Gemengd Nieuws. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. ik mag de ovei tuiging uitspreken dat, indien de redenen aan de Staten bekend waren, even eenstemmig als thans aan mij een adres wordt gericht om op mijn besluit terug te komen, de meeniug zou bestaan dat ik anders kon en mocht handelen. Ofschoon de kennisneming van de nota van den minister van koloniën naar aanlei ding van het verslag betrekkelijk bet ontwerp van wet tot wijziging en verhoogiug der kolo nialc huishoudelijke begrootiug voor Suriname voor het dienstjaar 1892 geen invloed heeft kunnen uitoefenen op mijn besluit, omdat dit stuk eerst ontvangen werd nadat ik mijn ontslagaanvrage had gereed gemaakt, en ook geheel andere redenen mij noopten mijn ont slag te vragen, zoo zal dit stuk toch de over tuiging vestigen dat het koloniaal belang be vorderd wordt door mijn vervaugen. Waar de koloniën zich verplicht acht om in het algemeen te beamen de raeening van die leden der Tweede Kamer die een ougunsti geo indruk hebben van het financieel beleid van den Gouverneur bedoeld wordt blijk baar financieel beheer alsmede om inde verdediging van andere leden slechts te zien eene vergoelijking waarvan niet alle kracht kan worden ontzegd, daar mag niet verwucht worden dat aan een gouverneur, aan uien door deu minister van koloniën een goed financieel beheer wordt ontzegd, belangrijke kredieten worden toevertrouwd. En toch is het noodig dat in de eerste jaren belangrijke kredieten toevertrouwd worden, wil men de Kolonie tot bloei brengen Als eerste beginsel stelde ik bij mijn op treden op deu voorgrond zuinig beheer. Ik meen dit beginsel in toepassing te hebben gebracht, en zij, die weten welk eene moeite het kostte om een paar honderd gulden van mij los te krijgen om eecig uoodig of nut tig werk uit te voeren; die toeten dat geen bedrag van eenig beteekenis werd toegeslaan dan na een persoonlijk onderzoek op de plaats zelve en, slechts bij uitzondering, al leen op volledige adviezen; die weten hoe door mij aanmerking gemaakt werd indien van de stoombarkas een uur langer gebruik werd gemaakt dan noodig was voor dienst en hoe door mij persoonlijk de maaudrapporten omtrent gebruik der stoombarkassen werden nagegaan, die weten boe, iudien een uur langer van een rijtuig gebruik werd gemaakt dan noodig om een werk op te nemen of na te gaan, er op gewezen werd dat/" 2.50 had kunnen worden uitgewonnendikwelen dat wanneer in een maand de opbrengst vau een der middelen bleef beneden het be drag van het vorige jaar. gevraagd werd waaraan het was toe te schrijven; zij allen zullen met niet geringe verbazing gezien hebben dat mijn finanieel beheer een ongun- stigen indruk op den minister van koloniëu gemaakt heeft, vooral wanneer zij er op let ten dat in 1892 de middelen ruim f 75.000 meer opbrachten dan in 1891, en in de eerste 11 maanden van 189.3 150.000 meer dan over dat tijdvak van 1892. Waarschijn lijk zulleu velen er op wijzen dat in 1892 alleen aan verloftractementn waarvoor op de begrootiog niets is uitgetrokken meer werd uitgegeven dan de post voor onvoorziene uitgaven groot is, daar toch alleen voor ver- loftractemeut van gouvernemeutsecretaris. controleur, griffier van het hof van justitie, hypotheekbewaarder reeds f 20.000 werd uit- gegeveu dat voedingsmiddelen in 1892 veel hooger in prijs waren dan bij het opmaken der begrooting werd verondersteld, en dien tengevolge de kosten van voeding voor ver pleegden en gevangenen veel hooger waren dan waarop gerekend, waarom dan ook in J893 eeu hoogere raming gemaakt werd, welke echter door de Kegeering werd teruggebracht op het voor 1892 te laag geraamd bedrag, enz.maar dit sluit niet uit, dat, waar de minister van koloniën openlijk heeft uitge sproken. dat mijn financieel beheer een on- gunstigen iudruk geeft, het in liet belang der kolonie is dat zoo spoedig mogelijk iemand optreedt, wiens financieel beheer ook bij den minister van koloniën vertrouwen inboezemt. Te meer is dit noodig uu en Regeering en Volksvertegenwoordiging niet ongeneigd schij nen de noodige gelden toe te staan voor de ontwikkeliug der kolonie, maar zij dit niet mogen doen zoolang de kolonie bestuurd wordt door een Gouverneur, wiens fiuaDcieel beheer bij den minister van koloniën aan zoo veel bedenkingen onderhevig is dat de minister in plaats van dat beheer te verdedigen, zich verplicht achtte de verdediging te noemen eene vergoelijking, die echter slechts onder groote beperking werd aanvaard. Hoe gaarne had ik mijne nog jeugdige krachten verder gewijd aan de ontwikkeling dezer schoone Kolonie; hoe had ik mij voor gesteld mijne waardigheid te kunnen blij\en uitoefenen tot de Regeering werd toever trouwd aan onze geliefde Koningin, en Suri name alsdan zou zijn een der schoonste pa relen der Kroon. Het staat bij mij vast dat indien gedurende eenige jaren krachtig de hand wordt geslagen aan verbetering van land- en waterwegen en middelen van verkeer, van subsidie geen sprake meer zijn zal, maar Ernst kon komen. In het eerst meende ik, dat Anna ongesteld geworden was. Ik haastte mij dus; maar neen! Toen ik binnentrad liep Ernst met een wicht in de arrnen, een engel van een kind. En Anna riep mij met een glans van genoe gen op het gelaat toe: »Emilie, nu zyt ge ook tante gewoiden!" Ik ku>te den kleinen jongen en fili- citeerde Ernst en Anna roet het bezit van zoo'n beeld. (Wordt oervolgd). de Kolonie zelve zal kunnen opbrengen dat gene wat noodig is voor verdere ontwikke ling Ik keer naar Nederland terug met den naam van een duur goeverneur. Niets ware mij gemakkelijker geweest dan om voor en kele jaren de kolonie te besturen zonder eenige subsidie, vooral nu onder mijn bestuur, zonder eenige belasting hervorming of wrijziging, de middelen zooveel ruimer vloeiden Ik had dan den naam verworven van een zuinig beheerder, maar vau mij zeiven niet kunnen verklaren dat ik de welvaart der kolonie naar vermogen had bevorderd, want na enkeie jaren zou het gebleken zijn dat dan de hoogere ontvangsten weder moes'ten verdwijnen, terwijl groote uitgaven zouden noodig geweest zijn om alles weder in den toestand te brengen waarin de Kolonie was bij mijn optreden 4» Waar ik verwacht, dat mijn opvolger meer zal kunnen tot stand brengen, door grootere bekwaamheid en meer vertrouwen in zijn finantieel beheer bij de Regeering, daar honp ik dat hij bezield zal zijn met dezelfde liefde voor de Kolonie en zich evenzeer aan de Kolonie zal yeven als wanneer hij zal kun nen rekeuen op de medewerking der Staten Welke bezwaren er tegen mijn bestuur mo gen bestaan, in liefde voor en toewijding aan de Kolonie, zal bezwaarlijk iemand mij kunnen overtreffen. M<-cht mijn loopbaan nog niet zijn afgesne den, en ik nog indirect kunnen medewerken aan de bevordering der belangen vau deze Kolonie, die zulk eene schoone toekomst kan hebben, en die mij zooveel belangstelling in boe/emt, de Staten gelieven de verzekering aan te nemen dat niets mij te veel zal ziju de belangen der Kolonie te behartigen, ter wijl ik de wijze waarop de Staten mij ge- teund hebben, ten allen tijde dankbaar hoop te herdenken." Een kloeke redding. Men meldt aan het Hbld" van Ter schelling, dd. 5 dezer: Gisteren werd plotseling de tijding gehoord: er zit weer een schip in de Buitengronden. Het zat te ver weg om er met de reddingsboot heen te roeien, dat zag men al dadelijk, weshalve beslo ten werd, dat de sleepboot »Adsistent" haar mee zou nemen. Veertien jaren geleden deed zy dat ook, doch toen verdronken vijf der red ders. Dat men er dus wel een beetje tegen opzag, is duidelijk, maar even dui delijk was het hier, dat ginds een aan tal menschen in doodsgevaar verkeerden. De heenreis ging met de sleepboot voor- poedig, maar bij het schip zag het er treurig uit. Reeds om half zeven des morgens was het aan den grond geloopen, om zeven uur had men de masten gekapt, en eerst tegen twaalf uur bemerkte men hier het dreigende gevaar, zdd mistig was het op het water. De reddingsboot kwam gelukkig vrij van de sleepboot en bij het schip, dat sterk overhelde, gewel dig stampte, en moeielijk te naderen was, dewijl de gekapte tuigage langs zijde hing. De verkleumde bemanning moest zich van den kluiverboom in de reddings boot laten zakken. De boot stond soms haast met den voorsteven omhoog; een van de equipage hing een tieDtal minuten aan het louw, vóór de reddingsbootslui hem konden grijpen; een ander viel in kokende wateren, doch werd ook gegre pen; kortom met ware zelfopoffering gelukte het alle 1opvarenden behouden aan boord van de sleepboot te krijgen. De 68-jarige schipper der reddingsboot W. van Keulen heeft een pluimpje en nog meer dubbel verdiend I Zijne bootslieden waren; H. van Keulen, P. Bakker, A. de Beer, J, de Beer, H. For- mei, H. Schroo, S. Dijker, P. Kuiper en K. Knop. Door het vreeselijk stouten tegen het schip heeft de reddingsboot zelve vrij wat schade bekomen. Schipper M. Zeeders, die met zijn vaartuig *T. S." 47 aan de loefzyde naderde, veiloor zijn dreg en een zware troc, waardoor de man bij zijn poging om te redden nog een verlies leed van ruim 70 gulden. Op de terugreis had men nogal moeite om de drenkelingen wakker te houden, daar het water, zooals de zeelui het noemen, tegenwoordig nog vrij hevig steekt. Allen hebben zich uitstekend van hun vrijwil lig aanvaarden plicht gekweten. Ktfkslandboowschool te Wage- ningen. Door den betrokken minister bij den Raad van Stale is ingediend en thans in onderzoek een voorstel, strekkende tot reorganisatie der Rijkslandbouwschool. Men meent te weten, dat wordt voorge steld verplaatsing der afdeeling A. of een gedeelte van A. en het maken van eene inrichting voor Hoogei onderwijs van de Rijkslandbouwschool. Hoogstwaarschijnlijk zal het voorstel spoedig bij de Tweede Kamer in behande ling komen. er later op gedrukt, zoodat deze niet op haar plaats staat en meestal veel dichter bij den zoogenaamden spiegel is gedrukt, terwijl bij de echte hierbij eene tusschen- iuimte bestaat. Hez IIbid." vertelt naar aanleiding der valsche bankbiljettenzaak het vol gende •Jaren geleden had een Duitscher intrek genomen in een klein hotel. Hij onderscheidde zich door de eigenaardig heid, dat hij nooit overdag uitging. Dat trok de aandacht van zijn huisheei, die dan ook niet naliet daar e^ns een vischje over uit te werpen. Doch hij ontving een ontwijkend antwoord met het verzoek een Bankbiljet van f 25 te gaan wisselen bij de bank, want de bezitter meende dat het valsch was en hij in een land, waar hij niet bekend was, ongaarne in moeilijkheden wilde geraken. •Toen men h*t biljet aan de Bank evenwel voor echt had verklaard, werd de min vertrouwelijker en deelde hij zijn huisheer met de noodige omzich tigheid mede dat hij de maker er van was en daarom steeds bij dag op zijn kamer bleef werken. Vervolgens stelde hij voor, gelijke proef eens te nemen met een biljet van f1000; indien men zelf begon met aan de Bank te vragen of het wei echt was, kon er nooit argwaan worden gekoesterd. De hotelhouder ging er op in en ver strekte hem twee bankjes van dat bedrag die de man voor den gelyktijdigen namaak van voor- en keerzijde zeide noodig te hebben. •Onze kunstenaar toog nog denzelfden dag aan den arbeid, ging s' avonds als naar gewoonte een luchtje scheppen, maar kwam niet weerom. Hij had zijn goed geloovigen medehelper eenvoudig met een echt papiertje naar de Bank gezon den en zoodoende een paar echte van f 1000 in handen gekregen op een manier, die hel voor den bestolene geraden maakte zijn verlies maar stilzwijgend met gela tenheid te dragen I" Men schrijft aan de •Haarl. Crt Ondanks de vele pensionneeringen in de hoogere rangen, is het met de promo tie bij het wapen der infanterie toch nog wanhopig gesteld. Negen en twintigjaar officier sdieost hebben zij, die thans in de termen vallen om tot majoor te worden bevorderd. Dat men daardoor veel te oude hoofdoflicieien verkrijgt, behoeft geen be toog, dat de bruikbaaarheid van het leger er onder lijdt, evenmin. In de naaste toekomst is daarin geen verbetering te verwachten en menig oCG cier vreest, dat zijn lot ook eenmaal zal wezen gelyk dat van een paar zeer ver dienstelijke eu yveiige kapiteins, die we) dra hoofdofficier moesten worden, doch aan wie, naar men ons mededeelde, is bericht, dat zij, hoe geschikt overigens, door den hoogen ieefiyd niet meer voor dien rang in aanmerking konden komen. Treurig einde van een verdienstelijke mili taire loopbaan. Ontmoedigend, lust- en energiedoodeud schrikbeeld voor velen, wien wellicht hetzelfde boven het hoofd hangt. Valsche bankbiljetten. Bij een nauwkeurig onderzoek is het der politie gebleken, dat de goede bank biljetten zich onderscheiden van de andere door het papier, daar het papier van de goede krakerig, glad en hard is en van de andere uiterst zacht en wollig. Voorts is bij de valsche het kopstuk in de medaillon en de gewerkte rand en het schild met aandu-ding van de cijfers 100, 200 en 300 zeer grof zwart en veel harder. Achter is de strafbepaling zeer kenbaar De kolonel Benschop, Commandant van het 5e Regiment Infanterie, aan wien eene maand verlof was verleend, voor herstel van gezondheid, heeft gisteren zijne gewone diensten wederom hervet. Dientengevolge werd gisleren nam. ten 3 uur het vaandel, door eene Compagnie, voorafgegaan door het muziekcorps, van de woning van den Luitenant-Kolonel Putman Cramer naar die van genoemden Kolonel overgebracht. In verband met de verplaatsing van den officier van gezondheid 2e klasse G. L. Coenen van het 5e Reg. Inf. op op 1 Maait a. s. bij de II afd. 1. Reg. Veldartillerie alhier in garnizoen, is de officier van gezondheid le klasse J. P. M. Trousselot van het 2e regiment Vesting artillerie, op gemeidan datum overge plaatst bij het 5e regiment Infanterie alhier, en ingedeeld bij het 2e Bataljon van dat corps. De officier van gezondheid der 2e klasse G. L. Coenen, van het 5e regiment infanterie, is overgeplaatst bij de lie af deeling van het le regiment veld-artille- rie alhier De tweede tooneelvoorstelling van wege de Garantenvereeniging zal hier gegeven worden op Maandag 26 Februari. Het gezelschap uit den Tivoli-schouw- burg te Rotterdam, onder directie van de heeren De Vos en van Korlaar, zal dan opvoeren «De ongeloovige Thomas," bet zoo gunstig bekend blijspel in 3 be drijven van Carl Laufs en Wilhelm Ja- coby.de schrijvers van «Pension Scholier." In zjjn Memorie van Antwoord be treffende het Wetsontwerp tot verande ring van de grens tusschen de gemeenten Amersfoort en Leurden, weersprak de Minister van Binnenlandsche Zaken de juistheid der meeniug als zouden van militaire zjjde tegen den bestaanden toe stand nooit eenige bezwaren zijn inge bracht. Voorts betoogde de Minister, dat het Cnancieele nadeel voor de gemeente Leusdeu van geeü beteekenis ia. De termijn van overgang is in het Wetsontwerp veranderd. De zaak zal nu welhaast tot een beslis sing komen. Voor een flink bezette zaal gaf de heer van Aken j.l. Donderdag het derde zijner abonnementsconcerten. De reden dezer groote opkomst is zeker niet verre le zoeken. Immers het programma ver meldde de medewerking van mpjuffrouw Fieta Der mout. Hadden wij Amersfoor ters het geluk de primeur te hebben van liet optreden dezer kunstenares, wij dan ken den heer van Aken, dat hij ons in de gelegenheid stelde nogmaals v in d schitteiende gave zijner leerlinge te ge nieten Zij beeft ditmaal zichzelve over troffen. Het schoone viool-concert van Max Bruch werd voorgedragen op eene wijze die niet enkel van kunstvaardigheid maar tevens van diep gevoel getuigde Ook de vertolking van het Allegro-andante en liet largo uit de Fantasia appassioseta vari Vieuxlemps spiak tot het hart. Tech nische moeilijkheden schijnen voor haar niet te hestsan of werden althans spe lende overwonnen. Was het wonder, dat een daverend applaus haar telkens tot drie malen terugriep. Uit dank daarvoor gaf zij nog met piano-accompagnement ten beste. Het orkest kweel zich in de begeleiding der beide solonummers op verdienstelijke wijze van zijn taak. Ook de andere soliste mejuffrouw Har- tog beschikt over een lieve mezzo-sopraan, in alle registers evenwel niet even zuiver. Op 't herhaald applaudissement gaf zij als toegift Van de nummers voor orkest, ofschoon allen correct uitgevoerd, bevielen ons die van het tweede gedeelte van het pro gramma het beste. Het pizzicato uit het Ballet sSylvia" van Delibes voldeed zoo algemeen, dat het moest worden herhaald. Door welwillende tusschenkomst van een der dames van het plaatselijk comité der vereeniging «Reisbela-ting" ontvingen wij een exemplaar van het vijfde jaarverslag dier vereeniging waar aan wjj het volgende ontleeuen: Zooals van elk voorafgaand jaar zijn ook in het afgeloopen jaar de inkomsten der vereeniging vermeerderd en zelfs tot over de drieduizend gulden gestegen. Het was daardoor mogelijk 70 personen, waarvan de meesten leden aan zwakte eu bloedarmoede een tjjdelijk verblijf in een herstellingsoord te verschaffen. Ver scheidene personen bleven langer dan 4 weken uitsoms wanneer de dokter dit aanvroeg, werd het verblijf buiten zelfs tot 3 maanden verlengd. Dat het ver blij I buiten niet altoos baatte, spreekt vanzelf. Toch hebben de gunstige resultaten de overhand en weid in elk geval aan me nige lijder en lijderes verkwikking ge bracht. Gaarne voegen wij hierbij nog een woord van waardeering voor deze zoo nuttig welkende vereeniging. Moge elk, die dezen zomer, hetzij voor genoegen, hetzij tot herstel van gezondheid op reis gaat, eene kleinigheid afzonderen van zijn reisgeld, om daardoor minvermogende zwakken an herstellenden het genot van de versterkende zee- of boschlurhl te erschaffen. Elke gift, hoe klein ook, wordt dank baar aanvaard. Het sub-comité voor onze gemeente bestaat uit de dames: joukvr. C. M. Sandberg, mej. M H. C. Valeton, J. M. Veder en P. A. Siddré. Lijst der brieven geadresseerd aan onbekeaden, verzonden van hel Postkan tour ta Amersfoort over de eerste helft der maand Januari 18U4. 1. J W. Banljes Amsterdam. 2. Zevenboom 3. S. Smaling 4. C. van Meeleren 5. Wed. Hammer 6. A. van Delden 7. Mevr. Fruitier de Talma Hilversum. 3. J. Stadtman Njjmegen. 9. F. Nisters Briefkaarten. 1. Meikelijn Amsterdam. 2 J. C. Harms 3. H. Smits Arnhem. 4. J. van de Blugt Nijmegen. 5. G. Kelder Wormerveer. Baant. De boringen, door de Utiechtesche Waterleidingmaatschappij alhier verricht, leveren goede resultatea op. Als plaats voor de le maken prise d'eau is gekozen de voet van het talud van de spoorwe. in graving tuschen Hilversum en Baarn. Woudenberg. Voor de betrekking vau hoofd der open bare lagere school in de kom alhier heb ben zich 109 sollicitanten aangemeld. De storm buitem ons laud. De storm heeft ook in Engeland gewoed en hier en daar aanmerkelijke schade aan gericht. Te Scheffield zijn een paar huizen in elkaar gewaaid, en in verschil lende andere plaatsen gingen schoorstee- nen van de daken. Een station op de Scarborough en Whitby-lijn werd gedeel telijk verwoest. De Swale steigerde zoo onrustbarend aan haar boord, dat men voor overstiooming vreesde. Te Conway zochten een aantal schepen op de rivier een goed heenkomen; een daarvan raakte op eene bank vast. Eene Baptistenkerk te Llandudno, pas gebouwd, werd deer lijk gehavend, in Schotland hier en daar overstroomingen van belang. De Tay was in lang zoo hoog niet en ging eens aan het spoken I Andere rivieren ontstegen haren oevers en zetten huizen en akkers onder water. Te Invernes b v. stond het in de laaggelegen wijken blank. En zoo voorts. De weerprofeten in Engeland hou den de stilte na dezen storm voor eene stilte vdor een anderen. En als het over het Kanaal gaat waaien dan blijven wij er niet vrij van. Beter Iaat dan nooit. Dat er dezer dagen nog iemand terechtstaat wegens desertie uit den Fransch-Duitschen oorlog, zal wel niet vaak voorkomen. De krijgsraad te Mar seille had onlangs over een dergelijk geval te oordeelen, dat ook om andere redenen merwaardig was. De beschuldigde was een zekere Jean Seboul, van wien bleek, dat hij zich als vrijwilliger had aangesloten bij het Loire- leger, en zich zelfs bij deze half-gediscipli- neerde armee zeer onderscheiden had. Bij Le Mans werd hij door de Duitscliers gevangen genomen, maar wist te ont snappen en meldde zich weder bij zijn regiment te Arles aan, waar hij voort ging zich op bepaald heldhaftige wjjze te onderscheiden. Om verklaarbare redenen begaf hij zich echl.r piotselihg naar Cairo, vanwaar hij nu onlangs na eene afwezigheid van 23 jaren terugkeerde. Hij werd gevat en voor den krijgsraad gesteld wegens het vergrijp van desertie ir. tijd van oorlog, waarop geljjk bekend de doodstraf ge steld is. Seboul verdedigde zich evenwel, dal de oorlog feitelijk reeds geëindigd was, toen hij zich uil de gelederen vei wijderde. Gelukkig voor hem nain de krijgsraad deze verdediging aan en sprak hem vrij, daarbij zijn schitterenden staat van dienst in het actieve leger in aanmerking ne mende. Het huUelfJk leven van Gladstone. Men schrijft ons uit Londen In een pas verschenen maandschrift geeft Gladstone's dochter, Mevrouw Dreu, een aardige schets van het leven van den «Grooten ouden man", die op hét oogenblik, nu Gladstone zjjn vacantie neemt, met genoegen zal gelezen worden. «Niemand van ons", zegt mevi ouw Dreu, «kan in stiptheid en orde hem zelfs voor één oogenblik evenaren, wanneer hij zijn tijd op het buitenverblijf te Hawarden doorbrengt." Precies te 8 uur 's ochtends kan men hem in zjjn boekenkamer aan treffen eu wanneer hij niet ongesteld verschijnt hij precies te half 9 in den plantentuin. De brieven, welke hij ontvangt, worden door zijn zoon of dochter doorgelezen en een gedeelte hiervan wordt hem voorge legd, dat hij beantwoordt. Wanneer hij te Londen is, nemen zijne geheimschrijvers een groot gedeelte der briefwisseling in handen, doch tehuis of in Londen, den ganschen ochtend bemoeit hij zich mét laaiszaken. Na koffie-drinken gaat hij weer een uur aan zijn werk, om vervol gens, tot zijn geliefkoosde uitspanning het omhakken van boomen over le gaan. Sedeit de laatste maanden heeft bij die liefhebberjj opgegeven. Omstreeks dien tijd kan men hem thans in zjjne bibliotheek vinden, een voor eenige jaren nieuw opgericht gebouw, dat 2u000 boekdeelen bevat, die allen door hemzelf gerangschikt zijn. Na het theedrinken, d. i. om 5 uur, voleindigt hij zijne briefwisseling. Ver volgens kleedt hij zich met de vlugheid van een jongeling, binnen 3 minuten, voor het middagmaal. Wanneer hij eenmaal in bed ligt, laat hij alle staatszaken vareo en tengevolge hiervan slaapt hij als een roos, van het oogenblik, dat hjj zijn hoofd neerlegt tot den volgenden ochtend, wanneer hjj ge wekt wordt. De volkomen beheersching over zijne gedachten is een der oorzaken van zijn jeugd en frischheid. De Zondagsrust, staat zeer hoog bij den «Grooten ouden man" aangeschreven. Zonder Zondag-rust, aldus heeft hij zich herhaalde malen uitgelaten, zou hjj niet de man zijn, welke hij uu is. Niet al leen uit een streng en godsdienstig oog punt, doch lichamelijk en geesteljjk is de Zondag een zegen voor hem. Van Za terdagavond tot Maundag-morgen houdt hij zich met niets anders bezig dan met godsdienstige oveipeinzingen. Evenmin zal hjj Zondags uit eten gaan, of het moet zijn terwille van een zieken vriend, en ook van reizen op den dag des Hee ren heelt hij een afkeer. Zijn geheugen is ijzei sterk. Gebeurtenissen uit het vroeg verleden of die pas geschied zjjn, hij kan ze alle op dezelfde wonderljjke wijze voor den geest roepen. Vraag dit wondermensch waarin zijn geheim ligt en hij zal u antwoorden: in orde, in stiptheid en matigheid, drie eigenschappen, die in het leven van dezen man een be duidende rol gespeeld hebben.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 2