
een der kinderrijmen uit Spanje komt
en daar weer elk jaar naar toe gaat?
Dat Sint-Nicolaas door allen, zonder
onderscheid van geloofsbelijdenis gevierd
wordt, mag wel verklaard worden uit
het feit, dat het feest hier te lande vóór
de Hervorming bestond. Werd hij als
heilige niet meer geëerd, hij bleef de
patroo» der kinderen en 6 December
bleef een vreugdedag. Wel kwam men
in het begin der Hervorming tegen dit
feest in sommige plaatsen op. Ir. een
keur (van Delft?) van liet jaar 1600, in
1607 hernieuwd, wordt verboden aopten
V® decembris twelck genaemt wordt
Nicolaesavont," kramen op het marktveld
opteslaan, vin welcke craemen vercoft
worden verscheijden goederen die men
den cleynen kinderen dyets maeckl dat
den zelffden Nicolaes henluyden geeft,
dat als voaengelooff en superstitie in een
gepolitierde Christelicke gereformeerde
stad nyet en behoort getolereerd te wer
den" enz. Zoo'n besluit zal een gemeen
teraad tegenwoordig niet meer nemen,
die tijden zijn voorbij. Over een paar
dagen vieren wij allen ons Hollandsch
Sint-Nikolaas-feest
Met liet oog op de bij gelegenheid
van het a.s. St.-Nicolaasfeesl te verwach
ten drukte, wordt de vergunning om
meer dan een pakket aan hetzelfde adres
per pakketpost te varzenden, vergazeld
van slechts ééne adreskaart, voor den
tijd van 2 lot en met 6 December a.s.
iDgetrckken, en zal derhalve bij elk ge
durende dat tijdvak ter verzending aan
geboden pakket ééne adreskaart gevoegd
moeten zijn.
Voorts wordt met nadruk aanbevolen,
om bij de onderwerpelijke gelegenheid
VAN
A. GODIN.
16) Toen de wagen het posthuis naderde,
zag Schaumberg zijn schoonvader met
groote schreden daarvoor heen en weer
gaen. Dit samentreffen scheen hem in zijne
tegenwoordige stemming alles behalve
aangenaam, hij wist, dat hij van deD
spraakzamen man begroet, niet zoo spoe
dig zou vrij worden, en hij verlengde zoo
zeer Daar huis, naar Elizabeth
Toen hem evenwel de oude heer bij
het uitstappen ontving, moest het onver
mijdelijke wel met een goed gezicht op
genomen worden, Andlau schoof zijn arm
in dien des schoonzoons «n zeide op zijn
gewonen levendigen toon: «Ik heb u hier
u opgewacht, voor ik den terugweg aan-
neemgij kunt mij een eind tergezellen;
wanneer gij den geheelen dag zoo rond
geslenterd hebt, komt het er ook niet op
aen, of de vrouw nog een half uur lan
ger wacht. Ik heb een appeltje met u te
schillen, mynheer de schoonzoon en wel
een goede ookl Wat voert gij toch wel
in Godsnaam in het schild! Ik kom van
morgen in uw huis en vind daar mijn
meisje met roodgeschreide oogen zij
spreekt niet, een blinde kan echter zien
dat zij iets op hel geweten heeft. Ik wil
ze tot het middageten mee naar buiten
nemen, zij wil niet, ik kom reeds verdrie
tig te huis en denk eens lekker te smul
len gezegende maaltijd, daar wacht
het lot mij eerst I zit over een van Abra
ham's zonen, en deedinij aanbiedingen
voor u, omdat hij u niet tehuis getroffen
had. Brengt een koeterwaaisch taaltje te
voorschijn, dat gij duizend gulden bij hem
hebt willen opnemen, dat hij het echter
zelf niet gehad had, inlusschen had hij
het gevraagd en kon het nu verschaffen,
wanneer ik borg wilde zijn, wegens de
slechte tijden. Ik heb den kerel de deur
uitgeworpen, eer hy nog met zijne gods
lasterlijke vordering aan het einde geko
men was. Wat zijD mij dat voor vervloekte
geschiedenissen I Wannear gij geld noo-
dig hebt, gaat gjj dan naar het jodendom
en komt niet bij mij St. stil, neen,
ik weet wat gij wilt zeggen, dat ik zelf
een armen drommel ben, voor u heb ik
echter toch geld in huis, geld als hooi I
Hoe gij toen zoo weerspannig waart, toen
mijne vrouws zuster het meisje jaarlijks
iets toe wilde voegen toen is zij ook weer
spannig geworden, want zij heeft een hard
hootd, dat weet haar man het best. Zoo
heeft zij dan het geheele kapitaal, dat zij
u maken wilde, in goede staatspapieren
mij in de handen geneven, met de bood
schap, dat ik het voor u zou bewaren
en de intrest er bij voegen, tot eenmaal
de nood aan den man kwam, want zij
was zoo valsch op u, dat zij u in geld
zaken geen goed woord m«er wou geven.
Kom dan in Godsnaam, nog heden of
morgen, en haal van het uwe wat gij
noodig hebt, of wat mij hel liefst wa», de
geheele beschikking. Waartoe ge het ge
bruikt dal gaat mij niet aan kan het
overigens wel denken oude geschiede
nissen kinderen handelan als kinderen,
studenlenschulden enz. En nu basta,
maakt rechtsomkeert en ga naar uwe
vrouw. Dit zeg ik u echter, vind ik mijn
meisje nog eenmaal met roode oogen, dan
kujgt het met mij te doen, en de tante
jaag ik u dan ook nog op den hals 1"
Zonder den jongen man te laten spre
ken, maakte de jachtopziener zich van
hem los, draaide hem met zijn geweldige
vuisten om als een kind en stapte met
reuzenschreden de laan in.
Schaumberg zag hem met verbazing na.
Een zeer zware last was hem zoo onver
hoeds, zoo eensklaps van zijn hart geno
men. Zonder rekenschap te moeten geven
kon hij zich voor de toekomst van geheel
de eereschuld bevrijden, die hem zulke
zware zorgen veroorzaakt had! Ofschoon
er nog veel zijn gemoed drukte de eer
wa s nu gered 1
Zijn geheele hart deed hem naar Eli
zabeth verlangen hij kreeg eene drin
gende behoefte zich ronduit voor haar te
openbaren en uit de chaos van ondervin
dingen. die hern in deze dagen gedrukt
had, het eene, hoogste gevoel zijns har
ten duidelijk op den voorgrond te stellen.
Toen hij zijn huis binnen trad, snelde
hem Elizabeth te gemoet «n ontving hem
met hartstochtelijke innigheid. Hij staarde
haar in de oogen haar vader had waar
heid gesproken, nog thans droegen zij spo
ren van vergoten tranen.
uZijt gij er eindelijk riep de opge-
wondene, »ik heb zoo naar u verlangd
Waarom hebt gij mij niet gezegd, dat gij
naar Bauniberg gaan wilde? maar
stil daarover, ik zie, dat uw oog nu vrien
delijker ziet de zorgen zijn van uw
hart verdwenen gij hebt uw doel be
reikt 1"
>Ja, Elizabeth," zei hij, >de zorgen zijn
voorbij, voor zoover het mijn verplichtin
gen betreft, eD uw vader is het, die mij
op zeer onverwachte wijze daarvan ont
slagen heeft. Wat mij lieden naar Baum-
berg voerde, was echter niet dit daar
voor was eene andere reden.
»Toch!" sprak Elizabeth verbleekend.
«Ik vreesde het reeds."
Otto zag haar vragend aan.
alk ken de oorzaak, die u daarheen
gevoerd heeft," zeide de jonge vrouw
bevende, «zijl gij ingelicht over de afzenster
van hel kruis,
«Neen," hernam Otto met klimmende
verbazing, ahoe hebt gij ontdekt, wat
nooit over mijne lippen kwam, wat ik
u juist nu wilde toevertrouwen?"
Elizabeth verborg haar hoofd aan zijne
borst, aHet kruis is van inijr zuchte zij,
nauwelijks hoorbaar, azal het rny uwe
liefde kosten, Otto?"
aElizabeth!" riep hij op een onbeschrij-
felijksn loon.
aHooi rnij aan," zeide zij, zonder de
plaats aan zijne borst te verlaten, aik wil
u alles, alles bekennen 1 Op ieder uur van
dazen angstvollen dag heb ik mij gezworen
u niets te verbergen
Haar gehsele lichaam sidderde in Otto's
armen; bedaard bracht hij haar naar de sofa
waar hij haar naast zich trok, met lief
kozende hand over haar vlechten streek
en haar koortsachtig gloeiend voorhoofd
met zijn lippen aanraakte. «Spreek dan,
rnyn lieve!" zeide hij bewogen.
Wordt vervolgd.)