Gemengd Nieuws.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
ik mag de ovei tuiging uitspreken dat, indien
de redenen aan de Staten bekend waren,
even eenstemmig als thans aan mij een adres
wordt gericht om op mijn besluit terug te
komen, de meeniug zou bestaan dat ik anders
kon en mocht handelen.
Ofschoon de kennisneming van de nota
van den minister van koloniën naar aanlei
ding van het verslag betrekkelijk bet ontwerp
van wet tot wijziging en verhoogiug der kolo
nialc huishoudelijke begrootiug voor Suriname
voor het dienstjaar 1892 geen invloed heeft
kunnen uitoefenen op mijn besluit, omdat dit
stuk eerst ontvangen werd nadat ik mijn
ontslagaanvrage had gereed gemaakt, en ook
geheel andere redenen mij noopten mijn ont
slag te vragen, zoo zal dit stuk toch de over
tuiging vestigen dat het koloniaal belang be
vorderd wordt door mijn vervaugen. Waar
de koloniën zich verplicht acht om in het
algemeen te beamen de raeening van die
leden der Tweede Kamer die een ougunsti
geo indruk hebben van het financieel beleid
van den Gouverneur bedoeld wordt blijk
baar financieel beheer alsmede om inde
verdediging van andere leden slechts te zien
eene vergoelijking waarvan niet alle kracht
kan worden ontzegd, daar mag niet verwucht
worden dat aan een gouverneur, aan uien
door deu minister van koloniën een goed
financieel beheer wordt ontzegd, belangrijke
kredieten worden toevertrouwd. En toch is
het noodig dat in de eerste jaren belangrijke
kredieten toevertrouwd worden, wil men de
Kolonie tot bloei brengen
Als eerste beginsel stelde ik bij mijn op
treden op deu voorgrond zuinig beheer. Ik
meen dit beginsel in toepassing te hebben
gebracht, en zij, die weten welk eene moeite
het kostte om een paar honderd gulden van
mij los te krijgen om eecig uoodig of nut
tig werk uit te voeren; die toeten dat geen
bedrag van eenig beteekenis werd toegeslaan
dan na een persoonlijk onderzoek op de
plaats zelve en, slechts bij uitzondering, al
leen op volledige adviezen; die weten hoe
door mij aanmerking gemaakt werd indien
van de stoombarkas een uur langer gebruik
werd gemaakt dan noodig was voor dienst en
hoe door mij persoonlijk de maaudrapporten
omtrent gebruik der stoombarkassen werden
nagegaan, die weten boe, iudien een uur
langer van een rijtuig gebruik werd gemaakt
dan noodig om een werk op te nemen of
na te gaan, er op gewezen werd dat/" 2.50
had kunnen worden uitgewonnendikwelen
dat wanneer in een maand de opbrengst
vau een der middelen bleef beneden het be
drag van het vorige jaar. gevraagd werd
waaraan het was toe te schrijven; zij allen
zullen met niet geringe verbazing gezien
hebben dat mijn finanieel beheer een ongun-
stigen indruk op den minister van koloniëu
gemaakt heeft, vooral wanneer zij er op let
ten dat in 1892 de middelen ruim f 75.000
meer opbrachten dan in 1891, en in de
eerste 11 maanden van 189.3 150.000 meer
dan over dat tijdvak van 1892. Waarschijn
lijk zulleu velen er op wijzen dat in 1892
alleen aan verloftractementn waarvoor op
de begrootiog niets is uitgetrokken meer
werd uitgegeven dan de post voor onvoorziene
uitgaven groot is, daar toch alleen voor ver-
loftractemeut van gouvernemeutsecretaris.
controleur, griffier van het hof van justitie,
hypotheekbewaarder reeds f 20.000 werd uit-
gegeveu dat voedingsmiddelen in 1892 veel
hooger in prijs waren dan bij het opmaken
der begrooting werd verondersteld, en dien
tengevolge de kosten van voeding voor ver
pleegden en gevangenen veel hooger waren dan
waarop gerekend, waarom dan ook in J893
eeu hoogere raming gemaakt werd, welke
echter door de Kegeering werd teruggebracht
op het voor 1892 te laag geraamd bedrag,
enz.maar dit sluit niet uit, dat, waar de
minister van koloniën openlijk heeft uitge
sproken. dat mijn financieel beheer een on-
gunstigen iudruk geeft, het in liet belang
der kolonie is dat zoo spoedig mogelijk
iemand optreedt, wiens financieel beheer ook
bij den minister van koloniën vertrouwen
inboezemt.
Te meer is dit noodig uu en Regeering en
Volksvertegenwoordiging niet ongeneigd schij
nen de noodige gelden toe te staan voor de
ontwikkeliug der kolonie, maar zij dit niet
mogen doen zoolang de kolonie bestuurd wordt
door een Gouverneur, wiens fiuaDcieel beheer
bij den minister van koloniën aan zoo veel
bedenkingen onderhevig is dat de minister
in plaats van dat beheer te verdedigen, zich
verplicht achtte de verdediging te noemen
eene vergoelijking, die echter slechts onder
groote beperking werd aanvaard.
Hoe gaarne had ik mijne nog jeugdige
krachten verder gewijd aan de ontwikkeling
dezer schoone Kolonie; hoe had ik mij voor
gesteld mijne waardigheid te kunnen blij\en
uitoefenen tot de Regeering werd toever
trouwd aan onze geliefde Koningin, en Suri
name alsdan zou zijn een der schoonste pa
relen der Kroon. Het staat bij mij vast dat
indien gedurende eenige jaren krachtig de
hand wordt geslagen aan verbetering van
land- en waterwegen en middelen van verkeer,
van subsidie geen sprake meer zijn zal, maar
Ernst kon komen. In het eerst meende
ik, dat Anna ongesteld geworden was. Ik
haastte mij dus; maar neen! Toen ik
binnentrad liep Ernst met een wicht in
de arrnen, een engel van een kind. En
Anna riep mij met een glans van genoe
gen op het gelaat toe: »Emilie, nu zyt
ge ook tante gewoiden!"
Ik ku>te den kleinen jongen en fili-
citeerde Ernst en Anna roet het bezit van
zoo'n beeld.
(Wordt oervolgd).
de Kolonie zelve zal kunnen opbrengen dat
gene wat noodig is voor verdere ontwikke
ling
Ik keer naar Nederland terug met den
naam van een duur goeverneur. Niets ware
mij gemakkelijker geweest dan om voor en
kele jaren de kolonie te besturen zonder eenige
subsidie, vooral nu onder mijn bestuur, zonder
eenige belasting hervorming of wrijziging, de
middelen zooveel ruimer vloeiden Ik had
dan den naam verworven van een zuinig
beheerder, maar vau mij zeiven niet kunnen
verklaren dat ik de welvaart der kolonie naar
vermogen had bevorderd, want na enkeie jaren
zou het gebleken zijn dat dan de hoogere
ontvangsten weder moes'ten verdwijnen, terwijl
groote uitgaven zouden noodig geweest zijn
om alles weder in den toestand te brengen
waarin de Kolonie was bij mijn optreden
4»
Waar ik verwacht, dat mijn opvolger meer
zal kunnen tot stand brengen, door grootere
bekwaamheid en meer vertrouwen in zijn
finantieel beheer bij de Regeering, daar honp
ik dat hij bezield zal zijn met dezelfde liefde
voor de Kolonie en zich evenzeer aan de
Kolonie zal yeven als wanneer hij zal kun
nen rekeuen op de medewerking der Staten
Welke bezwaren er tegen mijn bestuur mo
gen bestaan, in liefde voor en toewijding
aan de Kolonie, zal bezwaarlijk iemand mij
kunnen overtreffen.
M<-cht mijn loopbaan nog niet zijn afgesne
den, en ik nog indirect kunnen medewerken
aan de bevordering der belangen vau deze
Kolonie, die zulk eene schoone toekomst kan
hebben, en die mij zooveel belangstelling in
boe/emt, de Staten gelieven de verzekering
aan te nemen dat niets mij te veel zal ziju
de belangen der Kolonie te behartigen, ter
wijl ik de wijze waarop de Staten mij ge-
teund hebben, ten allen tijde dankbaar hoop
te herdenken."
Een kloeke redding.
Men meldt aan het Hbld" van Ter
schelling, dd. 5 dezer:
Gisteren werd plotseling de tijding
gehoord: er zit weer een schip in de
Buitengronden. Het zat te ver weg om
er met de reddingsboot heen te roeien,
dat zag men al dadelijk, weshalve beslo
ten werd, dat de sleepboot »Adsistent"
haar mee zou nemen.
Veertien jaren geleden deed zy dat
ook, doch toen verdronken vijf der red
ders. Dat men er dus wel een beetje
tegen opzag, is duidelijk, maar even dui
delijk was het hier, dat ginds een aan
tal menschen in doodsgevaar verkeerden.
De heenreis ging met de sleepboot voor-
poedig, maar bij het schip zag het er
treurig uit. Reeds om half zeven des
morgens was het aan den grond geloopen,
om zeven uur had men de masten gekapt,
en eerst tegen twaalf uur bemerkte men
hier het dreigende gevaar, zdd mistig
was het op het water. De reddingsboot
kwam gelukkig vrij van de sleepboot en
bij het schip, dat sterk overhelde, gewel
dig stampte, en moeielijk te naderen was,
dewijl de gekapte tuigage langs zijde
hing. De verkleumde bemanning moest
zich van den kluiverboom in de reddings
boot laten zakken. De boot stond soms
haast met den voorsteven omhoog; een
van de equipage hing een tieDtal minuten
aan het louw, vóór de reddingsbootslui
hem konden grijpen; een ander viel in
kokende wateren, doch werd ook gegre
pen; kortom met ware zelfopoffering
gelukte het alle 1opvarenden behouden
aan boord van de sleepboot te krijgen.
De 68-jarige schipper der reddingsboot
W. van Keulen heeft een pluimpje
en nog meer dubbel verdiend I Zijne
bootslieden waren; H. van Keulen, P.
Bakker, A. de Beer, J, de Beer, H. For-
mei, H. Schroo, S. Dijker, P. Kuiper en
K. Knop. Door het vreeselijk stouten
tegen het schip heeft de reddingsboot
zelve vrij wat schade bekomen. Schipper
M. Zeeders, die met zijn vaartuig *T. S."
47 aan de loefzyde naderde, veiloor zijn
dreg en een zware troc, waardoor de
man bij zijn poging om te redden nog
een verlies leed van ruim 70 gulden. Op
de terugreis had men nogal moeite om
de drenkelingen wakker te houden, daar
het water, zooals de zeelui het noemen,
tegenwoordig nog vrij hevig steekt. Allen
hebben zich uitstekend van hun vrijwil
lig aanvaarden plicht gekweten.
Ktfkslandboowschool te Wage-
ningen.
Door den betrokken minister bij den
Raad van Stale is ingediend en thans in
onderzoek een voorstel, strekkende tot
reorganisatie der Rijkslandbouwschool.
Men meent te weten, dat wordt voorge
steld verplaatsing der afdeeling A. of een
gedeelte van A. en het maken van eene
inrichting voor Hoogei onderwijs van de
Rijkslandbouwschool.
Hoogstwaarschijnlijk zal het voorstel
spoedig bij de Tweede Kamer in behande
ling komen.
er later op gedrukt, zoodat deze niet op
haar plaats staat en meestal veel dichter
bij den zoogenaamden spiegel is gedrukt,
terwijl bij de echte hierbij eene tusschen-
iuimte bestaat.
Hez IIbid." vertelt naar aanleiding
der valsche bankbiljettenzaak het vol
gende
•Jaren geleden had een Duitscher
intrek genomen in een klein hotel. Hij
onderscheidde zich door de eigenaardig
heid, dat hij nooit overdag uitging. Dat
trok de aandacht van zijn huisheei, die
dan ook niet naliet daar e^ns een vischje
over uit te werpen. Doch hij ontving
een ontwijkend antwoord met het verzoek
een Bankbiljet van f 25 te gaan wisselen
bij de bank, want de bezitter meende
dat het valsch was en hij in een land,
waar hij niet bekend was, ongaarne in
moeilijkheden wilde geraken.
•Toen men h*t biljet aan de Bank
evenwel voor echt had verklaard,
werd de min vertrouwelijker en deelde
hij zijn huisheer met de noodige omzich
tigheid mede dat hij de maker er van
was en daarom steeds bij dag op zijn
kamer bleef werken. Vervolgens stelde
hij voor, gelijke proef eens te nemen met
een biljet van f1000; indien men zelf
begon met aan de Bank te vragen of
het wei echt was, kon er nooit argwaan
worden gekoesterd.
De hotelhouder ging er op in en ver
strekte hem twee bankjes van dat bedrag
die de man voor den gelyktijdigen namaak
van voor- en keerzijde zeide noodig te
hebben.
•Onze kunstenaar toog nog denzelfden
dag aan den arbeid, ging s' avonds als
naar gewoonte een luchtje scheppen, maar
kwam niet weerom. Hij had zijn goed
geloovigen medehelper eenvoudig met
een echt papiertje naar de Bank gezon
den en zoodoende een paar echte van
f 1000 in handen gekregen op een manier,
die hel voor den bestolene geraden maakte
zijn verlies maar stilzwijgend met gela
tenheid te dragen I"
Men schrijft aan de •Haarl. Crt
Ondanks de vele pensionneeringen in
de hoogere rangen, is het met de promo
tie bij het wapen der infanterie toch nog
wanhopig gesteld. Negen en twintigjaar
officier sdieost hebben zij, die thans in de
termen vallen om tot majoor te worden
bevorderd. Dat men daardoor veel te oude
hoofdoflicieien verkrijgt, behoeft geen be
toog, dat de bruikbaaarheid van het leger
er onder lijdt, evenmin.
In de naaste toekomst is daarin geen
verbetering te verwachten en menig oCG
cier vreest, dat zijn lot ook eenmaal zal
wezen gelyk dat van een paar zeer ver
dienstelijke eu yveiige kapiteins, die we)
dra hoofdofficier moesten worden, doch
aan wie, naar men ons mededeelde, is
bericht, dat zij, hoe geschikt overigens,
door den hoogen ieefiyd niet meer voor
dien rang in aanmerking konden komen.
Treurig einde van een verdienstelijke mili
taire loopbaan. Ontmoedigend, lust- en
energiedoodeud schrikbeeld voor velen,
wien wellicht hetzelfde boven het hoofd
hangt.
Valsche bankbiljetten.
Bij een nauwkeurig onderzoek is het
der politie gebleken, dat de goede bank
biljetten zich onderscheiden van de andere
door het papier, daar het papier van de
goede krakerig, glad en hard is en van
de andere uiterst zacht en wollig.
Voorts is bij de valsche het kopstuk
in de medaillon en de gewerkte rand en
het schild met aandu-ding van de cijfers
100, 200 en 300 zeer grof zwart en veel
harder.
Achter is de strafbepaling zeer kenbaar
De kolonel Benschop, Commandant
van het 5e Regiment Infanterie, aan wien
eene maand verlof was verleend, voor
herstel van gezondheid, heeft gisteren
zijne gewone diensten wederom hervet.
Dientengevolge werd gisleren nam. ten
3 uur het vaandel, door eene Compagnie,
voorafgegaan door het muziekcorps, van
de woning van den Luitenant-Kolonel
Putman Cramer naar die van genoemden
Kolonel overgebracht.
In verband met de verplaatsing van
den officier van gezondheid 2e klasse
G. L. Coenen van het 5e Reg. Inf. op
op 1 Maait a. s. bij de II afd. 1. Reg.
Veldartillerie alhier in garnizoen, is de
officier van gezondheid le klasse J. P. M.
Trousselot van het 2e regiment Vesting
artillerie, op gemeidan datum overge
plaatst bij het 5e regiment Infanterie
alhier, en ingedeeld bij het 2e Bataljon
van dat corps.
De officier van gezondheid der 2e
klasse G. L. Coenen, van het 5e regiment
infanterie, is overgeplaatst bij de lie af
deeling van het le regiment veld-artille-
rie alhier
De tweede tooneelvoorstelling van
wege de Garantenvereeniging zal hier
gegeven worden op Maandag 26 Februari.
Het gezelschap uit den Tivoli-schouw-
burg te Rotterdam, onder directie van
de heeren De Vos en van Korlaar, zal
dan opvoeren «De ongeloovige Thomas,"
bet zoo gunstig bekend blijspel in 3 be
drijven van Carl Laufs en Wilhelm Ja-
coby.de schrijvers van «Pension Scholier."
In zjjn Memorie van Antwoord be
treffende het Wetsontwerp tot verande
ring van de grens tusschen de gemeenten
Amersfoort en Leurden, weersprak de
Minister van Binnenlandsche Zaken de
juistheid der meeniug als zouden van
militaire zjjde tegen den bestaanden toe
stand nooit eenige bezwaren zijn inge
bracht.
Voorts betoogde de Minister, dat het
Cnancieele nadeel voor de gemeente
Leusdeu van geeü beteekenis ia.
De termijn van overgang is in het
Wetsontwerp veranderd.
De zaak zal nu welhaast tot een beslis
sing komen.
Voor een flink bezette zaal gaf de
heer van Aken j.l. Donderdag het derde
zijner abonnementsconcerten. De reden
dezer groote opkomst is zeker niet verre
le zoeken. Immers het programma ver
meldde de medewerking van mpjuffrouw
Fieta Der mout. Hadden wij Amersfoor
ters het geluk de primeur te hebben van
liet optreden dezer kunstenares, wij dan
ken den heer van Aken, dat hij ons in
de gelegenheid stelde nogmaals v in d
schitteiende gave zijner leerlinge te ge
nieten Zij beeft ditmaal zichzelve over
troffen. Het schoone viool-concert van
Max Bruch werd voorgedragen op eene
wijze die niet enkel van kunstvaardigheid
maar tevens van diep gevoel getuigde
Ook de vertolking van het Allegro-andante
en liet largo uit de Fantasia appassioseta
vari Vieuxlemps spiak tot het hart. Tech
nische moeilijkheden schijnen voor haar
niet te hestsan of werden althans spe
lende overwonnen. Was het wonder, dat
een daverend applaus haar telkens tot
drie malen terugriep. Uit dank daarvoor
gaf zij nog
met piano-accompagnement ten
beste.
Het orkest kweel zich in de begeleiding
der beide solonummers op verdienstelijke
wijze van zijn taak.
Ook de andere soliste mejuffrouw Har-
tog beschikt over een lieve mezzo-sopraan,
in alle registers evenwel niet even zuiver.
Op 't herhaald applaudissement gaf zij
als toegift
Van de nummers voor orkest, ofschoon
allen correct uitgevoerd, bevielen ons die
van het tweede gedeelte van het pro
gramma het beste. Het pizzicato uit het
Ballet sSylvia" van Delibes voldeed zoo
algemeen, dat het moest worden herhaald.
Door welwillende tusschenkomst
van een der dames van het plaatselijk
comité der vereeniging «Reisbela-ting"
ontvingen wij een exemplaar van het
vijfde jaarverslag dier vereeniging waar
aan wjj het volgende ontleeuen:
Zooals van elk voorafgaand jaar zijn
ook in het afgeloopen jaar de inkomsten
der vereeniging vermeerderd en zelfs tot
over de drieduizend gulden gestegen.
Het was daardoor mogelijk 70 personen,
waarvan de meesten leden aan zwakte
eu bloedarmoede een tjjdelijk verblijf in
een herstellingsoord te verschaffen. Ver
scheidene personen bleven langer dan 4
weken uitsoms wanneer de dokter dit
aanvroeg, werd het verblijf buiten zelfs
tot 3 maanden verlengd. Dat het ver blij I
buiten niet altoos baatte, spreekt vanzelf.
Toch hebben de gunstige resultaten de
overhand en weid in elk geval aan me
nige lijder en lijderes verkwikking ge
bracht.
Gaarne voegen wij hierbij nog een
woord van waardeering voor deze zoo
nuttig welkende vereeniging. Moge elk,
die dezen zomer, hetzij voor genoegen,
hetzij tot herstel van gezondheid op reis
gaat, eene kleinigheid afzonderen van zijn
reisgeld, om daardoor minvermogende
zwakken an herstellenden het genot van
de versterkende zee- of boschlurhl te
erschaffen.
Elke gift, hoe klein ook, wordt dank
baar aanvaard. Het sub-comité voor onze
gemeente bestaat uit de dames: joukvr.
C. M. Sandberg, mej. M H. C. Valeton,
J. M. Veder en P. A. Siddré.
Lijst der brieven geadresseerd aan
onbekeaden, verzonden van hel Postkan
tour ta Amersfoort over de eerste helft
der maand Januari 18U4.
1. J W. Banljes Amsterdam.
2. Zevenboom
3. S. Smaling
4. C. van Meeleren
5. Wed. Hammer
6. A. van Delden
7. Mevr. Fruitier de Talma Hilversum.
3. J. Stadtman Njjmegen.
9. F. Nisters
Briefkaarten.
1. Meikelijn Amsterdam.
2 J. C. Harms
3. H. Smits Arnhem.
4. J. van de Blugt Nijmegen.
5. G. Kelder Wormerveer.
Baant.
De boringen, door de Utiechtesche
Waterleidingmaatschappij alhier verricht,
leveren goede resultatea op. Als plaats
voor de le maken prise d'eau is gekozen
de voet van het talud van de spoorwe. in
graving tuschen Hilversum en Baarn.
Woudenberg.
Voor de betrekking vau hoofd der open
bare lagere school in de kom alhier heb
ben zich 109 sollicitanten aangemeld.
De storm buitem ons laud.
De storm heeft ook in Engeland gewoed
en hier en daar aanmerkelijke schade aan
gericht. Te Scheffield zijn een paar
huizen in elkaar gewaaid, en in verschil
lende andere plaatsen gingen schoorstee-
nen van de daken. Een station op de
Scarborough en Whitby-lijn werd gedeel
telijk verwoest. De Swale steigerde zoo
onrustbarend aan haar boord, dat men
voor overstiooming vreesde. Te Conway
zochten een aantal schepen op de rivier
een goed heenkomen; een daarvan raakte
op eene bank vast. Eene Baptistenkerk
te Llandudno, pas gebouwd, werd deer
lijk gehavend, in Schotland hier en daar
overstroomingen van belang. De Tay was
in lang zoo hoog niet en ging eens aan
het spoken I Andere rivieren ontstegen
haren oevers en zetten huizen en akkers
onder water. Te Invernes b v. stond het
in de laaggelegen wijken blank. En zoo
voorts. De weerprofeten in Engeland hou
den de stilte na dezen storm voor eene
stilte vdor een anderen. En als het over
het Kanaal gaat waaien dan blijven wij
er niet vrij van.
Beter Iaat dan nooit.
Dat er dezer dagen nog iemand
terechtstaat wegens desertie uit den
Fransch-Duitschen oorlog, zal wel niet
vaak voorkomen. De krijgsraad te Mar
seille had onlangs over een dergelijk
geval te oordeelen, dat ook om andere
redenen merwaardig was.
De beschuldigde was een zekere Jean
Seboul, van wien bleek, dat hij zich als
vrijwilliger had aangesloten bij het Loire-
leger, en zich zelfs bij deze half-gediscipli-
neerde armee zeer onderscheiden had.
Bij Le Mans werd hij door de Duitscliers
gevangen genomen, maar wist te ont
snappen en meldde zich weder bij zijn
regiment te Arles aan, waar hij voort
ging zich op bepaald heldhaftige wjjze
te onderscheiden.
Om verklaarbare redenen begaf hij zich
echl.r piotselihg naar Cairo, vanwaar
hij nu onlangs na eene afwezigheid van
23 jaren terugkeerde. Hij werd gevat en
voor den krijgsraad gesteld wegens het
vergrijp van desertie ir. tijd van oorlog,
waarop geljjk bekend de doodstraf ge
steld is.
Seboul verdedigde zich evenwel, dal
de oorlog feitelijk reeds geëindigd was,
toen hij zich uil de gelederen vei wijderde.
Gelukkig voor hem nain de krijgsraad
deze verdediging aan en sprak hem vrij,
daarbij zijn schitterenden staat van dienst
in het actieve leger in aanmerking ne
mende.
Het huUelfJk leven van
Gladstone.
Men schrijft ons uit Londen
In een pas verschenen maandschrift
geeft Gladstone's dochter, Mevrouw Dreu,
een aardige schets van het leven van
den «Grooten ouden man", die op hét
oogenblik, nu Gladstone zjjn vacantie
neemt, met genoegen zal gelezen worden.
«Niemand van ons", zegt mevi ouw Dreu,
«kan in stiptheid en orde hem zelfs voor
één oogenblik evenaren, wanneer hij
zijn tijd op het buitenverblijf te Hawarden
doorbrengt." Precies te 8 uur 's ochtends
kan men hem in zjjn boekenkamer aan
treffen eu wanneer hij niet ongesteld
verschijnt hij precies te half 9 in den
plantentuin.
De brieven, welke hij ontvangt, worden
door zijn zoon of dochter doorgelezen en
een gedeelte hiervan wordt hem voorge
legd, dat hij beantwoordt. Wanneer hij
te Londen is, nemen zijne geheimschrijvers
een groot gedeelte der briefwisseling in
handen, doch tehuis of in Londen, den
ganschen ochtend bemoeit hij zich mét
laaiszaken. Na koffie-drinken gaat hij
weer een uur aan zijn werk, om vervol
gens, tot zijn geliefkoosde uitspanning
het omhakken van boomen over le gaan.
Sedeit de laatste maanden heeft bij
die liefhebberjj opgegeven. Omstreeks
dien tijd kan men hem thans in zjjne
bibliotheek vinden, een voor eenige jaren
nieuw opgericht gebouw, dat 2u000
boekdeelen bevat, die allen door hemzelf
gerangschikt zijn.
Na het theedrinken, d. i. om 5 uur,
voleindigt hij zijne briefwisseling. Ver
volgens kleedt hij zich met de vlugheid
van een jongeling, binnen 3 minuten,
voor het middagmaal.
Wanneer hij eenmaal in bed ligt, laat
hij alle staatszaken vareo en tengevolge
hiervan slaapt hij als een roos, van het
oogenblik, dat hjj zijn hoofd neerlegt tot
den volgenden ochtend, wanneer hjj ge
wekt wordt. De volkomen beheersching
over zijne gedachten is een der oorzaken
van zijn jeugd en frischheid.
De Zondagsrust, staat zeer hoog bij den
«Grooten ouden man" aangeschreven.
Zonder Zondag-rust, aldus heeft hij zich
herhaalde malen uitgelaten, zou hjj niet
de man zijn, welke hij uu is. Niet al
leen uit een streng en godsdienstig oog
punt, doch lichamelijk en geesteljjk is de
Zondag een zegen voor hem. Van Za
terdagavond tot Maundag-morgen houdt
hij zich met niets anders bezig dan met
godsdienstige oveipeinzingen. Evenmin
zal hjj Zondags uit eten gaan, of het
moet zijn terwille van een zieken vriend,
en ook van reizen op den dag des Hee
ren heelt hij een afkeer. Zijn geheugen
is ijzei sterk. Gebeurtenissen uit het
vroeg verleden of die pas geschied zjjn,
hij kan ze alle op dezelfde wonderljjke
wijze voor den geest roepen. Vraag dit
wondermensch waarin zijn geheim ligt
en hij zal u antwoorden: in orde, in
stiptheid en matigheid, drie eigenschappen,
die in het leven van dezen man een be
duidende rol gespeeld hebben.